Terug op het Noordereiland: Vulkanen, Napier en Rotorua

Afgelopen dagen hebben we het mooie Noordereiland van Nieuw-Zeeland verder verkend. Zo zijn we onder andere in New Plymouth geweest waar de vulkaan Mount Taranaki in de buurt ligt, hebben we de Tongariro crossing gelopen over de vulkaan Mount Tongariro, zijn we in het stadje Napier geweest waar je goed wijn kunt proeven en in het geothermische gebied bij Rotorua.

Maar nadat we in Wellington waren aangekomen zijn we eerst de zuidkust verder af gereden naar de Pinnacles track. Daar hebben we een mooie wandeling gemaakt door een natuurgebied met rotspilaren, door een bos en een veld met gras dat tot onze oksels kwam. We besloten op de camping die erbij lag te blijven overnachten. Een aantal kilometer verderop lag een heel klein dorpje en vlak voor etenstijd kwamen twee vissers uit het dorpje langs gereden op hun quads en vroegen of we een kreeft wilden hebben. Een mooie grote rode kreeft en hij was al gekookt. Volgens hen was dit nog maar een kleintje. Ze hadden zelf zoveel kreeften dat ze zo nu en dan wat uit kwamen delen op de camping. Volgens ons vonden ze het vooral ook leuk om een praatje te komen maken. We namen de kreeft dankbaar aan en hebben goed zitten knoeien met het openbreken van de schalen. De pootjes en de dikke staart waren heerlijk om te eten! Volgens de ene visser kon je de rest van het lijfje ook eten maar de andere visser raadde ons dat af. Toen we de bruine derrie in het lijfje zagen was de keuze snel gemaakt om dat te laten staan. Wat een feestmaaltje en wat vriendelijk van de vissers!

De volgende ochtend waren we vroeg wakker en zijn we in alle vroegte een stuk langs de kust gereden naar Cape Palliser. Het was prachtig, er hing nog wat ochtend mist, de zon kwam net uit boven de bergen, er lagen wat zeehonden te luieren op het strand en de zee kletterde lekker tegen de kust waar de weg vlak langs liep. In de verte stond een mooie vuurtoren op de rots. Dit is niet een van de meest bekende stukjes Nieuw-Zeeland en een plaats die veel reizigers overslaan, maar voor ons was dit een van de mooiste en meest speciale plekjes Nieuw-Zeeland tot nu toe. De schoonheid van een plaats kan hem soms in kleine dingen zitten zoals mooi weer of vriendelijke mensen om je heen.

Daarna zijn we bijna 500 km verder gereisd naar de stad New Plymouth aan de westkust van het eiland. Daarbij ligt de vulkaan Mount Taranaki, een van de meest symmetrische bergen in de wereld. Eerst hebben we, na de redelijk lange rijdag, een rustdag gehouden in New Plymouth. We hebben een paar uurtjes in de bibliotheek gezeten om alle foto’s weer even bij te werken en gebruik te maken van het internet en op de camping hebben we weer eens opruiming gehouden in de camper en de was gedaan wat af en toe hard nodig is.

De volgende dag waren we weer fris om op Mount Taranaki te gaan hiken. Niet naar de besneeuwde top, dat was ons wat te heftig, maar de Mangarei track, een hike van een paar uur naar een klein meertje op de vulkaan. Het uitzicht was heel mooi, er hingen een paar wolkjes om de vulkaan maar die trokken zo nu en dan weg zodat je de top goed kon zien. Achteraf zijn we terug naar New Plymouth gereden waar we aan een strandje een koude douche konden nemen. Verfrissend.

Via de forgotten world highway zijn we weer verder gereden het land in. De forgotten world highway is een van de oudste handelswegen door het land maar tegenwoordig is er niet meer veel te doen. 150km lang geen tankstation en nauwelijks winkels, een heel stuk van de weg is niet geasfalteerd maar het landschap was erg mooi. Het was een bochtige weg, door veel heuvels, langs boerderijen met koeien en schapen en langs een paar kleine dorpjes met houten huizen die zo in een western film passen.

We kwamen zo weer dichtbij de Tongariro crossing, die we onze eerste week in Nieuw-Zeeland nog over hadden geslagen vanwege het slechte weer, maar we besloten het er nu wel op te gaan wagen. De weersvoorspellingen voor de komende dagen waren nog steeds niet fantastisch, maar voor de volgende dag hadden ze in ieder geval voorspeld dat het redelijk droog zou blijven. Mount Tongariro is een vulkaan en de Tongariro crossing is een bekende en beruchte wandeling van 20km langs een aantal kraters. Het is er vaker slecht weer dan goed weer en geregeld wordt het pad gesloten als het niet meer verantwoordelijk is om over de koude pas te lopen. We boekten een shuttle busje voor de volgende dag die ons naar het startpunt zou brengen en weer op kwam halen bij het eindpunt. We vonden een camping in de buurt en zagen de vulkaan al mooi liggen in de verte. Fijn dat we hem nu nog even konden zien want de volgende dag hing er veel bewolking en was het onmogelijk de top van de vulkaan te zien.

Het eerste stuk van de tocht was mooi, geleidelijk aan bergop door een ruig vulkanisch landschap. Dit was toch weer anders dan de vele andere tracks die we in NZ gelopen hebben. Hoe hoger we kwamen hoe meer we de wolken in liepen en hoe dichter de mist om ons heen werd. Bovenop stond veel wind en was het fris. Onze handschoenen en muts kwamen weer eens van pas. Helaas konden we vanwege de dichte mist niet veel zien. Dankzij de geur van rotte eieren wisten we zo nu en dan een beetje wanneer we langs dampende kraters liepen. We konden een mooie fel turquase pool zien liggen (Emerald Lake), maar een paar andere meertjes hebben we helaas niet kunnen zien. Zo heb je soms geluk en soms pech met het weer. Maar we zijn blij dat we hem in ieder geval hebben kunnen lopen. Na zo’n 5,5 uur stonden we weer beneden met stijve benen van de lange afdaling. Afdalen vinden onze benen toch minder leuk dan stijgen.

We zijn dezelfde dag nog een stuk doorgereden op weg naar de stad Napier aan de oostkust van het Noordereiland. Onderweg hebben we even gedoucht bij een openbare douche, hebben we een lekkere hamburger gegeten bij Pauly’s Diner in Taupo (die hadden we wel verdiend vonden we) en we hebben op een leuke free campsite bij Glenfalls gekampeerd tussen de heuvels.

Daarna zijn we verder gereden naar Napier waar we een aantal regenachtige dagen zijn gebleven. Vanwege de regen konden onze benen even fijn uitrusten. Zo nu en dan kijken we wat serietjes van Netflix, maar de Nederlandse tv volgen we niet (dat missen we ook niet). Maar we hebben nu wel de eerste twee afleveringen van Wie is de mol terug kunnen kijken, heerlijk!! Vooral Lisanne zit er weer helemaal in.

Napier zelf is een mooi stadje wat na de aardbeving van 1931 weer opnieuw opgebouwd is in Art Deco stijl. Veel gebouwen in pastelkleuren en met strakke vormen. Leuk om een beetje rond te toeren. Ook liggen er veel fruitvelden en wijngaarden in de omgeving. Hoogtepunt was toen we op onze laatste ochtend in Napier bij de oudste winery gingen wijnproeven. Lisanne ging in ieder geval wijnproeven, Rik moest nog rijden. Het was pas 11 uur ‘s ochtends, maar goed, in Nederland was het al 11 uur ‘s avonds en we waren er niet de enigen. Dus. Hmmm de wijntjes waren erg lekker, we namen een fles mee zodat Rik later ook kon meegenieten. De één een beetje tipsy en de ander uiteraard helemaal nuchter gingen we toen gezellig (heel gezellig) met een muziekje op de achtergrond (of voorgrond) op weg naar Rotorua.

We zijn een aantal dagen in Rotorua en omgeving verbleven. Dit is een geothermisch gebied met een aantal geothermische parken, natuurlijke hot pools en ook in het stadje Rotorua zelf stinkt het op plaatsen naar rotte eieren en komt er damp uit de grond. Op 30km van Rotorua ligt een heel mooi park, Wai-O-Tapu thermal wonderland. Je kunt door het park lopen langs verschillende pools en plekken waar de stoom uit de grond komt. Vanwege de verschillende mineralen die er in de grond zitten hebben de grond en het water in de pools verschillende kleuren. Zo had je de champaign pool met dampend lichtblauw water, maar de rand van de pool was fel donkerrood van de mineralen. Prachtig! En er was een felle gifgroene pool! Vast niet gezond om in te zwemmen maar het zag er fantastisch uit!

Er werd ook een voorstelling gegeven in het park waarbij een geiser werd opgewekt. Er werd verteld dat de Maori mensen zich vroeger deden wassen bij de warm water bronnen en er zo achter kwamen dat zeep hier een geiser kan opwekken. Er werd wat zeep in het water gegooid en even later begon het water een aantal meter omhoog te spuiten, het ging wel minstens een kwartier door. Daarnaast was er in de buurt van het park nog een grote modderpoel met kokende modder. Het woord “blubberdeblub” moet hier uitgevonden zijn…

Verder hebben we bij het Redwood park een mooie wandeling gemaakt door het bos met hele grote en dikke bomen, het deed een beetje aan sequoia bomen denken. Ook was er een plas in het bos met super helder water, je kon alle takjes op de bodem goed zien liggen. Een mooie plek om foto’s te maken.

Inmiddels zijn we alweer een half jaar aan het reizen! Wat hebben we al ongelooflijk veel leuke en mooie dingen kunnen doen. We hebben het nog steeds enorm goed naar ons zin. Gelukkig hebben we allebei helemaal geen last van heimwee, alhoewel we op sommige kleine momenten wel even bij familie of vrienden zouden willen zijn of weer eens een potje zouden willen tennissen. Verder missen we vrijwel niets. We weten nog niet hoe lang we door blijven reizen, we kijken niet te ver vooruit en bekijken het land voor land. We zijn in ieder geval enorm blij en dankbaar dat we de mogelijkheid hebben om deze reis te kunnen doen. In Rotorua hebben we met het wijntje van de wijngaard uit Napier even geproost op de mooie reis tot nu toe.

Foto’s Noordereiland deel II

Zuidereiland: Christchurch, een walvis en gloeiwormen

Het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland hebben we tot nu toe als ongelooflijk mooi en afwisselend ervaren. Mooie stranden, bossen, besneeuwde bergen, gletsjers, fjorden, helder blauwe meren, leuke dieren zoals zeehonden, zeeleeuwen, dolfijnen, pinguïns, veel vogels, en meer. Ook ons laatste weekje op het Zuidereiland was daarop geen uitzondering. 

Vanuit het gehuchtje Fairlie, waar we nieuwjaar gevierd hadden, zijn we verder gereisd naar Christchurch. In 2011 is Christchurch getroffen door 2 aardbevingen die veel verwoest hebben. De stad is nog steeds bezig met de wederopbouw. We hebben door het centrum van de stad gelopen waar veel gebouwen staan nog in de steigers staan en ook zijn er veel lege ruimtes tussen de gebouwen waar voorheen waarschijnlijk ook gebouwen hebben gestaan. Wel leuk is dat er veel mooie muurschilderingen te zien zijn op gebouwen en muurtjes en de stad heeft veel Engelse en Ierse invloeden. Alles bij elkaar geeft dat de stad een heel aparte sfeer. We zijn ook door de mooie botanische tuinen gelopen en langs het monument met 185 witte stoelen die symbool staan voor de mensen die omgekomen zijn bij de aardbeving.

We zijn niet lang in Christchurch blijven hangen en dezelfde dag nog doorgereisd naar de kustplaats Kaikoura. Lekker de radio aan in de camper en als we andere Happy Campers tegen komen (van hetzelfde verhuurbedrijf) dan zwaaien we even. Af en toe zwaaien ze terug en dan hebben we grote lol. Soms tellen we, om de tijd te verdrijven alle campers van Britz, een ander verhuurbedrijf, die we tegen komen op een dag (en dan denken we telkens weer even aan Britt en alle vrienden thuis 😄). 

Kaikoura staat erom bekend dat je er goed walvissen, dolfijnen, zeehonden en meer zeedieren kunt spotten. In de zee voor de kust van Kaikoura zit een diepe canyon (onder water) waarin veel dieren leven zoals inktvissen. Dat is voer voor walvissen en daarom worden hier veel walvissen gespot. Op walviscruises hier voor de kust is de kans 95% dat je een walvis ziet en als je er geen ziet krijg je bijna al je geld terug. We hebben allebei nog nooit een walvis gezien en alhoewel het behoorlijk commercieel is wilden we deze kans niet voorbij laten gaan.

Eenmaal aangekomen in Kaikoura hebben we direct voor de volgende dag een cruise geboekt. Het waren de laatste 2 plekjes op de laatste boot, dus we hadden nog net geluk. Sinds de kerst merken we echt dat het hoogseizoen hier begonnen is, de Nieuw-Zeelanders zelf hebben vakantie gekregen. Op campings is het eerder vol en overal is het drukker. We hebben deze dag ook de tickets voor de ferry naar het Noordereiland voor een paar dagen later aangekocht en de goedkoopste tickets waren allemaal al uitverkocht. Daar hadden we een aantal weken geleden geen last van toen we de tickets voor de ferry naar het Zuidereiland aankochten. Toch proberen we nog steeds zo weinig mogelijk vooruit te plannen zodat we vrij blijven om onze plannen op het weer of op spontane ideeen aan te passen. We hebben wel een globaal plan zodat het zeker mogelijk moet zijn om alles wat we willen doen in deze twee maanden die we hebben in te passen. Tot nu toe gaan we er sneller doorheen dan we verwacht hadden, maar dat geeft ons later op het Noordereiland eventueel  nog wat ruimte om te relaxen.

De volgende dag in Kaikoura hebben we eerst een mooie wandeling gemaakt, de peninsula walk, langs de kust waar op sommige plaatsen zeehonden lagen te zonnen. En eind van de middag was het tijd om te gaan whale whatchen! We hadden er zin in. De boot had er goed de vaart in en we gingen naar een plaats waar eerder op de dag een walvis was gespot. Met apparatuur werd vervolgens in het water geluisterd of ze walvissen konden horen. De eerste twee keer dat er gestopt en geluisterd werd was dat zonder succes, maar daarna werd er wel een signaal opgepikt en gingen we opeens met volle vaart verder. En ja hoor, daar lag een walvis in het water te dobberen. Het was een sperm whale, een walvissoort met een grote stompe kop die hier veel zit. De walvissen kunnen langer zijn dan de boot, maar vanaf de boot die er zo’n 50 meter vandaan lag, kun je dat niet goed zien. Je ziet wel de vin en het stuk rug tussen de vin en de kop een stukje boven het water uitkomen. Af en toe spoot hij water omhoog. Wat machtig om hier een walvis te zien liggen! Zo’n groot beest. We vonden het nogal wat. En wat super leuk was is dat er ook dolfijntjes om de walvis heen zwommen en sprongen. Af en toe kwamen de dolfijntjes even naar onze boot toe gezwommen en daarna zwommen ze weer terug. De walvis bleef zo 10 minuten of misschien een kwartier liggen voordat hij aanstalten maakte weer diep de zee in te duiken. Hij had weer genoeg zuurstof bij getankt. Dit was het moment! We zouden zijn staart gaan zien! Iedereen op de boot stond er klaar voor en we zagen hoe de staart boven het water uitkwam en de walvis in de zee verdween. We vonden het fantastisch. De dolfijntjes bleven nog even bij ons en ook zagen we nog een paar royal albatrossen, hele mooie grote vogels. Daarna zijn we weer teruggevaren naar de kust waar we nog wat zeehonden op een rots zagen liggen, en dat was het dan alweer. Veel te kort.. maar het was wel erg mooi geweest.

De volgende dag zijn we van Kaikoura naar Picton gereden. Picton is de plaats waar we met de ferry aangekomen waren vanaf het Noordereiland. Onze ronde over het Zuidereiland zat er nu bijna op. We hadden nog een dagje en besloten een stuk van de Queen Charlotte track te lopen, door de Marlborough Sounds en niet ver van Picton vandaan. Het was een stralende zomerdag en de wandeling was heel mooi. Door het bos wat lekker verkoelend was en met zo nu en dan uitzicht over de mooie turquase baaien die uitmonden in zee. We hebben er nog even lekker aan een strandje gezeten. 

Die avond hebben we gekampeerd op een boerderij-camping in het kleine plaatsje Linkwater. Dit was een tip van Erik en Jolien met wie we oud&nieuw hadden gevierd en het bleek een goede tip! Bij aankomst kregen we 2 muffins (deze camping kon voor Lisanne nu al niet meer stuk) en we kregen brokken om de schapen mee te voeren. Maar het leukste hier was dat de boerderij aan een bos ligt waar je zodra het donker wordt gloeiwormen kunt zien. Rond 21 uur, nog een uurtje voor het donker zou worden, liepen we samen met wat andere mensen bewapend met de brokken voor de schapen en een zaklamp voor later vanavond door het weiland richting het bos. Lisanne duwde de brokken snel in Rik zijn handen en ja hoor, de schapen wisten al hoe laat het was en kwamen op een drafje naar Rik toe. Die beesten zijn nog best groot. Na het weiland met de schapen liepen we langs een weiland met koeien en toen kwamen we bij het bos waar we naar een waterval zijn gelopen. Daar hebben we met wat andere mensen gewacht tot het donker werd en de gloeiwormen te tevoorschijn kwamen. Voorzichtig lichtten er een aantal op en hoe donkerder het werd hoe beter je ze zag. Rik is lekker in de weer geweest met het maken van foto’s. Met de zaklamp liepen we terug het bos uit en het bospad werd op sommige plaatsen ook goed verlicht door de gloeiwormen. Echt heel mooi! In Waitomo (op het Noordereiland) betaal je om een kwartier lang gloeiwormen te zien in een grot (wat wel heel mooi was), maar hier helemaal gratis, in de natuur, zo lang als je wilt. Toen we terugliepen door de weilanden zagen we twee possums op onze weg. Het zijn beesten die iets weg hebben van stinkdieren of wasberen, maar overdag hebben we ze nog nooit gezien (behalve aangereden op straat). Het zijn blijkbaar echte nachtdieren dus als het donker wordt komen ze tevoorschijn. Ze gingen al snel voor ons aan de kant, een boom in. Vanavond was de hemel super helder en heeft Rik nog wat foto’s van de sterren kunnen maken. Wat een mooie afsluiting van een mooie reis over het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland!

De volgende ochtend zijn we met de ferry terug naar Wellington op het Noordereiland gevaren. We zijn direct doorgereden naar de mooie camping aan zee waar we ook de vorige keer in Wellington verbleven waren. Hier hebben we lekker uitgerust, we waren nog wat moe van de late avond tussen de gloeiwormen…

De komende weken gaan we het Noordereiland verder verkennen. Hier zijn we onze Nieuw-Zeeland trip ook begonnen, maar vanwege het wisselvallige weer waren we toen snel doorgereisd naar het Zuidereiland. Voor het Noordereiland hebben we nu alle tijd, want 30 januari vliegen we pas weer verder.. naar Australië! 

Tot de volgende keer! R&L

Foto’s: Zuidereiland deel III

Zuidereiland: bergen, zeehonden, blauwe meren en de feestdagen

Gelukkig nieuwjaar iedereen! Op het moment dat we dit schrijven is het hier toch al zeker dubbel zo lang 2019 als in Nederland (12 uur tijdsverschil), grappig hè. We hebben 1 januari een lekkere rustdag gepakt en, na even uitslapen, weer eens wat tijd gemaakt voor de foto’s en een verhaal.

Het vorige artikel stopte bij Lake Wanaka, dus daar gaan we de draad nu weer oppakken. Wanaka en Queenstown zijn 2 leuke stadjes midden op het Zuidereiland en er is van alles te doen. Ze liggen bij de Alpen en in de winter kun je er goed skiën. Wij hebben er vooral bergen beklommen. Bij Wanaka hebben we de trail Roy’s peak gelopen. 3 uur lang een berg op lopen en daarna in 2 uur naar beneden. De uitzichten zijn wel fantastisch, althans dat zouden ze moeten zijn bij helder weer. Je kunt Lake Wanaka zien liggen, het stadje Wanaka en veel bergen in de omgeving. Maar deze dag hadden we geen geluk. Het eerste uurtje konden we nog wat van de omgeving zien maar daarna kwamen flinke regenwolken overdrijven. Uit principe zijn we in de regenponcho gewoon naar de top geklommen en daar zaten we helemaal met ons hoofd in de wolken. We zagen niks en we waren nat geregend. Tijdens het dalen klaarde het gelukkig weer op en hebben we alsnog van het uitzicht en de schapen om ons heen kunnen genieten. Toen we onder kwamen waren we alweer droog gewaaid.

Een paar dagen later bij Queenstown hebben we de Ben Lomond track gelopen. Ook weer een flinke berg maar vandaag was het zonnig. Het was een hele mooie wandeling, eerst door het bos, en toen we boven het bos uitkwamen zagen we de mooie omgeving. Helaas zagen we ook dat de piek van Ben Lomond helemaal in de wolken hing. We hadden al genoeg met ons hoofd in de wolken gezeten en toen er een splitsing kwam konden we afslaan en een andere iets lagere bergpiek op lopen. Dat leek ons een goed idee en het uitzicht daar was fantastisch.

Queenstown heeft een gezellig centrum en we hebben er een lekkere Ferg Burger gegeten. Bij deze hamburgertent staat de rij over het algemeen tot ver buiten op de stoep. We begrepen achteraf wel waarom!

Daarna ging de reis door naar Fjordlands National park in het zuidwesten van het Zuidereiland. Maar eerst hebben we nog een rustdag gepakt in het kleine dorpje Lumsden. Dat was een van onze favoriete campings tot dusver, het dorpsplein was namelijk de camping. Midden op het dorpsplein stond een oud station en een ouderwetse trein en daar omheen kon je parkeren om te kamperen. Op het voormalige perron stonden allemaal houten bankjes waar je aan kon zitten om te eten. En om het plein heen lag alles wat je nodig hebt: een supermarkt, een café-restaurantje, een bibliotheek met gratis wifi, een tankstation en meer. Je kunt er gratis parkeren maar ze vragen of je dan de middenstand daar kan steunen door er boodschappen te doen, etc. Het was er heel gezellig en we zijn er 2 nachtjes gebleven.

De bekendste fjord in Fjordlands National park is Milford Sound en we hadden een toer geboekt om daar een cruise te maken en een stuk te hiken. Met een een groep van een man of 12 werden we in een busje van het stadje Te Anau naar Milford Sound gebracht. Alleen de route er naartoe van ruim 100km door een stuk van het park is al erg mooi, langs bergen, een vallei met mooie paarse bloemen, bossen en velden met koeien. De cruise door de fjord naar de open zee en weer terug duurde ruim 2 uur en ondanks de grijze wolken boven ons was het erg mooi. We zagen ook nog zeehonden op de rotsen liggen en een groepje dolfijnen voor de boot uit zwemmen! Na de cruise hebben we nog een hike gedaan naar Key Summit van waaruit je mooi uitzicht had over de omgeving.

Voor de kerstdagen zijn we door getrokken naar het uiterste zuiden van het Zuidereiland. In de stad Invercargill hebben we onze kerstboodschappen gedaan en toen zijn we doorgereden naar een mooie free campsite aan de zee bij het kleine gehuchtje Fortrose. Veel campings in de grotere steden waren helemaal vol geboekt met de kerstdagen en we hadden daarom besloten om niets te plannen, maar gewoon te kijken waar we waren en daar een leuke free campsite te zoeken. We stonden met misschien 20 andere campertjes direct aan het strand en hebben kerstavond met een biertje de zonsondergang op het strand gekeken. Dat is nog eens wat anders dan normaal! Het was heel mooi, maar we hadden totaal geen kerstgevoel. Bij kerst horen voor ons de koude donkere dagen, lichtjes en bovenal familie. Die misten we nu wel even. Maar tegelijkertijd konden we er ook wel van genieten om het nu een keertje goed anders te vieren. Deze keer is kerst voor ons aan het strand, met korte broek, in de camper, met hooikoorts, met een foute kiwi trui in plaats van een foute kersttrui, met zijn 2tjes en met zeeleeuwen. Heel anders.

De zeeleeuwen zijn we eerste kerstdag gaan spotten bij Waipapa lighthouse. Precies toen we bij deze vuurtoren het strand opliepen kwam er een grote zeeleeuw uit het water en die ging zijn maatje die op het strand lag te luieren begroeten met een flinke schreeuw. Hilarisch om te zien! Ook zijn we nog verder gereden naar Slope Point, het meest zuidelijke plekje op het Zuidereiland. Daar stonden de grassen die Lisanne de rest van de dag hooikoorts bezorgd hebben. Dat is dan het nadeel van de zomer achterna reizen…

Voor ons kerstdiner vonden we een andere mooie free campsite direct aan de zee. In de camper hebben we op ons gemak gekokkereld, een simpel maar lekker eenpansgerecht en een lekker Nieuw-Zeelands rood wijntje erbij. Ook hadden we cadeautjes. Lisanne houdt een reisdagboekje bij, elke dag schrijft ze 1 pagina en op 29 december is die vol! Voor kerst hadden we in Queenstown een nieuw boekje gehaald. En voor Rik zijn kapotte korte broek hadden we ook in Queenstown een nieuwe gekocht. Voor de kerst zullen we maar zeggen.

Tweede kerstdag zijn we verder gereden door het zuiden, door het gebied de Catlins. We hebben een paar watervallen gezien, een grot (Cathedral Cave) aan het strand, een blowhole waardoor het zeewater omhoog sprong en Nugget point, waar we veel zeehonden zagen en ook 1 pinguïn. ‘s Avonds hebben we gekampeerd bij de grotere plaats Dunedin. Rik heeft met wat jongens op de camping een wedstrijdje frisbee gespeeld (dat ging er behoorlijk snel aan toe!) en Lisanne heeft de rode wijn leeg gedronken…

Dunedin vonden we een onverwacht leuke stad! De peninsula (schiereiland) dat aan Dunedin vast ligt is heel mooi om te rijden, de route gaat de hele kust rond. Onderweg kwamen we het verkeersbord “pas op, overstekende pinguïns” tegen, die we helaas niet gezien hebben, maar wel hebben we veel zeehonden en vogels gezien, waaronder albatrossen. En de stad zelf heeft een mooi ouderwets treinstation en de steilste weg ter wereld! Baldwin street. We zijn hem opgelopen wat natuurlijk peanuts was na al die bergen die we al beklommen hebben. Maar als je aan deze straat woont zul je zeker gespierde benen krijgen. Er loopt ook een mooie art-route door Dunedin, langs allerlei gebouwen met mooie grote muurschilderingen. Daarbij zijn ook veel bushokjes en elektriciteit kasten beschilderd met mooie afbeeldingen van dieren of andere natuurafbeeldingen uit de omgeving.

Over het algemeen rijdt Rik altijd in de camper want hij vind het leuk om te rijden en Lisanne vind het fijn om uit het raam te kunnen loeren. Maar na Dunedin is Lisanne eens achter het stuur gekropen, met de schakelbak aan de linkerkant. Dat was even schakelen. Maar het was absoluut de mooiste route die ze ooit gereden heeft, naar Lake Pukaki. En wauw, wat was Lake Pukaki fantastisch mooi. Het water was super helder blauw, even lichtblauw als de lucht. En op de achtergrond zag je de besneeuwde bergtop Mount Cook, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. We vonden een free campsite aan het meer. We hebben al op veel mooie plekjes gekampeerd maar dit is tot nu toe wel de mooiste! Het was prachtig weer en daardoor waren de kleuren van het meer ook op zijn mooist. We waren niet de enigen met dit idee, de camping was gezellig druk.

We besloten hier 2 dagen te blijven en vanuit de camping zijn we overdag naar Mount Cook gereden om daar de Hooker Valley track van 3 uur te lopen. De route naar Mount Cook was ook al zo mooi, langs Lake Pukaki af. Omdat de track heel toegankelijk was omdat die redelijk vlak was, was het ook redelijk druk. Maar wel heel mooi. We liepen langs de bergen, zagen gletchers, liepen over een paar hangbruggen totdat we bij het gletcher meer aankwamen. De ijsbrokken dreven er in het water terwijl het een lekker zonnige dag was. Heel tof.

Ook het Lake Tekapo, op een half uurtje rijden van Lake Pukaki was erg mooi en helder blauw. Wij hadden ons hart echter al helemaal aan Lake Pukaki verloren en daar kan nu niets meer aan tippen. Lake Tekapo staat er bekend om dat je er goed de sterren kunt zien, het is een dark spot, weinig lichtvervuiling. Op Mount John staat een sterren observatiewacht en daar zijn we overdag naartoe geklommen. Je had er mooi uitzicht over het meer. De sterren hebben we hier helaas niet in al hun glorie kunnen zien omdat elke avond de bewolking in kwam zetten. Na het beklimmen van Mount John hebben we een middagje in de hot pools gezwommen. Wat is het heerlijk om af en toe even te nietsen en uit te rusten.

We vonden vlakbij Lake Tekapo een camping in een heel klein (en naar onze mening ouderwets) vissersdorp. De camping werd gerund door een 86-jarige man die je de oren van de kop kletste. Over zijn leven als boer, als visser en over hoe de mensen op het Zuidereiland veeeeel vriendelijker zijn dan de mensen op het Noordereiland. Later op de avond kwam hij weer langs lopen en had hij 2 verse zalmfilets voor ons meegenomen die hij die dag gevangen had. De volgende ochtend toen we zaten te ontbijten kwam hij ook nog een citroen brengen, want die smaakt zo lekker bij de vis. De mensen op het Zuidereiland zijn inderdaad veeeeel vriendelijker.

Voor oud en nieuw hadden we 2 dagen van te voren een camping geboekt voor 2 nachten, zodat we zeker een plekje zouden hebben. Het werd een camping in het kleine boerendorpje Fairlie. Hier zouden we even lekker uit kunnen rusten. Op de camping stond een leuk koppel uit Amsterdam naast ons en we besloten op oudejaarsavond samen te gaan uit eten om het jaar in stijl af te sluiten. Het was erg gezellig en leuk om deze avond samen door te brengen. Rond 23:00 gingen we, zoals heel Fairlie, naar het dorpspleintje waar een 2-mans bandje countrynummers aan het spelen was. Alle kinderen van het dorp stonden voor het podium en de volwassenen er in een grote kring omheen. We hebben liedjes als Country roads en Sweet Caroline hard mee staan zingen en dansen en met het nummer Summer of ‘69 gingen we het jaar uit! Om middernacht werd er een groot bonfire aangestoken en er stond een oude stoomlocomotief bij het plein die een paar keer hard floot. Het nieuwe jaar was begonnen! Het was fantastisch! En boers. Er was geen vuurwerk omdat het hier zomer is en droog en daardoor kans op brand. Vuurwerk proberen ze tegen te houden, alleen in grote steden worden vuurwerkshow gegeven. Rond 00:30 waren de meeste mensen alweer naar huis, de kinderen moesten naar bed. En ook wij lagen om 1 uur weer in de camper.

Vandaag was er een nieuwjaarsparade in Fairlie. Heel het dorp liep weer uit en ook wij besloten een kijkje te gaan nemen. Een lange stoet aangevoerd door een orkest doedelzakspelers, de brandweer, ambulance, boeren op hun tractoren, mooi oude klassieke auto’s en tot slot de oude stoomlocomotief kwam voorbij. Vanavond hebben we de zalm die we gekregen hadden lekker gegeten tijdens het diner en daarna nog met het Amsterdamse stel de avond afgesloten, erg leuk. We zijn het jaar op zijn Nieuw-Zeelands begonnen!

Foto’s: Zuidereiland deel II

Scroll naar boven

This content is protected