Hong Kong

De afgelopen dagen hebben we in Hong Kong doorgebracht. Via het Chinese Guilin zijn we naar deze grote stad gereisd. Guilin was voor ons een tussenstop waar we een nacht door hebben gebracht. We waren vroeg in de middag in Guilin aangekomen vanuit Ping’an waardoor we nog even wat rust konden nemen op onze kamer. Het hostel vinden was nog even een opgave omdat we niet goed om ons heen hadden gekeken en door twee Chinese mensen de verkeerde kant op werden gestuurd. Uiteindelijk bleek dat we eerder ongeveer voor het hostel gestaan hadden, maar het was aan de andere kant van de weg dan wij dachten. We hebben het in ieder geval gevonden. De rest van de dag hebben we makkelijk gehouden en bij het hostel een hapje gegeten.

De volgende ochtend vertrok onze reis naar Hong Kong. Via een Uber die het hostel had geregeld zijn we naar het station gebracht, hebben we onze tickets opgepikt en zijn we in de bullettrein gestapt. In China zijn er meerdere soorten bullettreinen en deze trein schijnt de snelste in zijn soort te zijn. Hij kan tot maximaal 350km per uur gaan. Helaas trapte de machinist alleen het laatste stuk van de reis echt op het gas en we hebben net de 307km per uur aangetikt. Wat we wel indrukwekkend vonden is dat we zeker een half uur lang op dit tempo door Guangzhou hebben gereden. Wat een gigantische stad! Het hield maar niet op! We wisten niet veel van Guangzhou en hebben daarom wat onderzoek op Wikipedia gedaan. Guangzhou (vroeger Kanton genoemd) heeft zelf 13,5 miljoen inwoners. Maar inclusief voorsteden is het veruit de grootste metropool in de wereld. Op een gebied van de helft van Nederland wonen 62 miljoen inwoners. Dat omvat dan ook o.a. Macau, Shenzhen (waar onze trein naartoe ging) en Hong Kong.

Aangekomen in Shenzen noord, het treinstation dat China met Hong Kong verbindt, werden we direct via de borden naar de uitgang van China geleid. Er werd een korte inspectie van het paspoort gedaan en een gezichtscontrole (oef, daar kwamen we doorheen), waarna we mochten doorlopen naar Hong Kong en daar weer eenzelfde procedure moesten doorlopen. Eenmaal door de checks zijn we op de metro gestapt en na ongeveer 40 minuten kwamen we boven de grond in het centrum van Hong Kong in de wijk Tsim Tsa Tsui. Wat een gekke drukte hier! Het was een complete cultuurshock voor ons na de laatste weken op het Chinese platteland. Ongelooflijk veel mensen en ook weer allemaal verschillende mensen van verschillende culturen. De kamer die we geboekt hadden lag vlakbij dit metrostation op de 6e verdieping van een winkelcentrum. In het winkelcentrum zaten met name kleine Pakistaanse en Indiase winkeltjes en de verkopers bleven je maar maatpakken en horloges aansmeren. Ons kamertje was piepklein, we hadden een twijfelaar bed, daarlangs ongeveer 60 cm loopruimte en na het bed begon de ieniemienie badkamer. We vonden het prima, een eigen badkamertje was al luxe.

Het was die dag inmiddels al halverwege de middag en we besloten daarom om direct door te gaan naar het Hardrock café in de wijk Central om hier een lekkere burger te eten. Tradities zijn er niet om te verbreken, vooral goede tradities zoals deze niet. Na het eten hebben we nog gewandeld langs de kade in deze wijk en hebben we kunnen genieten van de fantastische city skyline van Hong Kong.

Omdat de weersvoorspellingen voor dag twee in Hong Kong regen gaven, besloten we om deze dag de straten en winkels in de wijken Tsim Tsa Tsui en Mong kok onveilig te maken. In de ochtend is Lisanne geslaagd voor een nieuw kort broekje waar ze al een tijdje naar op zoek was. Je vindt hier op iedere hoek, kelder of bovenverdieping van een warenhuis wel een sportzaak, ongelofelijk. In de middag zijn we via het stadspark naar Mong kok gelopen. Dit is een erg drukke wijk met nog veel meer winkels en staat vooral ook bekend om al zijn camera shops. Het walhalla voor Rik aangezien hij nog op zoek was naar een cameralens. Uiteindelijk hebben we een goede deal kunnen vinden en was Rik helemaal in zijn nopjes met zijn nieuwe groothoeklens. De prijzen zijn hier een stuk goedkoper dan in Nederland, o.a. omdat er geen btw is. Tijdens het avondmaal hebben we wederom makkelijk gedaan en gekozen voor een pizza slice van Piazanno’s, wat waren die lekker. We hebben de dag afgesloten met een licht en geluidsshow. Deze show van een kwartier is iedere avond om 20:00 te zien aan de kade in Tsim Tsa Tsui. Verschillende gebouwen aan de overkant van het water geven een schouwspel van licht op het ritme van de muziek weg. Waar dit overdag nette kantoorgebouwen zijn, veranderd de gevel in de avond in een volledige led matrix en staan er op de daken lazers of schijnwerpers. Super leuk om te zien.

Op dag drie was het weer een stuk beter en hebben we besloten om Victoria’s peak te bezoeken. Eerst hebben we ontbijt gehaald bij ons favoriete tentje om de hoek. Een klein zaakje dat alleen maar pannenkoeken verkocht en al 3 jaar tot beste streetfood was uitgeroepen. Lisanne kon het niet laten om (net zoals Rik hoor) een chocolade pannenkoek te bestellen. De pannenkoek is anders dan bij ons, het zijn knapperige bolletjes die aan elkaar zitten en het midden is zacht en gevuld met chocolade. Hmmm lekker begin van de dag!

Victoria Peak kijkt uit over de hele stad. Het uitzicht is er prachtig! Je ziet de hoge flatgebouwen van Hong Kong aan beide kanten van de rivier liggen. We zijn met de trammetje naar boven gegaan. Dat was even wachten en behoorlijk duwen om de tram in te komen (de oudere Chinese damestjes duwen het hardste). Vanaf het skyterrace (het hoogste publieke uitkijkpunt) hebben we genoten van het uitzicht waarna we een route hebben gewandeld over de peak. De route was leuk maar gaf weinig uitzicht door de begroeiing. Voordat we terug naar beneden zouden wandelen hebben we nog een hapje bij de burger King gegeten, ons avondmaal. Weer fastfood, we moeten toch maar weer eens gezonder gaan eten… Maar goed, in Hong Kong was het in alle restaurantjes zo druk dat de enige manier om een beetje snel te kunnen eten, je raad het al, ‘fast’food is. De tocht naar beneden was een aanslag op de knieën, vele delen waren enorm stijl en we waren dan ook erg blij dat we niet naar boven waren gelopen.

Verder hebben we het rustig aan gedaan in Hong Kong en ook alvast wat dingen voor de reis naar Vietnam uitgezocht. Vanmorgen zijn we dan vroeg vertrokken richting het vliegveld om naar Hanoi in Vietnam te vliegen. Dit is weer onze eerste vlucht sinds de vlucht naar Moskou, de eerste dag van onze reis. De rit naar het vliegveld was met de metro en AirPort express metro goed te doen en we waren na 45 minuten al in de terminal. Het was er erg rustig en tot onze grote verbazing was er geen wachtrij bij het inchecken en ook bij de douane en immigratie konden we zo doorlopen. Heerlijk, zo kan het dus ook op een vliegveld gaan. Erg fijn allemaal en nu op naar Hanoi, Vietnam! Tot later.

p.s. wellicht heb je het al gemerkt en heb je onlangs geen mails meer ontvangen over nieuwe blog posts. We hopen dit snel weer werkend te krijgen.

Foto’s Hong Kong

Karstbergen in Yangshuo & rijstterrassen in Ping’an

In Yangshuo hebben we afgelopen week een aantal rustige dagen doorgebracht. Yangshuo is een hele leuke plaats om te bezoeken als je in China bent. Het ligt in een prachtig gebied gekenmerkt door de karstbergen. Door het hele landschap liggen deze groen begroeide hobbels. We hadden een heel fijn hostel een paar kilometer buiten Yangshuo aan de Yulong rivier, weg van alle toeristische drukte in het centrum. Onze kamer in het hostel lag op de bovenste verdieping en keek uit over het mooie landschap. Een hele fijne plek om de benen even wat rust te gunnen. Voor deze dagen hadden we geen concrete plannen gemaakt. De eerste dag werden we vanwege de regen gedwongen om rust te nemen, we hebben de dag doorgebracht met kaarten en tv series kijken. Het hostel had ook een café/restaurant en we hebben iedere dag goed en lekker gegeten. De kaart bestond uit zowel westerse gerechten als Chinese gerechten waar onze voorkeur naar uit ging. Want als we in China zijn gedragen we ons ook als Chinezen. Na deze dag klaarde het weer op en werd het behoorlijk warm.

Je kunt de Yangshuo omgeving het beste verkennen per fiets, over de rivier varen in bamboe vlotten of scooter rijden. We zijn er twee dagen met de scooter op uitgetrokken die we bij het hostel konden huren. Het kost hier niet te veel geld om een scooter te huren (ongeveer 9 euro voor een elektrische scooter per dag en 17 euro voor een benzine scooter per dag, waarmee je grotere afstanden kunt afleggen dan met de elektrische scooter omdat je niet tussendoor hoeft op te laden). Voor de dagen hadden we geen concrete plannen gemaakt. De tweede dag zijn we door de directe omgeving van Yangshuo getoerd, waarbij Rik de bestuurder was en Lisanne lekker achterop zat. De elektrische scooter ging niet heel hard (max 40 km per uur) waardoor je genoeg tijd hebt om te genieten van alle mooie uitzichten. Heel relaxt zo op de scooter, op die ene wespensteek bij Lisanne na dan. Maar goed, een wespensteek prikt even en wordt wel dik, maar het jeukt bij lange na niet zo erg als al die muggenbeten hier, dus laten we niet klagen. Tijdens de rit hebben we Yangshuo stad bezocht waar Rik voor het eerst sinds de reis naar de kapper is geweest. De kapperszaak was een opening in een opslag van een huis met alleen een kappersstoel en een rek met slippers voor de verkoop. Gewapend met een internet plaatje van een leuk kapsel hebben we de Chinese man aan het werk gezet. Uiteindelijk was het resultaat prima en kan Rik er weer een maand tegenaan.

Twee dagen later zijn we met mooie roze helmen met de benzine scooter naar Xingping gereden, een stadje 30 km verderop van Yangshuo. Deze ging een stuk harder (tot 80/90 km per uur) en hiermee kon je goed met het verkeer meegaan. Dat zag Rik met zijn snelle kapsel wel zitten maar Lies vond het maar niks die snelheid. Hierdoor zijn we tussen de 50 en 60 km per uur blijven steken (ter verdediging van Lisanne: 60 km per uur is de maximum snelheid op de meeste wegen, dus het ging hard genoeg). Eenmaal aangekomen in Xingping zijn we een van de karstbergen opgeklommen wat nog een behoorlijke klim was. Enkele pauzes tussendoor waren dan ook nodig om boven te komen. Dat gaf een heel mooi uitzicht over Xingping en over de rivier die door het landschap heen kronkelde. Na de klim zijn we verder gegaan met toeren rondom Xingping en een stuk verderop langs de rivier zijn we bij het 20-yuan uitzichtpunt gestopt. Dit uitzicht staat afgebeeld op het bankbiljet van 20 yuan. Hierna hadden we niet echt meer een doel voor ogen en zijn we via allerlei kleine binnenwegen terug gereden naar Yangshuo. Aangezien dit onze laatste avond was en de zon mooi tussen de wolken door kwam hebben we nog een bezoek gebracht aan de “werkers brug” om hier foto’s te maken van de zonsondergang.

Na vier dagen op dit fijne plekje in Yangshuo zijn we met de publieke bus doorgereisd naar Ping’an. Ping’an is een piepklein dorpje bovenin de bergen en maakt onderdeel uit van de Longji rijstterrassen. De Longji rijstterrassen liggen in de bergen een stukje noordelijker van de grotere stad Guilin. Het zijn een aantal kleine dorpjes waarvan Ping’an er een is en daar omheen mooie rijstterrassen. De busrit er naartoe was al een leuk avontuur. We werden eerst via Guilin naar de entree van de Longji rijstterrassen gebracht, onderaan de bergen. Daar moet je entree betalen (een soort van park pas) om naar binnen te mogen. Wij moesten daar overstappen op een ander busje dat ons naar Ping’an zou brengen. We moesten even wachten en we mochten bij vijf politieagenten die tickets aan het controleren waren in het hokje wachten. Zij wezen ons uiteindelijk netjes op de juiste bus naar Ping’an. Dat was een klein busje met allemaal lokale mensen. Het busje rammelde aan alle kanten en op een heel rustig tempo gingen we over de slingerpaden naar boven. In iedere publieke bus is een dame aanwezig die door de bus loopt om bustickets te verkopen. Zodra we gesetteld waren stond ze ook snel langs Rik om af te rekenen. Wij hadden onze tickets via het hostel gekocht en afgerekend voor de volledige rit, echter hadden we geen bonnetje of iets gekregen. Rik heeft via de translator app aangeven dat we de tickets in Yangshuo al hadden betaald. Tot onze verbazing nam de dame het antwoord zonder pardon aan en we waren vrij om mee te gaan. We werden uiteindelijk onderaan de parkeerplaats van Ping’an afgezet. We moesten toen door het dorpje met onze backpacks bergop lopen om bij ons hostel te komen. Blijkbaar waren er meerdere international youth hostels in Ping’an (terwijl het echt niet zo groot is) en we waren in eerste instantie naar de verkeerde gelopen (na een kwartier trapklimmen). Een vriendelijke Chinese man is toen met ons meegelopen naar het goede hostel. We waren blij dat we daar konden douchen.

Die avond en de volgende dag zijn we door de mooie rijstterrassen gelopen. Het is bijna oogsttijd en de rijst stond bijna een meter hoog. Het hele landschap was prachtig groen (waar vooral Lisanne helemaal gelukkig van werd – het was ook zo’n mooie kleur groen). Op een uurtje lopen (bergop en bergaf) ligt een ander dorpje, Longji old village, waar we naartoe zijn gelopen. Wat voor ons een hele vreemde gewaarwording was, is dat er bijna niks te doen was in de dorpjes. Dat zijn we totaal niet gewend hier in China! De Chinese scholen zijn in september weer begonnen, dus de vakantie van de Chinezen zit erop. Dat was goed te merken. We kwamen maar enkele andere toeristen tegen en sommige restaurants, winkels en hotels waren al gesloten. We vallen hier van het ene uiterste (hutje-mutje met heel veel Chinezen door de parken lopen) in het andere uiterste.

Inmiddels zijn we doorgereisd naar Guilin. We zullen hier een nacht blijven om vervolgens op de trein te kunnen stappen naar Hongkong.

Fenghuang en de buitenaardse rots-pilaren van Zhangjiajie

De afgelopen week zijn we een dag in het karakteristieke oud-Chinese stadje Fenghuang verbleven en een aantal dagen in de mooie parken van Zhangjiajie en Wulingyuan.

Nadat we 2 nachten in de nachttrein hadden doorgebracht (het was een behoorlijke afstand van Zhangye naar Fenghuang) waren we blij weer in een gewoon bed te kunnen slapen. Ons hostel in Fenghuang was heel eenvoudig: geen ‘normaal’ toilet maar een betegeld gat in de grond en daar recht boven hing de douche. Maar het was prima en de gastvrouw was super vriendelijk. Bij binnenkomst kregen we direct een paar gestoomde suikerbroodjes, we hebben onze kleren weer even kunnen wassen en Rik zijn broek waar een scheur in zat werd netjes voor hem genaaid.

Fenghuang is een super idyllisch stadje met veel kleine en gezellige kraampjes en winkeltjes. Het is wel een toeristische trekpleister en het was daardoor behoorlijk druk. De twee Nederlandse jongens die we de vorige dag in de trein hadden ontmoet zouden ook naar Fenghuang gaan, en ja hoor, na nog geen minuut lopen door het stadje kwamen we ze al tegen. Ze hebben ongeveer hetzelfde reisplan door China als ons en we zijn ze een paar dagen later in Wulingyuan nog een keer tegen gekomen. We hebben lekker door Fenghuang rondgewandeld en aan de rivier een biertje gedronken. Na een paar uur hadden we het hele stadje gezien. ‘s Avonds hebben we wederom een wandeling gemaakt en het hele stadje was fel verlicht in allerlei kleuren. Het was net een grote kermis met veel live muziek en het was hartstikke druk. Het was niet erg idyllisch meer, maar we hebben wel mensen kunnen kijken en gezien hoe alle Chinese tienermeisjes overal selfies nemen.

De volgende dag zijn we met de bus in 3,5 uur doorgereisd naar Zhangjiajie. Hier hebben we de dag erna de Tianmen Mountain bezocht. Samen met veel Chinezen zijn we deze indrukwekkende 1518 meter hoge rots op gegaan. We waren er deze morgen vroeg bij en hierdoor was het in het begin nog niet al te druk. Tianmen mountain wordt omringd met andere groen begroeide rotsen die variëren in hoogte. We zijn vanuit het centrum van Zhangjiajie met de 7km lange kabelbaan omhoog gegaan. Het uitzicht was erg spectaculair! Eenmaal bovenop de rots waren er allerlei wandelpaden op en langs de rots aangelegd. Er zijn veel routes die je kunt nemen maar uiteindelijk wordt het park verdeeld over een west en oostzijde. De meeste paden waren erg druk (dat krijg je met een hoop Chinezen op 1 rots) maar de iets meer afgelegen paden aan de oostzijde hadden wat meer hoogteverschil en waren rustiger. De afgelopen dagen hebben we al geleerd dat Chinezen houden van gemakkelijk reizen, dus het liefst georganiseerd en in groepen en zonder al te veel inspanningen. Wij zijn niet vies van een beetje klimmen hier en daar en de oostkant van de rots waar weinig toeristen waren vonden wij daarom heerlijk om te verkennen. Er waren ook een paar skywalks langs de rotsen aangelegd, glazen paden waar je overheen kon lopen. Je kon de afgrond onder je enigszins zien, ook al was het glas niet meer super helder. En ze hadden een hangbrug aangelegd over een klif. Het waaide hard dus het wiebelde behoorlijk.

Tianmen mountain staat met name bekend om het grote gat in de rots dat natuurlijk is ontstaan. Onder het gat loopt een trap van 999 treden. We hadden in het hotel de tip gekregen om die als laatste te bezoeken, want dan kom je aan de bovenkant van de trappen aan en kun je de 999 trappen omlaag lopen. Onderaan de trappen rijden bussen terug naar de stad. Als je niet met de kabelbaan de rots op gaat maar met de bus, en het rondje andersom loopt, dan is dit het startpunt van je wandelroute en moet je de 999 trappen op lopen. We waren erg dankbaar voor de tip. We zijn uiteindelijk met de bus de berg weer afgeslingerd naar Zhangjiajie.

De volgende dag zijn we met de publieke bus naar Wulingyuan gereisd. Ons hotel had een bagage service en voor niet al teveel geld hebben we het onszelf een keer makkelijk gemaakt en onze backpacks opgestuurd naar het volgende hostel. We konden zo de bus direct naar het park nemen zonder eerst onze bagage af te zetten in Wulingyuan. Wulingyuan ligt op ongeveer 40 km van Zhangjiajie en daar ligt het Zhangjiajie National Forest Park. De groen-begroeide rots-pilaren zijn ook wel bekend van de film Avatar. Het landschap uit de film is op deze plaats geïnspireerd. We zijn eerst door het bos gelopen, door de Golden Whip Stream. Langs het bospad staan de rotsen. Ze verschillen in lengte en gaan tot ruim 300 meter hoog. Er zaten ook apen in het bos en die moesten Rik hebben. Rik was een aap van ongeveer 2 meter afstand aan het fotograferen en dat vond de aap niet leuk. Hij kwam op Rik aflopen en sloeg naar de camera. Lisanne schrok er meer van dan Rik, maar Rik en de camera kwamen er goed vanaf. Even later liepen we met een stukje meloen in de hand toen we weer een groepje apen tegen kwamen. Lisanne gaf haar meloen snel aan Rik en ja hoor, een brutale aap pakte Rik bij de broek en liet hem pas los toen Rik de aap heel boos toesprak. De apen zaten alleen onderin het bos en toen we gingen klimmen zijn we ze niet meer tegen gekomen. En wat hebben we geklommen. We namen een afslag (Luancuan slope) die bergop ging en waar geen Chinezen waren, want die houden niet zo van grote inspanningen. De weg bleek naar de top van een van de rotsen te gaan, het was bijna een uur trap op lopen en naar het schijnt zo’n 2000 treden. Maar het uitzicht boven was prachtig! En we hadden het bijna voor ons alleen. We verwijzen jullie graag door naar de foto’s want woorden doen het landschap te kort. We hebben rondgewandeld tot we de toeristen weer ontdekt hadden en zijn toen met de lift, Bailong elevator, terug naar onderen gegaan. Ja, de Chinezen hebben een ruim 300 meter lange lift tegen een van de rotsen aangebouwd. We waren zo beneden.

De dag erna hebben we andere hoeken van het park bezocht. De eerste route ging over de rotsen en werd op een gegeven moment heel smal. Wij vonden het geen pretje om tussen de ietwat trage maar evengoed duwende Chinezen in de file te staan. Het uitzicht was mooi maar de lol was er al vanaf. We hadden van iemand anders de tip gekregen voor een ander pad en daar zijn we toen met de shuttlebus naartoe gegaan, er rijden gratis namelijk shuttlebussen door het hele park. Het pad bleek heel rustig omdat het nog ruim 5 km wandelen was naar het uitzichtpunt. Je kon ook een shuttlebusje nemen maar daarvoor moest je bijbetalen. De georganiseerde reisgroepen slaan dit pad over. Het bleek een prachtig pad te zijn om te lopen en onderweg kwamen we maar een paar man tegen, allemaal westerlingen op avontuur. Met een Spanjaard zijn we naar de uitzichtpunten gelopen (genaamd Soldies Gathering). Waaw, we vonden dit het mooiste plekje van het hele park. In de verte kon je ook de Bailong elevator tegen een van de rotsen zien. Hier hebben we even zitten genieten. We zijn uiteindelijk op het eind van de dag met de kabelbaan terug naar onderen gegaan, want die hebben de Chinezen hier ook aangelegd. Het uitzicht was prachtig! Ondertussen merkten we dat de Chinezen met wie we in de kabelbaan zaten stiekem foto’s van ons aan het maken waren, terwijl het uitzicht buiten toch echt beter was. Alhoewel de meeste mensen het vriendelijk vragen als ze een foto met je willen kijken we hier inmiddels ook niet meer van op.

Onze laatste dag in Wulingyuan hebben we rustig aan gedaan en onze benen wat rust gegund na 3 dagen veel lopen in de parken. Halverwege de middag moesten we ook weer de bus terug naar het stadje Zhangjiajie nemen om daar ‘s avonds op de slaaptrein te stappen. Hier hadden we (eindelijk) eens wat alone-time, want we hadden geen bedden in dezelfde coupé kunnen krijgen. Rik zat in wagon 11 en Lisanne in wagon 8. Het was het eerste moment sinds we vertrokken zijn dat we apart gereisd hebben. Het is helemaal goed gekomen want we zijn allebei bij de juiste halte weer uitgestapt. Als we elkaar beu waren geweest was dit het moment geweest om stiekem een halte eerder of later uit te stappen.. Daarna hebben we de taxi genomen naar een nabijgelegen station voor de vervolgreis naar Yangshuo. Eindelijk, na alle slaaptreinen hebben we hier de bullettrein kunnen nemen. Die ging 250 km per uur en twee uur later waren we in Yangshuo.

Na de reis vanuit Wulingyuan met bus-slaaptrein-taxi-bullettrein-bus-bus-taxi zijn we nu in ons hostel in Yangshuo aangekomen. De omgeving is hier prachtig! We gaan hier de komende dagen even bijkomen van de afgelopen drukke reisweken. We hebben daarom ook niet echt plannen in dit stadje en we zien wel of we hier nog iets gaan doen.

Tot de volgende keer!

Ps: gefeliciteerd tante Annie en tante Leida met jullie verjaardag!

Zhangye, rainbow mountain & Chinese grand canyon

Afgelopen week zijn we vier dagen in Zhangye verbleven. Zhangye is een stad in het midden-noorden van China vlakbij de Gobi woestijn. Het weer is hier wat droger en gelukkig niet meer zo vochtig als in Beijing en Xi’an. Dit is een iets minder welvarend gebied van China en bijna niemand spreekt hier Engels, ook niet in hotels. Dat heeft er ook mee te maken dat de toeristen deze plaats nog niet echt ontdekt hebben, terwijl hier wel een paar hele mooie parken liggen. In de vier dagen dat we in Zhangye verbleven hebben we alleen op onze laatste dag hier een aantal andere westers-uitziende mensen gezien. En we hebben best veel mensen gezien, want Zhangye heeft ongeveer een miljoen inwoners. We merkten ook wel aan de blikken van de mensen dat ze hier niet vaak mensen zoals wij zien. Maar de mensen waren wel vriendelijk en wilden ons graag helpen als we weer eens ergens niets van begrepen. En ook met behulp van de Google translate app hebben we uiteindelijk onze weg goed kunnen vinden.

Wij wilden graag naar Zhangye gaan omdat Rik wat informatie had gevonden over het park Zhangye Danxia, ook wel rainbow mountain genoemd. Dat zijn rotsen in veel verschillende kleuren, in de kleuren van de regenboog. Daar zijn we de dag na aankomst in Zhangye direct naartoe gegaan. Het ligt ongeveer 1 uur buiten Zhangye en je kunt er met de taxi komen of met de publieke bus. We besloten de bus te nemen om wat kosten te besparen. Het busstation is maar klein, maar na wat navraag hadden we het gevonden. In het busstation vroegen we aan iemand met behulp van onze translate app welke bus we moesten hebben en toen ging het balletje rollen. De ene medewerker verwees ons door naar de kassa, die verwees ons door naar iemand anders, die verwees ons naar de bussen buiten en daar koppelde iemand ons aan een Chinees die naar hetzelfde park ging, zodat we hem konden volgen en in de juiste bus zouden stappen. Voor we het wisten zaten we in de goede bus. Die Chinees waar we aan gekoppeld werden was Bruce (dat is zijn Engelse naam) en hij was met zijn zoontje Indy van 10 op stap. Bruce sprak een beetje Engels en Indy vond het ook leuk om zijn Engels met ons te oefenen. Bruce was heel enthousiast en bombardeerde zichzelf al snel tot onze gids en vriend voor die dag. Ze waren zelf ook hier op vakantie en wonen in de buurt van Shanghai. Alle Engels-sprekende Chinezen die we de afgelopen dagen tegen zijn gekomen bleken op vakantie te zijn en ergens anders te wonen (vaak in Shanghai of Chengdu en omstreken). We zijn uiteindelijk de hele dag met Bruce en Indy opgetrokken.

Eenmaal in het park reden er shuttle bussen van het ene uitzichtplatform naar het andere uitzichtplatform. Bruce zocht uit hoe alles werkte en we hoefden maar te volgen. Bij het eerste platform konden we de heuvel oplopen en het uitzicht was prachtig! We zagen al direct de verschillende kleuren van de bergen. Rood, oranje, geel, bruin en groenig. Heel mooi! De verschillende kleuren komen door de verschillende mineralen in de grond. Het is allemaal natuurlijk ontstaan de afgelopen duizenden of miljoenen jaren. De grond ziet er redelijk broos uit en toeristen worden over de aangelegde looppaden geleid zodat de natuur niet beschadigd wordt. Sinds 2014 heeft de overheid wat meer geld in dit park gepompt en het zou zomaar kunnen dat hier in de toekomst grotere toeristenstromen naartoe gaan, daar is het park wel op ingericht.

Zo hopten we van platform naar platform en overal was het uitzicht weer net iets anders. We vonden het heel bijzonder en zeker de moeite waard, met name het laatste platform (4) was een traktatie. De kleuren in het zand en gesteente sprongen er op deze plaats het meeste uit en dit was daarom onze favoriet. Bruce zorgde dat we weer de juiste bus terug naar Zhangye namen. Het was een klein busje voor ongeveer 15 personen en de andere passagiers vonden het allemaal interessant dat we met Bruce en Indy Engels aan het praten waren. Een ander jongetje begon ons ook nog wat te vragen met het Engels wat hij kon en toen we eenmaal in Zhangye de bus verlieten zei iedereen ons vrolijk “Goodbye”. Reizen met de bus kan soms ook leuk zijn.

Twee dagen later hebben we de Ping Shan Hu Grand Canyon bezocht, oftewel de Chinese Grand Canyon. Die ligt op 1,5 uur rijden van Zhangye. We hadden via het hotel een taxi geregeld want er rijden nog geen bussen naar dit park. Later zagen we waarom, ze zijn namelijk nog bezig om een verharde weg naar het park aan te leggen. Die is bijna klaar, we werden alleen nog op een stuk waar de nieuwe weg een tunnel doorgaat omgeleid via een niet-verharde weg. Ook zagen we een flink aantal gebouwen en vakantieparken leeg staan langs de route. Het lijkt erop dat ze zich voor aan het bereiden zijn op grotere toeristen stromen. Wel leuk dat we dat voor zijn. Eenmaal in het park kwamen we 3 Spanjaarden tegen en verder alleen Chinezen, maar heel erg druk was het niet.

Het park was mooi, alhoewel niet zo indrukwekkend als de Amerikaanse Grand Canyon. We hadden mooi uitzicht over de vallei onder ons met verschillende mooie rotsformaties. We zijn naar beneden gehiket de vallei in en aan een andere kant weer naar boven geklommen. We hadden onderweg leuke gesprekjes met een paar Chinezen uit Shanghai. Begin van de middag hadden we het gezien en zijn we weer terug gegaan naar Zhangye.

Onze overige tijd in Zhangye hebben we doorgebracht met uitrusten (dat is zo nu en dan hard nodig) en Zhangye zelf verkennen. In veel restaurantjes hier kan je zelf je groente, vlees en tofu uit de koeling halen en dat wordt dan terplekke voor je bereid. Dat kun je met noedels eten of gewoon zo. Wij vonden het erg lekker. Verder hebben we nog een tempel bezocht, de Dafo tempel of ook wel de Giant Buddha temple. In een van de gebouwen ligt een liggende houten boeddha van 35 meter lang. Best apart, vooral in het schemerdonker. Op de laatste dag kwamen we erachter dat er 2 straten verderop ook een gezellige food street lag met veel kraampjes en restaurantjes evenals 2 grote warenhuizen. Deze hadden we volledig over het hoofd gezien. Wij hebben onze inkopen vooral vanuit de andere kant van de stad gehaald. Dat bespaarde ons de laatste dag in Zhangye toch een aantal kilometer lopen.

Inmiddels zijn we in het kleine stadje Fenghuang aangekomen. De rit hier naartoe was lang, 2 nachten in de nachttrein en tussendoor een overstap in Chengdu. We hebben veel trein en ook veel wachtruimtes gezien, want de trein vanuit Chengdu had 3 uur vertraging. Gelukkig hadden we 7 uur speling voor onze overstap in Chengdu dus hebben we onze vervolgtrein ruim gehaald. We hadden alleen geen tijd meer om in Chengdu iets te ondernemen. Chengdu is een van de grotere en welvarendere steden in China en vooral bekend vanwege het panda reservaat. Vanwege de vertraging hadden we daar geen tijd meer voor, maar goed, daar hadden we in eerste instantie ook niet op gerekend, dat was alleen een extraatje geweest. In de wachtruimte voor de vervolgtrein naar Huaihua zagen we zowaar twee lange blonde jongens lopen, de enige andere niet-Chinezen. We waren er zeker van dat het Nederlanders moesten zijn. Eenmaal in de trein bleken ze toevallig in de coupé naast ons te zitten en het bleken inderdaad Nederlanders. Daar hebben we even leuk mee gekletst en verder hebben we in de trein noedels gegeten en vooral ook geslapen.

De volgende keer meer over Fenghuang. Groetjes R&L

Xi’an & Terracottaleger

Xi’an was zo’n 3000 jaar geleden de hoofdstad van China. De bekendste toeristenattractie van Xi’an is het terracottaleger. Qin Shi Huang, de eerste keizer van China, heeft dit leger ruim 2000 jaar geleden laten bouwen om hem te dienen na zijn dood.

Naar het terracottaleger zijn we onze tweede dag in Xi’an gegaan. De eerste dag in Xi’an waren we nog een beetje moe van de nacht in de nachttrein met iets minder slaap. Ook was Rik niet helemaal fit, dus hebben we rustig aan gedaan. Wel zijn we er even op uit getrokken naar de Bell tower in het centrum van de stad. Dat is een mooie tempel en daarbij ligt het Moslim kwartier, een heel gezellige wijk met veel eettentjes en winkeltjes. We zagen er gekke dingen. Zo worden er snacks van insecten verkocht en hele varkens geroosterd.

De volgende dag gingen we naar het terracottaleger. Dat ligt ongeveer 1,5 uur buiten het centrum van de stad en we zijn er met de openbare bus naartoe gegaan. We waren niet de enigen met dit idee, op het busstation stond een gigantische rij met honderden mensen. Er waren gelukkig ook veel bussen aanwezig die aan de lopende band werden volgeladen, waardoor we na 10 minuten al in de bus zaten. Ook hier viel het op dat het vooral Chinese toeristen zijn, andere buitenlanders zien we niet veel. In de bus werd er een heel verhaal in het Chinees gehouden met allemaal informatie waar we dus niks van begrepen. Het Chinees is nog steeds als Chinees voor ons.

Eenmaal bij het terracottaleger konden we door een park lopen richting de hallen van het terracottaleger. Er was ook een museum bij dat we eerst wilden bezoeken. Hadden we al vermeld dat er heel veel mensen waren? In het museum was het zo druk dat we nauwelijks iets konden zien en het was er ook behoorlijk benauwd. We stonden dus zo weer buiten. Toen hebben de hallen met het daadwerkelijke terracottaleger bezocht. Daar stroomde het allemaal vrij goed door waardoor we het leger ook goed konden zien. Hal 1 (van de 3) is de grootste en meest indrukwekkende hal. Allemaal verschillende beelden van soldaten, boogschutters, paarden, enz. Elk beeld is anders, de gezichtsuitdrukking van de soldaten, hoe ze hun handen houden, de details in de kleding. Ze zijn ook nog steeds bezig met nieuwe opgravingen. En ook kon je zien hoe stukjes van afgebroken beelden weer samen gepuzzeld worden tot de oorspronkelijke beelden. Ze denken dat het in totaal ongeveer 9000 beelden van soldaten moeten zijn geweest. Moet je je voorstellen hoe dit er vroeger moet hebben uit gezien.

Bij terugkomst in Xi’an zijn we de stadsmuur op gegaan. De 14 km lange stadsmuur van Xi’an staat er om bekend dat het een van de best bewaarde stadsmuren is. Bovenop de muur kun je fietsen huren, en we zijn van de noordpoort naar de zuidpoort gefietst. Dat was leuk na alleen maar wandelingen de afgelopen tijd.

Onze laatste dag in Xi’an hebben we rustig aan gedaan. Op de hoek bij ons hostel hadden we de eerste dag al een kraampje gevonden waar ze heerlijke gestoomde broodjes verkopen, met vlees of met groente vulling. Daar hebben we de afgelopen dagen steevast ons ontbijt gehaald. We hebben de middag doorgebracht in het park bij de Big wild goose pagoda. Daar is ook een grote fontein, ze zeggen de grootste van Azië. Het was een hete dag en we hebben vooral lekker mensen gekeken. Halverwege de middag was er nog een fonteinshow op mooie Chinese muziek. ‘s Avonds moet het hier ook mooi zijn, dan is de fonteinshow inclusief een lichtshow, maar dat hebben we niet gezien.

Eind van de middag hebben we in een klein Chinees tentje hetzelfde noedelgerechtje besteld als wat de andere Chinezen daar ook aan het eten waren. We vinden dat we al goed aan het inburgeren zijn: eten zoals de Chinezen, onze paraplu tegen de zon opzetten en Lisanne heeft gisteren bij het inleveren van de fietsen zelfs voorgedrongen in de rij, wat hier heel normaal is als je haast hebt of sneller klaar denkt te zijn dan andere mensen in de rij (en we waren zo klaar, dus het was helemaal gerechtvaardigd).

In de avond zijn we met onze tassen weer naar het station vertrokken om de nachttrein te nemen naar Zhangye, een stadje meer in het noorden van China, aan de rand van de Gobi woestijn. De wachtruimte in het station was wederom een gekkenhuis. We konden een vrije stoel vinden waar we met zijn tweeën half op gezeten hebben. Wederom viel het ons op hoeveel boodschappen en etenswaren de Chinezen mee de trein in nemen. Het schijnt dat door veel etenswaren mee te nemen de Chinezen laten zien dat ze welvarend zijn. Het is dan ook normaal dat er veel eten overblijft, wat vervolgens de prullenbak in verdwijnt. We zaten wederom in een 6-persoonscoupé zonder deuren, met 2 stapelbedden van 3 bedden boven elkaar. We zaten met een Chinees echtpaar en hun dochter en nog een andere Chinese jongen. Ze begonnen gelijk walnoten te pellen, appels te eten en meer. Daarna hebben we geprobeerd wat te slapen, maar vanwege de redelijk warme trein en allerlei geluiden (midden in de nacht waren er ook een paar haltes waarbij mensen in- en uitstapten) was het niet de allerbeste nacht. De volgende ochtend konden we aan het landschap zien dat we in droger gebied zaten. De dorre vlaktes en de bergen hier doen ons weer aan Mongolië denken, waar we ook helemaal niet meer ver vandaan zitten.

Inmiddels zijn we aangekomen in Zhangye, waar we de komende 4 dagen zullen blijven.

Beijing & Chinese muur

Inmiddels zijn we een week in China en tot nu toe zijn we positief verrast. Overal waar je kijkt is iets te doen, er leven hier dan ook heel veel mensen. Met name het eten is voor ons een verademing na al het schapenvlees met aardappelen en rijst in Mongolië. We proberen zoveel mogelijk echt Chinees te eten, van die schotels die je kunt delen met zijn allen. En als ontbijt gestoomde broodjes met groente of vlees vulling. En het is niet duur, zelfs in Beijing valt het goed mee.

Na aankomst in Beijing hebben we vooral even uitgerust om de volgende dag een twee-daagse trip naar de Chinese muur te maken. We hadden de trip geboekt via Chinahiking.cn (wat we iedereen aan kunnen bevelen die van plan is de Chinese muur te bezoeken en die van een beetje avontuur houdt). Het idee was om te gaan kamperen in een van de torens op de muur, maar dat kon helaas niet doorgaan omdat er voor de avond regen en onweer was voorspeld. Wanneer het slecht weer is grijpt de overheid in en bepaald of er toeristen de muur op mogen en of ze hier mogen kamperen. Dat was jammer, maar achteraf waren we ook heel blij dat het deze twee dagen slechts 25 graden was vanwege de bewolking, in plaats van de 38 graden die het hier de afgelopen twee maanden was geweest. Elk nadeel heeft zijn voordeel.

Toen we ‘s ochtends naar het verzamelpunt voor de trip gingen kwamen we Will tegen, een Amerikaan met wie we in Mongolië waren opgetrokken. Hij had op het laatste moment besloten om ook naar China te komen op een transfer visum en herinnerde zich dat wij deze trip zouden doen en dat leek hem ook wat, super leuk. We waren in totaal met 12 man (3 Britten, 2 Belgen, 3 Amerikanen, 1 Finse, 1 Australische en wij) en 2 gidsen. We gingen deze dag naar een stuk Chinese muur bij Jiankou, op ongeveer 2 uur rijden van Beijing. Eerst gingen we lunchen en dat was een waar feestmaal. We zaten aan een grote ronde tafel en daar werden allerlei schalen met lekkers opgediend waar we met onze stokjes uit op konden scheppen. Met stokjes eten leer je vanzelf want bestek is niet aanwezig. Ook onze chauffeur vond het lekker, die was enthousiast aan het smakken. Daar zullen we maar aan moeten gaan wennen zolang we in China zijn…

Het stuk Chinese muur bij Jiankou is niet gerestaureerd en daardoor ook niet toeristisch. Vanwege de voorspelde regen vandaag was dit gebied zelfs afgesloten voor publiek. Wij mochten er wel in omdat de reisorganisatie er een vergunning voor had. We hebben daardoor de hele dag niet 1 andere toerist gezien, best bijzonder voor China. Er lagen ook geen aangelegde paden en om op de muur te komen moesten we eerst ongeveer een uur door de struiken en beplanting bergopwaarts lopen. Hier en daar hebben we wat krasjes en insectenbeten opgelopen maar dat waren we weer vergeten toen we uiteindelijk de muur zagen. Vanwege de laaghangende bewolking zagen we de eerste glimp van de muur pas toen we bijna boven waren. Waaw, dat was hem dan! Eenmaal bovenop zag je ook hoe hij over de bergen heen kronkelde. We konden vandaag niet heel ver kijken, maar de laag overdrijvende wolken gaven het uitzicht wel iets mysterieus.

We zijn een paar uur lang over de muur van toren naar toren gelopen. De paden waren helemaal begroeid en er zat behoorlijk wat hoogteverschil tussen de heuvels, dus we vonden het best avontuurlijk. Op elk volgend punt waar we even stopten was het uitzicht weer wat veranderd en zagen we een ander mooi plaatje.

Eind van de middag zijn we afgedaald en zijn we in een dorpje in het dal van de bergen blijven overnachten. Waar we van te voren niet op gerekend hadden, hadden we hier een lekker bedje en een douche! Die waren wel welkom na de inspanningen van de dag. Zelfs zonder je echt in te spannen zweet je hier al behoorlijk omdat de luchtvochtigheid (93%) hier zo hoog is. Kun je nagaan na het beklimmen van de bergen..

De volgende ochtend kregen we een lekker en stevig ontbijt en zijn we in 2 uur verder gereden naar een ander stuk van de muur, bij Gubeikou. Ook dit is een niet gerestaureerd stuk van de muur en we hebben wederom vanwege de voorspelde regen de hele dag geen enkele andere toerist gezien. Het weer viel uiteindelijk erg mee en er was minder bewolking dan gisteren waardoor we verder konden kijken. De klim naar boven was wederom behoorlijk avontuurlijk. Het was hier minder stijl dan gisteren, maar vanwege de gevallen regen de afgelopen dagen was het pad op sommige plaatsen in een riviertje veranderd. We hebben onze schoenen niet helemaal droog kunnen houden. Nu beklommen we de muur van de noordelijke kant, van de kant waar (o.a. Mongoolse) nomadenstammen vroeger veelvuldig geprobeerd hebben de muur aan te vallen. We voelden ons echte Mongolen en begrijpen nu ook dat het lastig moet zijn geweest om een goede aanval te doen. Na een uur stonden we op de muur en ook hier was het uitzicht prachtig! Anders dan gisteren, de heuvels waren iets minder hoog en we konden een stuk verder kijken. Heel mooi hoe je de muur in de verte zag kronkelen. We zijn een paar uur over de muur gelopen, van toren naar toren. Uiteindelijk zijn we weer afgedaald voor een late lekkere lunch waar we toen behoorlijk aan toe waren. Tegen de avond waren we weer terug in Beijing.

De volgende twee dagen hebben we gebruikt om Beijing te verkennen. De bekendste bezienswaardigheid hier is waarschijnlijk de Verboden stad. Toen we ernaar informeerden werd ons geadviseerd om van te voren online kaarten te kopen, want er zit dagelijks een bezoekerslimiet van 80.000 aan. Dit heeft als bijkomend voordeel dat je niet in de rij hoeft te staan bij de verboden stad. Zo gezegd, zo gedaan dachten wij… we hebben ons hostel verzocht om kaarten via internet aan te kopen (via de alleen in Chinese taal beschikbare website). Echter, een dag van te voren bleek het voor de dagen dat wij nog in Beijing waren helemaal uitverkocht te zijn. Oei.. we besloten alsnog te gaan om te kijken of we ter plekke tickets konden krijgen. We stapten uit de metro bij het plein van de hemelse vrede. Wat veel mensen hier! Enorme stromen van voornamelijk Chinese toeristen. De Chinese scholen hebben namelijk vakantie in augustus. De Verboden stad ligt aan het plein van de hemelse vrede en op de omringende muur hangt het grote portret van Mao. Bij de ticket verkoop stond geen grote rij, we waren als tweede aan de beurt (iedereen had tenslotte online al kaartjes gekocht) en tot onze verrassing konden we nog gewoon kaartjes kopen. Achteraf hoorden we dat mensen die een half uur later dan ons waren geweest geen kaartjes meer hadden kunnen krijgen, we hadden dus geluk dat we op tijd waren gegaan.

De Verboden stad is zowaar een echt stadje met veel verschillende gebouwen voor verschillende doeleinden en een park. Je kunt eventueel ook nog musea en tentoonstellingen bezoeken in een aantal gebouwen maar dat hebben we niet gedaan. De gebouwen zijn heel mooi, heel kleurrijk en met veel detail, maar lijken wel allemaal een beetje op elkaar. We hebben er lekker rondgewandeld. Ondertussen bleken wijzelf ook een bezienswaardigheid. Regelmatig kwamen Chinese schoolkinderen naar ons toe om in keurig Engels te vragen of ze met ons op de foto konden. De meisjes met Lisanne en de jongens met Rik. Op een gegeven moment stonden er 10 meisjes om Lisanne en netjes om de beurt maakten ze allemaal een selfie. Hilarisch.

Na de Verboden stad zijn we de heuvel aan de achterkant van de Verboden stad op geklommen in Jingshan park van waaruit je een mooi uitzicht over de Verboden stad en Beijing hebt. In de middag hadden we met Will afgesproken die ook nog een dag in Beijing was. We hebben toen nog de rest van het plein van de hemelse vrede bezocht, de tempel of heaven en camera street, een straat met allemaal camera en fotografie winkels. Rik en Will hebben allebei een fotografie-hobby. Helaas voor hen en gelukkig voor onze bankrekening gingen de winkels net dicht toen we aankwamen. We hebben nog een hapje samen gegeten en Wangfujing street bezocht, een heel gezellig en super druk winkelstraatje waar allerlei gekke snacks zoals kleine schorpioenen, inktvis en kakkerlakken worden verkocht.

De volgende dag hebben we wat rustiger aan gedaan. We hebben de Lama tempel bezocht die vlakbij ons hostel lag. De sfeer hier was heel relaxt. De tempels waren heel mooi en kleurrijk en in de laatste zaal staat een heel groot beeld van een Boeddha dat uit een stuk hout is gesneden. Het staat daarvoor in het Guinness book of Records.

Beijing vonden we leuker dan gedacht! Het is een gezellige stad en overal waar je kijkt gebeurt iets. Veel fietsers en bakfietsen en -motortjes. Veel kleine winkeltjes en restaurantjes en heel veel verschillende Chinezen.

‘s Avonds zijn we naar het station gegaan om de nachttrein naar Xi’an te nemen. Jemig, dit treinstation heeft meer weg van een vliegveld. Eerst ga je door de security-check (dat is op zich niets vreemds want ook elke keer dat je de metro neemt moet je eerst door de security-check). Daarna moesten we ons e-ticket om gaan wisselen voor een papieren ticket. Tussen de 30 ticket balies was er gelukkig 1 Engelstalige balie. Toen moesten we met de roltrappen omhoog naar de wachtruimtes. Er waren veel verschillende wachtruimtes, net zoals je op een vliegveld bij elke gate een aparte wachtruimte hebt, had je hier ook aparte wachtruimtes voor verschillende treinen. En daar was het druk! En Chinezen eten vooral veel als ze aan het wachten zijn. En als ze hun eten op hebben, laten ze vaak hun rommel op de grond liggen. We keken onze ogen uit. Uiteindelijk konden we instappen in de trein. We lagen in een 6-persoonscoupe met 2 stapel bedden van 3 bedden boven elkaar. De 4 Chinezen waar we mee in de coupe zaten spraken nauwelijks Engels, maar dat was geen probleem, want we hebben toch vooral geslapen. De bedden waren aan de harde kant maar verder vonden we de nachttrein prima. ‘s Ochtends om 8:30 kwamen we aan in Xi’an.

Inmiddels zijn we al een paar dagen in Xi’an, maar hierover later meer.

Scroll naar boven

This content is protected