Zuidereiland: bergen, zeehonden, blauwe meren en de feestdagen

Gelukkig nieuwjaar iedereen! Op het moment dat we dit schrijven is het hier toch al zeker dubbel zo lang 2019 als in Nederland (12 uur tijdsverschil), grappig hè. We hebben 1 januari een lekkere rustdag gepakt en, na even uitslapen, weer eens wat tijd gemaakt voor de foto’s en een verhaal.

Het vorige artikel stopte bij Lake Wanaka, dus daar gaan we de draad nu weer oppakken. Wanaka en Queenstown zijn 2 leuke stadjes midden op het Zuidereiland en er is van alles te doen. Ze liggen bij de Alpen en in de winter kun je er goed skiën. Wij hebben er vooral bergen beklommen. Bij Wanaka hebben we de trail Roy’s peak gelopen. 3 uur lang een berg op lopen en daarna in 2 uur naar beneden. De uitzichten zijn wel fantastisch, althans dat zouden ze moeten zijn bij helder weer. Je kunt Lake Wanaka zien liggen, het stadje Wanaka en veel bergen in de omgeving. Maar deze dag hadden we geen geluk. Het eerste uurtje konden we nog wat van de omgeving zien maar daarna kwamen flinke regenwolken overdrijven. Uit principe zijn we in de regenponcho gewoon naar de top geklommen en daar zaten we helemaal met ons hoofd in de wolken. We zagen niks en we waren nat geregend. Tijdens het dalen klaarde het gelukkig weer op en hebben we alsnog van het uitzicht en de schapen om ons heen kunnen genieten. Toen we onder kwamen waren we alweer droog gewaaid.

Een paar dagen later bij Queenstown hebben we de Ben Lomond track gelopen. Ook weer een flinke berg maar vandaag was het zonnig. Het was een hele mooie wandeling, eerst door het bos, en toen we boven het bos uitkwamen zagen we de mooie omgeving. Helaas zagen we ook dat de piek van Ben Lomond helemaal in de wolken hing. We hadden al genoeg met ons hoofd in de wolken gezeten en toen er een splitsing kwam konden we afslaan en een andere iets lagere bergpiek op lopen. Dat leek ons een goed idee en het uitzicht daar was fantastisch.

Queenstown heeft een gezellig centrum en we hebben er een lekkere Ferg Burger gegeten. Bij deze hamburgertent staat de rij over het algemeen tot ver buiten op de stoep. We begrepen achteraf wel waarom!

Daarna ging de reis door naar Fjordlands National park in het zuidwesten van het Zuidereiland. Maar eerst hebben we nog een rustdag gepakt in het kleine dorpje Lumsden. Dat was een van onze favoriete campings tot dusver, het dorpsplein was namelijk de camping. Midden op het dorpsplein stond een oud station en een ouderwetse trein en daar omheen kon je parkeren om te kamperen. Op het voormalige perron stonden allemaal houten bankjes waar je aan kon zitten om te eten. En om het plein heen lag alles wat je nodig hebt: een supermarkt, een café-restaurantje, een bibliotheek met gratis wifi, een tankstation en meer. Je kunt er gratis parkeren maar ze vragen of je dan de middenstand daar kan steunen door er boodschappen te doen, etc. Het was er heel gezellig en we zijn er 2 nachtjes gebleven.

De bekendste fjord in Fjordlands National park is Milford Sound en we hadden een toer geboekt om daar een cruise te maken en een stuk te hiken. Met een een groep van een man of 12 werden we in een busje van het stadje Te Anau naar Milford Sound gebracht. Alleen de route er naartoe van ruim 100km door een stuk van het park is al erg mooi, langs bergen, een vallei met mooie paarse bloemen, bossen en velden met koeien. De cruise door de fjord naar de open zee en weer terug duurde ruim 2 uur en ondanks de grijze wolken boven ons was het erg mooi. We zagen ook nog zeehonden op de rotsen liggen en een groepje dolfijnen voor de boot uit zwemmen! Na de cruise hebben we nog een hike gedaan naar Key Summit van waaruit je mooi uitzicht had over de omgeving.

Voor de kerstdagen zijn we door getrokken naar het uiterste zuiden van het Zuidereiland. In de stad Invercargill hebben we onze kerstboodschappen gedaan en toen zijn we doorgereden naar een mooie free campsite aan de zee bij het kleine gehuchtje Fortrose. Veel campings in de grotere steden waren helemaal vol geboekt met de kerstdagen en we hadden daarom besloten om niets te plannen, maar gewoon te kijken waar we waren en daar een leuke free campsite te zoeken. We stonden met misschien 20 andere campertjes direct aan het strand en hebben kerstavond met een biertje de zonsondergang op het strand gekeken. Dat is nog eens wat anders dan normaal! Het was heel mooi, maar we hadden totaal geen kerstgevoel. Bij kerst horen voor ons de koude donkere dagen, lichtjes en bovenal familie. Die misten we nu wel even. Maar tegelijkertijd konden we er ook wel van genieten om het nu een keertje goed anders te vieren. Deze keer is kerst voor ons aan het strand, met korte broek, in de camper, met hooikoorts, met een foute kiwi trui in plaats van een foute kersttrui, met zijn 2tjes en met zeeleeuwen. Heel anders.

De zeeleeuwen zijn we eerste kerstdag gaan spotten bij Waipapa lighthouse. Precies toen we bij deze vuurtoren het strand opliepen kwam er een grote zeeleeuw uit het water en die ging zijn maatje die op het strand lag te luieren begroeten met een flinke schreeuw. Hilarisch om te zien! Ook zijn we nog verder gereden naar Slope Point, het meest zuidelijke plekje op het Zuidereiland. Daar stonden de grassen die Lisanne de rest van de dag hooikoorts bezorgd hebben. Dat is dan het nadeel van de zomer achterna reizen…

Voor ons kerstdiner vonden we een andere mooie free campsite direct aan de zee. In de camper hebben we op ons gemak gekokkereld, een simpel maar lekker eenpansgerecht en een lekker Nieuw-Zeelands rood wijntje erbij. Ook hadden we cadeautjes. Lisanne houdt een reisdagboekje bij, elke dag schrijft ze 1 pagina en op 29 december is die vol! Voor kerst hadden we in Queenstown een nieuw boekje gehaald. En voor Rik zijn kapotte korte broek hadden we ook in Queenstown een nieuwe gekocht. Voor de kerst zullen we maar zeggen.

Tweede kerstdag zijn we verder gereden door het zuiden, door het gebied de Catlins. We hebben een paar watervallen gezien, een grot (Cathedral Cave) aan het strand, een blowhole waardoor het zeewater omhoog sprong en Nugget point, waar we veel zeehonden zagen en ook 1 pinguïn. ‘s Avonds hebben we gekampeerd bij de grotere plaats Dunedin. Rik heeft met wat jongens op de camping een wedstrijdje frisbee gespeeld (dat ging er behoorlijk snel aan toe!) en Lisanne heeft de rode wijn leeg gedronken…

Dunedin vonden we een onverwacht leuke stad! De peninsula (schiereiland) dat aan Dunedin vast ligt is heel mooi om te rijden, de route gaat de hele kust rond. Onderweg kwamen we het verkeersbord “pas op, overstekende pinguïns” tegen, die we helaas niet gezien hebben, maar wel hebben we veel zeehonden en vogels gezien, waaronder albatrossen. En de stad zelf heeft een mooi ouderwets treinstation en de steilste weg ter wereld! Baldwin street. We zijn hem opgelopen wat natuurlijk peanuts was na al die bergen die we al beklommen hebben. Maar als je aan deze straat woont zul je zeker gespierde benen krijgen. Er loopt ook een mooie art-route door Dunedin, langs allerlei gebouwen met mooie grote muurschilderingen. Daarbij zijn ook veel bushokjes en elektriciteit kasten beschilderd met mooie afbeeldingen van dieren of andere natuurafbeeldingen uit de omgeving.

Over het algemeen rijdt Rik altijd in de camper want hij vind het leuk om te rijden en Lisanne vind het fijn om uit het raam te kunnen loeren. Maar na Dunedin is Lisanne eens achter het stuur gekropen, met de schakelbak aan de linkerkant. Dat was even schakelen. Maar het was absoluut de mooiste route die ze ooit gereden heeft, naar Lake Pukaki. En wauw, wat was Lake Pukaki fantastisch mooi. Het water was super helder blauw, even lichtblauw als de lucht. En op de achtergrond zag je de besneeuwde bergtop Mount Cook, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. We vonden een free campsite aan het meer. We hebben al op veel mooie plekjes gekampeerd maar dit is tot nu toe wel de mooiste! Het was prachtig weer en daardoor waren de kleuren van het meer ook op zijn mooist. We waren niet de enigen met dit idee, de camping was gezellig druk.

We besloten hier 2 dagen te blijven en vanuit de camping zijn we overdag naar Mount Cook gereden om daar de Hooker Valley track van 3 uur te lopen. De route naar Mount Cook was ook al zo mooi, langs Lake Pukaki af. Omdat de track heel toegankelijk was omdat die redelijk vlak was, was het ook redelijk druk. Maar wel heel mooi. We liepen langs de bergen, zagen gletchers, liepen over een paar hangbruggen totdat we bij het gletcher meer aankwamen. De ijsbrokken dreven er in het water terwijl het een lekker zonnige dag was. Heel tof.

Ook het Lake Tekapo, op een half uurtje rijden van Lake Pukaki was erg mooi en helder blauw. Wij hadden ons hart echter al helemaal aan Lake Pukaki verloren en daar kan nu niets meer aan tippen. Lake Tekapo staat er bekend om dat je er goed de sterren kunt zien, het is een dark spot, weinig lichtvervuiling. Op Mount John staat een sterren observatiewacht en daar zijn we overdag naartoe geklommen. Je had er mooi uitzicht over het meer. De sterren hebben we hier helaas niet in al hun glorie kunnen zien omdat elke avond de bewolking in kwam zetten. Na het beklimmen van Mount John hebben we een middagje in de hot pools gezwommen. Wat is het heerlijk om af en toe even te nietsen en uit te rusten.

We vonden vlakbij Lake Tekapo een camping in een heel klein (en naar onze mening ouderwets) vissersdorp. De camping werd gerund door een 86-jarige man die je de oren van de kop kletste. Over zijn leven als boer, als visser en over hoe de mensen op het Zuidereiland veeeeel vriendelijker zijn dan de mensen op het Noordereiland. Later op de avond kwam hij weer langs lopen en had hij 2 verse zalmfilets voor ons meegenomen die hij die dag gevangen had. De volgende ochtend toen we zaten te ontbijten kwam hij ook nog een citroen brengen, want die smaakt zo lekker bij de vis. De mensen op het Zuidereiland zijn inderdaad veeeeel vriendelijker.

Voor oud en nieuw hadden we 2 dagen van te voren een camping geboekt voor 2 nachten, zodat we zeker een plekje zouden hebben. Het werd een camping in het kleine boerendorpje Fairlie. Hier zouden we even lekker uit kunnen rusten. Op de camping stond een leuk koppel uit Amsterdam naast ons en we besloten op oudejaarsavond samen te gaan uit eten om het jaar in stijl af te sluiten. Het was erg gezellig en leuk om deze avond samen door te brengen. Rond 23:00 gingen we, zoals heel Fairlie, naar het dorpspleintje waar een 2-mans bandje countrynummers aan het spelen was. Alle kinderen van het dorp stonden voor het podium en de volwassenen er in een grote kring omheen. We hebben liedjes als Country roads en Sweet Caroline hard mee staan zingen en dansen en met het nummer Summer of ‘69 gingen we het jaar uit! Om middernacht werd er een groot bonfire aangestoken en er stond een oude stoomlocomotief bij het plein die een paar keer hard floot. Het nieuwe jaar was begonnen! Het was fantastisch! En boers. Er was geen vuurwerk omdat het hier zomer is en droog en daardoor kans op brand. Vuurwerk proberen ze tegen te houden, alleen in grote steden worden vuurwerkshow gegeven. Rond 00:30 waren de meeste mensen alweer naar huis, de kinderen moesten naar bed. En ook wij lagen om 1 uur weer in de camper.

Vandaag was er een nieuwjaarsparade in Fairlie. Heel het dorp liep weer uit en ook wij besloten een kijkje te gaan nemen. Een lange stoet aangevoerd door een orkest doedelzakspelers, de brandweer, ambulance, boeren op hun tractoren, mooi oude klassieke auto’s en tot slot de oude stoomlocomotief kwam voorbij. Vanavond hebben we de zalm die we gekregen hadden lekker gegeten tijdens het diner en daarna nog met het Amsterdamse stel de avond afgesloten, erg leuk. We zijn het jaar op zijn Nieuw-Zeelands begonnen!

Foto’s: Zuidereiland deel II

Ha Long Bay

Wauw wat is Ha Long Bay mooi. We zijn een paar dagen in een home stay in Ha Long verbleven en het was te merken dat het hoogseizoen voorbij is. We waren hier de enigen. Omdat we de eerste dag rond 5 uur ‘s nachts aankwamen, ruim voor onze inchecktijd, hadden ze de volgende ochtend nog niet aan een ontbijtje voor ons gedacht. Normaal gesproken is dat niet erg maar er ligt hier op loopafstand geen ontbijttentje. Ze hebben toen, erg creatief, 4 eieren voor ons gebakken (zonder brood, gewoon ei) en we kregen nog een stukje verjaardagstaart die over was van het feestje gisteren. Daar konden we wel even op vooruit!

Onze eerste dag in Ha Long hebben we een cruise uitgezocht voor de volgende dagen. Ha Long Bay staat bekend om de mooie rotsen in het water en die kun je het beste per boot verkennen. Ha Long zelf is niet zo spannend. Wel wordt er momenteel heel veel gebouwd, allemaal nieuwe winkelpanden en mogelijk ook hotels. Wie weet bruist het hier over een paar jaar wel. We zijn langs het water naar het strand gelopen en hebben eindelijk eens in zee kunnen zwemmen! Heerlijk! Lisanne was helemaal in haar nopjes. Er waren ook wat Vietnamese vrouwen aan het zwemmen, althans we denken dat het Vietnamese vrouwen waren. Ze waren namelijk van top tot teen ingepakt: lange mouwen, lange broek, schoenen, handschoenen, een bivakmuts, hoedje en een zwemband rond hun middel. Geen stukje huid was onbedekt. ‘s Avonds hebben we weer lekkere noedelsoep gegeten bij een klein lokaal restaurantje. Onze ervaring is dat je bij dat soort restaurantjes altijd lekker en simpel kunt eten voor weinig geld.

De volgende dag gingen we dan op een 2-daagse cruise door Ha Long Bay (met Vega Travel – echt een aanrader). We kregen de tip hiervoor van Will, die we in Mongolië hebben leren kennen, hij had een paar weken geleden dezelfde cruise gedaan. We hadden een hele leuke groep met allemaal mensen van onze leeftijd: 2 Duitsers, een koppel uit Wales (dat is echt anders dan Engels, van dat taaltje versta je helemaal niks), 2 Nieuw-Zeelanders, 3 Fransen, 3 Amerikanen en een Australiër. We hadden een leuke slaapkamer in de boot met uitzicht over het water. We zijn door de mooie baai gevaren en op uiteindelijk zijn we in het noorden van Ha Long Bay buiten de drukte van de andere boten uitgekomen, hier lagen kayaks op ons te wachten. Met zijn 2en konden we in een kayak en hebben we een lekker stuk geroeid. Het was heel mooi en zonnig weer, echt genieten. Eerst zijn we naar een grot geroeid die we ook in konden lopen. En even later bij een klein strandje aan een andere rots hebben we de kayaks vastgemaakt om even te gaan zwemmen. Het water was heerlijk op temperatuur maar toch verkoelend!

Eenmaal terug op de boot hebben we nog even gerelaxt op het dek en van het uitzicht genoten en tegen de avond ging de boot in een beschut stukje van de baai aanleggen, hier zouden we overnachten. Voor het eten kregen we les in het maken van verse Vietnamese loempia’s (de niet gefrituurde versie). We kregen plastic handschoentjes aan om ze te maken en te rollen en dat was maar goed ook, want Lisanne maakte er een complete knoeiboel van. Maar het gaat natuurlijk om de smaak en ze smaakten wel erg lekker. In de avond hebben we met zijn allen lekker op het dek gezeten en naar de sterren gekeken.

De volgende ochtend ging de wekker om 6 uur en zagen we uit het raam de rotsen in de zee en de zonsopkomst. Als we dan toch vroeg moeten opstaan, dan maar zo. Om 7 uur zouden we namelijk de surprising cave gaan bezoeken, de mooiste en grootste grot in Ha Long Bay. We waren, niet geheel verrassend aangezien we zo vroeg waren opgestaan, de eerste boot daar. Een uur later lag de hele aanlegsteiger vol met boten dus we waren mooi op tijd. De grot was heel mooi, veel stalactieten en het plafond was mooi gegolfd van de erosie van de zee. Na de grot gingen we naar Titop island, waar we helemaal naar boven konden klimmen. Het traplopen (400 treden) was behoorlijk zweten, maar bovenop was er een prachtig uitzicht over heel Ha Long Bay, super! Daarna hadden we wat tijd om bij het strandje van het eiland lekker in de zee te gaan zwemmen. Later in de ochtend zijn we door de mooie baai teruggevaren naar de haven. Onderweg zagen we de rots die op het 200.000 Dong bankbiljet staat. Daarna hebben we nog even geluncht op de boot en zijn we weer terug naar onze home stay gegaan. Het was een heerlijk tripje.

Voor de volgende dag hadden we de bus naar Tam Coc (bij Ninh Binh) geregeld, een stukje zuidelijker van Hanoi. Dat was een rit van 5 uur eindelijk weer eens met de normale bus in plaats van de slaapbus. We konden in Ha Long de opstapplaats van de bus in eerste instantie niet vinden en een man bij het reisbureautje in de straat zei dat we daar wel konden wachten. Hij belde iemand van de bus en vroeg of de bus ons op die plek op kon pikken. Zo gaat het hier, ons kent ons. We hebben nog een half uurtje gezellig met de man gekletst en toen kwam de bus ons inderdaad netjes daar oppikken.

Op naar Ninh Binh (tam Coc) waar we Ha Long bay op het land gaan bewonderen.

Foto’s Ha Long Bay

Scroll naar boven

This content is protected