Thailand: Bangkok & Koh Lanta

Vanuit Cambodja zijn we met de bus doorgereisd naar Thailand. Bij de Thaise grens stonden we ruim 2 uur in de wachtrij voor de douane, zonder airco. Het was een ‘warm’ welkom. Na in totaal zo’n 9 uur bus en douane kwamen we aan in Bangkok. Thailand deed direct anders aan dan Cambodja: er zijn weer 2-baanswegen (en in Bangkok 4-baanswegen) waar in Cambodja alleen maar 1-baanswegen liggen (waar het verkeer overigens anders over denkt, iedereen rijdt er gewoon naast elkaar ook als er tegenliggers komen). En ook stond niet meer elk stukje land vol met landbouw, zoals heel Cambodja (of althans dat wat wij dan gezien hebben) vol staat met rijstvelden en dergelijke.

Thailand is niet per se een van de landen waarvan we voorafgaand aan deze reis bedacht hadden dat we het graag wilden bezoeken. Wel wilden we na Zuidoost Azië graag doorreizen naar Nepal. We hadden onze vliegtickets naar Nepal nog niet geboekt, en eenmaal in Cambodja bleek dat vliegen vanuit Bangkok het voordeligste was, en dan het liefst een aantal weken van te voren boeken, want vliegtickets worden met de dag duurder. Zo ontstond het idee om eerst twee weken in Thailand door te brengen. Dat vonden we zeker niet erg.

Bangkok vonden we een leuke en gezellige stad. We zaten in een leuk hostel aan de rand van de wijk Chinatown. We waanden ons weer een beetje in China met alle lampionnen en Chinese eettentjes. De dag na aankomst hebben we het centrum van Bangkok ontdekt. We hebben een grote wandeling gemaakt: door Chinatown, met de boot naar de overkant van de rivier waar het tempelcomplex “Wat Arun” ligt en daarna naar het tempelcomplex “Wat Pho” en de grote liggende gouden boeddha. We hadden ook nog het koninklijke paleis in Bangkok willen bezoeken, dat is misschien wel de bekendste bezienswaardigheid hier, maar daar mochten we niet naar binnen omdat we een korte broek aan hadden. Lisanne had al een sjaal meegenomen die als rok kon dienen, maar tot nu toe mochten mannen overal gewoon naar binnen met korte broek, dus we hadden er niet op gerekend ook een sjaal voor Rik mee te nemen. Eigenlijk was het in korte broek al veel te heet om sightseeing te doen, laat staan in lange broek. We vonden het dus wel mooi geweest en besloten om in de plaats van het paleis te bezoeken een terrasje te pakken. We vinden het inmiddels ook al niet meer erg om hier en daar wat te ‘missen’.

De volgende dag in Bangkok regende het veel en zijn we lekker binnen gebleven. We zagen hoe er op een gegeven moment een auto bij het hostel kwam voorrijden en hoe het Italiaanse koppel dat het hostel runt wat geld door het raampje gaf. Ze kwamen vertellen dat het de politie was en dat die elke maand in een anonieme auto geld komen halen. In ruil daarvoor maakt de politie geen probleem van de vergunning van het hostel die blijkbaar niet helemaal in orde is. Het schijnt hier de meest normale zaak van de wereld te zijn. Alle hotels en hostels in de buurt (dus ook gewoon die met Thaise eigenaren) betalen de politie om geen problemen te krijgen. Zo waren we getuige van een stukje Thaise corruptie.

Na een paar dagen Bangkok zijn we doorgereisd naar Koh Lanta, een eiland in het zuidwesten van Thailand, om even lekker aan het strand te relaxen voordat we straks in Nepal door de bergen gaan trekken. We namen de nachttrein vanuit Bangkok en het werd een leuke rit, want er zat een ander Nederlandse koppel op de twee bedden tegenover ons dat ook op wereldreis is. Dat was nog eens leuk, want we begrepen elkaar helemaal en konden veel ideeën en verhalen uitwisselen. Als laatsten in de wagon gingen we uiteindelijk toch maar slapen, alhoewel slapen lastig was in de nachttrein vanwege de verschillende nachtelijke tussenstops.

Maar in Koh Lanta konden we uitrusten. Dat was erg welkom want we hadden ook allebei een beetje last van de buik, waarschijnlijk ergens iets verkeerds gegeten. Koh Lanta is, zeggen ze, een van de rustigere Thaise eilanden en het leek ons een goede uitvalsbasis om wat dagtripjes te doen. Echt rustig was het niet, de hele westelijke kustlijn van het eiland ligt vol met hotels en resorts. We zaten in een fijn bungalowtje op 50 meter van het strand. Toppie!

We zijn er 2 dagen met de scooter op uit getrokken om de rest van het eiland te verkennen. De oostkust was wel rustiger, daar wonen de locals en zijn de stranden minder mooi. We hadden op de eerste scooter-dag ons rondje om het eiland (in totaal misschien 50 km) bijna gemaakt toen we donkere wolken zagen aankomen en we besloten terug naar het hotel te gaan. Precies op tijd, want we stonden 10 seconden onder het afdak bij het hotel toen het heel hard begon te regenen. Oktober is hier nog een soort van regenseizoen en we hebben afgelopen week wel een aantal flinke buien voorbij zien komen, vooral in de namiddag en avond. Gelukkig was er ook genoeg zon en hebben we ook een paar mooie zonsondergangen gezien en heeft Rik lekker kunnen fotograferen. Onze tweede scooter-dag zijn we naar het zuiden van het eiland gereden waar de mooiste stranden van Koh Lanta liggen. Vooral Bamboo beach was top, heel mooi zandstrand en blauwe zee, heerlijk!

Ons hoogtepunt van Thailand was het dagtripje naar de 4 islands. Zo noemen ze het, maar het gaat eigenlijk om de kleine eilandjes Koh Ngai, Koh Chueak, Koh Kradan en Koh Muk. Deze eilandjes liggen ten zuiden van Koh Lanta. Met een grote speedboot en een groep van 20 man zijn we een dag op pad geweest. We kwamen nog een leuk Iers koppel tegen dat tegelijkertijd als ons op reis is vertrokken en precies dezelfde route heeft afgelegd tot nu toe. Hoe toevallig! In het ene land zijn ze iets langer gebleven dan wij en in het andere iets korter, maar we hebben heel veel dezelfde dingen gedaan. Grappig om elkaar hier dan tegen te komen. De 4 islands waren super mooi, allemaal! Fantastische witte zandstranden en blauwe zee. Op twee plaatsen hebben we gesnorkeld en hebben we wat gekleurde vissen en zee-egels gezien, niet super veel, maar toch wel leuk. Bij een ander eiland hebben we op het strand geluncht. Het leukste was toen we bij Emerald cave op een van de eilanden door een opening in de rots heen gingen (zwemmend). Na 5 minuten in het donker te zwemmen zagen we licht aan de andere kant en kwamen we uit op een strandje binnenin het eiland, van alle kanten omringd door rotsen en bomen. We voelden ons ware survivalors!

Vandaag zijn we via Krabi terug naar Bangkok gevlogen en morgen zullen we verder vliegen naar Nepal, naar de hoofdstad Kathmandu! Yes, daar hebben we zin in! In Nepal willen we het Annapurna circuit gaan lopen, ruim twee weken door de bergen trekken. De Thaise stranden waren prachtig, maar we hebben allebei wel weer zin in een beetje actie en hier kijken we al een paar dagen erg naar uit! 🙂

Tot snel, de volgende keer vanuit Nepal! R&L

Foto’s Bangkok
Foto’s Koh Lanta

Cambodja!

We zijn in Cambodja! En het wordt een lang artikel want we gaan ons hele Cambodja avontuur in een artikel vangen. We vinden Cambodja inmiddels ook echt leuk. Oké, Rik vond het hier al vrijwel direct leuk, maar Lisanne moest de eerste dagen even wennen aan de sfeer en dan voornamelijk vanwege alle dingen die aan de oorlog deden denken, maar daarover later meer.

We zijn met de bus van Saigon (Vietnam) naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja gereden, een rit van ruim 6 uur. We zaten in de bus naast een Nederlandse meid die al een paar maanden in Phnom Penh stage had gelopen en ons wat goede tips wist te geven. In de bus werd alles voor ons visum voor Cambodja geregeld: we moesten een paar formulieren invullen, pasfoto’s aanleveren (die hadden we vanuit Nederland al meegenomen en kwamen nu eindelijk van pas), we moesten het geld voor het visum aan de medewerkster in de bus overhandigen en ook onze paspoorten. De medewerkster zorgde er bij de grenspost voor dat de visa voor iedereen in de bus in orde gemaakt werden. Het was bij de grens niet druk en we werden door de douane beambten een voor een naar voren geroepen en kregen ons paspoort met visum voor Cambodja overhandigd. Dat ging gelukkig makkelijk.

Het landschap in Cambodja was niet direct anders dan Vietnam (veel rijstvelden en palm- en bananenbomen), maar wat ons wel direct opviel waren de typisch Cambodjaanse kronkels aan de daken van sommige sjieke huizen en de vaak gouden kleine gebedshuisjes voor elk huis (we vonden ze eruit zien als heftig versierde brievenbussen).

Eenmaal in Phnom Penh was het erg rustig voor een grote stad. Het bleek dat de komende drie dagen nationale feestdagen waren waarin de meeste mensen familie op het platteland op gingen zoeken. Veel winkels en restaurants waren dicht en het was rustig op straat, je kon gemakkelijk oversteken. Wij vonden dit wel fijn! Het Hard Rock café van Phnom Penh was gelukkig wel open en we hebben er weer eens een lekkere ‘toet’ besteld: een brownie die zo groot is dat het ‘-je’ van toetje echt niet op zijn plaats is, dus we noemen het gewoon de toet. Lekker!

De volgende dag zijn we de stad verder gaan verkennen. De bekendste bezienswaardigheid hier is niet vrolijk, het zijn de killing fields. Even een klein stukje geschiedenis. Tussen 1975 en 1978 was de rode Khmer onder leiding van Pol Pot in Cambodja aan de macht en onder zijn leiding heeft er genocide plaats gevonden. Ongeveer 2 a 3 miljoen mensen zijn in die periode vermoord en dan voornamelijk mensen uit de steden en hoger opgeleide mensen. De gedachte was dat iedereen als boer moest gaan leven en zich productief moest maken door rijst te verbouwen. Iedereen uit de stad werd gedwongen op het platteland te gaan leven. Vaak moesten de mensen 14 tot 16 uur werken op het platte land en als je niet meewerkte werd je vermoord. Ook was er weinig voeding voor de mensen en mocht je alleen eten als de rode Khmer dit toestond, veel mensen zijn daardoor ook door verhongering om het leven gekomen. Er zijn door heel Cambodja veel massagraven en misschien de bekendste ligt vlakbij Phnom Penh en die hebben we met de bus bezocht. Het was niet bepaald leuk, maar de audiotour die we er deden gaf wel veel informatie en we hebben zo veel over het land geleerd. Want ook de dagen hierna zijn we nog geregeld met de gevolgen van de genocide geconfronteerd. Bijvoorbeeld tempels die toen verwoest zijn en recentelijk weer gerenoveerd, of dat veel gebouwen in Phnom Penh redelijk nieuw zijn, van na de genocide omdat er toen veel verwoest was. Of dat nog steeds veel (oudere) mensen op het platteland wonen (omdat steden toen leeg geruimd werden) en de stad tijdens feestdagen dus behoorlijk rustig is omdat men de familie op het platteland gaat opzoeken.

Na het killing field hebben we ook een voormalige gevangenis (S21) in de stad bezocht, waar (onschuldige) mensen gevangen werden gehouden en ondervraagd. Ook hier hebben we een audiotour gedaan. Rik heeft daarbij de verschillende gebouwen bezocht en Lisanne heeft de audiotour gewoon in de tuin geluisterd want het was zo al wel heftig genoeg. De rest van onze tijd in Phnom Penh was het tijd voor luchtigere dingen en zijn we langs wat tempels gelopen, over een vieze markt en hebben we aan de boulevard een lekker Angkor biertje gedronken.

Na een dag zijn we verder gereisd naar Battambang. Battambang is na Phnom Penh de grootste stad van Cambodja, maar zo voelt het helemaal niet. Het is een eenvoudig maar gezellig plattelandsstadje waar scooters en tuktuks over de zandwegen rijden. We zaten in een guesthouse met een super vriendelijke eigenaar die ons elke avond met de auto in het centrum van de stad afzette zodat we wat konden eten en even later weer kwam ophalen. Top service van het guesthouse!

2 dagen hebben we de omgeving van Battambang met de tuktuk verkend (want dat is toch wel het vervoermiddel bij uitstek hier) en wat hadden we een leuke chauffeur. Hij sprak goed Engels en vertelde veel over de omgeving en de geschiedenis. Ook vertelde hij veel over zichzelf en wat hij vroeger allemaal meegemaakt heeft. Hij was een jaar of 15 tijdens de genocide en alhoewel hij en zijn familie de periode overleefd hebben heeft hij ook veel schokkende en vervelende dingen gezien. Na die periode is hij verplicht bij het leger moeten gaan, is hij een paar jaar later uit het leger gevlucht en als monnik gaan leven en heeft hij daar Engels geleerd. Inmiddels werkt hij al lange tijd als tuktuk chauffeur. De eerste dag hebben we de omgeving ten zuiden van Battambang verkend. We hebben veel gezien, zo kregen we een rondleiding door een traditioneel Cambodjaans huis, zijn we door een kleine moslim commune gereden, langs een boom met heel veel vleermuizen erin, hebben we een mooie tempel bezocht, zijn we verder gereden door de rijstvelden, hebben we een lekke band gehad en hebben we een rots bezocht waar aan een kant van de rots veel mensen tijdens de genocide zijn vermoord, terwijl de andere kant van de rots heel bijzonder was. Rond half 6 ’s avonds iedere dag komen uit een opening uit de rots miljoenen vleermuizen gevlogen. En dat blijft zo’n 20 tot 30 minuten doorgaan. Hilarisch. We hebben onderaan de rots een drankje gedronken en naar alle vleermuizen gekeken. Oja en wanneer je zelf een bezoek brengt aan deze bezienswaardigheid, ga niet rechtstreeks onder de vluchtroute van de vleermuizen zitten (zoals Lisanne in het begin deed), je ontvang dan gratis en voor niks natte druppels…

De volgende dag in Battambang hebben we met onze chauffeur het gebied ten noorden van Battambang verkend. Zo zijn we langs een vismarkt gereden (en dat stonk), langs een mooie tempel en langs een killing field, hebben we bamboe rijst gegeten (rijst klaargemaakt met kokos in een holle bamboestam) en hebben we tenslotte nog een andere mooie tempel bezocht. We vonden Battambang en omgeving echt heel leuk en gemoedelijk. Leuk om wat van het platteland in Cambodja te zien.

De volgende dag zijn we met de publieke boot verder getrokken naar Siem Reap. De boottocht duurde zo’n 7 uur en dat was wel een leuke afwisseling op reizen per bus of per trein. De eerste paar uur gingen we over de rivier door kleine dorpjes. Langs de rivier staan veel gammele huizen op palen met bootjes ervoor. Sommige huizen staan schots en scheef. We hebben niet het idee dat mensen hier arm zijn of te weinig eten hebben, maar het leven op sommige plaatsen is wel heel eenvoudig. Het afval slingert ook vaak rond langs de huizen en in de rivier. Goed onderhouden ziet het er niet uit. Zo nu en dan nam onze boot pakketjes aan van mensen die in hun bootje naar onze boot toe kwamen varen en even later werden die pakketjes aan andere mensen op bootjes weer afgegeven. Halverwege kwamen ook twee lokale moeders met hun kindjes op de boot. Toen een baby’tje niet kon slapen kwam er een hangmat uit de tas tevoorschijn en knoopten ze die over de breedte van de boot aan de palen vast. In de hangmat werd het baby’tje in slaap gewiegd. Heel inventief! Na een paar uur varen kwamen we door een moerassig gebied om uiteindelijk een groot meer op te varen. In de buurt van Siem Reap kwamen we nog langs een floating village, alle huizen en winkels dreven hier op het water. Eenmaal aan land konden we een tuktuk delen met een mede bootreiziger uit Colombia en werden naar ons hotel in Siem Reap bracht. Het was een leuke tocht, alhoewel misschien net iets te lang want we waren ook wel weer behoorlijk moe gezeten.

Siem Reap is misschien de meest toeristische stad in Cambodja. Net buiten Siem Reap liggen namelijk de Angkor tempels, waaronder de bekendste tempel, Angkor Wat. De Angkor Wat tempel staat ook op de Cambodjaanse vlag afgebeeld. Siem Reap is een erg gezellig en vriendelijk stadje met veel restaurantjes en winkels en heel veel tuktuks. loop je over straat, dan hoor je iedere 10 seconden wel: Sir, do you want tuktuk… De oplossing is waarschijnlijk het aanschaffen van een t-shirt dat ze overal verkopen met de opdruk: No tuktuk for today! en met een afbeelding van een tuktuk met een groot rood kruis erdoor. De Angkor tempels zijn het beste met de tuktuk te bezoeken. En dat is dan ook wat wij hier de afgelopen twee dagen gedaan hebben. Het hele tempelcomplex is erg groot en op een dag lukt het je niet om ze allemaal te bezoeken. In twee dagen ook niet, sommige tempels liggen ruim 40 km uit de richting, maar in twee dagen konden we wel de mooiste bezoeken en dat vonden we prima. Zo begonnen we onze tempeltocht goed met de Ta Prohm tempel, ook wel bekend van de film Tomb Raider. Hier waren grote bomen over de tempel heen gegroeid. Je zat hier middenin de jungle. Achteraf gezien is dit wel een van onze favoriete tempels. Ook hebben we de tempels van Angkor Thom bezocht, waar vroeger (tussen 800 en 1432 tijdens het Khmer rijk) de hoofdstad van het Khmer rijk zat en hier woonde de koninklijke familie. In die periode was Angkor dus een heel belangrijk gebied in Zuidoost Azië en de tempels zijn ook vrijwel allemaal in deze periode gebouwd. Na ook een aantal kleinere tempels te hebben bezocht kwamen we op het einde van de dag uit bij Angkor Wat, de bekendste van ze allemaal. We vonden het erg mooi! Zelfs als je geen tempel-liefhebber bent is dit wel de moeite waard. Er zit enorm veel detail in alle stenen, veel gravures en beeldhouwwerken, overal waar je kijkt.

Het weer is hier erg warm en vochtig, en na zo’n dag tempels bezoeken kon je ons behoorlijk uitwringen. De tuktuk was wel fantastisch, het frisse windje is precies wat je dan nodig hebt. Bij ons hotel zit ook een goed restaurant waar we lekkere mangosap konden drinken en ook elke avond lekker gegeten hebben. Onze tweede tempeldag was het zowaar nog warmer en vochtiger. Deze dag hebben we een grotere ronde gemaakt met meer kleinere tempels, wat gelukkig ook minder lopen betekende en meer tuktuk. Zo zagen we onder andere nog een mooie kleine tempel op het meer en twee tempels van zandsteen.

Vandaag is ons laatste dagje in Siem Reap en zelfs ons laatste dagje in Cambodja! We hebben vandaag wat uitzoekwerk gedaan voor de komende weken. Morgen nemen we namelijk alweer de bus naar Bangkok in Thailand! We zijn nu 1,5 week in Cambodja geweest en hebben hier ook kunnen doen wat we graag wilden, dus tijd om weer verder te trekken :). Tot ons volgende bericht! Waarschijnlijk vanuit Thailand!

Foto’s Phnom Penh
Foto’s Battambang
Foto’s Siem Reap & Angkor Wat

Zuid-Vietnam: Ho Chi Minh stad, Cu Chi tunnels & Mekong delta

Hanoi is de hoofdstad van Vietnam, maar Ho Chi Minh stad is met ruim 7,5 miljoen inwoners de grootste stad van Vietnam. Wij vonden Ho Chi Minh stad ook iets leuker dan Hanoi, net iets minder chaotisch en wat leukere bezienswaardigheden. Ho Chi Minh stad werd vroeger Saigon genoemd. Toen Noord- en Zuid-Vietnam na de Vietnamoorlog in 1976 herenigd werden, is de naam Saigon veranderd in Ho Chi Minh stad. We merkten al snel dat de twee namen nog gewoon door elkaar gebruikt worden. Het treinstation heet bijvoorbeeld station Saigon. Toen we iemand ernaar vroegen waarom ze het telkens over Saigon had en niet over Ho Chi Minh stad, zei ze dat het gewoon makkelijker praatte, minder lettergrepen uit te spreken. Het is allebei goed. Omdat Saigon ook minder typewerk is dan Ho Chi Minh stad, noemen we het in dit bericht verder Saigon :).

’s Ochtends vroeg rond 6 uur kwamen we met de nachttrein in Saigon aan en onderweg naar ons guesthouse zagen we in de stadsparken veel mensen sporten. Er waren al dansklasjes bezig, hardlopers, mensen die gewoon wat oefeningen aan het doen waren en badmintonners! De lijnen van een paar badminton velden waren op de grond geverfd en een aantal mensen hadden zelf een net meegenomen en waren een wedstrijdje aan het spelen. En van een goed niveau! Het ging ons kriebelen om even mee te spelen, maar we hadden nog een paar backpacks in ons guesthouse af te zetten. We zaten in een guesthouse midden in het centrum met heel aardige eigenaren. Bij aankomst hielpen ze ons om wat tripjes te boeken voor de komende dagen, naar de Cu Chi tunnels waar in de Vietnamoorlog in gevochten werd, een tripje naar de Mekong delta en ze hielpen ons alvast bustickets naar Cambodja aan te kopen. We hadden zelf al wat onderzoek gedaan op internet naar tripjes die we wilden doen maar vonden die allemaal erg duur. We waren verbaasd hoeveel goedkoper het was om het zo via het guesthouse te regelen. Hoppa, het was fijn om direct alles voor de komende dagen direct geregeld te hebben.

Eerst hebben we Saigon zelf verkend. De drukke Ben Thanh markt, het standbeeld van Ho Chi Minh voor het stadhuis, een aantal hotels die bekend zijn van de Vietnamoorlog omdat hier journalisten gehuisvest waren en verslag deden van de oorlog, het mooie oude postkantoor in Franse stijl, een replica van de Notre-Dame in Parijs maar dan iets kleiner, het herenigingspaleis waar de Vietnamoorlog beëindigd werd en het War Remnants Museum. In het museum was allerlei informatie over de Vietnamoorlog te vinden, net als foto’s, wapens en tanks. Dat was wel heftig, er zijn veel verschrikkelijke dingen gebeurd, o.a. met napalm (agent orange). Het was ook zo’n raar contrast met het mooie en vriendelijke Vietnam zoals wij het tot nu toe hebben leren kennen. We hebben het liedje Goodbye Saigon van Billy Joel ook nog een keer geluisterd op de kamer. Vooral Lisanne vond dit altijd al een mooi liedje zonder heel goed naar de tekst te luisteren, maar het krijgt nu een hele nieuwe lading.

De volgende dag zijn we naar de Cu Chi tunnels gegaan. Deze tunnels zijn onderdeel van het grote tunnelnetwerk (180 km) dat tijdens de Vietnamoorlog door de Vietcong gebruikt werd. We werden door onze gids opgehaald en gingen met een groep van bijna 20 man met de bus naar de tunnels. Die lagen op ongeveer 1,5 uur rijden ten noorden van Saigon. We kregen daar onder andere uitleg over hoe de Vietnamezen in de tunnels leefden en hoe boobytraps werden aangelegd om de Amerikanen in de val te lokken. We konden ook zelf een stukje door de tunnels lopen, maar dat was echt maar heel kort. Je kon er ook, lekker toeristisch, schieten met een aantal geweren die tijdens de oorlog gebruikt werden. Jemig wat maakte dat een lawaai. Kun je nagaan hoe het tijdens de oorlog geklonken moet hebben met veel meer schoten tegelijkertijd en bommen die werden gedropt. Heftig. We hebben het schieten lekker aan ons voorbij laten gaan.

De overige dagen in Saigon vonden we het weer tijd voor leuke dingen en stond een 2-daags tripje naar de Mekong delta op het programma. De rivier Mekong mondt in Zuid-Vietnam, nog ten zuiden van Saigon, uit in de zee samen met zijn vele zijrivieren. Tijdens het tripje naar de Mekong delta hebben veel over de (zijrivieren van de) Mekong gevaren van plaats naar plaats. Er worden hier ook heel veel tropische vruchten verbouwd, zoals ananas, bananen, dragonfruit, durian fruit (dat stinkt!) en kokosnoten. Tussen het varen door zagen we delen van de tropische plantages en hebben we een familiebedrijf bezocht dat kokossnoepjes maakt, en ander bedrijfje waar we lekkere honing en tropisch fruit konden proeven en een ander bedrijfje waar we konden zien hoe rijstnoedels gemaakt worden. Ook konden we sterke kokoswijn proeven en sterke drank met een (dode) schorpioen of een slang (cobra) in de fles. Het zag er niet bepaald smakelijk uit, maar het smaakte wel goed! Voordat we naar onze slaapplaatsen werden gebracht hebben we in het stadje My Tho nog een mooi tempelcomplex met een pagoda en 3 hele grote boeddhabeelden bezocht.

’s Avonds bleven we met een aantal groepsgenoten in een homestay direct aan de Mekong overnachten aan de rand van het stadje Can Tho. Dat was heel gezellig. We kregen eerst een workshop in het maken en bakken van loempia’s. We kregen allemaal kleine hapjes bij de loempia’s en verse vis, heel lekker! Daarna was het tijd voor het toetje, rijstwijn! Ook onze gastheer vond het wel gezellig en er moest nog een tweede zak met wijn aan te pas komen…

De volgende ochtend, we waren allemaal heel fris en fruitig, konden we direct vanuit onze kamer in een bootje stappen en zijn we de Mekong weer opgevaren. We gingen de Cai Rang floating markets bij Can Tho bezoeken. Hier komen vroeg in de morgen veel boten bij elkaar om grote hoeveelheden groenten en fruit te verhandelen. Dat was leuk om te zien. Ananassen en andere vruchten werden van de ene boot op de andere boot gegooid en volle boten kwamen de markt weer uit gevaren. Wel dreef er ook veel afval en troep door de bruine Mekong. We zijn daarna doorgevaren naar een ander stukje land waar we op enorm gammele fietsen een korte fietstocht hebben gemaakt en waar je vervolgens lokale delicatessen zoals kikker, slak, rat en slang kon proeven en kon zien hoe het bereid werd (niet echt heel humaan)… Fantastisch. We hebben maar even gewacht tot we even later fatsoenlijk gingen lunchen met noedelsoep.

Tegen het einde van de middag waren we weer terug in Saigon en gingen we terug naar ons guesthouse waar we onze backpacks hadden achtergelaten. Het leuke van zo’n georganiseerd tripje vinden we dat je weer verschillende mensen uit verschillende landen leert kennen en dat je veel plaatsen in korte tijd ziet (alhoewel ze wat ons betreft ook een paar dingen hadden kunnen overslaan zoals de gammele fietsen).

Dit was Vietnam dan! We hebben het hier erg naar ons zin gehad, lekker gegeten, veel mooie plaatsen gezien en veel hele vriendelijke Vietnamezen ontmoet. Maar we staan ook te popelen om nu door te reizen naar buurland Cambodja!

Foto’s Ho Chi Minh stad, Cu Chi tunnels & Mekong delta

Relaxen in Hoi An

De afgelopen week hebben we in Hoi An doorgebracht, een leuk stadje aan de kust in Midden-Vietnam. We zijn deze reis nog niet eerder zo lang op dezelfde plaats gebleven. Meestal blijven we 2 tot 4 nachten op een plaats, afhankelijk van de plaats natuurlijk, wat voor ons ook een prima reistempo is. Maar deze week stond voor ons ook in het teken van ‘even relaxen’ en we zijn hier 7 dagen gebleven. Waar we tot nu toe heel erg budget gereisd hebben, hadden we hier een iets comfortabeler hotel uitgezocht, dat voor Nederlandse begrippen overigens nog steeds goedkoop was, zodat we ook echt een beetje konden relaxen. Het lag bij An Bang Beach, een mooi strand ten noorden van Hoi An. We hadden een heerlijke kamer met een badkamer waarin de douche en de wc gescheiden waren (inmiddels zijn we gewend dat bij het douchen de wc ook kleddernat wordt omdat die er praktisch onder staat), en zelfs een overdekt buitenzitje zodat we bij slecht weer niet veroordeeld waren tot in bed liggen. Ook had het hotel een klein zwembad en het strand lag op 100 meter lopen. Wat een luxe!

We hadden een paar dagen mooi weer en een paar dagen regen. De regen vonden we niet eens zo erg want zo moesten we wel uitrusten en konden we weer eens een boek lezen. In het hotel lagen boeken die je kon lenen. Een van de mooie dagen hebben we lekker op het strand gelegen. De zee was hier heel fijn met veel golven waar je lekker tegenin kon springen. Ook zijn we een dagje naar Hoi An gefietst, dat lag op ongeveer 4km fietsen en we hebben daar het oude centrum bezocht. Hoi An is heel sfeervol en het staat vooral bekend om alle kleurrijke lampionnen die over de straatjes hangen. Het heeft ook een erg drukke lokale markt. Lekker chaotisch en je kijkt er je ogen uit.

De paar dagen hierna heeft het veel geregend en was lekker eten het spannendste wat we hebben ondernomen. Het begon al met het ontbijt in het hotel, dat was fantastisch. Het bestond uit een bananen- of mango milkshake of een ander vers vruchtensapje, daarbij koffie of thee, daarbij een pannenkoek met fruit of een omelet met een lekker Frans stokbroodje (die zie je door heel Vietnam – overblijfselen uit de Franse koloniale tijd) en dan nog een toetje van vers fruit. Meestal hadden we dan geen honger meer tot laat in de middag. Zo kwamen we met 2 grote maaltijden de meeste dagen wel door. Eind van de middag of ‘s avonds gingen we dan ergens in de straat eten want daar lagen meerdere leuke restaurantjes. Zo hebben we weer eens lekkere verse vis gegeten, of gewoon Vietnamese loempia’s en noedels. Het Vietnamese eten bevalt ons goed. We hebben ook andere typisch Vietnamese gerechten geprobeerd zoals Vietnamese pancakes (pannenkoekjes met garnalen die je samen met sla en kruiden in rijstpapier kunt wikkelen en als loempia’s kunt eten) en hotpot (soep met groenten en eventueel vlees, vis of tofu en apart een bord met noedels die je dan zelf in de soep erbij kunt doen om alles samen te eten).

Toen het na de regendagen op een ochtend weer even droog was hebben we direct besloten om er met de scooter op uit te rijden, die konden we bij het hotel huren. Ze hadden ook voor die dag wel regen voorspeld maar die is gelukkig niet meer gevallen, de zon kwam zelfs nog even door. We hebben lekker door de omliggende dorpjes van Hoi An getoerd over leuke straatjes waar soms nog flinke waterplassen lagen. We zagen hoe de lokale bevolking in de middag zat te lunchen en bordspellen aan het doen was en hoe kinderen in schooluniform weer naar huis fietsten. Ook reden we door velden, waarschijnlijk veel rijstvelden, waar de oogst net had plaats gevonden en die nu redelijk leeg stonden. Uiteindelijk zijn we naar het gezellige centrum van Hoi An gereden om wat te eten en daarna, misschien wel het leukste van de dag, is Rik naar de kapper gegaan. Het was een barbershop voor echte mannen. Lisanne heeft de hele knipbeurt gade geslagen en heeft in een deuk gelegen. Eerst ging de kapper erg enthousiast met de tondeuse over Rik zijn haar. Maar mooi kort is niet lelijk. Toen zijn koppie lekker kort was mocht hij gaan liggen en werd zijn haar en zijn hele gezicht door een assistente gewassen en stevig gemasseerd. Daarna werd hij ook nog geföhnd. Ik bedoel, dat korte koppie zou op de scooter anders toch nooit snel drogen. Het was wel leuk allemaal en Rik kan er weer even tegenaan. In de avond zijn we nogmaals terug gereden naar het centrum van Hoi An om alle lampionnen ook eens in het donker te zien. Het was nu veel drukker in het stadje dan overdag! Alle toeristenbussen stoppen hier blijkbaar vooral ‘s avonds. We konden de scooter niet meer vrij parkeren zoals ‘s middags en moesten een officiële parkeerplaats opzoeken. Ook was de rivier nu vol met allemaal bootjes en kon je een kleine rondvaart maken en een wens-kaars op het water laten. We vonden het allemaal wat overdreven maar alle lichtjes maakten het evengoed gezellig.

Na een weekje op deze leuke plek waren we weer klaar om verder te trekken. We hadden een nachttrein naar Ho Chi Minh stad (het voormalige Saigon) geboekt, in het zuiden van Vietnam. In Rusland, Mongolië en China hebben we veel met nachttreinen gereisd, dus Vietnam kan nu ook niet achterblijven. Het is een treinrit van ongeveer 16 uur. De trein vertrok gisteren om 2 uur ‘s middags waardoor we ook een deel van de rit van het landschap konden genieten. Dat is misschien wel een nadeel van nachttreinen, het is voornamelijk donker als je aan het reizen bent, dus je ziet niet veel van het landschap. Maar goed, in een vliegtuig zie je ook niet veel van het landschap. Nu konden we het eerste stuk van de rit wel naar buiten kijken. Zo zagen we het mooie groene Vietnamese platteland. De rijst was op de meeste plaatsen al geoogst en veel velden stonden nu leeg of vol met water. Je zag ook de buffels over de velden lopen en de ganzen en eenden waggelen. Hoe zuidelijker we gaan hoe tropischer het ook wordt met veel bananenbomen en palmbomen. We hadden ons gewoonlijke trein-eten, een bak met instant noedels, bijna op toen Rik zei “ik weet niet of ik hier genoeg aan ga hebben”, toen ze vanuit de trein gratis rijst en saté maaltijden kwamen uitdelen. Dat was nog eens een leuke verrassing van de Vietnamese trein. ‘s Nachts hebben we wel wat kunnen slapen, maar omdat er ‘s nachts ook nog een aantal stops waren en nieuwe mensen bij ons in de coupé stapten was het wel een gebroken nacht.

We hebben voor nu 2 nachten in Ho Chi Minh stad geboekt en zullen vandaag even uitzoeken wat we hier de komende dagen gaan doen.

Foto’s Hoi An

Op de scooter door Tam Coc en Hue

Afgelopen week hebben we de omgeving van de plaatsen Tam Coc en Hue vooral op de scooter ontdekt. Alle Vietnamezen rijden scooter en ze vervoeren er ook de gekste dingen mee. Wij passen precies met zijn tweeën op een scooter, maar sommige families zitten er gewoon met zijn vieren op.

Tam Coc is een klein plaatsje in de buurt van de grotere stad Ninh Binh in Noord-Vietnam, ongeveer 2 uur ten zuiden van Hanoi. Tam Coc is niet veel meer dan een grote straat met veel hotels, winkeltjes en restaurants. We vonden het wel gezellig en het is een ideale uitvalsbasis om de mooie omgeving te ontdekken. Deze omgeving staat ook wel bekend als het Ha Long Bay op land, vanwege de rotsformaties die lijken op de rotsen die bij Ha Long Bay in zee liggen. Ons deed het landschap ook heel erg aan de omgeving van Yangshuo in het zuiden van China denken.

We checkten bij ons hostel tegelijkertijd in met een Israelisch koppel, Motti en Nella, die we de volgende ochtend bij het ontbijt weer spraken. Ze bleken voor de dag dezelfde plannen te hebben als wij, de omgeving verkennen op de scooter en we besloten om er samen op uit te trekken. Eerst zijn we naar een plek gereden waar je in een bamboevlot een rondvaart over de rivier kunt maken, tussen de typerende rotsformaties door. We pasten gezellig met zijn vieren op een bootje en de boot werd geroeid door een Vietnamese vrouw. Bijna alle bootjes hier (en dat waren er veel) werden geroeid door Vietnamese vrouwen, die goed ingepakt waren tegen de zon, lange mouwen, lange pijpen, hoed en een parasol. Heel apart om te zien. Er lagen 4 extra roeispanen in de boot en af en toe hebben we haar een beetje bijgestaan met roeien, maar niet dat ze het nodig had. Het uitzicht vanaf de boot was heel mooi en ook gingen we door een aantal grotten heen (waar we even goed moesten bukken) en konden we een paar keer aan land om tempels langs de route te bekijken.

Vervolgens zijn we verder gereden naar Hoa Lu, een voormalige hoofdstad van Vietnam. Dat was dan wel heel lang geleden (blijkbaar ongeveer 1000 jaar geleden), want het was een klein dorpje en er was niet veel te beleven. We hebben er een paar tempels bekeken en zijn toen verder gereden naar het tempelcomplex bij Bai Dinh pagoda. Daar hadden we in eerste instantie geen hoge verwachtingen bij, we hebben namelijk al het een en ander aan pagoda’s gezien, maar dit was een positieve verrassing. Het tempelcomplex was redelijk groot en we werden met een elektrische auto naar de eerste tempel gereden. Van daaruit konden we door mooie overdekte gangen met heel veel boeddha beelden naar de klokkentoren lopen en naar andere tempelgebouwen om uiteindelijk bij de grote pagoda uit te komen. Je kon in de pagoda de lift naar boven nemen en we vonden het wel komisch dat om de lift te nemen je eerst een aantal trappen op moest lopen. Bovenin was het uitzicht prachtig. Je kon het hele tempelcomplex goed zien liggen en ook zag je de mooie omgeving en de mooie rotsen.

’s Avonds hebben we gezellig Indisch gegeten met Motti en Nella. Eens wat anders dan loempia’s en we vonden het erg lekker. Ook hebben we het een en ander over Israel geleerd, zoals dat Tel Aviv een leuke stad is, Israëliërs dienstplicht hebben (mannen moeten 3 jaar het leger in en vrouwen 2 jaar) en dat je Israëlische toeristen kunt herkennen aan hun sandalen. Sindsdien letten we er soms op en we denken toch al zeker een aantal andere Israëliërs hier gespot te hebben.

De volgende dag hebben we met zijn tweeën op de scooter nog wat andere plaatsen in de omgeving ontdekt. Zo zijn we naar de Bich Dong pagoda geweest, een kleinere pagoda in de rotsen en zijn we naar Bird Valley geweest. Daar hebben we een wandeling gemaakt door het park, hebben we wat ooievaars gespot en door een grot gekropen (die was zo laag dat je niet normaal kon lopen). Ook zijn we daarna naar Mua cave gegaan, daar kon je de rots beklimmen (zo’n 500 traptreden) om vervolgens moe en bezweet van een mooi uitzicht te kunnen genieten.

In de avond was het tijd om verder te trekken en zijn we op de slaapbus gestapt van Tam Coc naar Hue. Hue ligt in het midden van Vietnam en het was een rit van ongeveer 9 uur. De bus kwam blijkbaar al vanuit Hanoi en zat al bijna helemaal vol met mensen die daar opgestapt waren, maar helemaal achterin de bus waren nog wat bedden vrij en tot ons geluk was dat de ‘masterbedroom’. 3 bedden naast elkaar zonder een gangpad ertussen. Niet dat dat een garantie was op een goede nacht maar toch hebben we wel een paar uur kunnen slapen. Vroeg in de ochtend kwamen we aan in Hue en hebben we in ons hostel nog een paar uur extra kunnen slapen.

Hue was tot 1945 de hoofdstad van Vietnam en tijdens de Vietnam oorlog zijn hier bloedige gevechten geweest, want de stad ligt op de grens tussen Zuid- en Noord-Vietnam. Midden in de stad ligt de verboden stad waar vroegere keizers woonden, en ook liggen veel tombes van vroegere keizers rondom de stad. Wij vonden Hue direct al leuk. Het is een grote stad maar net wat minder druk en chaotisch dan Hanoi en naar onze mening iets sfeervoller. Het hielp ook dat ons hostel in een leuk en rustig straatje lag met gezellige restaurantjes en winkeltjes en een paar hotels.

Het was eigenlijk wel te warm om dingen te ondernemen (tegen de 35 graden), maar eenmaal hier wilden we toch graag wat bezichtigen. Te voet hebben we het stadscentrum en de verboden stad bezocht. Een aantal gebouwen in de verboden stad waren gedurende de jaren verwoest maar een groot gedeelte was mooi gerestaureerd. Onze tweede dag in Hue hebben we een scooter via het hostel gehuurd en de omgeving verkend. We zijn langs 2 tomben van vroegere keizers gereden. Die bestonden uit meerdere tempels omgeven door water, bomen of natuur, en achteraan de tombe van de keizer. Het was mooi om te bezichtigen maar na 2 tombes hadden we het ook wel weer gezien, op een gegeven moment gaat alles op elkaar lijken. Via wat binnendoor wegen zijn we verder gereden, o.a. langs een grote begraafplaats. Het leek net een klein stadje want de graven zijn erg groot, net kleine huisjes en het hield maar niet op. Uiteindelijk hebben we nog een pagoda bezocht aan de rand van de stad om ons scooter avontuur vervolgens weer voor gezien te houden. Het uitwaaien was heerlijk maar door de hitte waren we ook wel snel moe.

Twee dagen in Hue waren voor ons genoeg en we zijn daarna via Danang verder gereisd naar Hoi An, wat maar een uur of 3 rijden is zonder tussenstops. We hadden voor een keer een privé auto besteld die ons rechtstreeks naar ons hotel in Hoi An kon brengen. De route tussen Hue en Hoi An scheen namelijk heel mooi te zijn en gaat over een bergpas, de Hai Van Pas. De openbare bus rijdt door een tunnel in plaats van via de pas en met de auto konden we ook nog een paar andere tussenstops maken. Onze eerste stop onderweg was aan de kust bij Lang Co beach. Het was een heel mooi strand waar we even gezeten hebben en onze dragonfruit opgesneden hadden. We zijn helemaal voor dragonfruit gevallen. De vrucht ziet er spectaculair uit met een rode schil en binnenin zit een lekkere witte vrucht met zwarte spikkeltjes. We hadden die in Nederland nog nooit gezien. Toen ging de route via de Hai Van Pas, over de bergen en onderweg zag je de mooie kustlijn met in de verte het strand waar we zojuist gezeten hadden. Vervolgens kwamen we door de grote kustplaats Da Nang. We zijn daar gestopt om Marble Mountain te bezoeken, een grote rots met daarop tempels en verschillende grotten waar je in kan. Een van de grotten vonden we wel indrukwekkend, maar voor de rest was het vooral ook erg heet en met een uurtje hadden we alles wat we wilden zien wel gezien.

Hoi An ligt vlakbij Da Nang en hier zullen we een weekje verblijven aan het strand. Even wat rust nemen en alle ervaringen van de afgelopen tijd laten bezinken, we hebben hier wel naar uit gekeken!

Foto’s Tam Coc & Foto’s Hue

Scroll naar boven

This content is protected