Hanoi & Sapa

Onze eerste week in Vietnam hebben we in Hanoi (de hoofdstad van Vietnam) en Sapa (een dorpje in de bergen met veel rijstterrassen) doorgebracht. De samenvatting is dat we Sapa prachtig vonden en van Hanoi waren we niet zo heel erg gecharmeerd, daar was het vooral erg druk.

Vanuit Hongkong zijn we op Hanoi gevlogen en met de openbare bus zijn we van het vliegveld naar het centrum van Hanoi gegaan. Het was een vlotte rit, totdat we in het centrum kwamen, dat was een grote chaos. De wegen zijn erg druk met voornamelijk scootertjes en ook met auto’s. Met onze backpacks zijn we naar ons hotel gelopen aan de rand van het Old Quarter, de bekendste wijk in Hanoi. Lopen door de stad is een gekkenhuis. Op de stoepen hebben vrouwen hun koopwaren en etenswaren uitgestald, van groente en fruit tot rauw vlees en vissen en garnalen in emmers. Daar moet je omheen lopen zonder ondertussen door een scooter omver gereden te worden. Oversteken is de grootste uitdaging want voor zebrapaden wordt niet gestopt. Ook niet als er een stoplicht staat en het licht op groen gaat. We werden al snel behendig in het gewoon lopen en hopen dat ze voor je aan de kant gaan. Dat is ook het veiligste, het is juist gevaarlijk om opeens stil te gaan staan en te wachten op een auto of een scooter want daar rekenen ze niet op.

We zijn 2 dagen in Hanoi gebleven en zijn o.a. bij het stadsmeer in Old Quarter geweest (waarvan het water erg vies is) en zijn gewandeld naar West Lake, het andere grotere stadsmeer in Hanoi (waarvan het water ook erg vies is). We vonden dat er niet heel veel bezienswaardigheden waren die de moeite waard zijn. Wat wel leuk was, was het waterpoppentheater. We hebben daar een voorstelling van een uur bijgewoond, waarin veel losse sketches met waterpoppen op werden gevoerd. Een beetje als een poppenkast, maar dan in een waterbak en ietsje groter. Het werd begeleid door traditionele Vietnamese muziek en gezang. Grappig voor een keer en we leerden zo al een beetje over sommige gebruiken en tradities in het land. Ook zijn we langs het mausoleum van Ho Chi Minh gelopen en langs het huis van de president. Verder hebben we op een leuk dakterras Vietnamese loempia’s gegeten. Hmmm lekker!

Vanuit Hanoi zijn we met de slaapbus naar Sapa gegaan, een plaatsje in het noordwesten van Vietnam op zo’n 6 uur rijden van Hanoi. We vertrokken ‘s ochtends om 7 uur, dus slapen was niet nodig, maar het was de enige bus die we konden krijgen en het was eigenlijk wel comfortabel! De bedden lagen lekker en waar Lisanne wel eens wagenziek wordt bij bochtige wegen, had ze nu nergens last van (en de wegen waren behoorlijk bochtig aangezien Sapa in de bergen ligt). We moesten onze schoenen uit doen bij het instappen van de bus en bij tussenstops kwam er een bak met slippers tevoorschijn die we dan aan konden trekken.

In Sapa verbleven we in een leuke home stay met hele aardige eigenaren. Ze deden goed hun best om alles voor ons te regelen en gaven ons advies over welke trekking we het beste konden doen. De dag na aankomst begonnen we aan de 2-daagse trekking door de rijstterrassen. We hadden een groep met 3 Belgische meiden, een Nederlandse meid, een Zweedse jongen en een Mexicaanse vrouw. Leuk om weer iets met een groep te doen. Onze gids was een Vietnamese vrouw van de Hmong stam. Die stam leeft in dit gebied. Ze was mooi traditioneel gekleed. We werden begeleid door nog een paar dames en meisjes van de Hmong stam, die ook vooral probeerden om hun armbandjes, tasjes en portemonneetjes aan ons te verkopen.

We hadden geluk met het weer, het heeft hier de afgelopen weken namelijk veel geregend, maar we hebben alleen bij het vertrek een half uurtje regen gehad en daarna is het weer twee dagen mooi en zonnig geweest. De route ging veel over zandpaadjes tussen rijstvelden door en door de bossen en vanwege de regen de afgelopen tijd waren de paadjes op delen heel modderig en glad. Het was ongelooflijk hoe gemakkelijk de Hmong meisjes op hun slippertjes of laarzen over de gladde paden gingen. Ondertussen hielden ze ons bij de hand op de gladdere stukken. Super fijn! Lisanne heeft misschien wel een uur lang hand in hand gelopen met een van de meisjes. Maar ze is niet uitgegleden, in tegenstelling tot Rik die het op eigen houtje aandurfde. Als bedankje hebben we leuke armbandjes van haar gekocht. Een effectieve verkoop tactiek van het meisje..

Zo ging de route door de bergen en de uitzichten waren prachtig! De rijst kleurt nu groen-geel en op sommige plaatsen waren de mensen de rijst al aan het oogsten. We zagen ook hoe boeren de rijst uit de rijststengels deden kloppen en hoe vervolgens de rijstkorrels van de pulp werden gescheiden door de rijst in de wind te laten vallen. De pulp waait dan weg en de rijstkorrels (die zwaarder zijn) vallen recht omlaag.

De eerste dag hebben we ruim 8 km gelopen. We hebben lekker geluncht in een klein dorpje onderweg, en vervolgens in het volgende kleine dorpje zijn we met zijn allen bij een home stay blijven slapen. Heel leuk om hier tussen de Vietnamezen te verblijven. De familie had lekker voor ons gekookt, we hebben wat rijstwijn gedronken en hebben met zijn allen op de slaapzolder geslapen.

De volgende dag was het nog ongeveer 5 km verder lopen naar het kleine dorpje Ta Van, het eindpunt van de trekking. We hebben er nog lekker noodle soep en gebakken rijst gegeten voordat we met een busje teruggereden werden naar Sapa. Vanuit het busje konden we de mooie vallei zien waar we de afgelopen twee dagen doorheen gelopen waren. Super mooi!

De volgende dag waren we van plan om de bus te nemen naar Ha Long Bay, aan de kust van Vietnam. Echter was de verwachting dat de typhoon die afgelopen week de Philipijnen en Hong Kong had aangedaan ook naar de Vietnamese kust zou komen. De boten zouden daarom niet varen op Ha Long Bay de komende paar dagen, en met een bootje varen is juist hetgeen wat leuk is om daar te doen. We zijn daarom een dag langer in Sapa gebleven. Het regende wel de hele dag (mogelijk vanwege de typhoon) dus we hebben een rustdag genomen.

De volgende dag zijn we alsnog naar Ha Long Bay afgereisd met de slaapbus. Deze slaapbus was net iets minder comfortabel dan de vorige omdat de bedden op Vietnamezen gebouwd waren en wij daardoor onze benen niet konden strekken. Het was daardoor een behoorlijk gebroken nacht en om 4 uur werden we met zijn allen bij een hotel in Ha Long Bay gedropt. En het regende ook nog. We hadden voor de volgende dag een home stay geboekt en wilden gaan kijken of we daar nu al in konden checken. Met een ander koppel dat dezelfde richting uit moest hebben we een taxi gedeeld en tot ons grote geluk mochten we al onze kamer in. Gelukkig hebben we dus toch nog wat slaap kunnen pakken.

Inmiddels verblijven we nu al een paar dagen in het mooie Ha Long Bay, maar hierover later meer.

Foto’s Hanoi & Foto’s Sapa

Karstbergen in Yangshuo & rijstterrassen in Ping’an

In Yangshuo hebben we afgelopen week een aantal rustige dagen doorgebracht. Yangshuo is een hele leuke plaats om te bezoeken als je in China bent. Het ligt in een prachtig gebied gekenmerkt door de karstbergen. Door het hele landschap liggen deze groen begroeide hobbels. We hadden een heel fijn hostel een paar kilometer buiten Yangshuo aan de Yulong rivier, weg van alle toeristische drukte in het centrum. Onze kamer in het hostel lag op de bovenste verdieping en keek uit over het mooie landschap. Een hele fijne plek om de benen even wat rust te gunnen. Voor deze dagen hadden we geen concrete plannen gemaakt. De eerste dag werden we vanwege de regen gedwongen om rust te nemen, we hebben de dag doorgebracht met kaarten en tv series kijken. Het hostel had ook een café/restaurant en we hebben iedere dag goed en lekker gegeten. De kaart bestond uit zowel westerse gerechten als Chinese gerechten waar onze voorkeur naar uit ging. Want als we in China zijn gedragen we ons ook als Chinezen. Na deze dag klaarde het weer op en werd het behoorlijk warm.

Je kunt de Yangshuo omgeving het beste verkennen per fiets, over de rivier varen in bamboe vlotten of scooter rijden. We zijn er twee dagen met de scooter op uitgetrokken die we bij het hostel konden huren. Het kost hier niet te veel geld om een scooter te huren (ongeveer 9 euro voor een elektrische scooter per dag en 17 euro voor een benzine scooter per dag, waarmee je grotere afstanden kunt afleggen dan met de elektrische scooter omdat je niet tussendoor hoeft op te laden). Voor de dagen hadden we geen concrete plannen gemaakt. De tweede dag zijn we door de directe omgeving van Yangshuo getoerd, waarbij Rik de bestuurder was en Lisanne lekker achterop zat. De elektrische scooter ging niet heel hard (max 40 km per uur) waardoor je genoeg tijd hebt om te genieten van alle mooie uitzichten. Heel relaxt zo op de scooter, op die ene wespensteek bij Lisanne na dan. Maar goed, een wespensteek prikt even en wordt wel dik, maar het jeukt bij lange na niet zo erg als al die muggenbeten hier, dus laten we niet klagen. Tijdens de rit hebben we Yangshuo stad bezocht waar Rik voor het eerst sinds de reis naar de kapper is geweest. De kapperszaak was een opening in een opslag van een huis met alleen een kappersstoel en een rek met slippers voor de verkoop. Gewapend met een internet plaatje van een leuk kapsel hebben we de Chinese man aan het werk gezet. Uiteindelijk was het resultaat prima en kan Rik er weer een maand tegenaan.

Twee dagen later zijn we met mooie roze helmen met de benzine scooter naar Xingping gereden, een stadje 30 km verderop van Yangshuo. Deze ging een stuk harder (tot 80/90 km per uur) en hiermee kon je goed met het verkeer meegaan. Dat zag Rik met zijn snelle kapsel wel zitten maar Lies vond het maar niks die snelheid. Hierdoor zijn we tussen de 50 en 60 km per uur blijven steken (ter verdediging van Lisanne: 60 km per uur is de maximum snelheid op de meeste wegen, dus het ging hard genoeg). Eenmaal aangekomen in Xingping zijn we een van de karstbergen opgeklommen wat nog een behoorlijke klim was. Enkele pauzes tussendoor waren dan ook nodig om boven te komen. Dat gaf een heel mooi uitzicht over Xingping en over de rivier die door het landschap heen kronkelde. Na de klim zijn we verder gegaan met toeren rondom Xingping en een stuk verderop langs de rivier zijn we bij het 20-yuan uitzichtpunt gestopt. Dit uitzicht staat afgebeeld op het bankbiljet van 20 yuan. Hierna hadden we niet echt meer een doel voor ogen en zijn we via allerlei kleine binnenwegen terug gereden naar Yangshuo. Aangezien dit onze laatste avond was en de zon mooi tussen de wolken door kwam hebben we nog een bezoek gebracht aan de “werkers brug” om hier foto’s te maken van de zonsondergang.

Na vier dagen op dit fijne plekje in Yangshuo zijn we met de publieke bus doorgereisd naar Ping’an. Ping’an is een piepklein dorpje bovenin de bergen en maakt onderdeel uit van de Longji rijstterrassen. De Longji rijstterrassen liggen in de bergen een stukje noordelijker van de grotere stad Guilin. Het zijn een aantal kleine dorpjes waarvan Ping’an er een is en daar omheen mooie rijstterrassen. De busrit er naartoe was al een leuk avontuur. We werden eerst via Guilin naar de entree van de Longji rijstterrassen gebracht, onderaan de bergen. Daar moet je entree betalen (een soort van park pas) om naar binnen te mogen. Wij moesten daar overstappen op een ander busje dat ons naar Ping’an zou brengen. We moesten even wachten en we mochten bij vijf politieagenten die tickets aan het controleren waren in het hokje wachten. Zij wezen ons uiteindelijk netjes op de juiste bus naar Ping’an. Dat was een klein busje met allemaal lokale mensen. Het busje rammelde aan alle kanten en op een heel rustig tempo gingen we over de slingerpaden naar boven. In iedere publieke bus is een dame aanwezig die door de bus loopt om bustickets te verkopen. Zodra we gesetteld waren stond ze ook snel langs Rik om af te rekenen. Wij hadden onze tickets via het hostel gekocht en afgerekend voor de volledige rit, echter hadden we geen bonnetje of iets gekregen. Rik heeft via de translator app aangeven dat we de tickets in Yangshuo al hadden betaald. Tot onze verbazing nam de dame het antwoord zonder pardon aan en we waren vrij om mee te gaan. We werden uiteindelijk onderaan de parkeerplaats van Ping’an afgezet. We moesten toen door het dorpje met onze backpacks bergop lopen om bij ons hostel te komen. Blijkbaar waren er meerdere international youth hostels in Ping’an (terwijl het echt niet zo groot is) en we waren in eerste instantie naar de verkeerde gelopen (na een kwartier trapklimmen). Een vriendelijke Chinese man is toen met ons meegelopen naar het goede hostel. We waren blij dat we daar konden douchen.

Die avond en de volgende dag zijn we door de mooie rijstterrassen gelopen. Het is bijna oogsttijd en de rijst stond bijna een meter hoog. Het hele landschap was prachtig groen (waar vooral Lisanne helemaal gelukkig van werd – het was ook zo’n mooie kleur groen). Op een uurtje lopen (bergop en bergaf) ligt een ander dorpje, Longji old village, waar we naartoe zijn gelopen. Wat voor ons een hele vreemde gewaarwording was, is dat er bijna niks te doen was in de dorpjes. Dat zijn we totaal niet gewend hier in China! De Chinese scholen zijn in september weer begonnen, dus de vakantie van de Chinezen zit erop. Dat was goed te merken. We kwamen maar enkele andere toeristen tegen en sommige restaurants, winkels en hotels waren al gesloten. We vallen hier van het ene uiterste (hutje-mutje met heel veel Chinezen door de parken lopen) in het andere uiterste.

Inmiddels zijn we doorgereisd naar Guilin. We zullen hier een nacht blijven om vervolgens op de trein te kunnen stappen naar Hongkong.

Scroll naar boven

This content is protected