Nepal: Annapurna circuit deel II en Pokhara

In dit artikel, deel II van onze tocht over het Annapurna circuit en onze laatste dagen in Nepal. Na onze ‘rustdag’ halverwege het circuit in Manang (op 3540m. hoogte), die diende om aan de hoogte te wennen, werd deel II van de tocht toch iets pittiger. Iets kouder, grotere hoogtes, minder zuurstof, nog minder douches en een klein beetje hoogteziekte.

Na Manang zijn we doorgetrokken naar Khangsar op 3734 meter hoogte. Eigenlijk was dit de rustdag, want het was een redelijk makkelijke, niet al te lange wandeltocht. Minder vermoeiend dan het uitzichtpunt dat we gisteren op de rustdag hadden beklommen. Wat wel apart was, is dat Lisanne hier midden in de nacht wakker werd met het gevoel buiten adem te zijn. Ook Rik had er een klein beetje last van. Na buiten even wat frisse lucht opgesnoven te hebben ging het weer beter. De volgende ochtend was het bijna helemaal weg en tijdens de wandeling naar Tilicho basecamp op 4150 meter hoogte hebben we nergens meer last van gehad. Blijkbaar heeft je lichaam gewoon wat tijd nodig om aan de hoogte te wennen en vooral in gesloten ruimtes kun je dit merken.

Onderweg kwamen we hier ook weer andere dieren tegen dan op lagere hoogtes. Er lopen hier nog steeds wat paarden, koeien en geiten, maar ook zijn hier jaks met hun mooie dikke vachten en adelaars. Onderweg zagen we op een rots 2 grote adelaars zitten. Tek en Rik werkten goed samen om ze goed op de foto te krijgen. Rik ging met de camera klaar staan en Tek klom naar de adelaars toe in de hoop dat ze dan weg zouden vliegen en dat werkte. De weg naar Tilicho basecamp ging verder via smalle paden langs steile hellingen met veel losse stenen en rotsen. Dit gebied staat erom bekend dat er geregeld landslides voorkomen. Tek hield goed voor ons in de gaten of het allemaal veilig was en er geen stenen naar beneden kwamen.

Vanuit het Tilicho basecamp hebben we het Tilicho Lake bezocht. Het meer ligt op 4920 meter hoogte en er wordt gezegd dat dit het hoogstgelegen meer ter wereld is, of althans van deze grootte. Het was een pittige klim naar het meer, 3 uur lang bergop en soms best steil. Vanwege de hoogte moesten we rustig lopen maar het ging ons zonder problemen af. Alleen de weg er naartoe al was super mooi. We zagen de sneeuwtoppen van Tilicho mountain, Gangapurna, Annapurna III en een aantal gletchers. Ook zagen we een kleine sneeuwlawine in de verte naar beneden vallen. Toen we eenmaal bovenaan waren en de hoek om gingen konden we het mooie heldere diepblauwe Tilicho meer zien. Ook kwam ons een sterke ijskoude windvlaag tegemoet. Brrr… we hebben in het theehutje wat er stond een simpele warme noedelsoep gegeten, lekker om de vingers te warmen. Daarna het meer nog even bekeken en weer snel de hoek om naar de andere kant van de berg, uit de wind en in de warmte van de zon. De terugweg ging beduidend sneller, enige nadeel is dat je het dalen op een gegeven moment aan de knieën gaat voelen.

Het weer is vrijwel de hele tijd super mooi zonnig geweest. We kregen na het bezoek van het Tilicho meer slechts een dag met bewolking. Dan zie je opeens de sneeuwtoppen niet meer en ook is het een heel stuk kouder. Het vestje dat we die dag hadden gewassen was helemaal bevroren toen we het om 16uur van de waslijn haalden. En we waren nog nooit zo blij geweest toen om 17uur de kachel in de gezamenlijke ruimte werd aangemaakt door middel van jak-poep.

De tweede helft van onze trek hebben we weer andere leuke mensen ontmoet. Veel mensen die we in het begin van de trek ontmoet hadden hebben Tilicho Lake overgeslagen, dus die waren nu een stuk vooruit gelopen. In Shree Kharka hebben we een leuke Chinees ontmoet die geen Engels sprak. We hebben enorme verhalen uitgewisseld met gebaren en foto’s. Hij hield ook van fotografie en vond het fantastisch dat Rik daar ook van hield. Volgens hem waren de meren in Tibet nog veel mooier dan Tilicho, dus daar moesten we zeker nog eens naartoe. Ook kwamen we drie leuke Amerikanen tegen met wie we de komende dagen nog vaker zouden kaarten en bijkletsen. En met Anna en Luka, een Kroatisch koppel zijn we de volgende dagen nog vaker opgetrokken. De Nepalese kaartspelletjes die onze gids Tek ons geleerd had, bleken de manier om vrienden met de Napali te maken. Als ze ons Dumbal of Blackjack zagen spelen kwamen ze er bij staan om te kijken en soms speelden ze zelf mee. In Thorong Phedi hebben we met Anna, Luka, een Fransman, Tek, Lakpa en nog een andere Nepalese porter Blackjack gespeeld. Het was hilarisch, vooral hoezeer de Nepali in het spelletje opgingen.

De zwaarste dag van de trek was de ‘Thorong La Pass’-dag. Vanuit Thorong Phedi op 4430 meter hoogte moesten we een kilometer in hoogte stijgen om de Thorong La Pass op 5416 meter hoogte over te gaan. Geadviseerd werd om zo vroeg mogelijk te starten, want hoe later op de ochtend, hoe harder het zou gaan waaien en daarbij hadden we een lange tocht voor de boeg. Wij zaten dus om 5 uur aan onze havermout met appel en om 5:30 gingen we op pad met de zaklamp. We konden de mooie sterrenhemel nog even zien voordat het rond 6 uur langzaam licht werd. Het eerste uur van de klim was het meest steil, maar die ging ons wel goed af. Langzaam maar gestaag liepen we in een treintje naar boven. Tek voorop en Lakpa achteraan. Je moet op deze hoogte vooral niet te snel willen lopen want je raakt snel buiten adem. Na dat uur klimmen ging het minder steil omhoog maar kwam er wel een enorm harde en koude wind opsteken. Het vroege opstaan heeft niet geholpen om de wind voor te zijn. Achteraf vertelde Tek dat het normaal gesproken niet zo onophoudelijk hard waait als vandaag. En we hoorden van Tek en een paar andere gidsen dat dit een van hun zwaarste Pass-crossings ooit was geweest vanwege de koude harde wind die maar niet ophield. We hadden nog ongeveer 2,5 uur te gaan. Met langzaam lopen kwamen we er wel en af en toe konden we even van het bijzondere uitzicht genieten. Rik ging het allemaal goed af. Het laatste uur kreeg Lisanne echter wat last van hoogteziekte. Af en toe werd ze duizelig of misselijk. Dan moest ze direct even stoppen, op adem komen, wachten tot het weer wegtrok en daarna weer langzaam voetje voor voetje verder tegen de ijskoude wind in. De kou en de wind deden er zelfs even niet toe, het belangrijkste was rustig te blijven ademhalen en voetje voor voetje blijven zetten. Toen we in de verte eindelijk de vele vrolijk gekleurde vlaggetjes bovenop de Pass hevig zagen wapperen was vooral voor Lisanne de opluchting enorm. Wat was dit intens geweest. Er stond een klein hutje bovenop de Pass waar je thee kon drinken, wat we deden om de handen even te warmen. Daarna hebben we vliegensvlug een paar foto’s genomen (het bewijs dat we er wel echt geweest zijn) en zijn we het eerste stuk letterlijk de berg afgerend, nee, gevlogen! Wat was dat een heerlijk gevoel, bergaf! Gek genoeg voelde Lisanne zich zodra de daling was ingezet ook onmiddellijk beter. Apart wat de hoogte met je kan doen. En ze was niet de enige die er last van had. De afgelopen dagen hadden we de helikopter al een aantal keer over zien vliegen om mensen mee terug te nemen naar Kathmandu. Die hadden de hoogteziekte nog een stuk erger te pakken gehad.

Het dalen ging vliegensvlug en was fantastisch. Al die zuurstof! Het landschap aan deze kant van het gebergte was ook anders. Aan deze kant begint de Mustang regio. Het landschap wordt hier gekenmerkt door rodere rotsen. Het zag er ook droog en zanderig uit en achter ons lagen de sneeuwtoppen nog van Tilicho en Annapurna. Dit uitzicht was anders, maar wederom prachtig.

We zijn die dag maar liefst tot 2720 meter hoogte gedaald, tot het stadje Muktinath. Dit stadje was wat groter dan de gehuchtjes in de bergen, het voelde of we weer enigszins in de bewoonde wereld kwamen. Muktinath staat ook wel bekend om zijn oude hindoe tempel. Het overgrote deel van de bevolking is hier boeddhistisch en het is bijzonder hoe de hindoe tempel hier probleemloos naast een groot boeddha beeld staat. De volgende dag hebben we ‘s ochtends eerst deze tempel bezocht. De tempel is ook een soort van bedevaartsoord en van heinde en verre, onder andere vanuit India, komen de mensen hier naartoe om te bidden en zich te zuiveren. We zagen hoe er 108 waterkranen om de tempel heen staan waar de mensen zich nat mee maakten. Het had vannacht gevroren, het was koud en de grond lag op een aantal plaatsen onder het ijs. Een paar keer zagen we mensen erover uitglijden. Ook waren er twee grote (koude) baden. We zagen hoe sommige mensen hier helemaal in gingen. Die hadden het behoorlijk koud..

Dit was onze laatste loopdag en met 23 km ook de langste, maar de weg was vlak of bergaf dus het ging ook lekker vlot. Eerst zijn we naar een klein stadje Kagbeni gelopen. Hier voelden we ons 500 jaar terug in de tijd, of net alsof we in Game of Thrones zaten. Alle gebouwen waren van stenen en modder gemaakt en hier en daar lag brandhout op de huizen te drogen in de zon. Toen we het plein bij een oude tempel opliepen was daar ook een klas kinderen in monnikkledij aan het lunchen. Het was een mooi gezicht.

De laatste 10km van de tocht, van Kagbeni naar Jomsom, waren ook bijzonder. Het waaide enorm hard en het was enorm stoffig. We liepen over een zandweg tegen de harde wind in en als er een auto voorbij kwam moesten we echt wegdraaien om niet helemaal gezandstraald te worden. ‘s Avonds in Jomsom haalden we veel zand uit onze oren en andere plekken. Maar we hadden het gehaald. De tocht van ongeveer 165 km wandelen zat er nu op. Daar hebben we een Everest biertje op gedronken.

De volgende dag gingen we met de bus naar de grotere stad Pokhara. Jemig, dit was een van onze meer memorabele busritten. Het was 153 km maar we hebben daar echt de hele dag over gedaan. Er was maar een weg, een zandweg met heel veel kuilen die door de bergen ging. Harder dan 30km/uur ging het nauwelijks en dan had onze buschauffeur er al lekker de vaart in zitten. Hobbelhobbelhop. We werden goed heen en weer geschud. Ook hebben we nog in de file gestaan. Ze waren rotsblokken van de straat aan het ruimen en de weg was geblokkeerd. Veel andere bussen stonden met ons in de file en toen we langs de file naar voren liepen om te kijken kwamen we onze Amerikaanse vrienden nog tegen die in een andere bus zaten. Het heeft misschien een klein uurtje geduurd voor we weer verder konden rijden. We waren blij toen we ‘s avonds in Pokhara aankwamen. En wat keken we er naar uit om hier een lekker warme douche te nemen! Helaas was de douche hier vanavond erg lauwtjes, hij bleek op zonnewarmte te werken. Maar de volgende middag was hij heerlijk warm. Wat een fantastisch gevoel en luxe, zo’n warme douche.

Pokhara vonden we heel erg leuk. Het is, in tegenstelling tot Kathmandu, geen stoffige stad. Het is een hele gezellige en mooie stad, aan een meer gelegen en omgeven door heuvels. De drie dagen die we in Pokhara verbleven hebben we lekker gerelaxt. Het was mistig waardoor het zicht op de omliggende heuvels niet zo goed was. Voor ons betekende dat dat we de tempels in de heuvels niet hoefden te bezoeken omdat we de omgeving dan toch niet goed konden zien. Wij vonden dat niet erg, konden we lekker uitrusten. Het leuke aan Pokhara is dat het net een groot dorp is waar je veel mensen kent. Vrijwel iedereen die het Annapurna circuit (of een andere trek in de buurt) loopt gaat achteraf naar Pokhara. We kwamen dus wat bekenden tegen en ook zagen we regelmatig mensen lopen die we van gezicht kenden. De eerste dag in Pokhara hadden we met Harm en Marlon afgesproken, een Nederlands koppel dat we op de trek hadden leren kennen. We hebben lekker gegeten, (voor ons doen veel) bier gedronken en gekaart (dozen), heel gezellig. De volgende dag kwamen we Anna en Luka weer tegen. Hen hadden we een aantal dagen geleden bij het ontbijt voordat we de Thorong La Pass over gingen voor het laatst gesproken en we hadden veel om over bij te kletsen. We hebben de rest van de dag met hen doorgebracht en ook de volgende dag weer met hen afgesproken en lekker gegeten en gepraat. Mede dankzij hen was onze tijd in Pokhara zo leuk.

Na drie relaxte dagen zijn we met de bus weer terug naar Kathmandu gegaan. Dit was gelukkig een meer comfortabele busrit dan die naar Pokhara. Het was fijn om in Kathmandu eindelijk onze andere backpack met spullen weer terug te krijgen. Die hadden we voor aanvang van de trek hier achter geladen op het kantoor van Snow leopard.
We hebben deze dagen vooral veel tijd achter de laptop doorgebracht om de vele foto’s van tijdens de trekking uit te zoeken (poeh, dat waren er veel) en ook om ons voor te bereiden op onze volgende bestemming, Nieuw-Zeeland! De rest van de tijd hebben we al etend doorgebracht bij leuke restaurantjes. Er zitten best veel leuke restaurantjes in Kathmandu en vaak hebben we hier hele ochtenden en middagen met de laptop doorgebracht omdat het internet er veel beter was dan in ons hotel. We hebben ook ontdekt dat je op heel veel plaatsen in Kathmandu lekker gebak en dan met name heel lekkere brownies kunt krijgen. Van die lekkere opgewarmde smeuïge brownies. Voordat we naar het duurdere Nieuw-Zeeland verder trekken en weer zelf moeten gaan koken, genieten we er hier nog even van.

Inmiddels zijn we net aangekomen in Auckland, Nieuw-Zeeland. De reis via Guangzhou, China was lang maar verliep soepel. Met name de aankomst in Auckland ging vlot, geen lange wachtrijen en toch een grondige inspectie door de douane. Onze bergschoenen werden nog extra gecontroleerd en een hond die op verboden middelen controleerde snuffelde ons en onze bagage nog eens extra door. Uiteraard was er niets aan de hand en mochten we officieel onze voeten op Nieuw-Zeelands grondgebied zetten. Nu gaan we 2 dagen Auckland verkennen en vrijdag is het moment aangebroken om de camper op te halen, ons huis voor de komende twee maanden. Later meer hierover.

Tijdens de trek door het Annapurna circuit in Nepal heeft onze gids Tek allemaal korte video’s opgenomen. De eerste paar dagen hadden we dit niet eens in de gaten, we dachten dat hij zo nu en dan wat foto’s maakte, totdat hij ons opeens een mooi stuk film liet zien. Hij heeft er een hele leuke film van gemaakt. Van de losse stukken hebben we een geheel gemaakt. Het resultaat is deze 12 minuten durende video van onze gehele trek. Hopelijk krijgen jullie zo nog een beter beeld en misschien raken jullie zelf ook wel geïnspireerd.

 

Foto’s Annapurna circuit deel II

Nepal: Annapurna circuit deel I

Namaste!

Ons laatste bericht is weer even geleden omdat we de afgelopen weken in de bergen van Nepal het Annapurna circuit hebben gelopen, behoorlijk afgesloten van de buitenwereld. Omdat het anders wel een heel lang verhaal zou worden, komt hier eerst deel I (van II) van onze tocht.

Eind oktober zijn we vanuit Bangkok (Thailand) naar Kathmandu gevlogen, de hoofdstad van Nepal. Vanuit het vliegtuig konden we in de verte al wat witte bergtoppen van de Himalaya zien liggen. Te gek! In Thailand hebben we aan de stranden wat energie op kunnen doen voor Nepal, want dat zouden we wel nodig gaan hebben. We hadden namelijk het plan om in Nepal een trekking te gaan doen, en na wat onderzoek werd dat het Annapurna circuit. Dat leek ons niet te makkelijk en niet te moeilijk, niet te lang en niet te kort en lekker afwisselend. Het circuit loopt langs de Annapurna bergtoppen in de Himalaya waarvan de hoogste berg 8091 meter hoog is, de Annapurna I. Dat is de op 9 na hoogste berg ter wereld. Ter vergelijking, de Mount Everest, aan de andere kant van Nepal, is 8848 meter hoog. Je kunt de trekking op jezelf doen of met een gids en wij besloten om via Snowleopard een gids in te schakelen. Will, met wie we in Mongolië een tijdje samen gereisd hebben, heeft ook een paar trekkings gedaan met deze maatschappij, waaronder het Annapurna circuit, en hij was hier erg enthousiast over. Keuze dus gemaakt en achteraf waren we heel blij met deze keuze want we kregen een super goede en leuke gids. In Kathmandu heb je ook veel kleine bedrijfjes die allemaal trekkings aanbieden, maar daar zie je door de bomen het bos niet meer. Uiteindelijk zijn we onderweg verschillende mensen met gidsen tegen gekomen en zeker niet alle gidsen bleken even goed of betrokken te zijn.

We hadden de trekking een paar weken van te voren geboekt en werden op het vliegveld in Kathmandu, nadat we ons visum voor Nepal hier geregeld hadden, door Tek, onze reisgids voor de komende weken opgewacht met traditionele oranje bloemenkransen. Dat was een leuk welkom. Eerst ging hij met ons naar het kantoor van Snowleopard in Kathmandu. Hier kregen we een kop melkthee en een briefing voor de komende dagen. We hebben een uur bij hen op kantoor gezeten. We hadden zelf al besloten eerst nog 2 dagen in Kathmandu te verblijven voordat de 17-daagse trekking (inclusief de busritten er naartoe) echt ging beginnen. Dat gaf ons nog wat tijd om de laatste trekkingspullen aan te schaffen. Alle vragen die we nog hadden hebben we op het kantoor gesteld (waar gaan we allemaal naartoe, wat voor kleren en andere spullen hebben we nodig, etc) en toen werden we naar ons hotel in Kathmandu gebracht om even bij te komen van de vliegreis en alle indrukken.

De volgende dag, en hier keek vooral Lisanne naar uit, was het shopdag! Het is al lang geleden dat we zijn wezen shoppen! Want sinds we besloten hebben om te gaan reizen (in januari) hebben we alleen nog de noodzakelijke kleren voor de reis gekocht en dat was niet veel. Al het andere zouden we de komende tijd toch niet kunnen dragen. Nu gingen we dan weliswaar shoppen voor trekkingkleren, maar evengoed leuk! In de wijk Thamel in Kathmandu heb je naast veel leuke winkeltjes met sieraden en klankschalen, heel veel zaakjes voor trekkingspullen. Perfect en lang niet zo duur als in Nederland alhoewel het misschien niet allemaal merkspullen zijn (zoals the North Fake). We hebben allebei een paar shirtjes, trekkingbroek, buf, een paar dikke sokken en een warme muts gehaald. Ook weer niet te veel want we moeten het allemaal meeslepen. De volgende dag hebben we ook nog wat koekjes en mueslirepen ingeslagen (die zijn in de bergen een stuk duurder) en toen waren we klaar om te gaan.

Kathmandu hebben we verder nog niet uitgebreid bezocht, dat komt na de trek misschien nog, misschien ook niet. Wel hebben we in de super stoffige straten een paar leuke restaurantjes ontdekt en de Nepalese lassi (yoghurtdrank met fruit) en dahl baht geprobeerd. Dahl baht zouden we ook tijdens de trekking nog veel gaan eten. Het is een schotel met rijst, dahl (een soort soepje van linzen), curry, groenten en een cracker. Alle Nepalezen eten het en dan meestal 2x per dag, als lunch en diner.

Een backpack met al onze korte broeken en andere spullen die we niet nodig zouden hebben lieten we achter bij het kantoor van Snowleopard. Naast Tek, onze gids, ging er ook een ‘porter’ mee, Lakpa, die tijdens de trek onze andere backpack zou dragen met de kleren die we wel nodig hadden. Zo hoefden wij tijdens het wandelen alleen onze daypack te dragen met de camera erin, wat water en koekjes. Het was ongelooflijk hoe gemakkelijk Lakpa, een man van een jaar of 50, onze backpack de volgende dagen door de bergen droeg, samen met de slaapzakken en zijn eigen tas. Het leek af en toe of hij vloog zo snel ging hij bergop en bergaf en in vrije uurtjes ging hij voor de lol nog een stuk wandelen. En als je hem vroeg of het goed met hem ging zei hij altijd dat alles prima was (easy peasy).

Voordat we gaan beginnen met de trek over het Annapurna circuit eerst een overzicht van de route, kilometers en hoogtes zodat je een beeld krijgt van onze tocht. Zoom in om de route te bekijken (blijkbaar werkt de standaard zoomfunctie niet goed).

DagTrajectAantal kmHoogte
Dag 1Bus Kathmandu - Ngadi189 km890m.
Dag 2Ngadi - Ghermu11 km1150m.
Dag 3Ghermu - Chamje8 km1650m.
Dag 4Chamje - Dharapani14 km1943m.
Dag 5Dharapani - Chame14 km2670m.
Dag 6Chame - Pisang11 km3200m.
Dag 7Pisang - Manang18 km3540m.
Dag 8Acclimatisatie dag in Manang5 km3540m.
Dag 9Manang - Khangsar5 km3734m.
Dag 10Khangsar - Tilicho basecamp8 km4150m.
Dag 11Tilicho lake (4920m.) vanuit het basecamp11 km4150m.
Dag 12Tilicho basecamp - Shree Kharka6 km3850m.
Dag 13Shree Kharka - Jak Kharka10 km4090m.
Dag 14Jak Kharka - Thorong Phedi7 km4430m.
Dag 15Thorong Phedi - Muktinath (via Thorong La Pass op 5416m.)14 km3650m.
Dag 16Muktinath - Jomsom (via Kagbeni)23 km2720m.
Dag 17Bus Jomsom - Pokhara153 km1400m.

De eerste dag gingen we met de bus van Kathmandu naar Besisahar en daarna nog met een lokaal busje naar Ngadi, het startpunt van onze tocht. Na een super stoffige rit (alle straten in Nepal zijn heel erg stoffig en dat waait door alle raampjes de bus binnen) in een krappe, volgepakte bus met andere trekkers, wat locals, kratten tomaten in de gangpaden en traditionele Nepalese muziek hard door de luidsprekers, kwamen we eind van de dag in Ngadi aan. Ngadi ligt op een hoogte van 890 meter. We zouden later deze trek naar een maximale hoogte van 5416 meter lopen.

Tijdens de trek sliepen we in theehuizen in kleine dorpjes onderweg. De kamers waren heel eenvoudig: 2 houten bedden met een matras, kussen en een deken, een tafeltje en that’s it. Geen verwarming, geen badkamer, geen kast, geen spiegel en meestal ook geen stopcontacten om apparatuur op te laden. Tegen het einde van de trek hadden we ergens een kamer met eigen badkamer. Dat wilde zeggen: onze kamer had een extra ruimte met een gat in de grond, een prullenbak en een emmer water om mee door te spoelen. Hoefden we middenin de nacht in ieder geval niet naar buiten om naar de wc te gaan. Wat een luxe.
Het eten bij de theehuizen was dan wel weer uitgebreid en erg lekker. Naast de traditionele dahl baht kon je ook allerlei stevige pasta-, rijst-, aardappel-, en soms nog andere exotische gerechten bestellen. We hebben alle dagen goed en veel gegeten. We hadden ook telkens goede honger van al dat wandelen.

Tijdens onze eerste loopdag was de omgeving nog mooi groen met veel rijstterrassen, bananenbomen en kleine dorpjes in de bergen. We liepen langs de rivier af en werden omringd door hoge bergen, maar zagen nauwelijks sneeuw. Onze planning was om het circuit in 15 dagen te lopen inclusief een rustdag halverwege in Manang om aan de hoogte te wennen. Je kunt het ook in minder dagen lopen, maar wij hebben het rustig opgebouwd. De eerste twee dagen waren we rond de middag al op onze eindbestemming van de dag. Dat betekende dat we bij aankomst gingen lunchen en de rest van de middag lekker uit konden rusten, kaarten of een rondje door de omgeving lopen. Die eerste twee dagen hadden we nog wel de energie om een rondje te gaan lopen. Zo zijn we op dag 2 in de middag naar een hele hoge mooie waterval bij Chamje gelopen met uitzicht over de hele vallei.

Vanaf dag 3 werden de afstanden iets groter. We begonnen telkens voor 8 uur met lopen, gingen rond de middag in een dorpje (dat soms slechts uit een paar huizen bestond) lunchen, en daarna nog een of twee uur verder lopen naar onze slaapplaats. De rivier die we afliepen werd naarmate we hoger kwamen steeds helderder blauw. De uitzichten waren elke dag weer prachtig, maar pas vanaf dag 4 kregen we zicht op de sneeuwtoppen van de Annapurna II (7936 meter hoog) en een paar anderen. Ondertussen hadden we prachtig weer en scheen de zon fel. Heel gek, we hadden misschien 3 laagjes kleren aan en toch is Lisanne ondertussen in haar gezicht verbrand (en dat gebeurt echt niet vaak) zo fel was de zon. Maar zodra de zon achter de bergen verdween, rond 15:30 of 16:00uur was het ook direct koud. In de theehuizen was niet altijd verwarming. In de koudere dorpjes op grotere hoogte ging de kachel in de gezamenlijke ruimte soms rond 17uur eindelijk aan. Daar was iedereen dan ook te vinden. Tot die tijd warmden we ons aan wat melkthee, gemberthee of warme chocomelk en hadden we ondertussen al onze kleren aan en de mutsen op. Rond 19 of 20uur was de kachel wel weer uitgebrand en het kwam niet vaak voor dat we pas na 20uur in bed lagen. Elke dag opstaan om 6:30uur was dan ook geen probleem.

We ontbeten in de koude eetzaal met warme havermoutpap met appel en waren blij om te gaan lopen zodat we weer warm werden. Die eerste week was het lopen goed te doen. ‘s Middags voelden we de beentjes wel van het lopen maar ‘s ochtends vroeg voelden we ons weer fit. Met name de laatste dag voor onze rustdag, het traject van Pisang naar Manang (18km) was een pittige maar mooie dag. In de ochtend moesten we 1,5 uur lang stijl klimmen. Maar het uitzicht was fantastisch. Eenmaal boven konden we weer allemaal sneeuwtoppen zien die we eerder nog niet gezien hadden, waaronder Annapurna III en Annapurna IV, heavens gate en Manaslu. Hier hebben we even lekker op de bergtop zitten genieten en, zoals iedereen, lekkere kaneelbroodjes gegeten die hier in een kraampje verkocht werden. Hierna ging de tocht verder naar Manang waar we uiteindelijk uitgeput rond 4 uur in de middag aankwamen.

Na 6 dagen lopen hadden we een rustdag in Manang op 3540 meter hoogte. We hadden tot nu toe nog geen last van de hoogte gehad en deze dag was om te wennen aan de grotere hoogte voordat we weer verder trokken, uiteindelijk richting de 5416 meter. Het was rustdag maar onze gids Tek had plannen met ons om naar een mooi uitzichtpunt in de buurt te gaan. Dat was zeker 1,5 uur bergop wandelen… tot zover de rustdag. Eenmaal boven waren we dat evengoed snel vergeten want daar was het 360-graden uitzicht over de hele omgeving fantastisch.

Onderweg kwamen we vaker dezelfde mensen tegen, iedereen loopt immers dezelfde route en per dorpje zijn er niet veel verschillende theehuizen. Zo hebben we een dag gezellig met wat Duitse meiden opgetrokken, kwamen we telkens dezelfde Amerikanen en Belg tegen en hadden we rondom de kachel en bij het ontbijt leuke gesprekjes met andere trekkers. Ook met Tek en wat Nepalese vrienden van hem hebben we veel gekaart en wat leuke nieuwe Nepalese kaartspelletjes geleerd zoals Dumbal en blackjack (niet de blackjack die wij kennen). Iedereen vond het hilarisch toen Rik op zijn eerste avondje Dumbal alle Nepalezen nipt in wist te maken.

Tijdens onze rustdag in Manang hadden we ook tijd om de was eens te doen, wat erg fijn was omdat we niet heel veel verschillende kleren bij ons hadden. En we hadden tijd om onszelf weer eens te wassen. Warme douches waren schaars tijdens de trek (lang leve de vochtige doekjes). Toen Rik deze rustdag ging douchen was de douche lekker warm, maar toen Lisanne een uurtje later ging was het warme water al ver op en kreeg ze een lauwe douche. Evengoed beter dan die koude douche van een aantal dagen eerder.

De tweede helft van de trek komt binnenkort in deel II. Dat geeft ons ook nog wat tijd om de rest van de foto’s uit te zoeken, want dat is een behoorlijk uitzoekwerk, zo veel hebben we er gemaakt. Tijdens de tweede helft van de trek hebben we het hoge Tilicho Lake (op bijna 5km) bezocht en zijn we de Thorong La Pass op 5416 meter hoogte met de nodige moeite en wat last van hoogteziekte over gegaan.

Foto’s Annapurna circuit deel I

Scroll naar boven

This content is protected