Outback & Australian Grand Prix

Onze laatste dagen in Australië stonden in het teken van twee extremen. Eerst de extreme hitte en vliegjes in de Outback en daarna de extreem hoge snelheden bij de Australian Grand Prix in Melbourne!

Na ons verblijf bij Rita en Barry zijn we van Goldcoast naar Ayers Rock Airport gevlogen, midden in Australië in de Outback. We hadden hier een tour geboekt want dat leek ons de makkelijkste en goedkoopste manier om de omgeving te verkennen. Je kunt ook een auto huren en zelf op verkenning gaan, maar er zijn niet veel plaatsen waar je kunt overnachten. Sowieso zijn er maar een paar leuke plaatsen om te bezoeken, zoals Ayers Rock, Kings Canyon en Alice Springs. Verder is er vooral veel woestijn. En hitte. En veel vliegen die telkens op je gezicht gaan zitten.

We werden van het vliegveld opgepikt door een busje waarmee we de komende dagen, met een man of 20, de omgeving zouden gaan verkennen. Gelukkig had de bus airco, want het was 42 a 43 graden deze dagen. Dat is echt heel heet! De meeste activiteiten stonden ’s ochtends vroeg of rond de schemering gepland, omdat het overdag veel te heet was om iets te doen. Alleen de eerste dag gingen we direct na aankomst op het vliegveld, midden op de dag, op weg naar Ayers Rock. Eerst konden we een beetje rondneuzen in het cultureel centrum om wat over de geschiedenis en de Aboriginal cultuur te lezen. Een klein beetje jammer is dat de Aboriginals niet al hun tradities en dergelijke willen vertellen aan buitenstaanders. Ook Aboriginal kinderen krijgen naarmate ze ouder worden meer kennis geleerd over de Aboriginal gebruiken en tradities. Wij als buitenstaanders krijgen slechts de informatie die jonge Aboriginal kinderen ook krijgen. We weten dus niet precies wat voor gebruiken en rituelen er bij Ayers Rock plaats vonden/vinden door de Aboriginals. Wel kregen we wat informatie over hoe Ayers Rock moet zijn ontstaan en wat voor planten er groeien.

Rond een uur of 4 ’s middags werden we bij Ayers Rock gedropt om een wandeling van een uur te maken. Het eerste kwartier was nog wel leuk en hebben we wat foto’s gemaakt, maar daarna was de hitte niet leuk meer, er was niet veel schaduw. Lisanne werd tegen het einde toe zelfs een beetje licht in het hoofd, terwijl zij normaal gesproken toch degene van ons is die het beste tegen de hitte kan. Maar dit was toch iets anders dan normaal. Op het einde van de wandeling lag er een appeltje op ons te wachten waarvan we direct weer nieuwe energie kregen, gelukkig. Ook hadden we vliegennetjes voor over het hoofd aangeschaft, omdat hier heel veel vliegen zijn die telkens op het gezicht gaan zitten of in je neus of oren vliegen, heel irritant. Rik had een handig netje gekocht dat over zijn hoed paste, en Lisanne had het stuk klamboe dat we in ons campertje tegen de ramen gespannen hadden tegen de muggen, opgeknoopt en over het hoofd getrokken. Het werkte, dat was het belangrijkste.
Deze wandeling was de minst leuke van ons verblijf in de Outback, daarna werd het gelukkig beter. ’s Avonds zijn we de zonsondergang gaan kijken op een viewpoint met Ayers Rock in de verte. Je zag de rots langzaam van kleur veranderen.

Het leukste van ons verblijf in de Outback vonden we de nachten. We hebben namelijk buiten in de open lucht gekampeerd in swags, dat zijn slaapzakken voor buiten. In het kamp werd eerst lekker gekookt en daarna gingen we in onze swag liggen onder de prachtige sterrenhemel. Je kon de melkweg hier heel duidelijk zien vanwege de weinige lichtvervuiling die hier in de omgeving is. Af en toe was er een vallende ster te zien. Ook koelde het ’s nachts een klein beetje af, tot zo’n 25 graden, lekker. We dragen onze hele reis al heel dunne ‘liner’ slaapzakjes met ons mee, als het bed vies is kunnen we daarin gaan liggen (is gelukkig niet zo heel vaak nodig geweest). Daar hebben we nu ook in geslapen, en meer dekens dan dat waren ook niet nodig, veel te warm. Onze tweede nacht in de swags was ietsje spannender voor sommige mensen. Er liep vanavond namelijk een dingo rond bij het kamp (een Aziatische wolf die eruit ziet als een lieve hond, maar best intimiderend kan zijn). Tot overmaat van ramp zagen we vlak voor het slapen gaan bij de wc’s een kleine schorpioen, een duizendpoot en een paar andere groepsgenoten hadden een grote spin gezien. Onze gids stelde ons gerust dat de dingo’s in dit gebied nog nooit iemand kwaad hadden gedaan, dus hebben we het verstand op nul gezet en zijn gewoon gaan slapen. We zijn gelukkig allemaal weer wakker geworden en de meeste van ons hadden best lekker geslapen (wij in ieder geval wel).

De volgende ochtend ging de wekker om 4 uur om de zonsopgang te gaan kijken over Ayers Rock. Heel mooi en de temperatuur was nu nog aangenaam. Daarna hebben we een wandeling gemaakt bij de rots Kata Tjuta, een andere grote rode rots in de buurt. Misschien nog wel iets mooier dan Ayers Rock, want er zit wat meer vorm in. We konden hier ook iets meer van genieten dan gisteren bij Ayers Rock omdat het nog vroeg was en ‘slechts’ zo’n 35 graden. ’s Middags konden we een duik in een zwembad nemen (nog nooit zo blij mee geweest) en zijn we verder gereden naar Kings Canyon, waar we de volgende ochtend om 6 uur een wandeling gemaakt hebben (het was inmiddels al normaal geworden dat de wekker om 4 uur ging). De wandeling door Kings Canyon vonden we het mooiste. Een mooie rode canyon met wat weidere vergezichten. We hebben ons er goed vermaakt. Tot slot zijn we verder gereden naar de woestijnstad Alice Springs. Hier hebben we de nacht in een hostel op een slaapzaal doorgebracht en nog wat gekletst met wat mensen uit de groep. Zo vaak slapen we niet op slaapzalen, we proberen altijd een private room uit te zoeken (vaak is de prijs daarvan redelijk gelijk aan twee bedden op een slaapzaal), maar voor een keer was dit ook wel prima. De volgende ochtend om 4:50 (we waren nu echt wel gewend aan die wekker om 4 uur) werden we opgepikt om weer terug te rijden naar Uluru, het dorpje bij Ayers Rock, van waaruit we de volgende dag zouden vliegen naar Melbourne.

Het was leuk om de Outback zo gezien te hebben. Best extreem vanwege de hitte en de vele vliegen, maar heel anders dan anders. Maar mochten we in de toekomst nog terugkomen in Australië, dan hoeven we dit niet nog een keer te zien. 1 keer vinden we wel voldoende…

Onze laatste dagen in Australië zijn we in Melbourne verbleven, precies op tijd voor de Australian Grand Prix! We hadden kaartjes voor 4 dagen, van donderdag t/m zondag, wanneer de grote race was. We hadden geen zitplaatsen op een tribune (die waren al uitverkocht of gigantisch duur) maar konden wel overal op het circuit rondlopen en de race kijken op de plaatsen waar geen tribunes stonden. Dat bleek uiteindelijk helemaal prima te zijn. Via Airbnb hadden we een kamer geboekt bij Lindsay thuis, een man van rond de 40. We hadden onze eigen kamer en ’s avonds konden we in de woonkamer wat kletsen met Lindsay. Het huis lag op een half uurtje lopen van het circuit op Albert Park. Ideaal. Albert Park is een stadspark en ligt middenin Melbourne. Nu was het dus helemaal afgezet voor de Formule 1.

Op donderdag was er nog geen Formule 1, maar reden er wel andere raceklasses op het circuit, zoals de Formule 4, de Australian GT, de Porsche Carrera cup en de Beaurepaires supercars. Ook zagen we een aantal Formule 1 coureurs (Hamilton, Bottas, Sainz en Norris) van dichtbij handtekeningen uitdelen op een podium en we zagen Robert Kubica een interview geven in de Paddock, waar we ook Jack Plooij (de Nederlandse F1 verslaggever) zagen azen op een interview bij de Williams stal. We waren helemaal in ons nopjes. Op donderdag was het ook niet druk op het circuit dus hebben we lekker rondgelopen en alvast gespot wat de beste plaatsen waren om de race op zondag te kijken.

Die avond hadden we afgesproken met Adam, een verre neef van Lisanne, met wie Rita ons in contact had gebracht. Hij woont in Sydney maar werkt door de week in Melbourne, want hij is ‘magisch adviseur’ bij de grote Harry Potter voorstelling in het theater van Melbourne. Dat klinkt nog eens interessant he! Hij is illusionist en leert momenteel de Harry Potter acteurs de trucs die ze in de show gebruiken. In een cafeetje vlakbij het theater hebben we kennis gemaakt en gezellig een hapje gegeten. Wat leuk om zo de verre familie te ontdekken!

De vrijdag hebben we de Formule 1 auto’s voor het eerst in actie gezien tijdens de vrije trainingen. Heel vet! Allebei volgen we de Formule 1 erg graag, maar we waren nog niet eerder bij een Grand Prix geweest. We hadden uit voorzorg de oordopjes meegenomen, maar uiteindelijk niet nodig gehad. Wel voelden we ons ’s avonds behoorlijk vies van al het (fijn)stof wat van het circuit af kwam.

Zaterdagochtend werd de laatste vrije training verreden en daarna was het eindelijk zover, de kwalificatie ging beginnen. Nu werd het pas echt leuk, want nu ging het eindelijk ergens om. We stonden net voorbij bocht 12 en hadden zo zicht op hoe de auto’s uit bocht 11 en 12 kwamen. Leuk was dat we Vettel voor onze neus gras zagen maaien, hij vloog hier een keer uit de bocht. Op het grote scherm schuin voor ons konden we de stand redelijk volgen en we hadden ook nog op onze telefoon de livestream aanstaan zodat we ook een beetje konden volgen wat er aan de andere kant van het circuit gebeurde.

Op zondag, de racedag (vandaag was het wel echt druk), hadden we dezelfde tactiek. Een uur van te voren stonden we, met onze Redbull 33 petjes (33 is het nummer van Max Verstappen) en Lisanne in een oranje shirtje, al op ons plekje na bocht 12 aan het hek klaar en op het grote scherm en onze telefoon konden we de race redelijk volgen. 1,5 uur voor de race begon was er de drivers parade, en kwamen alle coureurs een voor een in een mooie klassieke auto langsrijden al zwaaiend naar het publiek. Dit was al leuk. Een straaljager kwam met veel lawaai nog een show geven in de lucht, en daarna begon de race eindelijk, spannend!! We hoopten dat Max toch minimaal bocht 12 zou halen, maar gelukkig waren (bijna) alle coureurs goed weg. We konden het best goed volgen en zagen de afstanden tussen de eerste 5 coureurs per ronde groter of kleiner worden (de rest van het veld hebben we wat minder gevolgd). We stonden tussen de Ricciardo fans, en een paar waarschuwden ons al dat Max bij de meeste Australiërs niet super populair is. Ze bleven gelukkig vriendelijk. Wij waren super trots toen Max uiteindelijk 3e werd! Zijn onze aanmoedigingen niet voor niets geweest. De prijsuitreiking was aan de andere kant van het circuit dus die hebben we overgeslagen. Het zou door de drukte waarschijnlijk veel te lang duren om er te komen.

Dit was een mooie afsluiting voor ons Australië avontuur. De volgende dag stapten we op het vliegtuig naar Tokyo! Eerst 9 uur vliegen naar Hongkong, daar overstappen en nog eens 4 uur vliegen naar Tokyo. Wat leuk was is dat we tijdens de vlucht van Melbourne naar Hongkong met een stuk of 20 Redbull medewerkers in het vliegtuig zaten. Ze waren allemaal netjes in tenue, een wit overhemd, donkerblauwe broek, donkerblauwe schoenen en een Rudbull tas. Toen we na de vlucht de foto van Max en zijn monteurs met de beker voor de 3e plaats nog eens bekeken op het nieuws, herkenden we een paar van zijn monteurs van het vliegtuig! Waarschijnlijk zijn zij terug naar Groot-Brittannië gevlogen, want ze zaten niet op onze vlucht naar Tokyo. Ook herkende Rik op diezelfde vlucht naar Hongkong Will Buxton, Formule 1 verslaggever voor het Formule 1 kanaal. Toch leuk.

Inmiddels zijn we na een lange vlucht met heel weinig slaap aangekomen in Tokyo! De komende maand hopen we Japan verder te gaan ontdekken!

Groetjes, R&L

Foto’s Outback
Foto’s Australian Grand Prix

Thuis bij familie in Pottsville

Na de mooie en drukke roodtrip langs de oostkust van Australië samen met Stefan zijn we weer terug gevlogen naar Rita en Barry, onze familie in Pottsville. Hier zijn we een dag of 10 verbleven om lekker uit te rusten en de omgeving nog wat meer te verkennen. Dit waren toch wel onze 10 meest luxe reisdagen tot nu toe! We leefden weer eens in een gewoon huis, in een woonwijk, we hadden een lekker bedje, een schone badkamer, Barry die elke avond heerlijk voor ons kookte (en we hebben zelf ook een paar keer wat gekokkereld, maar dat kon toch niet tippen aan Barry zijn kookkunsten), en Rita die verschillende keren in een paar minuten heerlijke zelfgemaakte scones uit de oven wist te toveren voor bij de ‘afternoon tea’. We werden opeens weer een beetje aan het ‘gewone leven’ herinnerd, wat eigenlijk helemaal niet zo verkeerd was. Zo hebben we weer eens gewerkt (community work op maandagmorgen) en op vrijdagavond aten we pizza voor de tv om het weekend te vieren.

We hadden voor deze dagen een autootje gehuurd zodat we ons eigen plan konden trekken en Rita en Barry niet meer dan nodig tot last zouden zijn. Pottsville ligt midden tussen Goldcoast en Byron Bay in, allebei op zo’n uurtje rijden. En tussen Goldcoast en Byron Bay in liggen ook veel kleine plaatsjes met leuke stranden. Er was dus genoeg te doen in de omgeving.

Zo zijn we een dag het binnenland in gereden, langs velden met suikerriet en langs ranches met paarden, naar Springbrook National Park. Dit park ligt in het regenwoud. We hebben er weer eens gehiket door de bossen naar watervallen. Het hiken deed ons weer een beetje aan Nieuw-Zeeland denken en de watervallen ook. Een mooie waterval was bij de Natural Arch, een rots in de vorm van een boog waar het water onderdoor ging. En de andere hoge waterval was Purlingbrook falls. Je had van hieruit mooie vergezichten over het regenwoud en de kust in de verte. Je kon Goldcoast, Byron Bay en Mount Warning (de hoogste berg in de omgeving) zien liggen.

Een andere dag zijn we naar de stranden van Byron Bay en Brunswick Heads gegaan en hebben vanaf het strand naar de surfers in de zee en alle mensen op het strand gekeken. En we zijn een dagje naar Kingscliff, Goldcoast en Surfers Paradise (het strand bij Goldcoast) gegaan, waar een Hardrock Cafe ligt (dat we uiteraard niet hebben overgeslagen) en waar Rik weer eens naar de kapper is geweest.

Ook zijn we een heel aantal dagen slechts de deur uit gegaan om even wat boodschappen te doen of om naar de plaatselijke markt te gaan. We hebben zo weer eens tijd gehad om de administratie bij te werken, om de belastingaangifte te doen, om al onze reisfoto’s weer eens goed bij te werken en te back-uppen en om het vervolg van onze reis uit te stippelen en wat dingen te regelen. Een aantal weken geleden hebben we al ons vliegticket uit Australië aangekocht, en dat gaat naar… Japan! Volgende week, op 18 maart vliegen we naar Tokyo. We hadden echter nog geen idee wat we precies in Japan wilden doen dus dat hebben we nu ook uitgezocht en een globale route uitgetekend (daar heeft Lisanne altijd plezier in). We hadden pas een aantal weken geleden de knoop doorgehakt dat het Japan zou worden. We hadden in eerste instantie namelijk Patagonië (Chili en Argentinië) in ons hoofd zitten, maar daar wordt het vanaf maart weer kouder en minder goed weer. In Japan echter begint eind maart het bloesem seizoen en gaan door het hele land de mooie kersenbloesems in bloei. We hebben dus besloten om voor het land te kiezen waarvoor het eind maart/april de meest ideale reistijd is. Vooral Rik is helemaal is zijn nopjes, hij probeert het idee om naar Japan te gaan er al een jaar bij Lisanne in te masseren… Het is hem gelukt!

Ook hebben we weer een klein beetje geproefd aan wat werken is! Naast dat we een klein beetje mee hebben geholpen in het huishouden hebben we samen met Rita en Barry wat community work gedaan. Elke maandag ochtend om 7 uur (voor de hitte in komt zetten) gaan ze met een groepje voornamelijk gepensioneerde mensen in de duinen bij Pottsville werken om die te onderhouden. Wij zijn gekleed in de felgele werkoverhemden een keer mee gegaan. Heel veel werk hebben we eigenlijk niet gedaan, Barry had er te veel plezier in om ons te vertellen over de planten die in de duinen groeien, en te laten zien welke planten ze zelf geplant hebben en welke ongewenste onkruiden ze eruit trekken. We hebben wat ongewenst onkruid uit getrokken en wat rommel opgeruimd.

Verder hebben we tijdens de afternoon tea met versgebakken scones met jam en cream (hmmm lekker!!) wat kennis gemaakt met de buren. Grappig om te zien hoe ze hier een Cuppa doen (koffie drinken) en hoe het dagelijks leven hier is. In het begin een beetje gek om iemand anders zijn koelkast in te duiken en zo, maar we hebben ons heel goed thuis gevoeld. Ook zijn we weer helemaal bijgepraat over allerlei familieleden waarvan we niet eens wisten dat we ze hadden. Rita en Barry waren super relaxt en gastvrij. Als bedankje hebben we ze een avondje mee uit eten genomen.

Wij zijn nu weer helemaal opgeladen om verder te reizen. Alle administratie en foto back-ups zijn weer bij. In Australië staan alleen de Outback (Ayers Rock) nog op het programma, en daarna vliegen we door naar Melbourne, waar we naar de Australian Grand Prix (Formule 1) gaan!

See yah mates! R&L

Foto’s Pottsville & Surfers Paradise

Fraser Island, Whitsundays en Great Barrier Reef

Australië is toch weer anders dan andere landen die we bezocht hebben. Het meest onderscheidend vinden we de grote afstanden (je krijgt een goed beeld van hoe uitgestrekt Australië is als je er met een campertje doorheen reist) en alle gekke wilde beesten. We zijn veel gekke wilde beesten tegen gekomen, zoals ontzettend grote hagedissen (of leguanen, of iets in die categorie – lijkt allemaal op elkaar), koala’s, kangoeroes, dingo’s, dolfijnen, haaien en meer. Alvast een waarschuwing, dit is weer een lang artikel geworden over het vervolg van onze roadtrip met Stefan naar eindbestemming Cairns.

Na Sydney zijn we doorgereden naar Rita en Barry in Pottsville. Pottsville is een klein stadje aan de kust, ergens tussen Byron Bay en Goldcoast. Onderweg hebben we een tussenstop gemaakt in het populaire surfers stadje Byron Bay. We zijn er naar de vuurtoren gelopen, waar ook het meest oostelijke puntje van het Australische vasteland is. Je kon hier mooi over de kustlijn uitkijken. Onder ons konden we een school dolfijnen in de zee zien zwemmen.

In Pottsville werden we super hartelijk verwelkomd door Rita en Barry. Rita is een nicht van de moeder van Lisanne en lang geleden hebben we Rita en Barry wel een keertje in Nederland ontmoet, maar heel goed kenden we ze niet. Voor ons voelde het hier echt als een 6-sterrenhotel. We besloten 2 nachtjes te blijven en konden hier in een fijn bedje slapen (heerlijk na een tijdje in de redelijk warme camper te hebben geslapen) en ze hebben heerlijk voor ons gekookt (ook wat anders dan het eten dat wij gewoonlijk op onze 2 gaspitten maken). Het was ook heel gezellig om met hen te kletsen en het gewone leven in Australië van dichtbij mee te maken.

We kregen veel tips van ze over wat er allemaal te doen is in de omgeving, en omdat we nog geen kangoeroes gezien hadden behalve een paar dode langs de weg (en het kan toch niet zo zijn dat we in Australië zijn en geen levende kangoeroes zien) besloten we naar het wildlife sanctuary (soort van dierenpark) in Currumbin te gaan. Hier had je een grote weide met kangoeroes waar je gewoon bij kon. Je kon er als het ware picknicken met de kangoeroes. Echt heel grappig om de kangoeroes te zien huppen! Ook zagen we de Tasmanian devils die alleen op Tasmanië leven. Wow, dat zijn lelijke beesten! En we zagen nog veel meer beesten en vogels waarvan de meesten ook in Australië in het wild leven. Ook heel veel leuke koala’s hier, van de koala’s zijn we echt gaan houden. We hadden ook mazzel, je kon hier namelijk, lekker commercieel, met een koala op de foto. Precies toen we langs de rij liepen kwamen 3 Chinese meisjes op ons af die een ticket hadden en er vanaf wilden. Nou, wij wilden wel! Koala’s hebben hun armen automatisch al in knuffelpositie dus zodra we ze in de handen kregen gaven ze ons een dikke knuffel. Zelfs Lisanne (niet ’s werelds grootste dierenliefhebber, laat staan dierenknuffelaar) smolt hier helemaal bij weg.

De volgende dag hebben we weer afscheid genomen van Rita en Barry, althans voor nu. We hadden namelijk al langer het plan om na de roodtrip met Stefan voor een aantal dagen terug te komen naar de buurt van Byron Bay om hier lekker aan het strand te relaxen. Nu hebben we afgesproken om dan weer lekker naar Rita en Barry terug te keren en bij hen te verblijven. Helemaal top!

We zijn doorgereden, via een tussenstop in het leuke plaatsje Noosa, naar Hervey Bay. Hier zou de volgende ochtend de 2-daagse tour die we geboekt hadden over Fraser Island beginnen. Fraser Island ligt voor de kust van Hervey Bay en is het grootste zandeiland ter wereld. De doorgaande weg over Fraser Island is 75 mile beach, dat is gewoon het strand, maar er gelden wel verkeersregels zoals een maximale snelheid, en de politie kan er controleren. Ook is 75 mile beach direct een start- en landingsbaan voor vliegtuigen. Als je er rijdt moet je dus ook nog opletten of er niet net een vliegtuig wil landen.

Met de ferry gingen we naar Fraser Island, waar we toen we aan land stapten grote pijlstaartroggen in zee zagen liggen. We werden met een bus rondgereden over het eiland. Op de eerste dag hebben we lekker gebadderd in het mooie Lake McKenzie waarvan het zand van het strand super fijn en wit is. En we hebben over zandduinen gehiked naar Lake Wabby. Van de hike hadden we het behoorlijk warm gekregen dus we sprongen met zijn allen zo het meer in toen we daar aankwamen. Ook goed voor onze huid, want alle kleine visjes in het meer hebben tijdens het badderen al onze dode huidcellen weg gegeten. Die avond hebben we bij het hotel nog een drankje gedronken met wat leuke mensen uit de groep, een Ier en zijn moeder, een Duitse en een Deense met wie wij onze 4-persoonskamer deelden.

De volgende dag zijn we naar Maheno shipwreck gereden, een oud verroest scheepswrak dat op het strand lag. Ook zagen we hier voor het eerst een dingo. Een dingo lijkt op een hond, maar is een Aziatische wolf die hier nog wild op het eiland leeft. Ze kunnen intimiderend zijn maar als je met een groep bent doen ze geen kwaad. Ook zagen we hoe Wez, onze gids (die in lekker plat Australisch ons de oren van de op kletste), een zeeslang terug de zee in schoof met zijn stok. Bij de mooie champaign pools heeft Stefan lekker gebadderd terwijl de ruige golven van de zee de pool weer vulden met nieuw water. En later op de dag hebben we door Eli creek gelopen. Tot onze knieën in het water terwijl aan de wal twee dingo’s stonden te kijken. Het was een leuk tripje. Die avond na het tripje hebben we in een restaurantje in Hervey Bay een hapje gegeten en toen we eenmaal zaten kwamen we erachter dat de eigenaren een aantal jaar geleden het populaire Australische tv-programma My Kitchen Rules hebben gewonnen (voor de liefhebbers: Steph en Dan, de winnaars van het 2013 seizoen). De taco’s smaakten erg goed!

De volgende dag was weer een rijdag, op weg naar Airlie beach. Zo hebben we telkens rijdagen afgewisseld met tripjes-dagen. We hebben die avond op een camping bij Cape Palmerston overnacht en in het veld langs de camping werden we toen we aan kwamen rijden welkom geheten door een aantal kangoeroes! Later op de avond kwam er nog een over de camping gehupt. Leuk! De volgende dag was het niet meer ver rijden naar Airlie Beach. Van hieruit zouden we de volgende 2 dagen een leuk tripje doen naar de Whitsundays. Het was vandaag heet en gelukkig had de camping in Airlie Beach een zwembad waar we direct in zijn geplonst. ’s Avonds hebben we er een aantal kangoeroe-hamburgers op de barbecue gelegd…

Het tripje naar de Whitsundays was heel relaxt. We zijn 2 dagen op een zeilboot verbleven met een groep van 15 man. Het was een uur of 3 varen langs de Whitsunday eilanden naar een baai waar we vannacht zouden verblijven. Hier hebben we leuk gesnorkeld en gekajakt. Dit is al een stuk van het Great Barrier Reef. Het snorkelen was heel leuk met een aantal mooie gekleurde vissen alhoewel we het koraal wel redelijk bleek vonden. Tijdens het kajakken hadden we geluk. We dachten eerst dat we een rots in zee zagen liggen maar toe we dichterbij kwamen bleek het een reuzenschildpad te zijn! Toen we te dichtbij kwamen ging hij onder onze kajak door en was hij zo weg, dieper de zee in.

We hebben de avond gezellig met de groep op de boot doorgebracht en benedendeks in kleine bedstees geslapen. Rik stond alweer om 5 uur boven op het dek, klaar voor de zonsopgang. De motoren van de boot gingen ook om 6 uur aan en terwijl we de baai weer uit vaarden zat inmiddels iedereen op het dek om naar de rest van de zonsopgang te kijken. We waren de enige boot in de omgeving en de lucht kleurde prachtig roze. We zijn deze dag naar Whitehaven beach gevaren. Degenen die hier wilden zwemmen moesten een stingersuit (wetsuit) aan, zoals altijd als je hier wilt snorkelen of zwemmen, zodat de beesten in de zee je niet kunnen steken. In het lage water hier bij Whitehavenbeach zwommen heel veel lemon sharks! Deze haaien waren ongeveer 50 cm lang, grijs/geel van kleur en we hebben met ze gezwommen! Klinkt super stoer, maar zo spannend was het niet, telkens als de haaien tot 2 a 3 meter bij je in de buurt kwamen, bogen ze af en zwommen ze weer ergens anders naartoe. Ook hebben we hier nog een grote pijlstaartrog zien zwemmen, redelijk in de verte. Echt een leuk strandje om even te zwemmen en ook het viewpoint over het strand en Hill Inlet was mooi en we hebben er wat groepsfoto’s gemaakt.

De volgende dag zijn we doorgereden naar Cairns, zo’n 600 km verderop en alweer de laatste lange rit met Lucy de camper! Het was erg heet en de lucht is hier vochtig, dus het was niet erg om de hele dag in de airco te kunnen zitten. ’s Avonds koelt het ook niet veel af en we hebben de laatste paar nachten van de roodtrip met alle ramen en deuren open geslapen. We hadden gevreesd wakker te worden met veel muggenbeten maar opvallend genoeg hebben we daar vrijwel geen last van gehad. Het landschap was hier in het noorden een stuk tropischer dan in de rest van Australië met veel bananenbomen en suikerplantages. We kwamen ook langs Townsville, waar 2 weken geleden nog enorme overstromingen zijn geweest, maar gelukkig was daar niks meer van te merken en konden we zonder vertragingen doorrijden. Grappig was dat toen we al een paar uurtjes op onze camping in Cairns stonden en we nieuwe buren kregen, dat een Duits koppel bleek te zijn die we een paar dagen eerder hadden leren kennen op de zeiltrip naar de Whitsundays! Dat was gezellig en we hebben 2 avondjes leuk met hen gekaart.

De volgende dag in Cairns was alweer de laatste volle dag dat Stefan bij ons was in Australië. We besloten alles uit onze tijd samen te halen en deze dag een tripje naar het Great Barrier Reef te maken. Met een grote boot waar we met misschien wel 70 man op zaten werden we naar het Outer reef gevaren. De boot schommelde goed van alle golven en Lisanne heeft met zo’n 15 anderen haar ontbijt dubbel geproefd in een hoekje achter op het dek… Geen theekransje maar, tja.. een dubbel ontbijt-kransje. Zodra we in onze stingersuits in het water lagen ging het gelukkig weer direct goed. We konden snorkelen en degenen die wilden mochten ook duiken. Stefan en Rik wilden wel het diepe in duiken en Lisanne besloot om lekker te gaan snorkelen. Het koraal was hier mooier dan bij de Whitesundays. Lekker gevarieerd en mooie vissen! Vooral de Frenkies waren mooi. Grote fel blauw-groen-roze gekleurde vissen. Tijdens het duiken hebben Stefan en Rik een Frenkie van dichtbij bekeken en ook tijdens het snorkelen kon je ze heel goed zien. In de middagsessie hebben we met zijn 3en gesnorkeld en zagen we onder een rots nog een hele grote vis van zo’n 1,5 meter. We hebben al met al misschien wel 3 uur in het water gelegen en we vonden het koraal hier echt wel de moeite waard! Super leuk dat we dit nog hebben kunnen doen.

De volgende dag was het helaas alweer tijd om Stefan naar het vliegveld te brengen en de camper in te leveren. Het waren 3 super leuke weken geweest met zijn 3tjes en we hebben ongelooflijk veel kunnen doen en zien. Wel waren we nu even toe aan wat rust en een kamer met airco. Voordat we weer terug naar Goldcoast vlogen om terug naar Rita en Barry te gaan, hebben we eerst nog een paar dagen in Cairns genikst. Ok, we zijn een paar keer naar buiten gegaan (de hitte in) voor wat boodschappen en om even in de lagoon, het openbare zwembad langs het strand, te zwemmen of een hapje te eten, maar dat was het dan ook wel.

Tijdens de vlucht naar Goldcoast konden we vanuit het vliegtuig mooi de Whitsundays zien liggen met Whitehaven beach en de baai waar we overnacht hadden. En een even later konden we ook Fraser Island met zijn 75 mile beach zien liggen.

Op dit moment zijn we weer terug in Pottsville bij Rita en Barry voor in totaal anderhalve week. Daarna zullen we doorreizen naar de Outback om daarna terug te gaan naar Melbourne, ons eindstation in Australië, dat ook het startpunt van onze Australië reis was.

Tot de volgende keer! R&L

Foto’s Byron Bay, Pottsville & Fraser Island
Foto’s Whitsundays & Cairns

Melbourne, Great Ocean Road & Sydney

De afgelopen 3 weken hebben we bezoek gehad uit Nederland! Stefan (broertje Lisanne) is ons op komen zoeken! Met een campertje zijn we met zijn 3en de oostkust van Australië gaan ontdekken. Ons reistempo ging een aantal tandjes omhoog want in de 3 weken die Stefan hier was wilden we helemaal van Melbourne (in het zuiden) naar Cairns (in het noordoosten) reizen en zoveel mogelijk zien. Om een idee te geven, we hebben in 3 weken tijd bijna 6000km gereden! In tegenstelling tot de afgelopen paar maanden hadden we weer eens een soort van planning gemaakt, zodat we zeker wisten dat we op tijd in Cairns zouden komen zonder hoogtepunten te moeten overslaan.

Wij waren een paar dagen eerder in Melbourne dan Stefan. We zaten die dagen in een Airbnb appartementje bij een Frans-Japans koppel en 2 Braziliaanse meiden die er ook een kamer huurden en met wie we de woonkamer en keuken deelden. Onze eerste dag in Melbourne hebben we de stad op de fiets, met de citybikes, al een beetje verkend. Na 2 maanden door Nieuw-Zeeland gereisd te hebben hadden we niet direct het gevoel in een ander land te zijn. De mensen en de manier van doen hier zijn ongeveer hetzelfde als in Nieuw-Zeeland. Alleen is het hier in Australië weer een stuk groter! Miljoenensteden zoals Melbourne hadden we al lang niet meer gezien.

De overige dagen dat we in Melbourne waren was het geen weer om te citytrippen, het was 38 graden! Gelukkig had het appartement airco. Op de dag dat Stefan ‘s avonds aan zou komen was het ook zo heet en wij zijn die middag alvast de camper op gaan halen, zodat we Stefan ‘s avonds met de camper van het vliegveld konden halen. Na met Billy de camper door Nieuw-Zeeland gereisd te hebben, noemden we deze camper Lucy. Het verhuurbedrijf heet Jucy, dus eigenlijk was het Jucy Lucy. En Lucy had precies genoeg ruimte voor 3 personen. Vooral overdag was de camper groot genoeg, en voor het slapen konden we de bedden uitschuiven. 2 personen onder en 1 man boven. Een beetje krap, maar Stefan is zeker een stuk leniger geworden van elke dag in het bovenbed te kruipen.

Het was super leuk om Stefan weer eens te zien en bij te kletsen!! Waren we even niet meer met z’n 2en en konden we ook weer eens spelletjes spelen waarvoor je meer dan 2 personen nodig hebt. We waren Stefan ook heel dankbaar dat hij wat van het weer in Nederland had meegenomen. De volgende dag hing er namelijk flinke bewolking en was het nog maar 22 graden. Perfect om Melbourne met zijn 3en te verkennen. Zo zijn we door het gezellige centrum gestruind, langs straatjes vol met streetart, hebben we de Amerikaanse Superbowl gekeken op Federation Square en zijn we een kijkje gaan nemen bij de tennisvelden van de Australian Open. Ook zijn we naar de wijk St. Kilda gereden waar kitesurfers over de golven scheerden en waar we bij de pinguïn kolonie aan het einde van de pier een paar kleine pinguïns tussen de rotsen zagen zitten.

Eind van de middag zijn we Melbourne uit gereden, op weg naar de Great Ocean Road die we de volgende dag wilden rijden. Een beetje uit de richting, want de Great Ocean Road ligt ten westen van Melbourne en de route naar Cairns gaat via het oosten, maar nu we zo dicht in de buurt waren wilden we die zeker niet overslaan. De Great Ocean Road is een leuke route van ongeveer 250km langs de mooie Australische zuidkust en onderweg hebben we een heel aantal tussenstops gemaakt. Zo zijn we naar de vuurtoren bij Split Point gelopen, zijn we bij een paar uitzichtpunten gestopt en hebben we bij Kennett River de eerste koala’s gespot! Wat een leuke beesten! Echte luie boom knuffelaars. Even later hebben we een wandeling gemaakt naar shipwreck beach, waar mooie verroeste ankers op het strand lagen. En de laatste stop van de dag was bij het mooie 12 Apostles. Er liggen hier 12 rotsen in de zee wat een heel mooi uitzicht geeft. In Port Campbell hebben we een camping voor de nacht gezocht om de volgende ochtend de Great Ocean Road verder af te rijden. We kwamen wederom langs een aantal mooie rotsformaties in zee, zoals the Arch, London Bridge, the Grotto en Bay of islands. Daarna besloten we de Great Ocean Road te laten voor wat het was, we waren immers bijna op het einde, en de weg naar Sydney in te zetten! Dat was nog ruim 1000km rijden… Tja, Australië is groot, dat hebben we goed gemerkt.

We hebben er 1,5 dag over gereden. Alle drie hebben we grote stukken gereden, alhoewel we Rik (de meest ervaren chauffeur van ons drieën) altijd in en om de grote steden lieten rijden. Lucy is een automaat wat het rijden een stuk makkelijker maakte. En het was alleen maar autoweg. We moesten even lachen toen we net voorbij Melbourne reden en de navigatie aangaf “volg deze weg de komende 820km”. Onderweg werden we regelmatig gewaarschuwd voor overstekende kangoeroes of koala’s, maar we hebben er geen gezien. Kangoeroes laten zich vooral ‘s ochtends vroeg of ‘s avonds rond de schemering zien.

We waren blij toen we in Sydney aankwamen! We hadden een fijne camping in de stad gevonden en binnen een half uurtje konden we met de trein van de camping naar het centrum reizen. We besloten er 3 nachtjes te blijven zodat we 2 volle dagen in Sydney hadden.

We vonden Sydney een hele leuke en gezellige stad! De eerste dag zijn we door Darling Harbour langs de haven gelopen en daar lag ook het Hardrock Café! Yes, weer eens een Hardrock Café! De laatste die we bezocht hadden was toch alweer in Cambodja. Terwijl de mannen zich aan een lekkere hamburger begaven ging Lisanne voor de grote brownie. Ze is er de hele dag een beetje misselijk van geweest maar voor deze ene keer was het het helemaal waard! Ook zijn we door de botanical gardens gelopen, waar een tentoonstelling over vleesetende planten was, en uiteindelijk kwamen we bij het beroemde Sydney Opera House uit. Mooi om te zien! Ook konden we vanaf hier de Harbour Bridge zien. Uiteindelijk hebben we nog een drankje in de leuke wijk The Rocks gedronken (honger hadden we zelfs aan het eind van de dag nog steeds niet). Het was de hele dag prima weer geweest, maar toen we ‘s avonds het treinstation uit liepen terug naar de camping hoorden we het opeens donderen en begon het te stortregenen! We hebben nog even staan schuilen maar het hield maar niet op. Op een gegeven moment zijn we maar gaan lopen. Het was maar 800 meter maar we waren helemaal doorweekt toen we bij de camper kwamen!

Onze tweede dag in Sydney hebben we de ferry genomen naar Manly Beach. Vanaf de ferry had je heel mooi uitzicht op het Opera House en de Harbour Bridge en de vele zeilbootjes in de haven. Manly Beach was erg gezellig. We hadden de zwemkleding niet meegenomen en dus hebben we ons een plekje in de schaduw gezocht en mensen gekeken. Heerlijk, echt een strand zoals je je dat in Australië voorstelt, druk en met veel surfers. We keken onze ogen uit.

We hadden deze avond met Erik en Jolien afgesproken. Met Erik en Jolien hebben we nieuwjaar gevierd in Nieuw-Zeeland. Daarna zijn onze wegen gescheiden maar hebben we wel contact gehouden en we bleken toevallig tegelijkertijd nu in Sydney te zitten! We hebben gezellig een hapje en een drankje gedaan en bijgekletst over de rest van onze avonturen in Nieuw-Zeeland en Australië. Vanavond was er nog een mooie vuurwerkshow in Darling Harbour. Hebben we uiteindelijk toch nog samen vuurwerk gekeken ondanks dat er tijdens nieuwjaar in Nieuw-Zeeland geen vuurwerk was maar alleen een vreugdevuur.

Na 2 leuke dagen in Sydney zijn we naar de Blue Mountains gereden, een natuurpark vlak buiten Sydney. Door een oudere man die bij ons op het uitzichtpunt Echo Point stond van waaruit je de 3 sisters kon zien (3 bekende rotsen), hebben we ons laten uitleggen dat de blauwige kleur van de Blue Mountains komt van de eucalyptus oliën in de lucht (Australië staat vol met eucalyptus bomen en ook de koala’s zijn er dol op). We hebben er nog een paar korte wandelingen gemaakt voordat we de weg verder naar het noorden inzetten, op weg naar Rita en Barry in Pottsville. Rita is een nicht van Lisanne’s moeder die we 1 keer eerder ontmoet hebben toen zij in Nederland op vakantie waren en we mochten een paar nachtjes bij hen blijven logeren! Het was nog een behoorlijk stuk rijden en zijn eerst een nachtje op een camping in het kleine dorpje Croki verbleven. De camping lag prachtig aan een rivier. We hebben er onze eerste Aussie barbecue gehouden! Dat kon toch niet langer uitblijven. Elke camping heeft een barbecue, de Aussies houden ervan. Vanavond kon je hier vanaf de pier over de rivier prachtig de sterren zien. Geen grote steden in de buurt en dus weinig lichtvervuiling. Rik heeft er weer mooie foto’s van weten te maken. ‘s Ochtends vroeg hing er een mysterieuze laag mist over de rivier. Dit was wel de mooiste camping tot nu toe.

Vanaf hier zijn we verder gereden naar Rita en Barry in Pottsville, maar daarover later meer. De afgelopen 3 weken zijn we er namelijk niet aan toegekomen om alle foto’s bij te houden, dus we hebben nu nog wat werk te doen. Binnenkort dus de rest van onze Australië roadtrip.

Foto’s Melbourne & Great Ocean Road
Foto’s Sydney & Blue Mountains

Scroll naar boven

This content is protected