De vervolgreis over Honshu

In dit artikel het vervolg van onze rondreis over Honshu, het grootste eiland van Japan. Samenvattend hebben we de volgende plaatsen aangedaan: vanuit Osaka hebben we Koyasan en het mooie Kyoto bezocht, om vervolgens door te reizen naar de iets minder bekende stad Kanazawa, daarna naar het stadje Takayama in de Japanse Alpen en vervolgens het mooie Mount Fuji. Tot slot zijn we weer teruggekeerd naar Tokyo, dat ook het startpunt van onze Japantrip was.

We waren blij om de drukte van Osaka voor een dag en een nacht even achter ons te laten, tijdens onze trip naar Mount Koya, of zoals de Japanners zeggen, Koyasan. Koyasan was met de trein ongeveer 3 uur reizen vanuit Osaka. Eindelijk lieten we het grote stedelijk gebied even achter ons en gingen we de bergen in. Nog steeds stonden overal langs de route dorpjes, maar we zagen ook weer eens wat groen. Koyasan is een klein tempeldorp en zoals de naam zegt is het gelegen op Mount Koya. Het laatste stuk van de route ging met een kabelbaan steil omhoog. Dit was met stip onze mooiste overnachting in Japan want we hebben hier in een tempel overnacht, in de Yochi-in tempel. We werden door een monnik die er woonde welkom geheten met een kopje thee. Onze kamer was een mooie traditionele kamer, met rieten matten op de vloer, futons om op te slapen en een tafeltje laag bij de grond met twee kussens, om thee aan te drinken.

In Koyasan zijn we over de indrukwekkende Okunoin begraafplaats gelopen. Veel met mos begroeide stenen in een bos en hier en daar stond een tempel. Verder hebben we de Kongobuji tempel bezocht en het Danjo Garan tempelcomplex, vlak tegenover de Yochi-in tempel waar wij verbleven. We hebben ‘s avonds in onze tempel traditioneel gegeten, op kussens op de rieten vloer van de eetzaal. Het eten was heerlijk, allemaal vegetarische hapjes in verschillende kleine kommetjes. Lisanne was helemaal in haar sas. ‘s Avonds zijn we nog een keer door het mooi verlichte Danjo Garan tempelcomplex gelopen.

De volgende ochtend moesten we ons om 6:20 uur melden in de kapel voor het ochtendgebed. De monniken hier hangen een vorm van boeddhisme aan. 3 monniken chanten tijdens het gebed liederen. Ondertussen mochten we een voor een naar voren lopen naar het altaar voor een ritueel. We mochten een buiging maken op onze knieën en 3x poeder in een grote kom strooien. Van het laatste lied kregen we de teksten zodat we mee konden chanten. Het was heel bijzonder en een fijne manier om wakker te worden. Na het ritueel ging een van de monniken ons een verhaal van een half uur in het Japans vertellen. Hartstikke leuk, vooral omdat bijna niemand in de ruimte Japans verstond…

Na het gebed stond het ontbijt voor ons klaar, weer allemaal lekkere kleine vegetarische hapjes. In de ochtend hebben we nog een beetje door het bergdorpje gewandeld en in de loop van de dag zijn we (helaas) weer terug naar Osaka gegaan.

De volgende dagen hebben we de leuke stad Kyoto verkend. Omdat we geen (betaalbare) accommodatie voor meerdere dagen in Kyoto hadden kunnen vinden, verbleven we 2 dagen in Osaka vlakbij (recht tegenover) het station, daarna een dag in Kyoto en daarna nog een dag ergens anders in Kyoto. Een beetje omslachtig, maar we hebben Kyoto wel prima kunnen verkennen.

Zo zijn we een dag vroeg opgestaan om naar het bamboebos aan de rand van Kyoto te gaan. Rik hoopte er een foto te kunnen maken zonder toeristenmassa’s, maar dat lukte helaas niet want meerdere mensen hadden het idee om vroeg op te staan. We hebben er lekker gewandeld, ook door de Japanse tuin die erbij lag. Ook hebben we het Gion district in Kyoto bezocht. Dit staat ook wel bekend als de geisha wijk. Het was er super druk, allemaal straatjes met leuke winkeltjes en eetkraampjes en heel veel toeristen. Op een heuvel stond een tempel met mooi uitzicht over de stad. Wat leuk is, is dat veel Japanse vrouwen en meisjes er in hun kleurrijke kimono’s liepen. Waarschijnlijk is dat hun nette kleding ofzo, ze waren namelijk allemaal toeristen, net als wij. Ook zagen we een paar ‘echte’ geisha’s lopen. Zij hadden ook hun gezicht wit geschminkt en hun haar mooi opgestoken en versierd. Het zag er prachtig uit!

De kersenbloesems werden nu met de dag iets voller alhoewel het op de meeste plaatsen nog steeds geen volle bloei was. We zijn langs een verlaten spoor gewandeld met aan beide kanten mooie kersenbloesems. Hier stonden de mensen allemaal volop foto’s te maken met de bloesems. Ook zijn we over de Philosofers walk gelopen, een pad langs een gracht met erlangs mooie bloesembomen.

Verder hebben we het Imperial Palace en het Nijo castle bezocht, maar het mooiste in Kyoto vonden we de Fushimi Inari-Taisha. Een lang pad bergop naar verschillende tempeltjes en het pad liep onder enorm veel rode poorten (torii’s) door. Hier heeft ons plan om extra vroeg op te staan wel gewerkt. Rond 6:30 uur waren we er al, het zonnetje scheen en het was nog rustig. Het perfecte moment om op het gemak mooie foto’s te maken en van de omgeving te genieten. Toen we rond 9 uur weer terug bij de ingang waren was de rest van Kyoto inmiddels ook wakker, het krioelde er nu van de toeristen.

Na Kyoto zijn we verder gereisd naar de stad Kanazawa. Die staat vooral bekend om kasteel Kanazawa en de mooie Kenroku-en tuin die erbij ligt. Op kleine elektrische fietsjes (bergop fietsen was nog nooit zo leuk!) hebben we de stad verkend waaronder de samoeraiwijken en de geishawijken. Vroeger leefden hier de samoerais en geisha’s. Nu kon je sommige traditionele houten huizen vanbinnen bekijken, met rieten matten op de vloeren en een klein Japans tuintje erbij. Onze tweede dag in Kanazawa was het mooi zonnig weer en hebben we, als echte Japanners, bij de kasteeltuin in het gras onder de kersenbloesem gepicknickt en mensen gekeken. Zo hadden we ons Japan ook helemaal voorgesteld.

Na Kanazawa ging onze
reis door naar Takayama, een stadje wat hoger gelegen, in de Japanse Alpen. Vanuit de trein zagen we in de verte bergen met sneeuwtoppen. Takayama was gewoon een leuk stadje waar we wat doorheen gewandeld hebben. Maar het leukste hier was ons uitstapje de volgende dag naar Shirakawa-go. Dit afgelegen dorpje staat op de Unesco-werelderfgoedlijst en staat bekend om de huizen met driehoekige daken in gassho-stijl. De steile daken zijn zo ontworpen vanwege de vele sneeuw die hier valt. We gingen er met een bus met onze Japanse gids Jamamoto naartoe die alle zinnen zingend afsloooooot, met heeeele laaaange tooooonen. We stopten eerst op een mooi uitkijkpunt. Onder ons konden we het dorpje met zijn driehoekige daken zien liggen en daarachter de bergen met nog een paar sneeuwtoppen. Daarna hebben we lekker door het dorpje gewandeld en een huis vanbinnen bekeken.

‘s Avonds gingen we op advies van Jamamoto bij een typisch Japans restaurantje in Takayama eten. We hadden het lokale gerecht hoba miso besteld. Het zag er spectaculair uit. We kregen een sausje met groenten geserveerd op een magnoliablad op een pot met een vuurtje erin. Zo konden we ons sausje zelf koken/bakken op het blad. Daarbij kregen we rijst, wat tofu en gepekelde groenten. Echt een feestmaal. En weer eens wat anders dan sushi.

Ik kan wel zeggen dat het hoogtepunt van onze Japan rondreis tot nu toe nu komt. Een lange treinreis van 7 uur met 4x overstappen onderweg bracht ons van Takayama naar Kamawaguchi, een dorpje vlakbij Mount Fuji. Toen we aankwamen was het bewolkt en Mount Fuji was niet te zien. O jee! Evengoed zijn we een rondje gaan fietsen om het dorpje te verkennen. Maar onze gebeden werden verhoord, de volgende dag was de lucht stralend blauw, geen wolkje meer te bekennen. Die eerste aanblik op Mount Fuji vanuit ons slaapkamerraam was fantastisch. Wat een majestueuze vulkaan, heel symmetrisch en de bovenste helft wit van de sneeuw. Heel indrukwekkend, des te meer omdat we gisteren vanuit datzelfde raam niets konden zien. We besloten zodra we wakker waren direct op pad te gaan. Om 6:30 zaten we dus op de gammele fietsjes die we van onze Airbnb gastheer konden huren, zodat we vandaag zo lang mogelijk van Fuji konden genieten.

Kamaguchi ligt aan het meer Kawaguchiko, dat een van de ‘five lakes’ is zoals dit gebied ook wel bekend staat. Nu is het nog niet het goede seizoen om Mount Fuji te beklimmen vanwege te veel sneeuw (en daarbij hebben we deze reis al wel genoeg bergen beklommen vinden we), maar dit is wel het dorpje van waaruit je Mount Fuji vanaf het meest dichtbij kan bewonderen. Op onze fietsjes zijn we om het meer heen gefietst, zo’n 19km in totaal (de volgende dag hadden we last van zadelpijn). Het was zo vroeg in de morgen nog lekker rustig overal. Langs het meer stonden op een aantal plaatsen mooie bloesembomen. We hebben regelmatig even pauze genomen zodat Rik wat foto’s kon maken en Lisanne van het uitzicht kon genieten.

‘s Middags hebben we met de trein een korte rit gemaakt naar de Chureito pagoda. Het was hier hartstikke druk en we begrepen wel waarom. Het was namelijk het ideale weer en daarbij stond de kersenbloesem nu eindelijk in volle bloei. We moesten veel trappen lopen de berg op naar de mooie rode pagoda. Het pad liep tussen de kersenbloesems door. Bovenop was het uitzicht fantastisch: de rode pagoda, Mount Fuji in de verte en zeeën van kersenbloesem onder ons. Dit was echt de perfecte dag.

Het contrast met de volgende dag was erg groot. Toen we wakker werden en uit ons slaapkamerraam keken was de wereld bedekt met een laag sneeuw en Mount Fuji was nergens meer te bekennen. Ongelooflijk zo snel als het weer hier kan omslaan. We beseften dat we gisteren veel geluk hadden gehad. Onze host Jamato was zo vriendelijk om ons even naar het station te brengen zodat we onze trein naar Tokyo konden halen. Zeer ongewoon voor de stipte Japanse treinen, had deze trein 5 minuten vertraging vanwege de sneeuw. Dat gebeurt dus zelfs in Japan wel eens.

Inmiddels zijn we weer terug in Tokyo. Hier ligt geen sneeuw, af en toe regent het wat, maar er is ook voldoende gelegenheid tussendoor om de stad verder te verkennen. We hebben vooral ook even rust genomen van het vele rondtreinen de afgelopen weken. Tussendoor hebben we het mooie Ueno park bezocht en zijn we langs de Meguro rivier gelopen. Er stonden prachtige volle kersenbloesems aan beide kanten van de rivier. We hadden verwacht dat de kersenbloesems nu weer weg zouden zijn in Tokyo, want we hadden online de bloesemvoorspellingen een beetje in de gaten gehouden. Maar op de meeste plaatsen bloeiden de bloesems iets later dan ze voorspeld hadden. We hebben wel heel veel bloesems gezien tijdens onze reis, maar vaak waren het nog beginnende bloesems. Nu in Tokyo hadden we toch nog het plezier van de mooie volle kersenbloesems. Dat is toch leuk, Japan staat daar toch wel echt bekend om.

Tokyo vinden we een hele leuke en afwisselende stad. Misschien wel het leukste vonden we de Shibuya crossing, naar ze zeggen het drukste kruispunt ter wereld. Na even in de rij te staan vonden we een plekje bij de Starbucks aan de crossing waar vandaan we de mensenmassa’s onder ons gade konden slaan. Toen het donker werd gingen alle neonlichten aan, een kleurrijk tafereel.

Ons avontuur op Honshu zit er nu op, maar ons Japan avontuur nog niet. Morgen vliegen we naar Hokkaido, het noordelijke grote eiland van Japan. Even geen treinen meer, want we gaan er met een huurauto rondrijden, langs de verschillende nationale parken. Weer lekker onafhankelijk van treintijden en lekker in de natuur. We hebben er zin in!

Groetjes R&L

Foto’s Koyasan
Foto’s Kyoto
Foto’s Kanazawa, Takayama & Shirakawa-go
Foto’s Mount Fuji & Tokyo deel II

Ulaanbaatar, Terelj en de trein naar Beijing

Waar we ons vorige artikel nog “prachtig Mongolië” noemden, is als het om Ulaanbaatar gaat “lelijk Mongolië” beter op zijn plaats. Jemig wat een ongeorganiseerd zooitje is de hoofdstad van Mongolië. We hadden nog twee dagen hier voor we zouden beginnen aan onze treinreis naar Beijing. We moesten onze treintickets nog ophalen bij een reisbureau in de stad. Deze lag aan de andere kant van het centrum dan waar ons hostel lag en dus hebben we een wandeling door het centrum gemaakt. Het lijkt of alles is volgebouwd zonder een plan van te voren. Een tempelcomplex naast eenvoudige woonhuizen, naast een flatgebouw, naast een afgezet stuk gras, naast modernere winkels. Nieuw en oud en modern en traditioneel allemaal door elkaar. Misschien heeft het er wel een beetje mee te maken dat de mensen hier jaren lang als nomaden hebben geleefd en eenmaal in de stad nog even moeten uitvinden hoe alles werkt. Ook best wat rommel op straat.

Het ophalen van de treintickets ging goed en snel. We hadden al gespot dat het Hardrock Café Ulaanbaatar in de buurt lag, dus dat was een mooie gelegenheid om daar lekker te gaan lunchen. We waren op een ander meisje na de enigen. Toen Lisanne om de vegetarische burger vroeg (ze heeft nu in 1,5 week al evenveel vlees gegeten als normaal gesproken in 2 maanden tijd, dus tijd voor iets anders) was de reactie: ik weet niet of we die nog hebben want de mensen hier bestellen die eigenlijk nooit. Dat was wel te verwachten! De cheeseburger smaakte ook goed.

Via het plein bij het parlement zijn we teruggelopen richting ons hostel. Dat was nog wel enigszins mooi om te zien, met beelden van Chengis Khan en paarden. Voor de rest hadden we het wel snel gezien.

De volgende dag hadden we afgesproken om met Marc en Gilles, de Franse jongens die we op de toer door Mongolië hadden leren kennen, Terelj Nationaal park te bezoeken. Dat is een natuurgebied op 1,5 uur rijden van Ulaanbaatar. Vlakbij Terelj staat het misschien welbekende Chengis Khan monument. Wow, dat is echt groot. We moesten er wel om lachen dat opeens zo’n enorm blinkend beeld hier staat tussen de grasheuvels. Daarnaast staan ook beelden van de ruiters uit Chengis Khan zijn leger. Dit leger werd gebruikt om aan te vallen wanneer de vijand was uitgeput door het normale leger van Chengis Khan en was altijd succesvol omdat de vijand geen verweer meer kon bieden. Best indrukwekkend.

Daarna zijn we verder gereden naar Terelj. Het is een mooie omgeving en de route gaat tussen de bergen door. Bij ‘turtle rock’ (zoals de naam zegt een rots die op een schildpad lijkt) zijn we even uitgestapt en vervolgens zijn we verder gereden naar een tempel die een stukje verderop in de bergen ligt. Langs de route die je naar de tempel moet lopen staan allerlei spreuken die met het Boeddhisme te maken hebben. Het was best mooi maar ook wel erg toeristisch. We hadden het idee dat de tempel er vooral voor toeristische doeleinden stond en er waren in deze omgeving ook redelijk wat restaurants en winkeltjes. Na de mooie en ongerepte gebieden die we afgelopen week tijdens de toer bezocht hadden viel dit daarom een beetje tegen.

De volgende ochtend stonden we vroeg op om om 7:30 de trein naar Beijing te nemen. Dit is ons derde en laatste traject van de Trans-Mongolië Express. De Chinese trein zag er gelukkig beter uit dan de Chinese trein waarmee we in Ulaanbaatar waren aangekomen. Hier was gepoetst, in de coupé zaten stopcontacten en er waren twee wastafels in de wagon. Wat een luxe. Helaas bleek dat we treinkaartjes hadden voor twee bedden in verschillende weliswaar aangrenzende coupés. Lisanne zat met twee Oostenrijkse jongens die de nacht hadden doorgetrokken in Ulaanbaatar en ontbeten met een biertje in de coupé en met nog een leuke Nederlandse vrouw. Rik zat in de coupe met drie Poolse dames en Lisanne zat in de coupe met een leuke Nederlandse vrouw en twee Oostenrijkse jongens die op stap waren geweest in Ulaanbaatar en nu in de trein ontbeten met een biertje. Uiteindelijk bleek dit wel een manier om meerdere mensen te leren kennen en het was best een leuke rit waarin Rik de Poolse dames heeft leren dozen (kaartspelletje).

Het stuk door Mongolië was qua landschap niet zo afwisselend. We reden door de steppe en de woestijn en zagen voornamelijk grasheuvels en zandvlaktes met wat lage groene begroeiing. Tegen de avond kwamen we bij de grens met China aan. Eerst hebben we 2 uur aan de Mongoolse grens gestaan en in die tijd werden de paspoorten van iedereen in de trein gecontroleerd. We hebben de tijd gedood met wat kaartspelletjes met de Oostenrijkers. Toen reden we door naar de Chinese grens en daar moesten we allemaal de trein uit om door de douane te gaan. Eenmaal bij het douane gebouw aangekomen werd iedereen weer teruggestuurd want blijkbaar moest ook alle bagage door de douane. Dat waren de Chinese conducteurs even vergeten te vertellen. Dus iedereen ging de tassen en koffers uit de trein halen en vervolgens terug naar het douanegebouw. Dezelfde procedure als waar je op vliegvelden altijd doorheen moet. Daarna moesten we in een zaal wachten totdat we weer de trein in mochten. Dat duurde wel even want de wielen van de treinen moesten verwisseld worden. Het Mongoolse spoor is namelijk anders dan het Chinese en daarvoor zijn andere wielen nodig. Helaas konden we het proces van het wisselen van de wielen niet zien omdat we in de wachtruimte vastzaten. De wachttijd hebben we samen met Nicolas en Chikako doorgebracht, een Frans-Japans koppel dat we op de toer door Mongolië hadden leren kennen, zij hadden dezelfde trein als ons maar zaten helemaal aan het andere eind van de trein in een wagon. Uiteindelijk mochten we rond 2:00 uur in de nacht, na bijna 5 uur wachten weer de trein in en zijn we direct gaan slapen.

Toen we de volgende ochtend wakker werden zaten we al een stuk in China. Het landschap zag er ook helemaal anders uit. Veel bomen en bruinrode bergen, veel huizen tussendoor, regelmatig dorpen of stadjes en ook regelmatig akkerbouw zoals maisvelden. Waar in Mongolië veel ongerepte natuur is, kon je hier zien dat er wat gebeurde. Naarmate we Beijing naderden reden we tussen hele mooie best hoge bergen door. Ongelooflijk dat zo vlakbij Beijing zo’n mooie natuur is. Dat hadden we niet direct verwacht. De Chinese muur hebben we nog niet gezien, alhoewel wel wordt verteld dat je die vanuit de trein zou moeten kunnen zien. Dat komt dan nog wel over een paar dagen.

Inmiddels zijn we dus aangekomen in het drukke Beijing. De lucht is hier heel vochtig, een beetje vergelijkbaar met het binnenlopen bij een tropisch zwembad. En wat staan hier veel Chinezen hier op het station! Wel stond bij de metro alles heel duidelijk aangegeven, ook in het Engels. We konden de weg naar ons hostel daardoor lekker snel vinden.

Foto’s van Ulaanbaatar en Terelj hebben we bij de reisfoto’s gezet. Tijdens de treinreis hebben we nagenoeg geen foto’s gemaakt. Wel is de timelapse van centraal Mongolië toegevoegd op de website.

Op naar nieuwe ervaringen in het volgende land.

Groetjes R&L

Trans-Mongolië Express traject Irkutsk – Ulaanbaatar

Gisterenochtend zijn we dan wederom op de Trans-Mongolië Express gestapt voor de tweede etappe van de treinreis, namelijk het traject Irkutsk – Ulaanbaatar (de hoofdstad van Mongolië). De reis zou ongeveer 24 uur duren en tegen de avond zouden we de grens met Mongolië over gaan. De dag begon goed want we bleken met twee Nederlandse jongens, Stef en Martijn, in de coupé te zitten. Dat was gezellig! Lekker ook om weer ongecompliceerd Nederlands te kunnen praten. De treinreis was erg mooi en (in tegenstelling tot de treinreis van Moskou naar Irkutsk) erg afwisselend. De trein slingerde door de groene heuvels en na een uur kwamen we bij het Baikalmeer uit waar we een paar uur lang langs hebben gereden. Uit het ene raam het meer en uit het andere raam de groene heuvels met veel bomen. We hebben zelfs nog een paar zeehonden aan het meer zien liggen. Na een paar uur verlieten we het meer en ging de trein zuidwaarts op weg naar Mongolië. Het landschap werd direct anders, wat minder bomen en meer gras en wat geliger. Hier is het klimaat waarschijnlijk wat warmer en iets droger. De zon scheen ook volop de trein in. We hebben vaak met zijn allen voor de half open ramen in de gang van de trein gestaan om van het landschap te genieten en wat frisse lucht mee te pakken.

Deze reis zaten we in een Chinese trein met Chinese provodniks (conducteurs). Alhoewel de indeling van de trein en de coupés hetzelfde waren, zag deze trein er iets anders uit dan de Russische trein van het eerste traject. De Chinese provodniks maakten zich vooral druk om zichzelf en niet om het onderhoud van de trein en de passagiers. Ze waren de hele dag filmpjes aan het kijken en computerspelletjes aan het doen (dat konden we vanuit onze coupé horen). De wc was hier ook wat minder fris en de bedden waren wat harder. Het mooie landschap maakte echter dat we deze treinreis toch leuker vonden dan de vorige.

We hebben weer noedels gegeten in de avond en rond een uur of 20:00 kwamen we bij de grensovergang. Eerst moesten we langs de Russische grens. Hier werd de restauratiewagon afgekoppeld want dat was een Russische wagon en die bleef in Rusland. Toen kwam er een team Russische douanebeambten met grote petten de papieren van alle mensen in de trein controleren. Iedereen moest in zijn coupé blijven zitten. Om de tijd te doden (het duurde even eer ze bij onze coupé waren) hebben we met Stef en Martijn een potje Wizard (kaartspel) gespeeld. Nadat onze paspoorten en visa gecontroleerd waren kwam er een andere beambte langs die ons kort en krachtig commandeerde dat we de coupé uit moesten, en die vervolgens de coupé snel en hardhandig onderzocht op mee gesmokkelde mensen in de opberghokken. We hadden niemand mee gesmokkeld dus het was in orde. Dit schouwspel heeft 2 uur geduurd.

En toen moesten we nog naar de Mongoolse grens. Het was inmiddels donker geworden en het was nog een half uur rijden naar de Mongoolse controlepost. Hier en daar stond prikkeldraad bij de grensovergang en de volle maan scheen. Het had allemaal wel iets spannends! Ook bij de Mongoolse controlepost stonden we een uur of 2 stil. Onze paspoorten werden door een vrouwtje in mantelpak in haar koffertje gestopt en meegenomen. In het kantoor langs het spoor werden de paspoorten en visa waarschijnlijk allemaal gecontroleerd en geregistreerd. Rond middernacht kregen we onze paspoorten terug en reed de trein verder. We zijn direct gaan slapen.
Vanmorgen om 6:30 werden we door de provodnik gewekt want de trein was bijna in Ulaanbaatar. We hadden de tassen de vorige avond al gepakt en we hadden in onze gewone kleren geslapen (zo doe je dat in een trein), dus we waren zo klaar.

Het uitzicht was weer veranderd. Veel groen-gele grasheuvels met hier en daar kuddes koeien of paarden. Ook zag je hier en daar huizen of ronde ger-tenten waarin veel nomaden hier nog wonen. Het is hier weer een hele andere wereld.

Tegen 7 uur naderden we Ulaanbaatar. Het is een grote stad en we zagen veel industrie. Op het station werden we opgewacht door iemand van het hostel, die ons daar in 10 minuten naartoe reed. Vandaag houden we rustdag. Even bijtanken van alle indrukken, kortere nachten en bezichtigingen die we de laatste paar dagen hebben gedaan. En zo kan ook onze elektrische apparatuur even bijtanken.

Morgen gaan we een 9-daagde rondreis door Mongolië maken, georganiseerd vanuit ons hostel. We hebben daar heel veel zin in. We verwachten tijdens de toer niet of nauwelijks bereik of toegang tot internet te hebben, dus ons volgende bericht zal wel even op zich laten wachten.

Veel groetjes, R&L

Trans-Mongolië Express, traject Moskou – Irkutsk

Zaterdagavond ging onze lange treinreis van 4 dagen en 4 nachten naar Irkutsk van start. De Trans-Mongolië Express gaat van Moskou via Mongolië uiteindelijk naar Beijing in China. Wij hebben het traject opgedeeld in 3 delen waarvan de reis naar Irkutsk (aan het Baikalmeer) het eerste en het langste deel is.

De trein zou om 00:35 vertrekken, maar we moesten al eerder aanwezig zijn om in te checken. Het was goed dat we ruim op tijd waren, want hier liggen 3 grote stations bij elkaar met heel veel perrons en veel mensen. Bij wat medewerkers aan de balie nagevraagd waar we moesten zijn en na wat moeilijke gezichten (onze tickets waren niet in het Russisch) wezen ze ons uiteindelijk wel de goede richting uit.

We hadden een 4 persoonscoupé met 2 stapelbedden. Wij sliepen in twee bedden boven elkaar. Toen we de coupé binnen kwamen zat er op een van de andere bedden al een vrouw die ons vrolijk “Hello” zei. Gevraagd waar ze vandaan kwam en tot onze grote verbazing was ze gewoon Russische. We hebben haar gevonden! De onderhand enige Russin die goed Engels spreekt, Jelena. Ze woont in Moskou, werkt daar voor een groot internationaal bedrijf en ging haar ouders op het platteland een weekje opzoeken. En ze zat gelukkig bij ons in de coupé. Toen de conducteurs onze treinkaartjes kwamen controleren begrepen die er weinig van (de tickets waren dus niet in het Russisch). Dankzij Jelena die de boel vertaalde was het uiteindelijk toch in orde. Ook heeft ze ons een beetje wegwijs gemaakt in de trein, zoals hoe je de bedden het beste kunt dekken, hoe het fonteintje in de wc werkt (de knop zat verstopt) en meer. Uiteindelijk zijn we die avond kort na vertrek lekker gaan slapen want het was een lange dag geweest.

       

We hebben best aardig geslapen (je wordt lekker in slaap geschud, alhoewel Rik daar af en toe ook een beetje misselijk van werd) en toen we ‘s ochtends wakker werden had de trein er al bijna 500 km opzitten. In totaal is het 5186 km naar Irkutsk. Jelena dekte het kleine tafeltje in de coupé met een vrolijk kleedje voor het ontbijt en zette wat crackers en beleg neer om te delen. Wij hebben ons brood en jam erbij gezet en het was een prima ontbijt. In de wagon zit een kraan met heet water om bijvoorbeeld thee van te zetten, maar verder is er niet veel. We hadden in Moskou boodschappen gedaan zodat we de eerste dagen konden doorkomen met wat brood, fruit, thee, koekjes en noedels (waar je alleen warm water bij hoeft te doen). Verder kun je op de meeste stations wat snacks en water kopen wat we af en toe ook deden en er is een restauratiewagon, een echt restaurantje met een menukaart en al. Daar hebben we op de derde avond lekker aardappelen groente en vlees gegeten, eens iets anders dan noedels.

Jelena heeft ons veel over de omgeving, Rusland en over zichzelf verteld. Helaas was ze op het eind van dag 1 al op haar bestemming. Ook onze andere coupé genoot Alexander, een Rus waar we verder niet echt contact mee hadden stapte eind dag 1 uit, en we kregen daar al snel nieuwe mensen voor terug. Zo ging dat de hele reis door, de meeste reizigers bleven een dag of een nacht zitten en dan stapten ze weer uit en weer nieuwe mensen in. Ook midden in de nacht. Dat maakte soms ook best wat lawaai (tas wegzetten, bed dekken, omkleden, deur open en dicht), maar Lisanne is hier een paar keer helemaal doorheen geslapen. Toen ze na de tweede nacht wakker werd en andere mensen in bed zag liggen was ze in alle slaperigheid even helemaal in de war, totdat Rik even later wist te vertellen dat er midden in de nacht een wissel was geweest. Dat verklaarde. Zo hebben we de afgelopen dagen veel verschillende Russen ontmoet. Met sommigen hadden we nauwelijks contact en met anderen hebben we met behulp van Google Translate wat gesprekjes kunnen voeren. Er was maar een man die we weer graag zagen vertrekken omdat hij wat opdringerig was (hij stapte ‘s nachts op en vertrok gelukkig halverwege de ochtend alweer).

We hebben ons alle dagen best goed kunnen vermaken in de trein. Vooral met kaarten (pesten), puzzelen en uit het raam kijken. Het verbaasde ons dat het landschap het grootste gedeelte van de reis redelijk hetzelfde bleef. Heel veel ongerepte groene natuur met hier en daar een dorpje en af en toe een grotere stad, maar soms ook een uur of nog langer geen enkel huis. De huizen zijn bijna allemaal van hout en hebben golfplaten daken in allerlei kleuren. Ook heeft bijna elk dorp wel een groot houtverwerkingsbedrijf. Er staan ook zoveel bomen. We zagen door de bomen het bos niet meer. De eerste paar dagen herkenden we vooral veel berken. En tussen al het groen staan paarse bloemetjes. In de loop van dag 2 zien we ook steeds meer (gras)vlaktes, waardoor je wat verder kunt kijken. Hoogteverschillen zijn er nauwelijks, pas op de laatste dag gaan we meer tussen de heuvels doorrijden, dat vonden we het mooiste gedeelte. Al met al heel anders dan Moskou dat echt een wereldstad is met veel voorzieningen en luxe in tegenstelling tot wat we op het platteland zagen.

       

Op elke wagon staan twee provodniks, een soort van conducteurs. Zij controleren de kaartjes, geven je beddengoed, geven je ook een seintje als je bijna je eindstation hebt bereikt en verder poetsen ze de wagon zo nu en dan en zorgen dat alles er netjes bij staat. Elke wagon heeft 2 wc’s, en als je doorspoelt, komt je boodschap zo op het spoor terecht. Zodra we een station naderen gaan de wc’s op slot en moet je even wachten tot de trein weer weggereden en buiten het stedelijke gebied is. Anders zouden de stations ook zo gaan stinken. Over stinken gesproken, een douche is er niet. We hebben ons wat gewassen met vochtige doekjes en waren heel blij om in Irkutsk weer even lekker te kunnen douchen.

       

Inmiddels zijn we dus in Irkutsk. We hadden nog mazzel met het vinden van ons hostel. De vrouw waarmee we het laatste stuk in de coupé zaten was de hele reis erg op zichzelf, totdat ze ons hoorde praten over de route die we naar het hostel moesten lopen (5 minuten vanaf het station). Bleek dat zij twee straten verderop woont en ze is toen met ons meegelopen naar het hostel. Als de Russen eenmaal ontdooien zijn ze super aardig.

Inmiddels hebben we nog een paar extra foto’s toegevoegd aan het Moskou album en hebben we de foto’s van de Trans-Mongolië Express, traject Moskou – Irkutsk toegevoegd.

Scroll naar boven

This content is protected