Tuinroute & Kaapstad

De afgelopen 2 weken waren onze laatste weken in Zuid-Afrika. Wat zeg ik, het waren de laatste weken voordat we weer terug naar Europa gaan! We hebben hierin de Tuinroute gereden en Kaapstad verkend. De Tuinroute beslaat een groot gedeelte van de route tussen Addo en Kaapstad. De route heeft zijn naam te danken aan de mooie afwisselende en vaak groene landschappen waar je doorheen rijdt. We hebben er een week over gedaan om van Addo naar Kaapstad te rijden en in verschillende dorpjes onderweg hebben we overnacht.

De eerste etappe ging van Addo naar Knysna (spreek uit als Naisna). De weg ging door Port Elisabeth, een van de grootste steden in Zuid-Afrika. We kwamen langs townships met huisjes van golfplaten en zagen dat dichter langs het water de mooie en grote huizen stonden. Onderweg hebben we een lunch stop gemaakt aan het strand van Jeffreys Bay. Jeffreys Bay is het surfers paradijs van Zuid-Afrika en we hebben onder het eten naar de flinke golven zitten kijken. Heerlijk. Er waren een paar surf klasjes bezig, maar ons werd verteld dat hier volgende maand het echte werk zou gaan plaatsvinden tijdens een internationaal toernooi. De weg ging via een paar mooie hoge bruggen langs de kust verder naar Knysna. Knysna is een heel mooi stadje aan een baai. We hadden een leuke kamer die gezellig aangekleed was en er stond zelfs een flesje wijn voor ons klaar. Daar maak je Lisanne wel blij mee. Sowieso vinden we de accomodaties in Zuid-Afrika erg goed verzorgd en vaak gezellig aangekleed. Ook voor de goedkopere accomodaties waar wij naar op zoek zijn geldt dit. Onze kamer in Knysna lag aan de rand van de stad op een heuvel en we konden vanuit ons raam de mooie baai zien liggen.

We zijn hier 2 nachten gebleven en zijn de volgende dag gaan hiken bij Robberg Nature Reserve. Dat is een schiereilandje niet ver van Knysna en er lopen verschillende wandelroutes over het schiereiland. Wij hebben de langste route gelopen, die ging om het hele schiereiland heen, zo’n 11km. Het uitzicht over de zee en het land in de verte was heel mooi. Toen we ‘s ochtends begonnen hing er nog wat mysterieuze ochtendmist. We hoorden flinke groepen zeehonden op het strand onder ons lawaai maken en konden ze even later ook zien vanaf het pad waar we liepen. Lisanne zag een stukje verderop ook 2x de vin van een dolfijn boven het water uit komen. En we zagen veel grote sprinkhanen van zo’n 10 cm lang voor onze voeten weg springen als ze ons aan hoorden komen. Het was een lekkere route om te lopen, in de wind, soms stukjes klauterend over de rotsen en soms over het strand. Toen we terug bij de auto kwamen waren we behoorlijk moe gelopen.

Na Knysna zijn we verder gereden naar Swellendam. Het eerste stuk van de weg zijn we over de Tuinroute gereden maar we na een tijdje zijn we afgebogen naar de R62 richting Oudtshoorn. Dit was ook een mooie route, eerst over een pas, en daarachter was het landschap een stuk droger, minder groen. We kwamen hier door veel dorpjes met uit het Nederlands afgeleide namen, waaronder Oudtshoorn dus. Het Afrikaans is echt een grappig taaltje. Men spreekt wel met een heel ander accent waardoor het lastig te volgen is als er snel gepraat wordt. Maar de Afrikaanse krant kunnen we heel goed begrijpen. Toen we een avondje met een paar Afrikanen aan het kletsen waren lieten we ze onze website zien. Het klonk hilarisch toen ze een stukje hardop begonnen voor te lezen. Zij konden het Nederlands ook goed begrijpen maar door hun accent klonk het heel anders. Hier in het westen van Zuid-Afrika zijn veel meer Nederlandse en Europese invloeden te vinden als bijvoorbeeld in de Transkei en hier wonen meer blanke mensen. Ook veel huizen hebben hier een soort van oud-Hollandse stijl.

We zijn 1 nachtje in Swellendam gebleven en de volgende ochtend direct verder getrokken naar Hermanus. Hermanus is een dorpje aan de kust en staat bekend om de vele walvissen die hier elke winter (het is hier nu dus winter) vanaf juli naartoe komen. Helaas waren wij daarvoor net te vroeg, maar evengoed vonden we Hermanus een erg leuk stadje. We hebben een beetje langs de kust getoerd met de auto en op mooie uitzichtpunten gepauzeerd. We hebben nog ons best gedaan om vroege walvissen te spotten maar helaas zonder succes. Voor het eerst sinds we in Zuid-Afrika zijn hebben we hier ook slecht weer gehad. ‘s Avonds in onze kamer klonk het alsof het dak er ieder moment af kon waaien. Het heeft ons er niet van weerhouden om er overdag gewoon op uit te trekken en een paar keer zagen we mooie regenbogen.

Na 2 nachtjes in het onstuimige Hermanus klaarde het weer op en zijn we verder gereden naar het wijngebied bij Stellenbosch. Onderweg zijn we bij Betty’s Bay gestopt waar een pinguïn kolonie zit. Er zaten hier best veel pinguïns. Wat een heerlijke grappige beesten. Leuk om te zien hoe sommigen hele wandelingen maken en op rotsen huppen. Daarna hebben we naar onze mening het mooiste stukje van de hele route gereden, het stuk tussen Betty’s Bay en Gordon’s Bay. De weg liep vlak langs de zee, met aan onze linker kant dus de zee met de zon die mooi op het water onder ons reflecteerde (wat waren we blij dat die weer scheen!) en aan onze rechterkant hoge rotsen die steil omhoog gingen. Voor ons zagen we de weg verder kronkelen, verder langs de kust. Dit deed ons ook weer aan de Great Ocean Road in Australië denken en aan sommige mooie kustroutes in Nieuw-Zeeland. Na dit mooie stukje weg reden we het wijngebied in. We hadden via Airbnb een kamer geboekt bij Casa Mori, net buiten Stellenbosch. Dit huis ligt op een heuvel en was in typisch Italiaanse stijl met eromheen wijnstruiken en olijfbomen. Vanuit onze kamer hadden we prachtig uitzicht over de wijngaarden en de omgeving. We waanden ons net in Toscane, ware het niet dat we de Tafelberg in de verte konden zien liggen (we waren nu namelijk al behoorlijk dicht in de buurt van Kaapstad). We hebben ‘s avonds op ons balkonnetje naar de zonsondergang gekeken met een lekkere fles ‘Casa Mori’, de eigen gemaakte wijn.

De volgende ochtend ontbeten we met de andere gasten in de Italiaanse keuken en toen werden we ook weer met een mindere kant van Zuid-Afrika geconfronteerd. 2 andere gasten waren namelijk hier voor de begrafenis van een neef die een paar kilometer verderop in zijn huis vermoord was. Ze wisten nog niet precies hoe het zat maar het had te maken met de verkoop van een stuk grond van ongeveer 2 miljoen euro. Dat was toch wel heftig om te horen en om te zien wat het met de nabestaanden doet. Na het ontbijt zijn we door de omgeving gaan toeren, door het plaatsje Franschhoek en over de Franschhoek pas. Van bovenop de pas had je mooi uitzicht over de vallei met het stadje en alle wijnvelden er omheen. Daarna zijn we in Stellenbosch stevig gaan lunchen om een goede bodem te scheppen voor het wijnproeven! Bij het wijnhuis Waterford zijn we wijn gaan proeven. Dat was een feestje! Ze hadden een mooie tuin waar we lekker in het zonnetje aan een tafel konden zitten. Lisanne heeft 7 wijntjes geproefd en Rik 3, er moest ook nog terug naar onze kamer gereden worden. Het leuke hier was dat de 3 wijntjes die Rik ook geproefd heeft met bijpassende chocola werd gecombineerd. Wijn en chocola proeven! Kan niet beter!

De volgende ochtend was het tijd om naar Kaapstad te gaan en onze auto in te leveren op het vliegveld. Wat was het een fijn autootje en wat hebben we er veel uren in doorgebracht! We hebben in totaal ruim 5000 km gereden van Johannesburg naar Kaapstad inclusief alle safari’s. Van het vliegveld hebben we een Uber genomen naar ons Airbnb adresje in Kaapstad waar we nog ruim een week zouden blijven. Even uitrusten en het mooie Kaapstad ontdekken. Kaapstad verschilt enorm van Johannesburg. Waar Johannesburg behoorlijk lelijk is, is Kaapstad een mooie stad. Het ligt prachtig aan de kust en aan de andere kant ligt de Tafelberg en een paar andere bergen. Waar Johannesburg erg verdeeld en soms onveilig aanvoelde is Kaapstad een stuk relaxter. Ook hier moet je wel je gezond verstand gebruiken met waar je wel en niet naartoe gaat maar de inwoners van Kaapstad die we gesproken hebben zien dit zelf niet als een onveilige stad. Stuk voor stuk zeiden ze “Oh you are going to enjoy Cape Town so much!”.

We hadden een appartementje met een keukentje in de wijk Tamboerskloof, in huis bij een acteurskoppel. Onze hosts hebben bijvoorbeeld de Zuid-Afrikaanse versie van de Redbull reclame (Redbull give you wings) ingesproken. Vanuit de voortuin hadden we heel mooi uitzicht op de Tafelberg. Het nadeel van dit appartement was dat het tegen een heuvel aan lag, redelijk ver bergop, terwijl de supermarkt, wasserette en eigenlijk al het andere dat we nodig hadden onderaan de heuvel lag. We hebben onze benen deze week dus weer eens goed getraind. Maar gelukkig is er ook Uber. Zodra we wat gingen doen wat niet in de categorie boodschappen halen viel, bestelden we een Uber taxi die ons voor de deur kwam ophalen en op de terugweg ook weer voor de deur afzette. Je hoeft hier in Kaapstad nooit lang op een Uber te wachten en het is best goedkoop. Ideaal.

Een dagje hebben we de berg Lions Head beklommen. Deze top ligt naast de Tafelberg en vanaf de top had je 360 graden uitzicht over de hele stad, de zee, de Tafelberg en alle andere bergen in de omgeving. Het was wel een flinke klim om er te komen. We zijn op Signal Hill begonnen met lopen en het eerste stuk richting Lions Head ging redelijk geleidelijk aan bergop, maar het laatste stukje was steil omhoog over de rotsen klauteren. Ik was blij dat we er waren. Bovenop hebben we even lekker uitgerust, uitgewaaid en van het uitzicht genoten. Een andere dag zijn we met de ferry naar Robbeneiland gegaan. Hierop ligt de gevangenis waar Nelson Mandela tijdens de Apartheid gevangen werd gehouden. Zo’n 400 jaar geleden nam de Nederlandse VOC deze gevangenis in gebruik om bannelingen en gevangenen in op te bergen. Dit is een minder mooi stukje Nederlandse geschiedenis. We werden met een bus over het eiland gereden en naast de verschillende gevangenis gebouwen, een school en een kapel zagen we ook een groepje grappige pinguïns. In de gevangenis zelf werden we door een ex-politiek gevangene rondgeleid. Hij vertelde uit eigen ervaring hoe het er in de jaren 80 aan toe ging en hoe de gevangenen op basis van ras meer of minder eten kregen. Ook zagen we de cel waarin Nelson Mandela 18 jaar heeft vast gezeten. Het was best indrukwekkend. Toen we met de ferry terug aan wal kwamen hebben we in de gezellige wijk Waterfront op een terrasje gezeten, mensen gekeken en een hapje gegeten. Ook lag er een grote shoppingmall. Kwam dat even goed uit, in Lisanne haar enige fatsoenlijke lange broek zat inmiddels namelijk een flinke scheur (dat krijg je van een jaar lang dezelfde kleren dragen). Ze kon hier slagen voor een nieuwe spijkerbroek en bij thuiskomst hebben we direct de oude broek in de prullenbak gegooid! Wat een heerlijk gevoel. We gaan de komende dagen sowieso eens grote opruiming houden en de spulletjes in onze tas die we niet meer gebruiken of shirtjes die inmiddels helemaal uitgelebberd zijn weg gooien. De tassen zitten immers al vol genoeg.

Een van de andere dagen in Kaapstad zijn we met de kabelbaan de Tafelberg op gegaan. Er stond een flinke rij bij de tickets die niet op schoot. We hebben terwijl we in de rij stonden maar online tickets besteld en konden toen zo doorlopen regelrecht de kabelbaan in. Vooral Rik had erg veel plezier in het voorbij lopen van alle andere wachtenden. Het was een toffe kabelbaan, er pasten ongeveer 25 man in en de cabine draaide langzaam rond, zodat iedereen het uitzicht vanuit alle hoeken kon zien. Bovenop de berg stond een flinke wind en het was best fris. We hebben een stuk over ‘de tafel’ gelopen en Kaapstad nog een keertje bewonderd vanuit de hoogte.

We hebben ook 2 dagen binnen gezeten omdat het flink regende. De lokale mensen waren daar erg blij mee want hier heerst al een jaar grote droogte. Zo werden we bijvoorbeeld al verzocht om niet langer dan 2 minuten per keer te douchen en om schoon douchewater (terwijl de douche aan het opwarmen is) op te vangen in een emmer en in de tuin te gooien zodat de planten weer wat water kregen. Deze dagen hebben we in ons kamertje dat geen verwarming had in onze dikke kleren onder een dekentje gezeten, onze foto’s weer eens bijgewerkt en de Formule 1 gekeken. Als de zon schijnt is het buiten lekker warm, maar zodra die weg is, is het erg fris…

Onze laatste dag in Zuid-Afrika hebben we een wandeling gemaakt door de kleurrijke wijk Bo-Kaap. De huizen hebben hier allemaal verschillende felle kleuren. Super vrolijk! Bij een gezellig choco-café hebben we met een lekkere hot chocolate ons choco-shot weer genomen. Daar heeft Lisanne zo nu en dan wat behoefte aan. Dat was een goede afsluiting voor ons Zuid-Afrika avontuur. Kaapstad is een heel gezellige stad, maar na ruim een week hadden we het hier echt wel gezien.

Afgelopen maandag zijn we via een tussenstop in Dubai naar Madrid gevlogen. Weer terug naar Europa! Het was een lange vlucht van eerst 10 uur naar Dubai en toen nog 7,5 uur naar Madrid. De laatste vlucht was met de Airbus A380-800, het grootste passagiersvliegtuig ter wereld. Echt een gevaarte, met 2 verdiepingen. Dit waren voorlopig onze laatste lange vluchten! Dat is wel fijn. Vliegen is noodzakelijk om wat van de wereld te kunnen zien, maar niet altijd even comfortabel en best vermoeiend. Volgende week vliegen we naar Porto waar ook onze families naartoe zullen komen, en een week later vliegen we dan met zijn allen naar huis. Dat begint nu (helaas) wel dichtbij te komen! Alhoewel we er ook wel naar uitkijken om iedereen thuis weer te zien. Om de tijd tot het weerzien met de familie in Porto te overbruggen hebben we besloten eerst naar Madrid te gaan. Dat ligt op de route, er ging een voordelige vlucht vanuit Kaapstad naartoe en bovendien zijn we er nog nooit geweest. We zijn in ieder geval blij om weer in de warmte van de zomer te zijn!

Groetjes vanuit Europa, R&L

Foto’s Tuinroute
Foto’s Kaapstad

Trampen op het Zuidereiland

In Nieuw-Zeeland noemen ze hiken ook wel trampen. En poeh, wat hebben wij de afgelopen dagen veel getrampt…

Onze trip over het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland begon in Picton, waar we met de ferry vanuit het Noordereiland waren aangekomen. Het Zuidereiland is iets groter dan het Noordereiland, het is ongeveer 800km in lengte en 300km in breedte. Picton ligt in het noorden van het eiland, in het gebied Marlborough. Hier liggen ook de Marlborough Sounds, zeeinhammen omringd door groene heuvels met daartussen ‘verdronken’ valleien waarin de zee staat. Eenmaal aangekomen in Picton hebben we eerst een camping opgezocht en van daaruit zijn we gaan wandelen door een stukje van de Marlborough Sounds. Een wandeling bergop door het bos en eenmaal aangekomen bij de zee was het uitzicht prachtig. Het zeewater was helder turquase-blauw, daaraan lagen de omliggende groene heuvels en de lucht was mooi blauw. Eindelijk hadden we eens mooi zonnig weer in Nieuw-Zeeland. We hielden direct van het Zuidereiland. Wel zitten er hier meer muggen en zandvliegen. Zandvliegen zijn net als muggen, alleen voel je ze ook prikken. Met een korte broek is het oppassen geblazen en we zijn al behoorlijk lek geprikt.

Na Picton zijn we via een mooie route door de Marlborough Sounds langs de kust en via het stadje Nelson verder gereden naar Abel Tasman National Park. In Nelson zijn we de isite (een soort van VVV-kantoor) binnen gelopen voor wat informatie over Abel Tasman NP en we besloten een tripje te boeken voor de volgende dag om in het park te kajakken en hiken.

Het werd een sportieve dag! Met een groepje van 8 man kregen we in het dorpje Marahau, ten zuiden van het nationaal park, instructies voordat we met een gids de zee op gingen om langs de kust van het park te kajakken. Je kon met zijn 2en in een kajak, dus Lisanne voor om het tempo te bepalen en Rik, het powerhouse, achterin. Abel Tasman NP staat ook wel bekend om het heldere blauwe zeewater en de goudgele stranden. We hadden een goede dag uitgekozen want het was stralend weer, bijna geen wolkje aan de lucht. Het was ongeveer 8km (3 uurtjes) kajakken naar het strandje waar we zouden lunchen. Onze gids vertelde zo nu en dan wat weetjes over het park en over de vogels die we zagen. We kwamen langs een eilandje dat voor de kust lang en zagen daar zeehonden zonnebaden. Eenmaal op het strandje kregen we een lekkere lunch met brownies als toetje. Lisanne was helemaal in haar nopjes want ze mocht de overgebleven brownies meenemen. Daarna konden we zelf weer terug lopen naar Marahau, waar we onze tocht waren begonnen, maar we besloten eerst nog een paar kilometer verder door te lopen naar Anchoridge. Het pad ging door de tropische bossen (je hebt hier varens die eruit zien als palmbomen) langs de kust en zo nu en dan had je uitzicht over de zee en de kustlijn, prachtig! Bij Anchoridge was er een mooi strand en hebben we even bij de hut uitgerust voor we de 13km terug naar Marahau gingen lopen. Net toen we moe begonnen te worden kwamen we een jongetje met zijn vader tegen die een hol in de grond hadden gevonden waar een pinguïn in zat. Toen we gingen kijken zat de kleine pinguïn er nog steeds! Dat gaf weer energie voor het laatste stukje wandelen. Bij het bedrijf dat de kajaks aan ons verhuurd had konden we achteraf een warme douche nemen. Dat was fijn en verfrissend.

De volgende dag zijn we verder gereden door Takaka richting het noorden van Abel Tasman NP. Onderweg hebben we nog een paar treks gelopen. Een trek van 2 uur langs een hydro station waar je kon zien hoe ze stroom deden opwekken met het water uit de aangelegde waterweg. Daarna hebben we nog een half uur gelopen naar de heilige Te Waikoropupu springs. Dat is een zoetwaterbron met misschien wel het helderste water in de wereld, zo zeggen ze. Het water was inderdaad heel mooi helder en lichtblauw. Je kon alle waterplanten erin zien tot een aantal meter diep. Daar waar het water uit de aardkorst naar boven kwam zag je het bubbelen. Dit was een leuke tussenstop.

‘s Avonds op onze kampeerplaats waren we behoorlijk moe van al het wandelen de afgelopen dagen. We hebben gemerkt dat het probleem hier in Nieuw-Zeeland is dat er te veel te doen is. Overal is wel een trek te lopen, een waterval te bekijken, een viewpoint om een foto te maken. Bijna overal is het mooi. Maar van al dat lopen en bezig zijn wordt je ook moe. We namen ons voor om af en toe ook wat extra rust in te lassen zodat we ook goed fit blijven.

Maar nog niet de volgende dag want we wilden ook nog een noordelijk stukje van Abel Tasman NP bezoeken. Op weg naar het park kwamen we langs de Wainui Falls, dat bleek een hele leuke trek te zijn van 45 minuten naar een mooie waterval. Daarna reden we door naar Totaranui in Abel Tasman NP. We hebben er een mooie wandeling door het bos gemaakt en kwamen langs verlaten strandjes waar we van een afstandje zeeleeuwen in het water zagen zwemmen. We zagen ook een paar kiwi’s lopen door het bos, althans dat dachten we. Achteraf kwamen we erachter dat dit weka’s zijn, maar ze lijken dan wel verdacht veel op kiwi’s. Ons deed de vogel denken aan een soort van kruising tussen een kip en een eend.

De volgende dag zijn we door gereden naar het meest noordelijke puntje van het Zuidereiland, naar Wharariki Beach en naar Puponga. Wharariki Beach was boven verwachting leuk! Toen we het strand op kwamen lopen waren zeehondjes in de golven aan het spelen. Ze lieten zich lekker op de golven mee gaan en waren met elkaar aan het stoeien. Een stukje verderop staan rotsen in de zee die beter bekend zijn als de rotsen van de screensaver van Microsoft. Een van de twee rotsen heeft een gat in het midden en ziet er eigenlijk uit als een boog. Heel mooi. En nog een stukje verderop op het strand stonden rotsen die bestonden uit veel verschillende kleine steentjes die aan elkaar vast geplakt zaten, of zo. Het was allemaal mooi om te zien en toen we over het strand weer terug liepen werd ons de weg even gesperd door een zeehond die langs ons heen kwam huppen. Een stukje verderop in het kleine stadje Puponga had je vanaf een berg mooi uitzicht over de hele ‘golden bay’ en over de zandbanken in het uiterste noorden van het Zuidereiland.

Na het meest noordelijke puntje van het eiland bezocht te hebben besloten we dit deel van het land te verlaten en een flink stuk naar het zuiden te rijden en hebben we overnacht bij een free campsite bij de Maruia Falls. Het is heerlijk om zo in de natuur te kunnen kamperen alleen is het jammer dat er zoveel zandvliegen zitten. Daardoor, en ook vanwege een regenbui zo nu en dan, zitten we ‘s avonds toch vaak in de camper in plaats van buiten. Ook heb je daardoor niet heel veel contact met andere kampeerders. Iedereen is ‘s avonds ook bezig met zijn eigen ding en plannen aan het maken voor de volgende dag. Dat is toch iets anders dan het kamperen zoals we dat gewend zijn in Nederland of Frankrijk waar je langer dan een dag op dezelfde camping staat en meer aanspraak met de buren hebt. Op sommige betaalde campings zijn wel gezamenlijke keukens waar we kunnen koken en met andere mensen kletsen. Daar hebben we op zijn tijd ook wel behoefte aan. Het voordeel van met zijn tweeën reizen is dat we ons eigenlijk nooit eenzaam voelen, maar zo nu en dan onder andere mensen komen is wel fijn. Sowieso is het leuk om tips en ideeën uit te wisselen met andere reizigers.

De volgende dag zijn we via Punakaiki doorgereden naar het stadje Greymouth. In het kustplaatsje Punakaiki heb je de ‘pancake rocks and blowholes’. De pancake rocks hebben groeven waardoor ze eruit zien als stapels pannenkoeken. Lisanne kreeg er honger van. En daartussen lagen de blowholes. Gaten in de rotsen waardoor de zee water naar boven spuugde. Een blowhole zag eruit als een schoorsteen, het water dat uit de rotsen kwam zag eruit als rook die uit een schoorsteen komt, vandaar ook zijn naam Chimney.

Het was een mooie route verder langs de kust naar Greymouth. Daar konden we op een free campsite aan het water staan. Het regende die avond, maar vlak voor de zonsondergang rond 21:30 uur klaarde het op en we hebben in Nieuw-Zeeland nog niet eerder zo’n mooie zonsondergang gezien. Bij de kleine vuurtoren aan de kade hebben we staan kijken naar de mooie kleuren in de lucht.

De dag erna verlieten we de westkust om het binnenland in te trekken, richting de Nieuw-Zeelandse Alpen. We begonnen de dag ‘trampent’ met een wandeling van een uurtje naar een waterval en daarna reden we verder landinwaarts. Bij een tussenstop in de buurt van Hotikita zagen we dat de camper een beetje water lekte (alsof Billy de camper een loopneus had). We hadden het vermoeden dat het van de airco was die aanstond maar besloten voor de zekerheid even een service garage binnen te rijden. Een monteur kroop vrijblijvend even onder de camper, constateerde dat het de airco was en dat het volkomen normaal was, en wij konden gerustgesteld verder rijden naar Franz Josef.

Eenmaal in Franz Josef zijn we eerst het informatiecentrum binnen gelopen om te kijken wat er allemaal te doen is en welke hikes je kunt doen. We besloten de volgende morgen om 5 uur (!) op te staan zodat we om 6 uur aan een trek konden beginnen die de bergen in ging. Ze hadden vanaf 11 uur namelijk bewolking voorspeld en dat wilden we voor zijn. De hike ging naar een uitzichtpunt van waaruit je de Franz Josef Gletsjer kon zien liggen. Het was 2 uur bergop lopen/klauteren door een bos/jungle maar het uitzicht was dat zeker waard. Daarna wilden we nog een korte trek doen naar een uitzichtpunt van waaruit je de gletsjer van dichtbij (750m) kon zien. Allemaal gelukt voordat de wolken kwamen! De zon scheen ook die ochtend, grappig om in een t-shirt een gletsjer te bekijken. We besloten daarna om door te rijden naar Fox Glacier, nog een gletsjer ongeveer 40 km verderop. We reden via Lake Matheson dat erom bekend staat dat de Alpen met hun besneeuwde toppen in de verte zo mooi reflecteren in het water van het meer. Eerst hebben we er op de parkeerplaats geluncht. Dat is handig met de camper, we hebben onze keuken altijd bij ons. Helaas stond er wind op het meer en was de reflectie door de rimpelingen van het water niet echt te zien, maar evengoed was het een mooie wandeling om het meer. De treks rondom De Fox gletsjer waren helaas afgesloten omdat het pad naar de gletsjer onlangs was ingestort en het herstellen ongeveer een maand ging duren. Die gletsjer hebben we dus alleen vanuit de verte gezien.

Daarna zijn we verder naar het zuiden gereden en de route ging weer een stukje langs de westkust via de plaats Haast. Wij hadden gelukkig geen haast en konden een aantal kilometer voor Haast een tussenstop maken voor de Ship Creek Walk, een korte route langs het strand. Bij dit strand worden geregeld dolfijnen gezien. We meenden in de verte al een paar vinnen boven het water uit te zien komen, maar toen we dichterbij kwamen bleken dat vogels. We liepen nog een stukje verder en hadden de hoop al bijna opgegeven toen we daadwerkelijk groepjes vinnen boven het water uit zagen komen. Toen we iets dichterbij liepen sprongen een paar kleine dolfijnen een paar keer in de lucht om een salto te maken. Super leuk om te zien. Het was alle zandvliegen die hier rondvlogen en ons verveelden meer dan waard.

Op weg naar Wanaka, een stadje landinwaarts tussen de Alpen, reden we langs het mooie Lake Wanaka, een heel mooi helder blauw meer omringd door de bergen. Op sommige bergtoppen lag nog een beetje sneeuw. Er lag een camping aan het meer en we besloten hier te blijven voor de nacht. Rik heeft deze nacht zijn wekker op 02:30 gezet om te bekijken of het mogelijk was om de sterren te fotograferen. De lucht was helder en op het strandje bij onze overnachtingsplaats heeft hij prachtige sterrenfoto’s kunnen maken.

Tot zover stelt Nieuw-Zeeland absoluut niet teleur. Vriendelijke mensen, leuke dieren (behalve de zandvliegen) en prachtige, afwisselende natuur. We kijken ernaar uit om hier de komende weken nog wat meer te ‘trampen’.

Foto’s Zuidereiland deel I

Scroll naar boven

This content is protected