Haaien, theevelden, hitte en Singapore

We pakken de draad weer op na Penang, waar ons vorige artikel eindigde. Het vervolg van onze Maleisië reis hebben we met een huurauto gedaan. Een oude huurauto wel te verstaan met veel krasjes, deukjes en een af en toe haperende motor (Rik vond het maar niks). Maar wel lekker flexibel en vrij en hij heeft ons uiteindelijk heelhuids naar Singapore gebracht. De meeste grotere wegen zijn tolwegen en goed verzorgd en buiten de steden zijn de wegen ook lekker rustig. Het was dus prima rijden door Maleisië. Onze eerste rit ging van het eiland Penang aan de westkust over de brug naar het vasteland en vervolgens door naar het stadje Kota Bahru aan de oostkust van Maleisië. Het regende bij vertrek aan de westkust hard, maar aan de oostkust scheen de zon weer.

In de stad Kota Bahru wonen voornamelijk moslims. Vandaag begon ook de ramadan en we konden dat wel merken omdat veel winkels en restaurants overdag gesloten waren. Tijdens de ramadan mag men overdag niet eten en niet drinken, ook geen water. Met de hitte hier konden we wel begrijpen dat veel dicht was. Zelfs na een wandeling van een kwartiertje hebben wij hier al enorme dorst. In Kota Bahru hebben we de kleurrijke markt Pasar Besar Siti Khadijah bezocht. In de foodcourt ernaast hebben we wat gegeten. De bediening sprak geen Engels dus hebben we op de goede gok 2 gerechten besteld. Het lekkere koay teow (een gerecht met rijstnoedels) en nasi goreng met kip. Van de kip verging Rik de eetlust want we hadden op de markt zojuist nog dode kippen met vliegen erop zien liggen en grote kans dat onze kip daar vandaan kwam. We zijn er in ieder geval niet ziek van geworden.

In Kota Bahru lag ook een wijkje met hele mooie streetart met voornamelijk oorlogstaferelen. Ik vond het heel mooi en indrukwekkend. Bijzonder was dat hier ook een gezinnetje liep met 2 kindjes en de moeder droeg een boerka. Dat schept in eerste instantie toch een soort afstand omdat we dat niet gewend zijn en je iemands gezicht niet kan zien. Maar ze kwamen heel vriendelijk naar ons toe om te vragen of ze met Lisanne op de foto mochten. Lisanne vond dat wel leuk en het gezinnetje ook en de afstand tussen ons was direct weg. Het was gewoon een gezin als ieder ander. En het doet al veel om iemand in de ogen te kunnen kijken. Dat was mooi om even te realiseren.

Vlakbij Kota Bahru, in het havenplaatsje Kuala Besut zijn we de volgende dag op de ferry gestapt naar de Perhentian Islands. De auto lieten we twee dagen achter op een bewaakte parkeerplaats. We hebben hier even het echte vakantie gevoel gehad. Mooie strandjes, mooie zee, ‘s avonds een lekker drankje op het terras aan het strand terwijl we naar een vuurshow keken. Het was er absoluut lekker toeristisch, maar wel gezellig. Deze eilanden staan erom bekend dat je er goed kan snorkelen en duiken. De volgende dag besloten we dus een snorkeltripje te doen. Onze snorkelgids bracht ons groepje met de boot naar 5 verschillende snorkelplaatsen. Het koraal was een beetje bleek maar het zeeleven wat we gezien hebben was behoorlijk indrukwekkend. Naast een aantal kleurrijke visjes zagen we bij Turtle Point 2 schildpadden op de bodem liggen, een grotere en een kleine. Het was wel duidelijk waar we schildpadden konden spotten want meerdere bootjes lagen hier voor anker. Toen de schildpadden weg zwommen gingen wij verder naar het volgende punt en dat bleek Shark Point te zijn. Hier zwommen zwartpunthaaien van 1 tot 1,5 meter lang! We wisten van te voren helemaal niet dat we die zouden kunnen gaan zien! Maar volgens onze gids was het ‘completely safe’ om hier te snorkelen. En we hadden ook nog eens ‘geluk’ want het water was vandaag heel helder en er zaten heel veel (een stuk of 10) haaien. Waaw, die eerste keer dat er een haai van 1,5 meter lang op je af komt zwemmen is best spannend! Maar ze gingen telkens netjes langs ons af en kwamen op zijn dichtst 2 a 3 meter bij ons in de buurt. Ze aten ook de mooie kleine visjes die om ons heen zwommen niet. Onze gids had een dode vis meegenomen om te voeren en zodra hij daarvan kleine stukjes in het water los liet kwamen ze daar wel op af. Ik denk dat we er bijna een uur in het water gesnorkeld hebben, kijkend naar het tafereel van de cirkelende haaien om ons heen en onze gids die ze zo nu en dan voerde. In het begin was het een beetje spannend maar al snel niet meer. Deze haaien waren niet op mensenvlees uit. Gelukkig. We hebben er ook mooie foto’s van, deze keer niet door ons zelf gemaakt maar door onze gids die af en toe wat dieper naar onderen dook. Ook heeft Rik van de verschillende stukjes video die de gids en wijzelf met de gopro maakten een mooi filmpje in elkaar geknutseld. Daarin kun je zien dat het wel degelijk om echte haaien ging! We voelden ons achteraf best wel stoer. Op een ander snorkelplekje hebben we nog wat nemo’s zien zwemmen. Leuk, maar het waren niet de vissen die vandaag de meeste indruk op ons hadden achter gelaten.

De volgende zijn we weer met de boot terug naar het vasteland gegaan om verder het binnenland van Maleisië in te rijden, naar Cameron Highlands. We hielden alleen al van de Cameron Highlands omdat het hier een stuk koeler was (rond de 20 graden) dan in de rest van het land, heerlijk! In de Cameron Highlands wordt veel groente en fruit verbouwd, maar het is vooral bekend vanwege de groene theeplantages. Het klimaat is daarvoor ideaal want het kent hier geen winter en er valt ook behoorlijk wat regen. In de dagen dat wij er waren was het ‘s ochtends droog en viel er in de middag wel eens een bui. We zijn een dag met een groepje en een gids een van de theeplantages gaan bezoeken. De theeplantages liggen hier prachtig tegen de heuvels en zijn ontzettend mooi groen! Bij de plantage kregen we wat uitleg over hoe de thee hier verbouwd wordt. Daarna nam de gids ons mee naar het Mossy Forest. Niet het Mossy Forest waar alle toeristen naartoe gaan, maar een ander rustiger gedeelte van het bos. Het was even bergop lopen over paadjes die duidelijk niet al te vaak bewandeld worden, maar het bos was er heel mooi. Je kon geen hout van de takken en boomstammen meer zien, alles was bedekt met mos. Een oase van groen!

De volgende dag zijn we op eigen houtje gaan hiken door een andere theeplantage. Het is lang geleden dat we zo’n pittige hike gedaan hebben, ik denk de laatste keer in Nieuw-Zeeland. Het was ongeveer 13 km met alleen maar heuvel op en heuvel af. Eenmaal aangekomen bij de theeplantage hebben we er eerst een lekker koppie thee gedronken voordat we de groene plantage in gingen. De route ging door de theevelden en even later ook langs velden waar andere gewassen gebouwd werden en nog even later over een modderig pad steil bergop. Gelukkig hing er hier en daar een touw waarmee we ons omhoog konden trekken. De hike was behoorlijk uitputtend maar het mooie landschap maakt het de moeite helemaal waard.

Na Cameron Highlands ging onze reis verder naar het stadje Ipoh. In Ipoh was niet bijzonder veel te doen, maar wij gingen er vooral naartoe om even twee dagen uit te rusten en niets te doen. Het hiken, snorkelen, de hitte en alle andere indrukken van de afgelopen dagen hadden er behoorlijk in gehakt. Af en toe hebben we het gewoon even nodig om alle ervaringen in te laten zinken. Het spannendste wat we in Ipoh gedaan hebben is gaan uit eten bij de Chinees. Vanwege de ramadan zijn veel Maleisische eettentjes overdag dicht. Maar er zijn ook veel Indische en Chinese bevolkingsgroepen in Maleisië die geen ramadan vieren, dus hebben wij deze dagen voornamelijk Indisch en Chinees gegeten. Super lekker! Maar deze Chinees in Ipoh was het leukste. We hadden een tip gekregen voor dit restaurant, anders waren we er misschien nooit naar binnen gegaan. We waren er het enige tweetal want er zaten allemaal Chinese families met zijn allen om ronde tafels te dineren. Hier en daar werd gezongen omdat oma of een ander familielid jarig was. Het zat er bomvol en het barstte van het leven. Het was weer net alsof we in China waren en het eten was heerlijk! Ik vind dit het leukste van reizen. Je even helemaal onderdompelen in de gekte van een andere cultuur.

Na Ipoh ging onze weg verder naar het stadje Melaka. Een sfeervol stadje met veel Nederlandse en Portugese invloeden van vroeger. Zo heb je er het ‘Stadthuys’ en het oude St. Pauls cathedral met een begraafplaats met grafstenen met oud-Hollandse teksten erop. Dat was stiekem heel grappig. Het was hier weer erg heet overdag en hoe beter afkoeling te zoeken dan in het Hardrock café een hot fudge brownie met ijs te bestellen. Dus zo geschiedde. En leuk dat we dit Hardrock café ook weer mee hebben kunnen pakken. We houden een lijstje bij met de Hardrock cafés waar we zijn geweest en hij begint behoorlijk lang te worden.

Na 2 relaxte dagen in Melaka reden we verder naar de stad Johor Bahru. Johor Bahru ligt aan de Maleisische kant van Singapore en wij zijn er een nachtje verbleven zodat we de volgende ochtend er onze auto in konden leveren en we de bus konden nemen naar Singapore. Van Singapore hadden we het beeld dat het een beetje zou zijn zoals Maleisië maar dan iets schoner, georganiseerder en duurder. Dat ging al direct mis. We hadden een ticket voor de Cross Border bus van 12 uur. Wij waren al vroeg daar en van de buschauffeur mochten we al mee met de bus van 11 uur. Aan de Singaporese kant moesten we door de immigratie. De bus zou aan de andere kant op ons wachten. Een kwartiertje later stonden we aan de andere kant van de immigratie met nog 10 andere bus-genoten, maar geen bus te bekennen. Na een half uur wachten hadden we inmiddels wel in de gaten dat de bus zonder ons was vertrokken. Gelukkig had iedereen al zijn bagage meegenomen uit de bus. We hadden verwacht dat een uur na de eerste bus de volgende bus wel moest komen, we hadden immers eigenlijk de bus van een uur later geboekt. Maar na 1,5 uur wachten was er nog steeds geen bus te bekennen. Wel reden er wat andere lokale bussen en net toen we besloten hadden dan maar een ticket te kopen voor een lokale bus kwam de bus alsnog aanrijden. Eind goed al goed.

De rest van Singapore voldeed overigens wel aan onze verwachtingen. Het is een hele mooie en goed verzorgde stad met veel gebouwen in lichte kleuren (wit en lichtgrijs) en heel veel groen. Op elk niet-gebruikt stukje grond is wel een boom geplant of een perkje aangelegd. Ook hebben veel gebouwen dakterrassen met allerlei planten en bomen erop en zelfs de vangrails langs de wegen zijn begroeid met groene struikjes. We hebben het mooie Marina Bay bezocht met het park Gardens by the Bay. Dat zijn kunstmatige hoge bomen in een mooi aangelegd park. Je ziet ze vaak op folders van Singapore staan. We zijn ook naar het skydeck gegaan van het grote Marina Bay hotel. Vanaf hier had je mooi uitzicht over de hele stad. We hebben er de zonsondergang gekeken en langzaam zagen we alle lichtjes in de stad aan gaan. Toen het donker was konden we ook een glimp opvangen van een lasershow op het water onder ons. De volgende dag zijn we naar het vrolijke Arab street gegaan. Je had hier heel kleurrijke huisjes en veel Turkse winkels met prachtige lampen en andere tierlantijnen. Ook zijn we over een leuke lokale markt met veel streetfood gelopen en langs de mooie moskee.

De afgelopen dagen in Maleisië en Singapore zijn we, vooral tijdens de heetste uurtjes van de dag, ook veel bezig geweest met het verder uitstippelen van de rest van onze reis. Zo hebben we al onze vluchten nu vastgelegd, zelfs onze vlucht terug naar Nederland begin juli! En we zijn blij dat we onze ouders, zusje en broertje allemaal zo gek hebben gekregen om het laatste weekje van ons reisjaar samen met ons door te brengen in Portugal! Maar voordat het zover is gaan wij eerst Zuid-Afrika nog verkennen. Gisteren zijn we in ruim 10 uur van Singapore naar Johannesburg gevlogen. Na veel mooie avonturen hebben we het mooie en vriendelijke Aziatische continent weer verlaten. We hebben er zin in om nu in een heel ander land op avontuur te gaan!

Foto’s Kota Bharu & Perhentian Islands
Video: Perhentian Islands snorkelen
Foto’s Cameron Highlands
Foto’s Melaka
Foto’s Singapore

Thailand: Bangkok & Koh Lanta

Vanuit Cambodja zijn we met de bus doorgereisd naar Thailand. Bij de Thaise grens stonden we ruim 2 uur in de wachtrij voor de douane, zonder airco. Het was een ‘warm’ welkom. Na in totaal zo’n 9 uur bus en douane kwamen we aan in Bangkok. Thailand deed direct anders aan dan Cambodja: er zijn weer 2-baanswegen (en in Bangkok 4-baanswegen) waar in Cambodja alleen maar 1-baanswegen liggen (waar het verkeer overigens anders over denkt, iedereen rijdt er gewoon naast elkaar ook als er tegenliggers komen). En ook stond niet meer elk stukje land vol met landbouw, zoals heel Cambodja (of althans dat wat wij dan gezien hebben) vol staat met rijstvelden en dergelijke.

Thailand is niet per se een van de landen waarvan we voorafgaand aan deze reis bedacht hadden dat we het graag wilden bezoeken. Wel wilden we na Zuidoost Azië graag doorreizen naar Nepal. We hadden onze vliegtickets naar Nepal nog niet geboekt, en eenmaal in Cambodja bleek dat vliegen vanuit Bangkok het voordeligste was, en dan het liefst een aantal weken van te voren boeken, want vliegtickets worden met de dag duurder. Zo ontstond het idee om eerst twee weken in Thailand door te brengen. Dat vonden we zeker niet erg.

Bangkok vonden we een leuke en gezellige stad. We zaten in een leuk hostel aan de rand van de wijk Chinatown. We waanden ons weer een beetje in China met alle lampionnen en Chinese eettentjes. De dag na aankomst hebben we het centrum van Bangkok ontdekt. We hebben een grote wandeling gemaakt: door Chinatown, met de boot naar de overkant van de rivier waar het tempelcomplex “Wat Arun” ligt en daarna naar het tempelcomplex “Wat Pho” en de grote liggende gouden boeddha. We hadden ook nog het koninklijke paleis in Bangkok willen bezoeken, dat is misschien wel de bekendste bezienswaardigheid hier, maar daar mochten we niet naar binnen omdat we een korte broek aan hadden. Lisanne had al een sjaal meegenomen die als rok kon dienen, maar tot nu toe mochten mannen overal gewoon naar binnen met korte broek, dus we hadden er niet op gerekend ook een sjaal voor Rik mee te nemen. Eigenlijk was het in korte broek al veel te heet om sightseeing te doen, laat staan in lange broek. We vonden het dus wel mooi geweest en besloten om in de plaats van het paleis te bezoeken een terrasje te pakken. We vinden het inmiddels ook al niet meer erg om hier en daar wat te ‘missen’.

De volgende dag in Bangkok regende het veel en zijn we lekker binnen gebleven. We zagen hoe er op een gegeven moment een auto bij het hostel kwam voorrijden en hoe het Italiaanse koppel dat het hostel runt wat geld door het raampje gaf. Ze kwamen vertellen dat het de politie was en dat die elke maand in een anonieme auto geld komen halen. In ruil daarvoor maakt de politie geen probleem van de vergunning van het hostel die blijkbaar niet helemaal in orde is. Het schijnt hier de meest normale zaak van de wereld te zijn. Alle hotels en hostels in de buurt (dus ook gewoon die met Thaise eigenaren) betalen de politie om geen problemen te krijgen. Zo waren we getuige van een stukje Thaise corruptie.

Na een paar dagen Bangkok zijn we doorgereisd naar Koh Lanta, een eiland in het zuidwesten van Thailand, om even lekker aan het strand te relaxen voordat we straks in Nepal door de bergen gaan trekken. We namen de nachttrein vanuit Bangkok en het werd een leuke rit, want er zat een ander Nederlandse koppel op de twee bedden tegenover ons dat ook op wereldreis is. Dat was nog eens leuk, want we begrepen elkaar helemaal en konden veel ideeën en verhalen uitwisselen. Als laatsten in de wagon gingen we uiteindelijk toch maar slapen, alhoewel slapen lastig was in de nachttrein vanwege de verschillende nachtelijke tussenstops.

Maar in Koh Lanta konden we uitrusten. Dat was erg welkom want we hadden ook allebei een beetje last van de buik, waarschijnlijk ergens iets verkeerds gegeten. Koh Lanta is, zeggen ze, een van de rustigere Thaise eilanden en het leek ons een goede uitvalsbasis om wat dagtripjes te doen. Echt rustig was het niet, de hele westelijke kustlijn van het eiland ligt vol met hotels en resorts. We zaten in een fijn bungalowtje op 50 meter van het strand. Toppie!

We zijn er 2 dagen met de scooter op uit getrokken om de rest van het eiland te verkennen. De oostkust was wel rustiger, daar wonen de locals en zijn de stranden minder mooi. We hadden op de eerste scooter-dag ons rondje om het eiland (in totaal misschien 50 km) bijna gemaakt toen we donkere wolken zagen aankomen en we besloten terug naar het hotel te gaan. Precies op tijd, want we stonden 10 seconden onder het afdak bij het hotel toen het heel hard begon te regenen. Oktober is hier nog een soort van regenseizoen en we hebben afgelopen week wel een aantal flinke buien voorbij zien komen, vooral in de namiddag en avond. Gelukkig was er ook genoeg zon en hebben we ook een paar mooie zonsondergangen gezien en heeft Rik lekker kunnen fotograferen. Onze tweede scooter-dag zijn we naar het zuiden van het eiland gereden waar de mooiste stranden van Koh Lanta liggen. Vooral Bamboo beach was top, heel mooi zandstrand en blauwe zee, heerlijk!

Ons hoogtepunt van Thailand was het dagtripje naar de 4 islands. Zo noemen ze het, maar het gaat eigenlijk om de kleine eilandjes Koh Ngai, Koh Chueak, Koh Kradan en Koh Muk. Deze eilandjes liggen ten zuiden van Koh Lanta. Met een grote speedboot en een groep van 20 man zijn we een dag op pad geweest. We kwamen nog een leuk Iers koppel tegen dat tegelijkertijd als ons op reis is vertrokken en precies dezelfde route heeft afgelegd tot nu toe. Hoe toevallig! In het ene land zijn ze iets langer gebleven dan wij en in het andere iets korter, maar we hebben heel veel dezelfde dingen gedaan. Grappig om elkaar hier dan tegen te komen. De 4 islands waren super mooi, allemaal! Fantastische witte zandstranden en blauwe zee. Op twee plaatsen hebben we gesnorkeld en hebben we wat gekleurde vissen en zee-egels gezien, niet super veel, maar toch wel leuk. Bij een ander eiland hebben we op het strand geluncht. Het leukste was toen we bij Emerald cave op een van de eilanden door een opening in de rots heen gingen (zwemmend). Na 5 minuten in het donker te zwemmen zagen we licht aan de andere kant en kwamen we uit op een strandje binnenin het eiland, van alle kanten omringd door rotsen en bomen. We voelden ons ware survivalors!

Vandaag zijn we via Krabi terug naar Bangkok gevlogen en morgen zullen we verder vliegen naar Nepal, naar de hoofdstad Kathmandu! Yes, daar hebben we zin in! In Nepal willen we het Annapurna circuit gaan lopen, ruim twee weken door de bergen trekken. De Thaise stranden waren prachtig, maar we hebben allebei wel weer zin in een beetje actie en hier kijken we al een paar dagen erg naar uit! 🙂

Tot snel, de volgende keer vanuit Nepal! R&L

Foto’s Bangkok
Foto’s Koh Lanta

Relaxen in Hoi An

De afgelopen week hebben we in Hoi An doorgebracht, een leuk stadje aan de kust in Midden-Vietnam. We zijn deze reis nog niet eerder zo lang op dezelfde plaats gebleven. Meestal blijven we 2 tot 4 nachten op een plaats, afhankelijk van de plaats natuurlijk, wat voor ons ook een prima reistempo is. Maar deze week stond voor ons ook in het teken van ‘even relaxen’ en we zijn hier 7 dagen gebleven. Waar we tot nu toe heel erg budget gereisd hebben, hadden we hier een iets comfortabeler hotel uitgezocht, dat voor Nederlandse begrippen overigens nog steeds goedkoop was, zodat we ook echt een beetje konden relaxen. Het lag bij An Bang Beach, een mooi strand ten noorden van Hoi An. We hadden een heerlijke kamer met een badkamer waarin de douche en de wc gescheiden waren (inmiddels zijn we gewend dat bij het douchen de wc ook kleddernat wordt omdat die er praktisch onder staat), en zelfs een overdekt buitenzitje zodat we bij slecht weer niet veroordeeld waren tot in bed liggen. Ook had het hotel een klein zwembad en het strand lag op 100 meter lopen. Wat een luxe!

We hadden een paar dagen mooi weer en een paar dagen regen. De regen vonden we niet eens zo erg want zo moesten we wel uitrusten en konden we weer eens een boek lezen. In het hotel lagen boeken die je kon lenen. Een van de mooie dagen hebben we lekker op het strand gelegen. De zee was hier heel fijn met veel golven waar je lekker tegenin kon springen. Ook zijn we een dagje naar Hoi An gefietst, dat lag op ongeveer 4km fietsen en we hebben daar het oude centrum bezocht. Hoi An is heel sfeervol en het staat vooral bekend om alle kleurrijke lampionnen die over de straatjes hangen. Het heeft ook een erg drukke lokale markt. Lekker chaotisch en je kijkt er je ogen uit.

De paar dagen hierna heeft het veel geregend en was lekker eten het spannendste wat we hebben ondernomen. Het begon al met het ontbijt in het hotel, dat was fantastisch. Het bestond uit een bananen- of mango milkshake of een ander vers vruchtensapje, daarbij koffie of thee, daarbij een pannenkoek met fruit of een omelet met een lekker Frans stokbroodje (die zie je door heel Vietnam – overblijfselen uit de Franse koloniale tijd) en dan nog een toetje van vers fruit. Meestal hadden we dan geen honger meer tot laat in de middag. Zo kwamen we met 2 grote maaltijden de meeste dagen wel door. Eind van de middag of ‘s avonds gingen we dan ergens in de straat eten want daar lagen meerdere leuke restaurantjes. Zo hebben we weer eens lekkere verse vis gegeten, of gewoon Vietnamese loempia’s en noedels. Het Vietnamese eten bevalt ons goed. We hebben ook andere typisch Vietnamese gerechten geprobeerd zoals Vietnamese pancakes (pannenkoekjes met garnalen die je samen met sla en kruiden in rijstpapier kunt wikkelen en als loempia’s kunt eten) en hotpot (soep met groenten en eventueel vlees, vis of tofu en apart een bord met noedels die je dan zelf in de soep erbij kunt doen om alles samen te eten).

Toen het na de regendagen op een ochtend weer even droog was hebben we direct besloten om er met de scooter op uit te rijden, die konden we bij het hotel huren. Ze hadden ook voor die dag wel regen voorspeld maar die is gelukkig niet meer gevallen, de zon kwam zelfs nog even door. We hebben lekker door de omliggende dorpjes van Hoi An getoerd over leuke straatjes waar soms nog flinke waterplassen lagen. We zagen hoe de lokale bevolking in de middag zat te lunchen en bordspellen aan het doen was en hoe kinderen in schooluniform weer naar huis fietsten. Ook reden we door velden, waarschijnlijk veel rijstvelden, waar de oogst net had plaats gevonden en die nu redelijk leeg stonden. Uiteindelijk zijn we naar het gezellige centrum van Hoi An gereden om wat te eten en daarna, misschien wel het leukste van de dag, is Rik naar de kapper gegaan. Het was een barbershop voor echte mannen. Lisanne heeft de hele knipbeurt gade geslagen en heeft in een deuk gelegen. Eerst ging de kapper erg enthousiast met de tondeuse over Rik zijn haar. Maar mooi kort is niet lelijk. Toen zijn koppie lekker kort was mocht hij gaan liggen en werd zijn haar en zijn hele gezicht door een assistente gewassen en stevig gemasseerd. Daarna werd hij ook nog geföhnd. Ik bedoel, dat korte koppie zou op de scooter anders toch nooit snel drogen. Het was wel leuk allemaal en Rik kan er weer even tegenaan. In de avond zijn we nogmaals terug gereden naar het centrum van Hoi An om alle lampionnen ook eens in het donker te zien. Het was nu veel drukker in het stadje dan overdag! Alle toeristenbussen stoppen hier blijkbaar vooral ‘s avonds. We konden de scooter niet meer vrij parkeren zoals ‘s middags en moesten een officiële parkeerplaats opzoeken. Ook was de rivier nu vol met allemaal bootjes en kon je een kleine rondvaart maken en een wens-kaars op het water laten. We vonden het allemaal wat overdreven maar alle lichtjes maakten het evengoed gezellig.

Na een weekje op deze leuke plek waren we weer klaar om verder te trekken. We hadden een nachttrein naar Ho Chi Minh stad (het voormalige Saigon) geboekt, in het zuiden van Vietnam. In Rusland, Mongolië en China hebben we veel met nachttreinen gereisd, dus Vietnam kan nu ook niet achterblijven. Het is een treinrit van ongeveer 16 uur. De trein vertrok gisteren om 2 uur ‘s middags waardoor we ook een deel van de rit van het landschap konden genieten. Dat is misschien wel een nadeel van nachttreinen, het is voornamelijk donker als je aan het reizen bent, dus je ziet niet veel van het landschap. Maar goed, in een vliegtuig zie je ook niet veel van het landschap. Nu konden we het eerste stuk van de rit wel naar buiten kijken. Zo zagen we het mooie groene Vietnamese platteland. De rijst was op de meeste plaatsen al geoogst en veel velden stonden nu leeg of vol met water. Je zag ook de buffels over de velden lopen en de ganzen en eenden waggelen. Hoe zuidelijker we gaan hoe tropischer het ook wordt met veel bananenbomen en palmbomen. We hadden ons gewoonlijke trein-eten, een bak met instant noedels, bijna op toen Rik zei “ik weet niet of ik hier genoeg aan ga hebben”, toen ze vanuit de trein gratis rijst en saté maaltijden kwamen uitdelen. Dat was nog eens een leuke verrassing van de Vietnamese trein. ‘s Nachts hebben we wel wat kunnen slapen, maar omdat er ‘s nachts ook nog een aantal stops waren en nieuwe mensen bij ons in de coupé stapten was het wel een gebroken nacht.

We hebben voor nu 2 nachten in Ho Chi Minh stad geboekt en zullen vandaag even uitzoeken wat we hier de komende dagen gaan doen.

Foto’s Hoi An

Ha Long Bay

Wauw wat is Ha Long Bay mooi. We zijn een paar dagen in een home stay in Ha Long verbleven en het was te merken dat het hoogseizoen voorbij is. We waren hier de enigen. Omdat we de eerste dag rond 5 uur ‘s nachts aankwamen, ruim voor onze inchecktijd, hadden ze de volgende ochtend nog niet aan een ontbijtje voor ons gedacht. Normaal gesproken is dat niet erg maar er ligt hier op loopafstand geen ontbijttentje. Ze hebben toen, erg creatief, 4 eieren voor ons gebakken (zonder brood, gewoon ei) en we kregen nog een stukje verjaardagstaart die over was van het feestje gisteren. Daar konden we wel even op vooruit!

Onze eerste dag in Ha Long hebben we een cruise uitgezocht voor de volgende dagen. Ha Long Bay staat bekend om de mooie rotsen in het water en die kun je het beste per boot verkennen. Ha Long zelf is niet zo spannend. Wel wordt er momenteel heel veel gebouwd, allemaal nieuwe winkelpanden en mogelijk ook hotels. Wie weet bruist het hier over een paar jaar wel. We zijn langs het water naar het strand gelopen en hebben eindelijk eens in zee kunnen zwemmen! Heerlijk! Lisanne was helemaal in haar nopjes. Er waren ook wat Vietnamese vrouwen aan het zwemmen, althans we denken dat het Vietnamese vrouwen waren. Ze waren namelijk van top tot teen ingepakt: lange mouwen, lange broek, schoenen, handschoenen, een bivakmuts, hoedje en een zwemband rond hun middel. Geen stukje huid was onbedekt. ‘s Avonds hebben we weer lekkere noedelsoep gegeten bij een klein lokaal restaurantje. Onze ervaring is dat je bij dat soort restaurantjes altijd lekker en simpel kunt eten voor weinig geld.

De volgende dag gingen we dan op een 2-daagse cruise door Ha Long Bay (met Vega Travel – echt een aanrader). We kregen de tip hiervoor van Will, die we in Mongolië hebben leren kennen, hij had een paar weken geleden dezelfde cruise gedaan. We hadden een hele leuke groep met allemaal mensen van onze leeftijd: 2 Duitsers, een koppel uit Wales (dat is echt anders dan Engels, van dat taaltje versta je helemaal niks), 2 Nieuw-Zeelanders, 3 Fransen, 3 Amerikanen en een Australiër. We hadden een leuke slaapkamer in de boot met uitzicht over het water. We zijn door de mooie baai gevaren en op uiteindelijk zijn we in het noorden van Ha Long Bay buiten de drukte van de andere boten uitgekomen, hier lagen kayaks op ons te wachten. Met zijn 2en konden we in een kayak en hebben we een lekker stuk geroeid. Het was heel mooi en zonnig weer, echt genieten. Eerst zijn we naar een grot geroeid die we ook in konden lopen. En even later bij een klein strandje aan een andere rots hebben we de kayaks vastgemaakt om even te gaan zwemmen. Het water was heerlijk op temperatuur maar toch verkoelend!

Eenmaal terug op de boot hebben we nog even gerelaxt op het dek en van het uitzicht genoten en tegen de avond ging de boot in een beschut stukje van de baai aanleggen, hier zouden we overnachten. Voor het eten kregen we les in het maken van verse Vietnamese loempia’s (de niet gefrituurde versie). We kregen plastic handschoentjes aan om ze te maken en te rollen en dat was maar goed ook, want Lisanne maakte er een complete knoeiboel van. Maar het gaat natuurlijk om de smaak en ze smaakten wel erg lekker. In de avond hebben we met zijn allen lekker op het dek gezeten en naar de sterren gekeken.

De volgende ochtend ging de wekker om 6 uur en zagen we uit het raam de rotsen in de zee en de zonsopkomst. Als we dan toch vroeg moeten opstaan, dan maar zo. Om 7 uur zouden we namelijk de surprising cave gaan bezoeken, de mooiste en grootste grot in Ha Long Bay. We waren, niet geheel verrassend aangezien we zo vroeg waren opgestaan, de eerste boot daar. Een uur later lag de hele aanlegsteiger vol met boten dus we waren mooi op tijd. De grot was heel mooi, veel stalactieten en het plafond was mooi gegolfd van de erosie van de zee. Na de grot gingen we naar Titop island, waar we helemaal naar boven konden klimmen. Het traplopen (400 treden) was behoorlijk zweten, maar bovenop was er een prachtig uitzicht over heel Ha Long Bay, super! Daarna hadden we wat tijd om bij het strandje van het eiland lekker in de zee te gaan zwemmen. Later in de ochtend zijn we door de mooie baai teruggevaren naar de haven. Onderweg zagen we de rots die op het 200.000 Dong bankbiljet staat. Daarna hebben we nog even geluncht op de boot en zijn we weer terug naar onze home stay gegaan. Het was een heerlijk tripje.

Voor de volgende dag hadden we de bus naar Tam Coc (bij Ninh Binh) geregeld, een stukje zuidelijker van Hanoi. Dat was een rit van 5 uur eindelijk weer eens met de normale bus in plaats van de slaapbus. We konden in Ha Long de opstapplaats van de bus in eerste instantie niet vinden en een man bij het reisbureautje in de straat zei dat we daar wel konden wachten. Hij belde iemand van de bus en vroeg of de bus ons op die plek op kon pikken. Zo gaat het hier, ons kent ons. We hebben nog een half uurtje gezellig met de man gekletst en toen kwam de bus ons inderdaad netjes daar oppikken.

Op naar Ninh Binh (tam Coc) waar we Ha Long bay op het land gaan bewonderen.

Foto’s Ha Long Bay

Scroll naar boven

This content is protected