Ha Long Bay

Wauw wat is Ha Long Bay mooi. We zijn een paar dagen in een home stay in Ha Long verbleven en het was te merken dat het hoogseizoen voorbij is. We waren hier de enigen. Omdat we de eerste dag rond 5 uur ‘s nachts aankwamen, ruim voor onze inchecktijd, hadden ze de volgende ochtend nog niet aan een ontbijtje voor ons gedacht. Normaal gesproken is dat niet erg maar er ligt hier op loopafstand geen ontbijttentje. Ze hebben toen, erg creatief, 4 eieren voor ons gebakken (zonder brood, gewoon ei) en we kregen nog een stukje verjaardagstaart die over was van het feestje gisteren. Daar konden we wel even op vooruit!

Onze eerste dag in Ha Long hebben we een cruise uitgezocht voor de volgende dagen. Ha Long Bay staat bekend om de mooie rotsen in het water en die kun je het beste per boot verkennen. Ha Long zelf is niet zo spannend. Wel wordt er momenteel heel veel gebouwd, allemaal nieuwe winkelpanden en mogelijk ook hotels. Wie weet bruist het hier over een paar jaar wel. We zijn langs het water naar het strand gelopen en hebben eindelijk eens in zee kunnen zwemmen! Heerlijk! Lisanne was helemaal in haar nopjes. Er waren ook wat Vietnamese vrouwen aan het zwemmen, althans we denken dat het Vietnamese vrouwen waren. Ze waren namelijk van top tot teen ingepakt: lange mouwen, lange broek, schoenen, handschoenen, een bivakmuts, hoedje en een zwemband rond hun middel. Geen stukje huid was onbedekt. ‘s Avonds hebben we weer lekkere noedelsoep gegeten bij een klein lokaal restaurantje. Onze ervaring is dat je bij dat soort restaurantjes altijd lekker en simpel kunt eten voor weinig geld.

De volgende dag gingen we dan op een 2-daagse cruise door Ha Long Bay (met Vega Travel – echt een aanrader). We kregen de tip hiervoor van Will, die we in Mongolië hebben leren kennen, hij had een paar weken geleden dezelfde cruise gedaan. We hadden een hele leuke groep met allemaal mensen van onze leeftijd: 2 Duitsers, een koppel uit Wales (dat is echt anders dan Engels, van dat taaltje versta je helemaal niks), 2 Nieuw-Zeelanders, 3 Fransen, 3 Amerikanen en een Australiër. We hadden een leuke slaapkamer in de boot met uitzicht over het water. We zijn door de mooie baai gevaren en op uiteindelijk zijn we in het noorden van Ha Long Bay buiten de drukte van de andere boten uitgekomen, hier lagen kayaks op ons te wachten. Met zijn 2en konden we in een kayak en hebben we een lekker stuk geroeid. Het was heel mooi en zonnig weer, echt genieten. Eerst zijn we naar een grot geroeid die we ook in konden lopen. En even later bij een klein strandje aan een andere rots hebben we de kayaks vastgemaakt om even te gaan zwemmen. Het water was heerlijk op temperatuur maar toch verkoelend!

Eenmaal terug op de boot hebben we nog even gerelaxt op het dek en van het uitzicht genoten en tegen de avond ging de boot in een beschut stukje van de baai aanleggen, hier zouden we overnachten. Voor het eten kregen we les in het maken van verse Vietnamese loempia’s (de niet gefrituurde versie). We kregen plastic handschoentjes aan om ze te maken en te rollen en dat was maar goed ook, want Lisanne maakte er een complete knoeiboel van. Maar het gaat natuurlijk om de smaak en ze smaakten wel erg lekker. In de avond hebben we met zijn allen lekker op het dek gezeten en naar de sterren gekeken.

De volgende ochtend ging de wekker om 6 uur en zagen we uit het raam de rotsen in de zee en de zonsopkomst. Als we dan toch vroeg moeten opstaan, dan maar zo. Om 7 uur zouden we namelijk de surprising cave gaan bezoeken, de mooiste en grootste grot in Ha Long Bay. We waren, niet geheel verrassend aangezien we zo vroeg waren opgestaan, de eerste boot daar. Een uur later lag de hele aanlegsteiger vol met boten dus we waren mooi op tijd. De grot was heel mooi, veel stalactieten en het plafond was mooi gegolfd van de erosie van de zee. Na de grot gingen we naar Titop island, waar we helemaal naar boven konden klimmen. Het traplopen (400 treden) was behoorlijk zweten, maar bovenop was er een prachtig uitzicht over heel Ha Long Bay, super! Daarna hadden we wat tijd om bij het strandje van het eiland lekker in de zee te gaan zwemmen. Later in de ochtend zijn we door de mooie baai teruggevaren naar de haven. Onderweg zagen we de rots die op het 200.000 Dong bankbiljet staat. Daarna hebben we nog even geluncht op de boot en zijn we weer terug naar onze home stay gegaan. Het was een heerlijk tripje.

Voor de volgende dag hadden we de bus naar Tam Coc (bij Ninh Binh) geregeld, een stukje zuidelijker van Hanoi. Dat was een rit van 5 uur eindelijk weer eens met de normale bus in plaats van de slaapbus. We konden in Ha Long de opstapplaats van de bus in eerste instantie niet vinden en een man bij het reisbureautje in de straat zei dat we daar wel konden wachten. Hij belde iemand van de bus en vroeg of de bus ons op die plek op kon pikken. Zo gaat het hier, ons kent ons. We hebben nog een half uurtje gezellig met de man gekletst en toen kwam de bus ons inderdaad netjes daar oppikken.

Op naar Ninh Binh (tam Coc) waar we Ha Long bay op het land gaan bewonderen.

Foto’s Ha Long Bay

Hanoi & Sapa

Onze eerste week in Vietnam hebben we in Hanoi (de hoofdstad van Vietnam) en Sapa (een dorpje in de bergen met veel rijstterrassen) doorgebracht. De samenvatting is dat we Sapa prachtig vonden en van Hanoi waren we niet zo heel erg gecharmeerd, daar was het vooral erg druk.

Vanuit Hongkong zijn we op Hanoi gevlogen en met de openbare bus zijn we van het vliegveld naar het centrum van Hanoi gegaan. Het was een vlotte rit, totdat we in het centrum kwamen, dat was een grote chaos. De wegen zijn erg druk met voornamelijk scootertjes en ook met auto’s. Met onze backpacks zijn we naar ons hotel gelopen aan de rand van het Old Quarter, de bekendste wijk in Hanoi. Lopen door de stad is een gekkenhuis. Op de stoepen hebben vrouwen hun koopwaren en etenswaren uitgestald, van groente en fruit tot rauw vlees en vissen en garnalen in emmers. Daar moet je omheen lopen zonder ondertussen door een scooter omver gereden te worden. Oversteken is de grootste uitdaging want voor zebrapaden wordt niet gestopt. Ook niet als er een stoplicht staat en het licht op groen gaat. We werden al snel behendig in het gewoon lopen en hopen dat ze voor je aan de kant gaan. Dat is ook het veiligste, het is juist gevaarlijk om opeens stil te gaan staan en te wachten op een auto of een scooter want daar rekenen ze niet op.

We zijn 2 dagen in Hanoi gebleven en zijn o.a. bij het stadsmeer in Old Quarter geweest (waarvan het water erg vies is) en zijn gewandeld naar West Lake, het andere grotere stadsmeer in Hanoi (waarvan het water ook erg vies is). We vonden dat er niet heel veel bezienswaardigheden waren die de moeite waard zijn. Wat wel leuk was, was het waterpoppentheater. We hebben daar een voorstelling van een uur bijgewoond, waarin veel losse sketches met waterpoppen op werden gevoerd. Een beetje als een poppenkast, maar dan in een waterbak en ietsje groter. Het werd begeleid door traditionele Vietnamese muziek en gezang. Grappig voor een keer en we leerden zo al een beetje over sommige gebruiken en tradities in het land. Ook zijn we langs het mausoleum van Ho Chi Minh gelopen en langs het huis van de president. Verder hebben we op een leuk dakterras Vietnamese loempia’s gegeten. Hmmm lekker!

Vanuit Hanoi zijn we met de slaapbus naar Sapa gegaan, een plaatsje in het noordwesten van Vietnam op zo’n 6 uur rijden van Hanoi. We vertrokken ‘s ochtends om 7 uur, dus slapen was niet nodig, maar het was de enige bus die we konden krijgen en het was eigenlijk wel comfortabel! De bedden lagen lekker en waar Lisanne wel eens wagenziek wordt bij bochtige wegen, had ze nu nergens last van (en de wegen waren behoorlijk bochtig aangezien Sapa in de bergen ligt). We moesten onze schoenen uit doen bij het instappen van de bus en bij tussenstops kwam er een bak met slippers tevoorschijn die we dan aan konden trekken.

In Sapa verbleven we in een leuke home stay met hele aardige eigenaren. Ze deden goed hun best om alles voor ons te regelen en gaven ons advies over welke trekking we het beste konden doen. De dag na aankomst begonnen we aan de 2-daagse trekking door de rijstterrassen. We hadden een groep met 3 Belgische meiden, een Nederlandse meid, een Zweedse jongen en een Mexicaanse vrouw. Leuk om weer iets met een groep te doen. Onze gids was een Vietnamese vrouw van de Hmong stam. Die stam leeft in dit gebied. Ze was mooi traditioneel gekleed. We werden begeleid door nog een paar dames en meisjes van de Hmong stam, die ook vooral probeerden om hun armbandjes, tasjes en portemonneetjes aan ons te verkopen.

We hadden geluk met het weer, het heeft hier de afgelopen weken namelijk veel geregend, maar we hebben alleen bij het vertrek een half uurtje regen gehad en daarna is het weer twee dagen mooi en zonnig geweest. De route ging veel over zandpaadjes tussen rijstvelden door en door de bossen en vanwege de regen de afgelopen tijd waren de paadjes op delen heel modderig en glad. Het was ongelooflijk hoe gemakkelijk de Hmong meisjes op hun slippertjes of laarzen over de gladde paden gingen. Ondertussen hielden ze ons bij de hand op de gladdere stukken. Super fijn! Lisanne heeft misschien wel een uur lang hand in hand gelopen met een van de meisjes. Maar ze is niet uitgegleden, in tegenstelling tot Rik die het op eigen houtje aandurfde. Als bedankje hebben we leuke armbandjes van haar gekocht. Een effectieve verkoop tactiek van het meisje..

Zo ging de route door de bergen en de uitzichten waren prachtig! De rijst kleurt nu groen-geel en op sommige plaatsen waren de mensen de rijst al aan het oogsten. We zagen ook hoe boeren de rijst uit de rijststengels deden kloppen en hoe vervolgens de rijstkorrels van de pulp werden gescheiden door de rijst in de wind te laten vallen. De pulp waait dan weg en de rijstkorrels (die zwaarder zijn) vallen recht omlaag.

De eerste dag hebben we ruim 8 km gelopen. We hebben lekker geluncht in een klein dorpje onderweg, en vervolgens in het volgende kleine dorpje zijn we met zijn allen bij een home stay blijven slapen. Heel leuk om hier tussen de Vietnamezen te verblijven. De familie had lekker voor ons gekookt, we hebben wat rijstwijn gedronken en hebben met zijn allen op de slaapzolder geslapen.

De volgende dag was het nog ongeveer 5 km verder lopen naar het kleine dorpje Ta Van, het eindpunt van de trekking. We hebben er nog lekker noodle soep en gebakken rijst gegeten voordat we met een busje teruggereden werden naar Sapa. Vanuit het busje konden we de mooie vallei zien waar we de afgelopen twee dagen doorheen gelopen waren. Super mooi!

De volgende dag waren we van plan om de bus te nemen naar Ha Long Bay, aan de kust van Vietnam. Echter was de verwachting dat de typhoon die afgelopen week de Philipijnen en Hong Kong had aangedaan ook naar de Vietnamese kust zou komen. De boten zouden daarom niet varen op Ha Long Bay de komende paar dagen, en met een bootje varen is juist hetgeen wat leuk is om daar te doen. We zijn daarom een dag langer in Sapa gebleven. Het regende wel de hele dag (mogelijk vanwege de typhoon) dus we hebben een rustdag genomen.

De volgende dag zijn we alsnog naar Ha Long Bay afgereisd met de slaapbus. Deze slaapbus was net iets minder comfortabel dan de vorige omdat de bedden op Vietnamezen gebouwd waren en wij daardoor onze benen niet konden strekken. Het was daardoor een behoorlijk gebroken nacht en om 4 uur werden we met zijn allen bij een hotel in Ha Long Bay gedropt. En het regende ook nog. We hadden voor de volgende dag een home stay geboekt en wilden gaan kijken of we daar nu al in konden checken. Met een ander koppel dat dezelfde richting uit moest hebben we een taxi gedeeld en tot ons grote geluk mochten we al onze kamer in. Gelukkig hebben we dus toch nog wat slaap kunnen pakken.

Inmiddels verblijven we nu al een paar dagen in het mooie Ha Long Bay, maar hierover later meer.

Foto’s Hanoi & Foto’s Sapa

Hong Kong

De afgelopen dagen hebben we in Hong Kong doorgebracht. Via het Chinese Guilin zijn we naar deze grote stad gereisd. Guilin was voor ons een tussenstop waar we een nacht door hebben gebracht. We waren vroeg in de middag in Guilin aangekomen vanuit Ping’an waardoor we nog even wat rust konden nemen op onze kamer. Het hostel vinden was nog even een opgave omdat we niet goed om ons heen hadden gekeken en door twee Chinese mensen de verkeerde kant op werden gestuurd. Uiteindelijk bleek dat we eerder ongeveer voor het hostel gestaan hadden, maar het was aan de andere kant van de weg dan wij dachten. We hebben het in ieder geval gevonden. De rest van de dag hebben we makkelijk gehouden en bij het hostel een hapje gegeten.

De volgende ochtend vertrok onze reis naar Hong Kong. Via een Uber die het hostel had geregeld zijn we naar het station gebracht, hebben we onze tickets opgepikt en zijn we in de bullettrein gestapt. In China zijn er meerdere soorten bullettreinen en deze trein schijnt de snelste in zijn soort te zijn. Hij kan tot maximaal 350km per uur gaan. Helaas trapte de machinist alleen het laatste stuk van de reis echt op het gas en we hebben net de 307km per uur aangetikt. Wat we wel indrukwekkend vonden is dat we zeker een half uur lang op dit tempo door Guangzhou hebben gereden. Wat een gigantische stad! Het hield maar niet op! We wisten niet veel van Guangzhou en hebben daarom wat onderzoek op Wikipedia gedaan. Guangzhou (vroeger Kanton genoemd) heeft zelf 13,5 miljoen inwoners. Maar inclusief voorsteden is het veruit de grootste metropool in de wereld. Op een gebied van de helft van Nederland wonen 62 miljoen inwoners. Dat omvat dan ook o.a. Macau, Shenzhen (waar onze trein naartoe ging) en Hong Kong.

Aangekomen in Shenzen noord, het treinstation dat China met Hong Kong verbindt, werden we direct via de borden naar de uitgang van China geleid. Er werd een korte inspectie van het paspoort gedaan en een gezichtscontrole (oef, daar kwamen we doorheen), waarna we mochten doorlopen naar Hong Kong en daar weer eenzelfde procedure moesten doorlopen. Eenmaal door de checks zijn we op de metro gestapt en na ongeveer 40 minuten kwamen we boven de grond in het centrum van Hong Kong in de wijk Tsim Tsa Tsui. Wat een gekke drukte hier! Het was een complete cultuurshock voor ons na de laatste weken op het Chinese platteland. Ongelooflijk veel mensen en ook weer allemaal verschillende mensen van verschillende culturen. De kamer die we geboekt hadden lag vlakbij dit metrostation op de 6e verdieping van een winkelcentrum. In het winkelcentrum zaten met name kleine Pakistaanse en Indiase winkeltjes en de verkopers bleven je maar maatpakken en horloges aansmeren. Ons kamertje was piepklein, we hadden een twijfelaar bed, daarlangs ongeveer 60 cm loopruimte en na het bed begon de ieniemienie badkamer. We vonden het prima, een eigen badkamertje was al luxe.

Het was die dag inmiddels al halverwege de middag en we besloten daarom om direct door te gaan naar het Hardrock café in de wijk Central om hier een lekkere burger te eten. Tradities zijn er niet om te verbreken, vooral goede tradities zoals deze niet. Na het eten hebben we nog gewandeld langs de kade in deze wijk en hebben we kunnen genieten van de fantastische city skyline van Hong Kong.

Omdat de weersvoorspellingen voor dag twee in Hong Kong regen gaven, besloten we om deze dag de straten en winkels in de wijken Tsim Tsa Tsui en Mong kok onveilig te maken. In de ochtend is Lisanne geslaagd voor een nieuw kort broekje waar ze al een tijdje naar op zoek was. Je vindt hier op iedere hoek, kelder of bovenverdieping van een warenhuis wel een sportzaak, ongelofelijk. In de middag zijn we via het stadspark naar Mong kok gelopen. Dit is een erg drukke wijk met nog veel meer winkels en staat vooral ook bekend om al zijn camera shops. Het walhalla voor Rik aangezien hij nog op zoek was naar een cameralens. Uiteindelijk hebben we een goede deal kunnen vinden en was Rik helemaal in zijn nopjes met zijn nieuwe groothoeklens. De prijzen zijn hier een stuk goedkoper dan in Nederland, o.a. omdat er geen btw is. Tijdens het avondmaal hebben we wederom makkelijk gedaan en gekozen voor een pizza slice van Piazanno’s, wat waren die lekker. We hebben de dag afgesloten met een licht en geluidsshow. Deze show van een kwartier is iedere avond om 20:00 te zien aan de kade in Tsim Tsa Tsui. Verschillende gebouwen aan de overkant van het water geven een schouwspel van licht op het ritme van de muziek weg. Waar dit overdag nette kantoorgebouwen zijn, veranderd de gevel in de avond in een volledige led matrix en staan er op de daken lazers of schijnwerpers. Super leuk om te zien.

Op dag drie was het weer een stuk beter en hebben we besloten om Victoria’s peak te bezoeken. Eerst hebben we ontbijt gehaald bij ons favoriete tentje om de hoek. Een klein zaakje dat alleen maar pannenkoeken verkocht en al 3 jaar tot beste streetfood was uitgeroepen. Lisanne kon het niet laten om (net zoals Rik hoor) een chocolade pannenkoek te bestellen. De pannenkoek is anders dan bij ons, het zijn knapperige bolletjes die aan elkaar zitten en het midden is zacht en gevuld met chocolade. Hmmm lekker begin van de dag!

Victoria Peak kijkt uit over de hele stad. Het uitzicht is er prachtig! Je ziet de hoge flatgebouwen van Hong Kong aan beide kanten van de rivier liggen. We zijn met de trammetje naar boven gegaan. Dat was even wachten en behoorlijk duwen om de tram in te komen (de oudere Chinese damestjes duwen het hardste). Vanaf het skyterrace (het hoogste publieke uitkijkpunt) hebben we genoten van het uitzicht waarna we een route hebben gewandeld over de peak. De route was leuk maar gaf weinig uitzicht door de begroeiing. Voordat we terug naar beneden zouden wandelen hebben we nog een hapje bij de burger King gegeten, ons avondmaal. Weer fastfood, we moeten toch maar weer eens gezonder gaan eten… Maar goed, in Hong Kong was het in alle restaurantjes zo druk dat de enige manier om een beetje snel te kunnen eten, je raad het al, ‘fast’food is. De tocht naar beneden was een aanslag op de knieën, vele delen waren enorm stijl en we waren dan ook erg blij dat we niet naar boven waren gelopen.

Verder hebben we het rustig aan gedaan in Hong Kong en ook alvast wat dingen voor de reis naar Vietnam uitgezocht. Vanmorgen zijn we dan vroeg vertrokken richting het vliegveld om naar Hanoi in Vietnam te vliegen. Dit is weer onze eerste vlucht sinds de vlucht naar Moskou, de eerste dag van onze reis. De rit naar het vliegveld was met de metro en AirPort express metro goed te doen en we waren na 45 minuten al in de terminal. Het was er erg rustig en tot onze grote verbazing was er geen wachtrij bij het inchecken en ook bij de douane en immigratie konden we zo doorlopen. Heerlijk, zo kan het dus ook op een vliegveld gaan. Erg fijn allemaal en nu op naar Hanoi, Vietnam! Tot later.

p.s. wellicht heb je het al gemerkt en heb je onlangs geen mails meer ontvangen over nieuwe blog posts. We hopen dit snel weer werkend te krijgen.

Foto’s Hong Kong

Karstbergen in Yangshuo & rijstterrassen in Ping’an

In Yangshuo hebben we afgelopen week een aantal rustige dagen doorgebracht. Yangshuo is een hele leuke plaats om te bezoeken als je in China bent. Het ligt in een prachtig gebied gekenmerkt door de karstbergen. Door het hele landschap liggen deze groen begroeide hobbels. We hadden een heel fijn hostel een paar kilometer buiten Yangshuo aan de Yulong rivier, weg van alle toeristische drukte in het centrum. Onze kamer in het hostel lag op de bovenste verdieping en keek uit over het mooie landschap. Een hele fijne plek om de benen even wat rust te gunnen. Voor deze dagen hadden we geen concrete plannen gemaakt. De eerste dag werden we vanwege de regen gedwongen om rust te nemen, we hebben de dag doorgebracht met kaarten en tv series kijken. Het hostel had ook een café/restaurant en we hebben iedere dag goed en lekker gegeten. De kaart bestond uit zowel westerse gerechten als Chinese gerechten waar onze voorkeur naar uit ging. Want als we in China zijn gedragen we ons ook als Chinezen. Na deze dag klaarde het weer op en werd het behoorlijk warm.

Je kunt de Yangshuo omgeving het beste verkennen per fiets, over de rivier varen in bamboe vlotten of scooter rijden. We zijn er twee dagen met de scooter op uitgetrokken die we bij het hostel konden huren. Het kost hier niet te veel geld om een scooter te huren (ongeveer 9 euro voor een elektrische scooter per dag en 17 euro voor een benzine scooter per dag, waarmee je grotere afstanden kunt afleggen dan met de elektrische scooter omdat je niet tussendoor hoeft op te laden). Voor de dagen hadden we geen concrete plannen gemaakt. De tweede dag zijn we door de directe omgeving van Yangshuo getoerd, waarbij Rik de bestuurder was en Lisanne lekker achterop zat. De elektrische scooter ging niet heel hard (max 40 km per uur) waardoor je genoeg tijd hebt om te genieten van alle mooie uitzichten. Heel relaxt zo op de scooter, op die ene wespensteek bij Lisanne na dan. Maar goed, een wespensteek prikt even en wordt wel dik, maar het jeukt bij lange na niet zo erg als al die muggenbeten hier, dus laten we niet klagen. Tijdens de rit hebben we Yangshuo stad bezocht waar Rik voor het eerst sinds de reis naar de kapper is geweest. De kapperszaak was een opening in een opslag van een huis met alleen een kappersstoel en een rek met slippers voor de verkoop. Gewapend met een internet plaatje van een leuk kapsel hebben we de Chinese man aan het werk gezet. Uiteindelijk was het resultaat prima en kan Rik er weer een maand tegenaan.

Twee dagen later zijn we met mooie roze helmen met de benzine scooter naar Xingping gereden, een stadje 30 km verderop van Yangshuo. Deze ging een stuk harder (tot 80/90 km per uur) en hiermee kon je goed met het verkeer meegaan. Dat zag Rik met zijn snelle kapsel wel zitten maar Lies vond het maar niks die snelheid. Hierdoor zijn we tussen de 50 en 60 km per uur blijven steken (ter verdediging van Lisanne: 60 km per uur is de maximum snelheid op de meeste wegen, dus het ging hard genoeg). Eenmaal aangekomen in Xingping zijn we een van de karstbergen opgeklommen wat nog een behoorlijke klim was. Enkele pauzes tussendoor waren dan ook nodig om boven te komen. Dat gaf een heel mooi uitzicht over Xingping en over de rivier die door het landschap heen kronkelde. Na de klim zijn we verder gegaan met toeren rondom Xingping en een stuk verderop langs de rivier zijn we bij het 20-yuan uitzichtpunt gestopt. Dit uitzicht staat afgebeeld op het bankbiljet van 20 yuan. Hierna hadden we niet echt meer een doel voor ogen en zijn we via allerlei kleine binnenwegen terug gereden naar Yangshuo. Aangezien dit onze laatste avond was en de zon mooi tussen de wolken door kwam hebben we nog een bezoek gebracht aan de “werkers brug” om hier foto’s te maken van de zonsondergang.

Na vier dagen op dit fijne plekje in Yangshuo zijn we met de publieke bus doorgereisd naar Ping’an. Ping’an is een piepklein dorpje bovenin de bergen en maakt onderdeel uit van de Longji rijstterrassen. De Longji rijstterrassen liggen in de bergen een stukje noordelijker van de grotere stad Guilin. Het zijn een aantal kleine dorpjes waarvan Ping’an er een is en daar omheen mooie rijstterrassen. De busrit er naartoe was al een leuk avontuur. We werden eerst via Guilin naar de entree van de Longji rijstterrassen gebracht, onderaan de bergen. Daar moet je entree betalen (een soort van park pas) om naar binnen te mogen. Wij moesten daar overstappen op een ander busje dat ons naar Ping’an zou brengen. We moesten even wachten en we mochten bij vijf politieagenten die tickets aan het controleren waren in het hokje wachten. Zij wezen ons uiteindelijk netjes op de juiste bus naar Ping’an. Dat was een klein busje met allemaal lokale mensen. Het busje rammelde aan alle kanten en op een heel rustig tempo gingen we over de slingerpaden naar boven. In iedere publieke bus is een dame aanwezig die door de bus loopt om bustickets te verkopen. Zodra we gesetteld waren stond ze ook snel langs Rik om af te rekenen. Wij hadden onze tickets via het hostel gekocht en afgerekend voor de volledige rit, echter hadden we geen bonnetje of iets gekregen. Rik heeft via de translator app aangeven dat we de tickets in Yangshuo al hadden betaald. Tot onze verbazing nam de dame het antwoord zonder pardon aan en we waren vrij om mee te gaan. We werden uiteindelijk onderaan de parkeerplaats van Ping’an afgezet. We moesten toen door het dorpje met onze backpacks bergop lopen om bij ons hostel te komen. Blijkbaar waren er meerdere international youth hostels in Ping’an (terwijl het echt niet zo groot is) en we waren in eerste instantie naar de verkeerde gelopen (na een kwartier trapklimmen). Een vriendelijke Chinese man is toen met ons meegelopen naar het goede hostel. We waren blij dat we daar konden douchen.

Die avond en de volgende dag zijn we door de mooie rijstterrassen gelopen. Het is bijna oogsttijd en de rijst stond bijna een meter hoog. Het hele landschap was prachtig groen (waar vooral Lisanne helemaal gelukkig van werd – het was ook zo’n mooie kleur groen). Op een uurtje lopen (bergop en bergaf) ligt een ander dorpje, Longji old village, waar we naartoe zijn gelopen. Wat voor ons een hele vreemde gewaarwording was, is dat er bijna niks te doen was in de dorpjes. Dat zijn we totaal niet gewend hier in China! De Chinese scholen zijn in september weer begonnen, dus de vakantie van de Chinezen zit erop. Dat was goed te merken. We kwamen maar enkele andere toeristen tegen en sommige restaurants, winkels en hotels waren al gesloten. We vallen hier van het ene uiterste (hutje-mutje met heel veel Chinezen door de parken lopen) in het andere uiterste.

Inmiddels zijn we doorgereisd naar Guilin. We zullen hier een nacht blijven om vervolgens op de trein te kunnen stappen naar Hongkong.

Fenghuang en de buitenaardse rots-pilaren van Zhangjiajie

De afgelopen week zijn we een dag in het karakteristieke oud-Chinese stadje Fenghuang verbleven en een aantal dagen in de mooie parken van Zhangjiajie en Wulingyuan.

Nadat we 2 nachten in de nachttrein hadden doorgebracht (het was een behoorlijke afstand van Zhangye naar Fenghuang) waren we blij weer in een gewoon bed te kunnen slapen. Ons hostel in Fenghuang was heel eenvoudig: geen ‘normaal’ toilet maar een betegeld gat in de grond en daar recht boven hing de douche. Maar het was prima en de gastvrouw was super vriendelijk. Bij binnenkomst kregen we direct een paar gestoomde suikerbroodjes, we hebben onze kleren weer even kunnen wassen en Rik zijn broek waar een scheur in zat werd netjes voor hem genaaid.

Fenghuang is een super idyllisch stadje met veel kleine en gezellige kraampjes en winkeltjes. Het is wel een toeristische trekpleister en het was daardoor behoorlijk druk. De twee Nederlandse jongens die we de vorige dag in de trein hadden ontmoet zouden ook naar Fenghuang gaan, en ja hoor, na nog geen minuut lopen door het stadje kwamen we ze al tegen. Ze hebben ongeveer hetzelfde reisplan door China als ons en we zijn ze een paar dagen later in Wulingyuan nog een keer tegen gekomen. We hebben lekker door Fenghuang rondgewandeld en aan de rivier een biertje gedronken. Na een paar uur hadden we het hele stadje gezien. ‘s Avonds hebben we wederom een wandeling gemaakt en het hele stadje was fel verlicht in allerlei kleuren. Het was net een grote kermis met veel live muziek en het was hartstikke druk. Het was niet erg idyllisch meer, maar we hebben wel mensen kunnen kijken en gezien hoe alle Chinese tienermeisjes overal selfies nemen.

De volgende dag zijn we met de bus in 3,5 uur doorgereisd naar Zhangjiajie. Hier hebben we de dag erna de Tianmen Mountain bezocht. Samen met veel Chinezen zijn we deze indrukwekkende 1518 meter hoge rots op gegaan. We waren er deze morgen vroeg bij en hierdoor was het in het begin nog niet al te druk. Tianmen mountain wordt omringd met andere groen begroeide rotsen die variëren in hoogte. We zijn vanuit het centrum van Zhangjiajie met de 7km lange kabelbaan omhoog gegaan. Het uitzicht was erg spectaculair! Eenmaal bovenop de rots waren er allerlei wandelpaden op en langs de rots aangelegd. Er zijn veel routes die je kunt nemen maar uiteindelijk wordt het park verdeeld over een west en oostzijde. De meeste paden waren erg druk (dat krijg je met een hoop Chinezen op 1 rots) maar de iets meer afgelegen paden aan de oostzijde hadden wat meer hoogteverschil en waren rustiger. De afgelopen dagen hebben we al geleerd dat Chinezen houden van gemakkelijk reizen, dus het liefst georganiseerd en in groepen en zonder al te veel inspanningen. Wij zijn niet vies van een beetje klimmen hier en daar en de oostkant van de rots waar weinig toeristen waren vonden wij daarom heerlijk om te verkennen. Er waren ook een paar skywalks langs de rotsen aangelegd, glazen paden waar je overheen kon lopen. Je kon de afgrond onder je enigszins zien, ook al was het glas niet meer super helder. En ze hadden een hangbrug aangelegd over een klif. Het waaide hard dus het wiebelde behoorlijk.

Tianmen mountain staat met name bekend om het grote gat in de rots dat natuurlijk is ontstaan. Onder het gat loopt een trap van 999 treden. We hadden in het hotel de tip gekregen om die als laatste te bezoeken, want dan kom je aan de bovenkant van de trappen aan en kun je de 999 trappen omlaag lopen. Onderaan de trappen rijden bussen terug naar de stad. Als je niet met de kabelbaan de rots op gaat maar met de bus, en het rondje andersom loopt, dan is dit het startpunt van je wandelroute en moet je de 999 trappen op lopen. We waren erg dankbaar voor de tip. We zijn uiteindelijk met de bus de berg weer afgeslingerd naar Zhangjiajie.

De volgende dag zijn we met de publieke bus naar Wulingyuan gereisd. Ons hotel had een bagage service en voor niet al teveel geld hebben we het onszelf een keer makkelijk gemaakt en onze backpacks opgestuurd naar het volgende hostel. We konden zo de bus direct naar het park nemen zonder eerst onze bagage af te zetten in Wulingyuan. Wulingyuan ligt op ongeveer 40 km van Zhangjiajie en daar ligt het Zhangjiajie National Forest Park. De groen-begroeide rots-pilaren zijn ook wel bekend van de film Avatar. Het landschap uit de film is op deze plaats geïnspireerd. We zijn eerst door het bos gelopen, door de Golden Whip Stream. Langs het bospad staan de rotsen. Ze verschillen in lengte en gaan tot ruim 300 meter hoog. Er zaten ook apen in het bos en die moesten Rik hebben. Rik was een aap van ongeveer 2 meter afstand aan het fotograferen en dat vond de aap niet leuk. Hij kwam op Rik aflopen en sloeg naar de camera. Lisanne schrok er meer van dan Rik, maar Rik en de camera kwamen er goed vanaf. Even later liepen we met een stukje meloen in de hand toen we weer een groepje apen tegen kwamen. Lisanne gaf haar meloen snel aan Rik en ja hoor, een brutale aap pakte Rik bij de broek en liet hem pas los toen Rik de aap heel boos toesprak. De apen zaten alleen onderin het bos en toen we gingen klimmen zijn we ze niet meer tegen gekomen. En wat hebben we geklommen. We namen een afslag (Luancuan slope) die bergop ging en waar geen Chinezen waren, want die houden niet zo van grote inspanningen. De weg bleek naar de top van een van de rotsen te gaan, het was bijna een uur trap op lopen en naar het schijnt zo’n 2000 treden. Maar het uitzicht boven was prachtig! En we hadden het bijna voor ons alleen. We verwijzen jullie graag door naar de foto’s want woorden doen het landschap te kort. We hebben rondgewandeld tot we de toeristen weer ontdekt hadden en zijn toen met de lift, Bailong elevator, terug naar onderen gegaan. Ja, de Chinezen hebben een ruim 300 meter lange lift tegen een van de rotsen aangebouwd. We waren zo beneden.

De dag erna hebben we andere hoeken van het park bezocht. De eerste route ging over de rotsen en werd op een gegeven moment heel smal. Wij vonden het geen pretje om tussen de ietwat trage maar evengoed duwende Chinezen in de file te staan. Het uitzicht was mooi maar de lol was er al vanaf. We hadden van iemand anders de tip gekregen voor een ander pad en daar zijn we toen met de shuttlebus naartoe gegaan, er rijden gratis namelijk shuttlebussen door het hele park. Het pad bleek heel rustig omdat het nog ruim 5 km wandelen was naar het uitzichtpunt. Je kon ook een shuttlebusje nemen maar daarvoor moest je bijbetalen. De georganiseerde reisgroepen slaan dit pad over. Het bleek een prachtig pad te zijn om te lopen en onderweg kwamen we maar een paar man tegen, allemaal westerlingen op avontuur. Met een Spanjaard zijn we naar de uitzichtpunten gelopen (genaamd Soldies Gathering). Waaw, we vonden dit het mooiste plekje van het hele park. In de verte kon je ook de Bailong elevator tegen een van de rotsen zien. Hier hebben we even zitten genieten. We zijn uiteindelijk op het eind van de dag met de kabelbaan terug naar onderen gegaan, want die hebben de Chinezen hier ook aangelegd. Het uitzicht was prachtig! Ondertussen merkten we dat de Chinezen met wie we in de kabelbaan zaten stiekem foto’s van ons aan het maken waren, terwijl het uitzicht buiten toch echt beter was. Alhoewel de meeste mensen het vriendelijk vragen als ze een foto met je willen kijken we hier inmiddels ook niet meer van op.

Onze laatste dag in Wulingyuan hebben we rustig aan gedaan en onze benen wat rust gegund na 3 dagen veel lopen in de parken. Halverwege de middag moesten we ook weer de bus terug naar het stadje Zhangjiajie nemen om daar ‘s avonds op de slaaptrein te stappen. Hier hadden we (eindelijk) eens wat alone-time, want we hadden geen bedden in dezelfde coupé kunnen krijgen. Rik zat in wagon 11 en Lisanne in wagon 8. Het was het eerste moment sinds we vertrokken zijn dat we apart gereisd hebben. Het is helemaal goed gekomen want we zijn allebei bij de juiste halte weer uitgestapt. Als we elkaar beu waren geweest was dit het moment geweest om stiekem een halte eerder of later uit te stappen.. Daarna hebben we de taxi genomen naar een nabijgelegen station voor de vervolgreis naar Yangshuo. Eindelijk, na alle slaaptreinen hebben we hier de bullettrein kunnen nemen. Die ging 250 km per uur en twee uur later waren we in Yangshuo.

Na de reis vanuit Wulingyuan met bus-slaaptrein-taxi-bullettrein-bus-bus-taxi zijn we nu in ons hostel in Yangshuo aangekomen. De omgeving is hier prachtig! We gaan hier de komende dagen even bijkomen van de afgelopen drukke reisweken. We hebben daarom ook niet echt plannen in dit stadje en we zien wel of we hier nog iets gaan doen.

Tot de volgende keer!

Ps: gefeliciteerd tante Annie en tante Leida met jullie verjaardag!

Scroll naar boven

This content is protected