Wild spotten in Zuid-Afrika

We zijn nu ruim een week in Zuid-Afrika en vinden het tot nu toe behoorlijk indrukwekkend. Van de eerste dagen in Johannesburg, waar alle huizen beveiligd zijn met grote hekken, naar de mooie panorama route, daarna zijn we op safari geweest in het Krugerpark (waar we ons ondanks alle leeuwen, hyena’s en krokodillen een stuk veiliger voelden dan in Johannesburg) en daarna zijn we door gereisd naar het kleine buurlandje Swaziland.

Onze vlucht vanuit Singapore kwam pas om 21:00 aan in Johannesburg. We zijn weer in een nieuw land aangekomen en moeten altijd even bekijken hoe alles in zijn werk gaat. We hadden voor de eerste nacht een hotel geboekt vlakbij het vliegveld met een pick-up service, zodat we ons geen zorgen hoefden te maken over eventuele corrupte taxi chauffeurs en ook zodat we snel konden gaan slapen. Door een relaxte Afrikaan die wel in was voor een geintje werden we naar het hotel gebracht. Onze kamer was al in safari-stijl met leeuwenkussens en een groot leeuwenschilderij aan de muur. De mensen en de sfeer hier in Zuid-Afrika waren nu al helemaal anders dan in Azië.

De volgende ochtend werden we weer terug naar het vliegveld gebracht, waar we onze huurauto voor de komende weken gingen ophalen. Dit was allemaal goed geregeld en we kregen een fijne auto. Rik dus weer in zijn nopjes. Ook al boek je een bepaald type auto, je weet nooit helemaal zeker wat je krijgt en in welke staat de auto is. We willen de komende weken van Johannesburg naar Kaapstad gaan rijden. Een flinke route en we zullen dus veel tijd in de auto door gaan brengen.

De eerste rit ging naar ons guesthouse in de wijk Melville, een van de veiligste wijken in Johannesburg. Johannesburg is de grootste stad van Zuid-Afrika en de verschillen tussen rijk en arm zijn er groot. In Melville kun je ‘s avonds veilig over straat, maar dat kun je niet van alle wijken zeggen. Wel zijn alle huizen in Melville ommuurd met grote hekken voor de veiligheid. Dat zie je door de hele stad terugkomen. Onderweg naar Melville zagen we weinig blanke mensen op straat. Het schijnt dat verschillende bevolkingsgroepen hier in verschillende wijken bij elkaar wonen. Zo heb je wijken met voornamelijk Chinezen, Nederlanders, Britten, Portugezen, Indiërs, Afrikanen, etc. We besloten deze dag nog even uit te rusten van de jetlag en de volgende dag met een gids op pad te gaan. Op die manier zouden we ook Soweto kunnen bezoeken, het township waar Nelson Mandela heeft gewoond. We zijn 2 nachtjes in Melville gebleven. Er lag een leuke straat met wat restaurantjes op loopafstand van het guesthouse. We kwamen er al snel achter dat het Zuid-Afrikaanse eten erg goed is!

Het guesthouse regelde een gids voor ons. We hadden van te voren een prijs afgesproken, maar toen onze gids Lucky ons op kwam pikken en we net in zijn auto zaten, was het eerste dat hij zei “look, the price has changed”. Hij wilde meer geld. Dat hadden we niet afgesproken en daar gingen we niet mee akkoord. Uiteindelijk deed hij het ook voor de oude prijs. Misschien is het gewoon een spelletje voor hem, maar voor ons voelde dit als een valse start. We waren stiekem wel tevreden met onszelf dat we niet hadden toegegeven. Na dit voorval transformeerde Lucky tot een hele fijne en goede gids die ons veel informatie gaf. Eerst reden we naar de township Soweto waar Lucky ons het een en ander over de geschiedenis en de apartheid vertelde. We gingen naar het monument van Hector Pieterson, kwamen langs het huis van aartsbisschop Desmond Tutu en langs het huis van Nelson en Winnie Mandela. Dat is nu een klein museum en we zijn er even naar binnen geweest. Veel mensen in Soweto leven op de straten, ook vanwege de redelijk hoge werkeloosheid. We keken onze ogen uit. We maakten nog een stop bij een verlaten kerncentrale. Je kunt er nu van de twee mooi beschilderde torens bungeejumpen. Dat hebben we maar niet gedaan. Vervolgens zijn we, terwijl we langs verlaten goudmijnen reden, naar het Apartheidsmuseum gegaan. Hier hebben we op eigen gelegenheid een paar uur rond gelopen. Erg indrukwekkend. En we hebben weer wat over de geschiedenis geleerd. Tenslotte bracht onze gids ons nog naar het hoogste gebouw in het central business district. We zagen hier wederom totaal geen blanke mensen rondlopen en onze gids adviseerde ons ook om hier niet zonder gids te komen. We voelden ons er niet onveilig maar wel een beetje vreemd. Het uitzicht over Johannesburg was wel mooi om te zien.

De volgende dag zijn we uit Johannesburg vertrokken, naar meer relaxte en veiligere plaatsen in Zuid-Afrika. We reden naar het oosten, naar het dorpje Graskop. Onderweg kwamen we leuke plaatsnamen tegen als Waterval Boven en even later Waterval Onder, Wonderfontein en Middelburg (veel Nederlandse invloeden hier – zelfs Zeeuwse). Vanuit Graskop hebben we de volgende dag de Panorama route gereden. De route ging door het natuurgebied van de Blyde river canyon. De route deed zijn naam eer aan en we zagen onderweg prachtige panorama’s. We maakten tussenstops bij o.a. Mac Mac Falls, the Pinnacle, God’s Window, Lisbon Falls, Berlin Falls, Bourke’s Luck Potholes, Lowveld view en de Three Rondavels. Het is maar ongeveer 60km rijden, maar we hebben er bijna de hele dag over gedaan. Na het laatste viewpoint zijn we door gereden naar het stadje Hoedspruit.

Hoedspruit ligt vlakbij het Nationaal Park Kruger (of zoals de Zuid-Afrikanen zeggen: Nasionale Krugerwildtuin), een van de grootste wildlife parken. Bij Hoedspruit ligt ook een kleiner wildlife park en de kamer die we geboekt hadden bleek net in dat park te liggen. We moesten eerst door een poort het park binnen dat door hekken was afgezet, en daarna met maximaal 30km/uur verder rijden naar onze accommodatie, er kan immers wild oversteken. We hadden een kamer bij mensen thuis en het vrouwtje adviseerde ons om direct nog even een rondje door het park te rijden nu het nog licht was. Onze eerste safari! In onze auto gingen we op pad en we zagen wat hertjes lopen, kudu’s (groot hertensoort met strepen en een mooi gewei), knobbelzwijnen (zoals Pumbaa van de Lion King) en uiteindelijk ook een zebra. Dit was leuk! We waren helemaal enthousiast bij elk dier dat we tegenkwamen. De mensen bij wie we in huis zaten hielden zelf ook knobbelzwijnen en ‘s ochtends vroeg toen we even buiten zaten voor het ontbijt kwamen de zwijnen ons goedemorgen zeggen. Erg grappig!

De volgende ochtend gingen we naar het Krugerpark! Ook hier konden we gewoon met onze eigen auto doorheen rijden, op self-drive safari dus! Er liggen goede geasfalteerde wegen door het park en ook meerdere onverharde wegen waarvan de meesten ook redelijk goed begaanbaar zijn. Je mag niet uit je auto stappen tijdens de safari, alleen bij de rest camps of bij speciale picknickplaatsen kun je de benen even strekken. Door het park liggen verschillende rest camps waar je in hutten of bungalows kunt overnachten. De camps zijn afgezet met hekken. We hadden voor de komende 2 nachten een hut geboekt bij 2 verschillende rest camps. Ons bezoek aan het park begon direct goed. Nog geen 5 minuten nadat we door de poort naar binnen waren gereden zagen we een mooie buffel staan. De buffel is een van de dieren van de big 5. De big 5 bestaat uit de 5 beesten waar de mens te voet het moeilijkste op kan jagen. Dat zijn de buffel, olifant, neushoorn, leeuw en luipaard. We hadden een routekaart van het park met daarin ook een overzicht van alle beesten die je in het park kunt tegenkomen, zodat je ze kon afvinken. De buffel was de eerste check!

Op weg naar Satara rest camp, waar we de eerste nacht zouden overnachten, kwamen we al direct best veel dieren tegen. Heel veel impala’s (hertjes), gnoes, zebra’s, wat giraffes, olifanten, mooie vogeltjes en een jakhals. Super leuk! In een boom zagen we het karkas van een hertje liggen, waarschijnlijk de prooi van een luipaard. We hebben een kwartiertje staan kijken maar de luipaard was nergens te bekennen. In de kampen kun je ook guided safari tochten boeken, ze noemen die hier game drives. We besloten de Sunset game te doen. Met je eigen auto moet je voor zonsondergang binnen de hekken zijn, maar met deze game drive konden we de zonsondergang in het park zien en ook worden sommige dieren ‘s avonds weer actiever. Het was een hele mooie game drive. Zo zagen we een kudde olifanten dichtbij de weg oversteken, een kudde van zeker 50 buffels die ons pad kruiste en we zagen waar we op gehoopt hadden: leeuwen! Het was inmiddels al donker en midden op de weg lagen een stuk of 4 leeuwen. 2 mooie mannetjes leeuwen en 2 vrouwtjes. Ze bleven gewoon liggen terwijl we er naartoe reden. Vanuit de open truck waar we in zaten konden we van 2 meter afstand zien hoe ze lekker aan het relaxen waren. Prachtig!

De volgende ochtend gingen we weer vroeg op pad, op weg naar Pretorius rest camp waar we de volgende overnachting hadden geboekt. Gelukkig hadden we nog wat last van een jetlag en waren we net als de afgelopen dagen sinds onze aankomst in Johannesburg, om 5 uur klaar wakker. Vroeg op staan was dus geen probleem en dat kwam hier goed van pas want ‘s ochtends vroeg zijn veel dieren actief. We zagen na 5 minuten al een paar hyena’s langs de kant van de weg zitten. We zijn er even blijven kijken en zagen op een gegeven moment hoe de moeder haar kindjes uit een hol tevoorschijn toverde. De rest van de rit was iets minder spectaculair, we zagen vooral de usual suspects: hertjes, gnoes, zebra’s en hier en daar een giraffe. Bij de picknickplaats waar we even een broodje aten hadden we weer geluk want er kwamen net een paar olifanten naar de poel gelopen waarop we uitzicht hadden. Hebben we dus samen met de olifanten geluncht. De rest van de reis naar het rest camp was ook redelijk rustig, al zagen we bij een rivier in de verte een groepje wilde honden liggen. Die schijnen redelijk zeldzaam te zijn om te zien.

Voor de volgende ochtend hadden we weer een game drive geboekt. Met 10 man stonden we weer om 5 uur klaar om op pad te gaan. We zagen weer een familie hyena’s langs de kant van de weg lopen, met een paar hele kleine baby’tjes erbij. Super schattig. Verder zagen we in een poel een aantal nijlpaarden liggen en we zagen wat mooie grote vogels. We hebben ze allemaal afgevinkt ik ons boekje. Nooit gedacht dat op safari gaan zo leuk was!

Na de ochtend game drive hebben we ontbeten en zijn we daarna het Krugerpark weer uit gereden. Zodra we uit het park waren werden de wegen weer drukker en chaotischer. Er lopen telkens mensen langs de kant van de weg en ook duiken er wel eens verkeersheuvels op die niet gemarkeerd zijn. Het is dus goed opletten op de weg. De reis ging door naar Swaziland, het kleine buurland van Zuid-Afrika. Hier zouden we 2 dagen in Mlilwane Wildlife Sanctuary verblijven. We reden een prachtige route door de heuvels met super mooie uitzichten. We waren helemaal verbaasd dat het zo rustig was op deze mooie route, maar op een gegeven moment bleek waarom: hij ging over op een dirtroad. Ook de dirtroad was heel mooi om te rijden en kwam langs kleine dorpjes. Wel was het uitkijken met gaten in de weg. We waren opgelucht toen we weer op geasfalteerde weg kwamen en hebben gelijk de navigatie even zo ingesteld dat hij ons niet meer over onverharde wegen stuurt. Bij de grensovergang moesten we eerst langs de Zuid-Afrikaanse douane en vervolgens kregen we bij de Swazi douane weer een nieuwe stempel in ons paspoort. Ook al stond niet echt duidelijk aangegeven waar we allemaal moesten zijn, toen we de juiste kantoortjes eenmaal gevonden hadden liep het snel en soepel door.

Swaziland voelde niet heel anders aan dan Zuid-Afrika. De wegen een beetje chaotisch met veel mensen langs de weg en het landschap mooi heuvelachtig. We sliepen in het Mlilwane Wildlife Sanctuary in traditionele hutten die er een beetje als bijenkorven uit zien. Het was heel sfeervol. In dit Wildlife Sanctuary loopt de big 5 niet rond, waardoor het veilig is om er op eigen gelegenheid te wandelen. Rik was de volgende dag jarig en we hebben zijn verjaardag gevierd met een mooie wandeling door het park. We gingen vroeg op pad en de dauw lag nog op het gras en op de bloemen en struiken. Ondertussen kwamen de eerste zonnestralen door. Het was prachtig! Toen we net op weg waren stond er een groepje zebra’s langs onze wandeltrail te grazen en ook kwamen we regelmatig wat hertjes tegen. Alle wandeltrails in het park hebben namen en zo hebben wij de hippotrail gelopen. Halverwege konden we kiezen om verder te gaan op de summit trail, die de hoogste berg in het park op ging. Daar hadden we wel zin in. In totaal hebben we zo’n 13km gewandeld in 5 uur. Vanaf bovenop de berg had je uitzicht over zo ongeveer heel Swaziland! Zo groot is het namelijk niet. Op de terugweg ging de weg langs een meertje. We wilden langs de rand van het meer gaan lopen, waar gewoon een pad langs liep, tot Rik gelukkig precies op tijd 2 grote krokodillen aan de rand zag liggen. Stilletjes zijn we daar maar in een grote boog omheen gelopen. Eenmaal terug hebben we een echt Swazi biertje op Rik zijn verjaardag gedronken. Je kunt je verjaardag op minder leuke plaatsen vieren.

De volgende dag zijn we weer vertrokken uit Swaziland en verder gereden naar het kleine stadje St. Lucia in Zuid-Afrika. Op de weg Swaziland uit werden we opeens aangehouden door de politie. Blijkbaar stonden ze te flitsen en hadden we 13km te hard gereden. De agenten waren gelukkig wel vriendelijk maar toen Rik vroeg om wat verduidelijking konden ze hem maar moeilijk antwoorden. We kregen uiteindelijk een boete van 60 rand, wat omgerekend €3,90 is. Daar konden we dan wel om lachen. De snelheden hier in Swaziland staan heel onduidelijk en vooral ook heel inconsequent aangegeven. Meestal moet je in de buurt van bushaltes je snelheid verlagen maar niet overal staat dat met borden aangegeven. Dan wordt het ook wel lastig voor ons om ons aan de snelheid te houden. Daar mogen ze wel eens iets aan doen! Bij de grensovergang ging alles weer soepeltjes en na dit voorval zijn we blij om weer op Zuid-Afrikaanse bodem te zijn! De komende dagen zullen we in St. Lucia blijven en uitzoeken welke route we verder gaan nemen op weg naar Kaapstad.

Foto’s Johannesburg
Foto’s Panorama route
Foto’s Krugerpark
Foto’s Swaziland

Haaien, theevelden, hitte en Singapore

We pakken de draad weer op na Penang, waar ons vorige artikel eindigde. Het vervolg van onze Maleisië reis hebben we met een huurauto gedaan. Een oude huurauto wel te verstaan met veel krasjes, deukjes en een af en toe haperende motor (Rik vond het maar niks). Maar wel lekker flexibel en vrij en hij heeft ons uiteindelijk heelhuids naar Singapore gebracht. De meeste grotere wegen zijn tolwegen en goed verzorgd en buiten de steden zijn de wegen ook lekker rustig. Het was dus prima rijden door Maleisië. Onze eerste rit ging van het eiland Penang aan de westkust over de brug naar het vasteland en vervolgens door naar het stadje Kota Bahru aan de oostkust van Maleisië. Het regende bij vertrek aan de westkust hard, maar aan de oostkust scheen de zon weer.

In de stad Kota Bahru wonen voornamelijk moslims. Vandaag begon ook de ramadan en we konden dat wel merken omdat veel winkels en restaurants overdag gesloten waren. Tijdens de ramadan mag men overdag niet eten en niet drinken, ook geen water. Met de hitte hier konden we wel begrijpen dat veel dicht was. Zelfs na een wandeling van een kwartiertje hebben wij hier al enorme dorst. In Kota Bahru hebben we de kleurrijke markt Pasar Besar Siti Khadijah bezocht. In de foodcourt ernaast hebben we wat gegeten. De bediening sprak geen Engels dus hebben we op de goede gok 2 gerechten besteld. Het lekkere koay teow (een gerecht met rijstnoedels) en nasi goreng met kip. Van de kip verging Rik de eetlust want we hadden op de markt zojuist nog dode kippen met vliegen erop zien liggen en grote kans dat onze kip daar vandaan kwam. We zijn er in ieder geval niet ziek van geworden.

In Kota Bahru lag ook een wijkje met hele mooie streetart met voornamelijk oorlogstaferelen. Ik vond het heel mooi en indrukwekkend. Bijzonder was dat hier ook een gezinnetje liep met 2 kindjes en de moeder droeg een boerka. Dat schept in eerste instantie toch een soort afstand omdat we dat niet gewend zijn en je iemands gezicht niet kan zien. Maar ze kwamen heel vriendelijk naar ons toe om te vragen of ze met Lisanne op de foto mochten. Lisanne vond dat wel leuk en het gezinnetje ook en de afstand tussen ons was direct weg. Het was gewoon een gezin als ieder ander. En het doet al veel om iemand in de ogen te kunnen kijken. Dat was mooi om even te realiseren.

Vlakbij Kota Bahru, in het havenplaatsje Kuala Besut zijn we de volgende dag op de ferry gestapt naar de Perhentian Islands. De auto lieten we twee dagen achter op een bewaakte parkeerplaats. We hebben hier even het echte vakantie gevoel gehad. Mooie strandjes, mooie zee, ‘s avonds een lekker drankje op het terras aan het strand terwijl we naar een vuurshow keken. Het was er absoluut lekker toeristisch, maar wel gezellig. Deze eilanden staan erom bekend dat je er goed kan snorkelen en duiken. De volgende dag besloten we dus een snorkeltripje te doen. Onze snorkelgids bracht ons groepje met de boot naar 5 verschillende snorkelplaatsen. Het koraal was een beetje bleek maar het zeeleven wat we gezien hebben was behoorlijk indrukwekkend. Naast een aantal kleurrijke visjes zagen we bij Turtle Point 2 schildpadden op de bodem liggen, een grotere en een kleine. Het was wel duidelijk waar we schildpadden konden spotten want meerdere bootjes lagen hier voor anker. Toen de schildpadden weg zwommen gingen wij verder naar het volgende punt en dat bleek Shark Point te zijn. Hier zwommen zwartpunthaaien van 1 tot 1,5 meter lang! We wisten van te voren helemaal niet dat we die zouden kunnen gaan zien! Maar volgens onze gids was het ‘completely safe’ om hier te snorkelen. En we hadden ook nog eens ‘geluk’ want het water was vandaag heel helder en er zaten heel veel (een stuk of 10) haaien. Waaw, die eerste keer dat er een haai van 1,5 meter lang op je af komt zwemmen is best spannend! Maar ze gingen telkens netjes langs ons af en kwamen op zijn dichtst 2 a 3 meter bij ons in de buurt. Ze aten ook de mooie kleine visjes die om ons heen zwommen niet. Onze gids had een dode vis meegenomen om te voeren en zodra hij daarvan kleine stukjes in het water los liet kwamen ze daar wel op af. Ik denk dat we er bijna een uur in het water gesnorkeld hebben, kijkend naar het tafereel van de cirkelende haaien om ons heen en onze gids die ze zo nu en dan voerde. In het begin was het een beetje spannend maar al snel niet meer. Deze haaien waren niet op mensenvlees uit. Gelukkig. We hebben er ook mooie foto’s van, deze keer niet door ons zelf gemaakt maar door onze gids die af en toe wat dieper naar onderen dook. Ook heeft Rik van de verschillende stukjes video die de gids en wijzelf met de gopro maakten een mooi filmpje in elkaar geknutseld. Daarin kun je zien dat het wel degelijk om echte haaien ging! We voelden ons achteraf best wel stoer. Op een ander snorkelplekje hebben we nog wat nemo’s zien zwemmen. Leuk, maar het waren niet de vissen die vandaag de meeste indruk op ons hadden achter gelaten.

De volgende zijn we weer met de boot terug naar het vasteland gegaan om verder het binnenland van Maleisië in te rijden, naar Cameron Highlands. We hielden alleen al van de Cameron Highlands omdat het hier een stuk koeler was (rond de 20 graden) dan in de rest van het land, heerlijk! In de Cameron Highlands wordt veel groente en fruit verbouwd, maar het is vooral bekend vanwege de groene theeplantages. Het klimaat is daarvoor ideaal want het kent hier geen winter en er valt ook behoorlijk wat regen. In de dagen dat wij er waren was het ‘s ochtends droog en viel er in de middag wel eens een bui. We zijn een dag met een groepje en een gids een van de theeplantages gaan bezoeken. De theeplantages liggen hier prachtig tegen de heuvels en zijn ontzettend mooi groen! Bij de plantage kregen we wat uitleg over hoe de thee hier verbouwd wordt. Daarna nam de gids ons mee naar het Mossy Forest. Niet het Mossy Forest waar alle toeristen naartoe gaan, maar een ander rustiger gedeelte van het bos. Het was even bergop lopen over paadjes die duidelijk niet al te vaak bewandeld worden, maar het bos was er heel mooi. Je kon geen hout van de takken en boomstammen meer zien, alles was bedekt met mos. Een oase van groen!

De volgende dag zijn we op eigen houtje gaan hiken door een andere theeplantage. Het is lang geleden dat we zo’n pittige hike gedaan hebben, ik denk de laatste keer in Nieuw-Zeeland. Het was ongeveer 13 km met alleen maar heuvel op en heuvel af. Eenmaal aangekomen bij de theeplantage hebben we er eerst een lekker koppie thee gedronken voordat we de groene plantage in gingen. De route ging door de theevelden en even later ook langs velden waar andere gewassen gebouwd werden en nog even later over een modderig pad steil bergop. Gelukkig hing er hier en daar een touw waarmee we ons omhoog konden trekken. De hike was behoorlijk uitputtend maar het mooie landschap maakt het de moeite helemaal waard.

Na Cameron Highlands ging onze reis verder naar het stadje Ipoh. In Ipoh was niet bijzonder veel te doen, maar wij gingen er vooral naartoe om even twee dagen uit te rusten en niets te doen. Het hiken, snorkelen, de hitte en alle andere indrukken van de afgelopen dagen hadden er behoorlijk in gehakt. Af en toe hebben we het gewoon even nodig om alle ervaringen in te laten zinken. Het spannendste wat we in Ipoh gedaan hebben is gaan uit eten bij de Chinees. Vanwege de ramadan zijn veel Maleisische eettentjes overdag dicht. Maar er zijn ook veel Indische en Chinese bevolkingsgroepen in Maleisië die geen ramadan vieren, dus hebben wij deze dagen voornamelijk Indisch en Chinees gegeten. Super lekker! Maar deze Chinees in Ipoh was het leukste. We hadden een tip gekregen voor dit restaurant, anders waren we er misschien nooit naar binnen gegaan. We waren er het enige tweetal want er zaten allemaal Chinese families met zijn allen om ronde tafels te dineren. Hier en daar werd gezongen omdat oma of een ander familielid jarig was. Het zat er bomvol en het barstte van het leven. Het was weer net alsof we in China waren en het eten was heerlijk! Ik vind dit het leukste van reizen. Je even helemaal onderdompelen in de gekte van een andere cultuur.

Na Ipoh ging onze weg verder naar het stadje Melaka. Een sfeervol stadje met veel Nederlandse en Portugese invloeden van vroeger. Zo heb je er het ‘Stadthuys’ en het oude St. Pauls cathedral met een begraafplaats met grafstenen met oud-Hollandse teksten erop. Dat was stiekem heel grappig. Het was hier weer erg heet overdag en hoe beter afkoeling te zoeken dan in het Hardrock café een hot fudge brownie met ijs te bestellen. Dus zo geschiedde. En leuk dat we dit Hardrock café ook weer mee hebben kunnen pakken. We houden een lijstje bij met de Hardrock cafés waar we zijn geweest en hij begint behoorlijk lang te worden.

Na 2 relaxte dagen in Melaka reden we verder naar de stad Johor Bahru. Johor Bahru ligt aan de Maleisische kant van Singapore en wij zijn er een nachtje verbleven zodat we de volgende ochtend er onze auto in konden leveren en we de bus konden nemen naar Singapore. Van Singapore hadden we het beeld dat het een beetje zou zijn zoals Maleisië maar dan iets schoner, georganiseerder en duurder. Dat ging al direct mis. We hadden een ticket voor de Cross Border bus van 12 uur. Wij waren al vroeg daar en van de buschauffeur mochten we al mee met de bus van 11 uur. Aan de Singaporese kant moesten we door de immigratie. De bus zou aan de andere kant op ons wachten. Een kwartiertje later stonden we aan de andere kant van de immigratie met nog 10 andere bus-genoten, maar geen bus te bekennen. Na een half uur wachten hadden we inmiddels wel in de gaten dat de bus zonder ons was vertrokken. Gelukkig had iedereen al zijn bagage meegenomen uit de bus. We hadden verwacht dat een uur na de eerste bus de volgende bus wel moest komen, we hadden immers eigenlijk de bus van een uur later geboekt. Maar na 1,5 uur wachten was er nog steeds geen bus te bekennen. Wel reden er wat andere lokale bussen en net toen we besloten hadden dan maar een ticket te kopen voor een lokale bus kwam de bus alsnog aanrijden. Eind goed al goed.

De rest van Singapore voldeed overigens wel aan onze verwachtingen. Het is een hele mooie en goed verzorgde stad met veel gebouwen in lichte kleuren (wit en lichtgrijs) en heel veel groen. Op elk niet-gebruikt stukje grond is wel een boom geplant of een perkje aangelegd. Ook hebben veel gebouwen dakterrassen met allerlei planten en bomen erop en zelfs de vangrails langs de wegen zijn begroeid met groene struikjes. We hebben het mooie Marina Bay bezocht met het park Gardens by the Bay. Dat zijn kunstmatige hoge bomen in een mooi aangelegd park. Je ziet ze vaak op folders van Singapore staan. We zijn ook naar het skydeck gegaan van het grote Marina Bay hotel. Vanaf hier had je mooi uitzicht over de hele stad. We hebben er de zonsondergang gekeken en langzaam zagen we alle lichtjes in de stad aan gaan. Toen het donker was konden we ook een glimp opvangen van een lasershow op het water onder ons. De volgende dag zijn we naar het vrolijke Arab street gegaan. Je had hier heel kleurrijke huisjes en veel Turkse winkels met prachtige lampen en andere tierlantijnen. Ook zijn we over een leuke lokale markt met veel streetfood gelopen en langs de mooie moskee.

De afgelopen dagen in Maleisië en Singapore zijn we, vooral tijdens de heetste uurtjes van de dag, ook veel bezig geweest met het verder uitstippelen van de rest van onze reis. Zo hebben we al onze vluchten nu vastgelegd, zelfs onze vlucht terug naar Nederland begin juli! En we zijn blij dat we onze ouders, zusje en broertje allemaal zo gek hebben gekregen om het laatste weekje van ons reisjaar samen met ons door te brengen in Portugal! Maar voordat het zover is gaan wij eerst Zuid-Afrika nog verkennen. Gisteren zijn we in ruim 10 uur van Singapore naar Johannesburg gevlogen. Na veel mooie avonturen hebben we het mooie en vriendelijke Aziatische continent weer verlaten. We hebben er zin in om nu in een heel ander land op avontuur te gaan!

Foto’s Kota Bharu & Perhentian Islands
Video: Perhentian Islands snorkelen
Foto’s Cameron Highlands
Foto’s Melaka
Foto’s Singapore

Kuala Lumpur, Langkawi & Penang

Wat is Maleisië lekker warm (oké, soms iets te warm), goedkoop en mooi groen! Helemaal na een maandje in Japan. Het doet ons ook weer een beetje denken aan andere Zuid-Oost Aziatische landen zoals Vietnam en Thailand. Tot nu toe bevalt het ons hier goed!

Vanuit het vliegveld in Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië, konden we de diepgroene plantages met grote palmbomen en bananenbomen al zien staan. Wat een fantastische kleur is dat mooie groen toch. Wat mij (Lisanne) betreft bestaat er geen twijfel over dat dit de mooiste kleur is die er bestaat.

We zijn 3 nachtjes in Kuala Lumpur verbleven. We verbleven in een fijn hostel dichtbij het centrum. In het hostel hingen posters met ‘verboden durian te eten’. Dit hostel kon nu al niet meer stuk voor ons, want we waren er in China en Vietnam al achter gekomen dat deze vrucht ontzettend stinkt. Durian is voor ons een beetje als Franse stinkkaas voor Aziaten, dat vinden de meesten namelijk ook niet lekker.

We vonden Kuala Lumpur een hele leuke en kleurrijke stad. Het vervoer in de stad ging heel makkelijk en goedkoop met Grab, een taxi app vergelijkbaar met Uber. Via de app kun je een taxi bestellen voor een vooraf bepaalde prijs, zodat je daar niet over hoeft te onderhandelen. Dat scheelt wat gedoe. Binnen een paar minuten komt er dan een chauffeur naar je toe gereden. Overdag was het wel erg warm in Kuala Lumpur, zo’n hitte die alle energie uit je zuigt. De eerste dag hadden we daar nog geen rekening mee gehouden en al wandelend gingen we de stad verkennen. Langs de botanische tuinen, een mooie vlindertuin waar we even konden afkoelen en waar Rik heel veel foto’s gemaakt heeft (zie de fotogalerie) en langs het Sultan Abdul Samad building. Na de wandeling kon je ons wel opdweilen. ‘s Avonds hebben we een Grab genomen naar het Hardrock Café van Kuala Lumpur. Na al het Japanse eten was onze stoelgang een beetje van slag geraakt. Een goede maaltijd bij het Hardrock deed ons allebei echt even goed. Kunnen we ons vanaf nu weer gaan begeven aan Maleisische gerechten zoals nasi goreng.

Het absolute hoogtepunt van Kuala Lumpur zijn de mooie Petronas twin towers. Bij de inwijding van het gebouw in 1998 waren het de hoogste torens ter wereld. Met hun 452m hoogte zijn ze nog steeds de hoogste identieke torens ter wereld. En wat ons betreft ook een van de mooiste torens ter wereld. Voor het gebouw staat een grote vijver waar ‘s avonds met veel lichtjes en op muziek een fonteinshow werd gegeven a la Las Vegas. Alleen hier werd de muziek bij het tweede nummer overstemd door het gezang uit de luidsprekers van de ernaast gelegen moskee.

Kuala Lumpur is een multiculturele stad. De drie grootste bevolkingsgroepen zijn de Maleisiërs, Chinezen en de Indiërs. Je hebt er dus ook veel Chinese en Indische wijken, restaurantjes en winkels. Het grootste gedeelte van de bevolking is moslim, maar er zijn ook Christelijke kerken en boeddhistische en hindoe tempels. Deze multiculturele samenstelling geldt niet alleen voor Kuala Lumpur maar voor vrijwel heel Maleisië.

Bij Kuala Lumpur hebben we de mooie Batu caves bezocht waar een hindoe tempel in ligt. Er gaat een lange, enorm kleurrijke trap naar boven de grot in. Ook de tempel is erg kleurrijk. Het is moeilijk om er niet vrolijk van te worden. Binnenin de grot ging nog een trap naar een tempeltje bovenin de grot. Hier zagen we apen spelen en fruit bij de mensen weg kapen. Daar kunnen de apen best brutaal in zijn. Van een afstandje zien ze er leuk uit maar verder zijn het niet m’n lievelingsbeesten. Gelukkig hadden we geen fruit bij ons.

Na Kuala Lumpur zijn we doorgereisd naar het eiland Langkawi. Dat ligt voor de noordwest kust van Maleisië, vlakbij Thailand. Het ligt eigenlijk heel dichtbij Koh Lanta, het Thaise eiland waar we een halfjaar geleden nog een week hebben gezeten. We hadden besloten om ook hier een week te blijven zodat we ook weer eens wat rust konden nemen. Uiteindelijk zijn we er toch weer bijna elke dag op pad geweest maar het geeft ook wel wat rust om een week lang eenzelfde ‘thuis’ te hebben en de tas een beetje uit te kunnen pakken.

We hadden een heel leuk guesthouse gevonden bij het Duitse echtpaar Andy en Sabine (Sabandy guesthouse). Elke ochtend kregen we een heerlijk ontbijtje en ook kregen we veel goede tips van ze voor onze reis door Maleisië. We konden een scootertje bij ze huren en zijn er bijna elke dag met de scooter op uitgetrokken. Er zijn weinig hoekjes van Langkawi die we niet gezien hebben. Twee keer hebben Andy en Sabine op ons tour meegenomen om de onontdekte plekjes van het eiland te ontdekken. Zij op hun fancy e-scooters en wij op een normale benzine scooter. Zo hebben we bij de beste bar van Langkawi een drankje gedronken (een klein hutje van hout en golfplaten op het platteland), hebben we de beste donuts van Langkawi geproefd (bij een klein stalletje langs de weg – de donuts waren wel echt heel lekker) en zijn we naar de wijk gereden waar de ‘seagypsies’ wonen. Mensen die in huisjes op palen boven het zeewater wonen. Toen het ging regenen hebben we in het restaurant van een bevriend koppel geluncht. Het was leuk om zo een inkijkje in het lokale leven te krijgen.

Op eigen gelegenheid hebben we nog een paar mooie stranden ontdekt, zoals het toeristische Cenang Beach en de meer afgelegen stranden Skull Beach en Tanjung Rhu Beach. Het zeewater is hier heerlijk en het was fijn om op hete dagen even een duik te nemen. Onderweg naar Cenang Beach kwamen we vlak langs het vliegveld en we zijn even blijven staan kijken hoe een vliegtuig wat net ging landen vlak over ons heen vloog.

Ook zijn we met de Langkawi kabelbaan een van de hogere bergen op gegaan. Bovenop had je mooi uitzicht over het hele eiland. Er ligt ook een glazen brug waar je tegen betaling overheen kunt lopen, maar dat hebben we niet gedaan. Weer terug onderin bij het startpunt van de kabelbaan lag nog een leuk 3D museum. Er stonden mooie schilderingen op de muren waar je grappige foto’s van kon nemen, alsof je echt in het schilderij stond.

We hebben toch nog 1 echte rustdag in Langkawi genomen. Deze dag hebben we gebruikt om allebei naar de kapper te gaan. Eerst hebben we bij de barbershop (voor echte mannen) een uur zitten wachten voordat we aan de beurt waren terwijl er maar 1 wachtende voor ons was en 2 kappers aan het werk waren. Maar toen Rik aan de beurt was bleek waarom we zo lang hadden moeten wachten, ze namen namelijk echt de tijd voor hun werk. Rik zijn kapsel is nog nooit met zoveel zorg opgeschoren. De kapper is driekwartier bezig geweest met het opscheren van de zijkanten en achterkant van zijn kapsel en bovenop heeft hij in 5 minuutjes tijd ook een klein beetje haar weg geknipt. Een echt Maleisisch kapsel. De kapster van Lisanne was een heel stuk sneller klaar. We kunnen er allebei in ieder geval weer een tijdje tegenaan.

Onze laatste dag op Langkawi hebben we een leuke tour gemaakt op een bootje door Kilim Geoforest Park. De tour ging door de mooie mangroves en onze gids wist veel leuke feitjes over de omgeving te vertellen. We maakte een tussenstop in batcave, waar we de vleermuizen boven ons tegen het plafond zagen zitten. Een stukje verderop op Eagle Point vlogen heel veel adelaars boven de bomen en het water. De adelaar is ook het symbool van Langkawi. Met de groep hebben we na afloop lekker nasi goreng en tom yam soep gegeten op een drijvend restaurant bij het natuurpark.

Na een lekker weekje op Langkawi namen we de boot naar het eiland Penang, op 3 uur varen ten zuiden van Langkawi. Op de boot hoorden we allemaal Nederlands om ons heen! We konden merken dat het in Nederland nu vakantie was. We zaten op de boot langs Irene, een leuke Nederlandse meid met wie we een tijdje gepraat hebben en voor we het wisten waren we al op Penang.

We zijn 3 nachtjes op Penang gebleven in het strandplaatsje Batu Feringghi waar we de eerste avond een mooie zonsondergang hebben gekeken. Vreemd genoeg voelde het hier op Penang een stuk warmer aan dan op Langkawi. Er leek hier minder wind te staan, of zo. We hebben een dagje een scootertje gehuurd en het hele eiland rond gereden. Op de scooter vang je tenminste nog een beetje wind. We zijn lekker door de groene heuvels gereden, hebben een afgelegen strandje bezocht, en we hebben de mooie Kek Lok Si tempel bezocht. Dit was een Chinese tempel met mooie versieringen en veel tropische bloemen in de tuin.

De volgende dag hebben we Georgetown, de grootste stad van Penang bezocht. Georgetown heeft een erg gezellig centrum met veel kleurrijke winkeltjes en veel hele mooie streetart. Zo stond er bijvoorbeeld op een plaats een motor tegen een muur en daarachter een schildering van een jongen, alsof hij op de motor zit. We hadden er zo uren rond kunnen struinen, ware het niet dat het daarvoor veel te heet was. We hebben tussendoor een koud drankje gedronken en ons bezoek aan Georgetown niet te lang gemaakt.

Op de weg terug van Georgetown naar onze kamer zijn we via het vliegveld van Penang gegaan, om een huurauto op te halen. De komende dagen willen we Maleisië namelijk verder gaan verkennen met de auto. Vooral Rik is het reizen met openbaar vervoer inmiddels een beetje moe omdat het vaak wat oncomfortabeler is en je veel met de tassen aan het slepen bent (die inmiddels een stukje zwaarder zijn dan aan het begin van onze reis). Bovendien schijnen de wegen in Maleisië best goed te zijn en niet zo chaotisch als een aantal andere Aziatische landen. En van het links rijden schrikken we al helemaal niet meer (ik had vooraf geen idee dat er in zo veel landen links wordt gereden). Onze reis gaat nu verder naar Kota Bharu aan de oostkust van Maleisië. Vanaf daar zullen we het verhaal weer oppikken in de volgende blogpost.

Foto’s Kuala Lumpur
Foto’s Langkawi
Foto’s Penang

Scroll naar boven

This content is protected