Op de scooter door Tam Coc en Hue

Afgelopen week hebben we de omgeving van de plaatsen Tam Coc en Hue vooral op de scooter ontdekt. Alle Vietnamezen rijden scooter en ze vervoeren er ook de gekste dingen mee. Wij passen precies met zijn tweeën op een scooter, maar sommige families zitten er gewoon met zijn vieren op.

Tam Coc is een klein plaatsje in de buurt van de grotere stad Ninh Binh in Noord-Vietnam, ongeveer 2 uur ten zuiden van Hanoi. Tam Coc is niet veel meer dan een grote straat met veel hotels, winkeltjes en restaurants. We vonden het wel gezellig en het is een ideale uitvalsbasis om de mooie omgeving te ontdekken. Deze omgeving staat ook wel bekend als het Ha Long Bay op land, vanwege de rotsformaties die lijken op de rotsen die bij Ha Long Bay in zee liggen. Ons deed het landschap ook heel erg aan de omgeving van Yangshuo in het zuiden van China denken.

We checkten bij ons hostel tegelijkertijd in met een Israelisch koppel, Motti en Nella, die we de volgende ochtend bij het ontbijt weer spraken. Ze bleken voor de dag dezelfde plannen te hebben als wij, de omgeving verkennen op de scooter en we besloten om er samen op uit te trekken. Eerst zijn we naar een plek gereden waar je in een bamboevlot een rondvaart over de rivier kunt maken, tussen de typerende rotsformaties door. We pasten gezellig met zijn vieren op een bootje en de boot werd geroeid door een Vietnamese vrouw. Bijna alle bootjes hier (en dat waren er veel) werden geroeid door Vietnamese vrouwen, die goed ingepakt waren tegen de zon, lange mouwen, lange pijpen, hoed en een parasol. Heel apart om te zien. Er lagen 4 extra roeispanen in de boot en af en toe hebben we haar een beetje bijgestaan met roeien, maar niet dat ze het nodig had. Het uitzicht vanaf de boot was heel mooi en ook gingen we door een aantal grotten heen (waar we even goed moesten bukken) en konden we een paar keer aan land om tempels langs de route te bekijken.

Vervolgens zijn we verder gereden naar Hoa Lu, een voormalige hoofdstad van Vietnam. Dat was dan wel heel lang geleden (blijkbaar ongeveer 1000 jaar geleden), want het was een klein dorpje en er was niet veel te beleven. We hebben er een paar tempels bekeken en zijn toen verder gereden naar het tempelcomplex bij Bai Dinh pagoda. Daar hadden we in eerste instantie geen hoge verwachtingen bij, we hebben namelijk al het een en ander aan pagoda’s gezien, maar dit was een positieve verrassing. Het tempelcomplex was redelijk groot en we werden met een elektrische auto naar de eerste tempel gereden. Van daaruit konden we door mooie overdekte gangen met heel veel boeddha beelden naar de klokkentoren lopen en naar andere tempelgebouwen om uiteindelijk bij de grote pagoda uit te komen. Je kon in de pagoda de lift naar boven nemen en we vonden het wel komisch dat om de lift te nemen je eerst een aantal trappen op moest lopen. Bovenin was het uitzicht prachtig. Je kon het hele tempelcomplex goed zien liggen en ook zag je de mooie omgeving en de mooie rotsen.

’s Avonds hebben we gezellig Indisch gegeten met Motti en Nella. Eens wat anders dan loempia’s en we vonden het erg lekker. Ook hebben we het een en ander over Israel geleerd, zoals dat Tel Aviv een leuke stad is, Israëliërs dienstplicht hebben (mannen moeten 3 jaar het leger in en vrouwen 2 jaar) en dat je Israëlische toeristen kunt herkennen aan hun sandalen. Sindsdien letten we er soms op en we denken toch al zeker een aantal andere Israëliërs hier gespot te hebben.

De volgende dag hebben we met zijn tweeën op de scooter nog wat andere plaatsen in de omgeving ontdekt. Zo zijn we naar de Bich Dong pagoda geweest, een kleinere pagoda in de rotsen en zijn we naar Bird Valley geweest. Daar hebben we een wandeling gemaakt door het park, hebben we wat ooievaars gespot en door een grot gekropen (die was zo laag dat je niet normaal kon lopen). Ook zijn we daarna naar Mua cave gegaan, daar kon je de rots beklimmen (zo’n 500 traptreden) om vervolgens moe en bezweet van een mooi uitzicht te kunnen genieten.

In de avond was het tijd om verder te trekken en zijn we op de slaapbus gestapt van Tam Coc naar Hue. Hue ligt in het midden van Vietnam en het was een rit van ongeveer 9 uur. De bus kwam blijkbaar al vanuit Hanoi en zat al bijna helemaal vol met mensen die daar opgestapt waren, maar helemaal achterin de bus waren nog wat bedden vrij en tot ons geluk was dat de ‘masterbedroom’. 3 bedden naast elkaar zonder een gangpad ertussen. Niet dat dat een garantie was op een goede nacht maar toch hebben we wel een paar uur kunnen slapen. Vroeg in de ochtend kwamen we aan in Hue en hebben we in ons hostel nog een paar uur extra kunnen slapen.

Hue was tot 1945 de hoofdstad van Vietnam en tijdens de Vietnam oorlog zijn hier bloedige gevechten geweest, want de stad ligt op de grens tussen Zuid- en Noord-Vietnam. Midden in de stad ligt de verboden stad waar vroegere keizers woonden, en ook liggen veel tombes van vroegere keizers rondom de stad. Wij vonden Hue direct al leuk. Het is een grote stad maar net wat minder druk en chaotisch dan Hanoi en naar onze mening iets sfeervoller. Het hielp ook dat ons hostel in een leuk en rustig straatje lag met gezellige restaurantjes en winkeltjes en een paar hotels.

Het was eigenlijk wel te warm om dingen te ondernemen (tegen de 35 graden), maar eenmaal hier wilden we toch graag wat bezichtigen. Te voet hebben we het stadscentrum en de verboden stad bezocht. Een aantal gebouwen in de verboden stad waren gedurende de jaren verwoest maar een groot gedeelte was mooi gerestaureerd. Onze tweede dag in Hue hebben we een scooter via het hostel gehuurd en de omgeving verkend. We zijn langs 2 tomben van vroegere keizers gereden. Die bestonden uit meerdere tempels omgeven door water, bomen of natuur, en achteraan de tombe van de keizer. Het was mooi om te bezichtigen maar na 2 tombes hadden we het ook wel weer gezien, op een gegeven moment gaat alles op elkaar lijken. Via wat binnendoor wegen zijn we verder gereden, o.a. langs een grote begraafplaats. Het leek net een klein stadje want de graven zijn erg groot, net kleine huisjes en het hield maar niet op. Uiteindelijk hebben we nog een pagoda bezocht aan de rand van de stad om ons scooter avontuur vervolgens weer voor gezien te houden. Het uitwaaien was heerlijk maar door de hitte waren we ook wel snel moe.

Twee dagen in Hue waren voor ons genoeg en we zijn daarna via Danang verder gereisd naar Hoi An, wat maar een uur of 3 rijden is zonder tussenstops. We hadden voor een keer een privé auto besteld die ons rechtstreeks naar ons hotel in Hoi An kon brengen. De route tussen Hue en Hoi An scheen namelijk heel mooi te zijn en gaat over een bergpas, de Hai Van Pas. De openbare bus rijdt door een tunnel in plaats van via de pas en met de auto konden we ook nog een paar andere tussenstops maken. Onze eerste stop onderweg was aan de kust bij Lang Co beach. Het was een heel mooi strand waar we even gezeten hebben en onze dragonfruit opgesneden hadden. We zijn helemaal voor dragonfruit gevallen. De vrucht ziet er spectaculair uit met een rode schil en binnenin zit een lekkere witte vrucht met zwarte spikkeltjes. We hadden die in Nederland nog nooit gezien. Toen ging de route via de Hai Van Pas, over de bergen en onderweg zag je de mooie kustlijn met in de verte het strand waar we zojuist gezeten hadden. Vervolgens kwamen we door de grote kustplaats Da Nang. We zijn daar gestopt om Marble Mountain te bezoeken, een grote rots met daarop tempels en verschillende grotten waar je in kan. Een van de grotten vonden we wel indrukwekkend, maar voor de rest was het vooral ook erg heet en met een uurtje hadden we alles wat we wilden zien wel gezien.

Hoi An ligt vlakbij Da Nang en hier zullen we een weekje verblijven aan het strand. Even wat rust nemen en alle ervaringen van de afgelopen tijd laten bezinken, we hebben hier wel naar uit gekeken!

Foto’s Tam Coc & Foto’s Hue

Ha Long Bay

Wauw wat is Ha Long Bay mooi. We zijn een paar dagen in een home stay in Ha Long verbleven en het was te merken dat het hoogseizoen voorbij is. We waren hier de enigen. Omdat we de eerste dag rond 5 uur ‘s nachts aankwamen, ruim voor onze inchecktijd, hadden ze de volgende ochtend nog niet aan een ontbijtje voor ons gedacht. Normaal gesproken is dat niet erg maar er ligt hier op loopafstand geen ontbijttentje. Ze hebben toen, erg creatief, 4 eieren voor ons gebakken (zonder brood, gewoon ei) en we kregen nog een stukje verjaardagstaart die over was van het feestje gisteren. Daar konden we wel even op vooruit!

Onze eerste dag in Ha Long hebben we een cruise uitgezocht voor de volgende dagen. Ha Long Bay staat bekend om de mooie rotsen in het water en die kun je het beste per boot verkennen. Ha Long zelf is niet zo spannend. Wel wordt er momenteel heel veel gebouwd, allemaal nieuwe winkelpanden en mogelijk ook hotels. Wie weet bruist het hier over een paar jaar wel. We zijn langs het water naar het strand gelopen en hebben eindelijk eens in zee kunnen zwemmen! Heerlijk! Lisanne was helemaal in haar nopjes. Er waren ook wat Vietnamese vrouwen aan het zwemmen, althans we denken dat het Vietnamese vrouwen waren. Ze waren namelijk van top tot teen ingepakt: lange mouwen, lange broek, schoenen, handschoenen, een bivakmuts, hoedje en een zwemband rond hun middel. Geen stukje huid was onbedekt. ‘s Avonds hebben we weer lekkere noedelsoep gegeten bij een klein lokaal restaurantje. Onze ervaring is dat je bij dat soort restaurantjes altijd lekker en simpel kunt eten voor weinig geld.

De volgende dag gingen we dan op een 2-daagse cruise door Ha Long Bay (met Vega Travel – echt een aanrader). We kregen de tip hiervoor van Will, die we in Mongolië hebben leren kennen, hij had een paar weken geleden dezelfde cruise gedaan. We hadden een hele leuke groep met allemaal mensen van onze leeftijd: 2 Duitsers, een koppel uit Wales (dat is echt anders dan Engels, van dat taaltje versta je helemaal niks), 2 Nieuw-Zeelanders, 3 Fransen, 3 Amerikanen en een Australiër. We hadden een leuke slaapkamer in de boot met uitzicht over het water. We zijn door de mooie baai gevaren en op uiteindelijk zijn we in het noorden van Ha Long Bay buiten de drukte van de andere boten uitgekomen, hier lagen kayaks op ons te wachten. Met zijn 2en konden we in een kayak en hebben we een lekker stuk geroeid. Het was heel mooi en zonnig weer, echt genieten. Eerst zijn we naar een grot geroeid die we ook in konden lopen. En even later bij een klein strandje aan een andere rots hebben we de kayaks vastgemaakt om even te gaan zwemmen. Het water was heerlijk op temperatuur maar toch verkoelend!

Eenmaal terug op de boot hebben we nog even gerelaxt op het dek en van het uitzicht genoten en tegen de avond ging de boot in een beschut stukje van de baai aanleggen, hier zouden we overnachten. Voor het eten kregen we les in het maken van verse Vietnamese loempia’s (de niet gefrituurde versie). We kregen plastic handschoentjes aan om ze te maken en te rollen en dat was maar goed ook, want Lisanne maakte er een complete knoeiboel van. Maar het gaat natuurlijk om de smaak en ze smaakten wel erg lekker. In de avond hebben we met zijn allen lekker op het dek gezeten en naar de sterren gekeken.

De volgende ochtend ging de wekker om 6 uur en zagen we uit het raam de rotsen in de zee en de zonsopkomst. Als we dan toch vroeg moeten opstaan, dan maar zo. Om 7 uur zouden we namelijk de surprising cave gaan bezoeken, de mooiste en grootste grot in Ha Long Bay. We waren, niet geheel verrassend aangezien we zo vroeg waren opgestaan, de eerste boot daar. Een uur later lag de hele aanlegsteiger vol met boten dus we waren mooi op tijd. De grot was heel mooi, veel stalactieten en het plafond was mooi gegolfd van de erosie van de zee. Na de grot gingen we naar Titop island, waar we helemaal naar boven konden klimmen. Het traplopen (400 treden) was behoorlijk zweten, maar bovenop was er een prachtig uitzicht over heel Ha Long Bay, super! Daarna hadden we wat tijd om bij het strandje van het eiland lekker in de zee te gaan zwemmen. Later in de ochtend zijn we door de mooie baai teruggevaren naar de haven. Onderweg zagen we de rots die op het 200.000 Dong bankbiljet staat. Daarna hebben we nog even geluncht op de boot en zijn we weer terug naar onze home stay gegaan. Het was een heerlijk tripje.

Voor de volgende dag hadden we de bus naar Tam Coc (bij Ninh Binh) geregeld, een stukje zuidelijker van Hanoi. Dat was een rit van 5 uur eindelijk weer eens met de normale bus in plaats van de slaapbus. We konden in Ha Long de opstapplaats van de bus in eerste instantie niet vinden en een man bij het reisbureautje in de straat zei dat we daar wel konden wachten. Hij belde iemand van de bus en vroeg of de bus ons op die plek op kon pikken. Zo gaat het hier, ons kent ons. We hebben nog een half uurtje gezellig met de man gekletst en toen kwam de bus ons inderdaad netjes daar oppikken.

Op naar Ninh Binh (tam Coc) waar we Ha Long bay op het land gaan bewonderen.

Foto’s Ha Long Bay

Hanoi & Sapa

Onze eerste week in Vietnam hebben we in Hanoi (de hoofdstad van Vietnam) en Sapa (een dorpje in de bergen met veel rijstterrassen) doorgebracht. De samenvatting is dat we Sapa prachtig vonden en van Hanoi waren we niet zo heel erg gecharmeerd, daar was het vooral erg druk.

Vanuit Hongkong zijn we op Hanoi gevlogen en met de openbare bus zijn we van het vliegveld naar het centrum van Hanoi gegaan. Het was een vlotte rit, totdat we in het centrum kwamen, dat was een grote chaos. De wegen zijn erg druk met voornamelijk scootertjes en ook met auto’s. Met onze backpacks zijn we naar ons hotel gelopen aan de rand van het Old Quarter, de bekendste wijk in Hanoi. Lopen door de stad is een gekkenhuis. Op de stoepen hebben vrouwen hun koopwaren en etenswaren uitgestald, van groente en fruit tot rauw vlees en vissen en garnalen in emmers. Daar moet je omheen lopen zonder ondertussen door een scooter omver gereden te worden. Oversteken is de grootste uitdaging want voor zebrapaden wordt niet gestopt. Ook niet als er een stoplicht staat en het licht op groen gaat. We werden al snel behendig in het gewoon lopen en hopen dat ze voor je aan de kant gaan. Dat is ook het veiligste, het is juist gevaarlijk om opeens stil te gaan staan en te wachten op een auto of een scooter want daar rekenen ze niet op.

We zijn 2 dagen in Hanoi gebleven en zijn o.a. bij het stadsmeer in Old Quarter geweest (waarvan het water erg vies is) en zijn gewandeld naar West Lake, het andere grotere stadsmeer in Hanoi (waarvan het water ook erg vies is). We vonden dat er niet heel veel bezienswaardigheden waren die de moeite waard zijn. Wat wel leuk was, was het waterpoppentheater. We hebben daar een voorstelling van een uur bijgewoond, waarin veel losse sketches met waterpoppen op werden gevoerd. Een beetje als een poppenkast, maar dan in een waterbak en ietsje groter. Het werd begeleid door traditionele Vietnamese muziek en gezang. Grappig voor een keer en we leerden zo al een beetje over sommige gebruiken en tradities in het land. Ook zijn we langs het mausoleum van Ho Chi Minh gelopen en langs het huis van de president. Verder hebben we op een leuk dakterras Vietnamese loempia’s gegeten. Hmmm lekker!

Vanuit Hanoi zijn we met de slaapbus naar Sapa gegaan, een plaatsje in het noordwesten van Vietnam op zo’n 6 uur rijden van Hanoi. We vertrokken ‘s ochtends om 7 uur, dus slapen was niet nodig, maar het was de enige bus die we konden krijgen en het was eigenlijk wel comfortabel! De bedden lagen lekker en waar Lisanne wel eens wagenziek wordt bij bochtige wegen, had ze nu nergens last van (en de wegen waren behoorlijk bochtig aangezien Sapa in de bergen ligt). We moesten onze schoenen uit doen bij het instappen van de bus en bij tussenstops kwam er een bak met slippers tevoorschijn die we dan aan konden trekken.

In Sapa verbleven we in een leuke home stay met hele aardige eigenaren. Ze deden goed hun best om alles voor ons te regelen en gaven ons advies over welke trekking we het beste konden doen. De dag na aankomst begonnen we aan de 2-daagse trekking door de rijstterrassen. We hadden een groep met 3 Belgische meiden, een Nederlandse meid, een Zweedse jongen en een Mexicaanse vrouw. Leuk om weer iets met een groep te doen. Onze gids was een Vietnamese vrouw van de Hmong stam. Die stam leeft in dit gebied. Ze was mooi traditioneel gekleed. We werden begeleid door nog een paar dames en meisjes van de Hmong stam, die ook vooral probeerden om hun armbandjes, tasjes en portemonneetjes aan ons te verkopen.

We hadden geluk met het weer, het heeft hier de afgelopen weken namelijk veel geregend, maar we hebben alleen bij het vertrek een half uurtje regen gehad en daarna is het weer twee dagen mooi en zonnig geweest. De route ging veel over zandpaadjes tussen rijstvelden door en door de bossen en vanwege de regen de afgelopen tijd waren de paadjes op delen heel modderig en glad. Het was ongelooflijk hoe gemakkelijk de Hmong meisjes op hun slippertjes of laarzen over de gladde paden gingen. Ondertussen hielden ze ons bij de hand op de gladdere stukken. Super fijn! Lisanne heeft misschien wel een uur lang hand in hand gelopen met een van de meisjes. Maar ze is niet uitgegleden, in tegenstelling tot Rik die het op eigen houtje aandurfde. Als bedankje hebben we leuke armbandjes van haar gekocht. Een effectieve verkoop tactiek van het meisje..

Zo ging de route door de bergen en de uitzichten waren prachtig! De rijst kleurt nu groen-geel en op sommige plaatsen waren de mensen de rijst al aan het oogsten. We zagen ook hoe boeren de rijst uit de rijststengels deden kloppen en hoe vervolgens de rijstkorrels van de pulp werden gescheiden door de rijst in de wind te laten vallen. De pulp waait dan weg en de rijstkorrels (die zwaarder zijn) vallen recht omlaag.

De eerste dag hebben we ruim 8 km gelopen. We hebben lekker geluncht in een klein dorpje onderweg, en vervolgens in het volgende kleine dorpje zijn we met zijn allen bij een home stay blijven slapen. Heel leuk om hier tussen de Vietnamezen te verblijven. De familie had lekker voor ons gekookt, we hebben wat rijstwijn gedronken en hebben met zijn allen op de slaapzolder geslapen.

De volgende dag was het nog ongeveer 5 km verder lopen naar het kleine dorpje Ta Van, het eindpunt van de trekking. We hebben er nog lekker noodle soep en gebakken rijst gegeten voordat we met een busje teruggereden werden naar Sapa. Vanuit het busje konden we de mooie vallei zien waar we de afgelopen twee dagen doorheen gelopen waren. Super mooi!

De volgende dag waren we van plan om de bus te nemen naar Ha Long Bay, aan de kust van Vietnam. Echter was de verwachting dat de typhoon die afgelopen week de Philipijnen en Hong Kong had aangedaan ook naar de Vietnamese kust zou komen. De boten zouden daarom niet varen op Ha Long Bay de komende paar dagen, en met een bootje varen is juist hetgeen wat leuk is om daar te doen. We zijn daarom een dag langer in Sapa gebleven. Het regende wel de hele dag (mogelijk vanwege de typhoon) dus we hebben een rustdag genomen.

De volgende dag zijn we alsnog naar Ha Long Bay afgereisd met de slaapbus. Deze slaapbus was net iets minder comfortabel dan de vorige omdat de bedden op Vietnamezen gebouwd waren en wij daardoor onze benen niet konden strekken. Het was daardoor een behoorlijk gebroken nacht en om 4 uur werden we met zijn allen bij een hotel in Ha Long Bay gedropt. En het regende ook nog. We hadden voor de volgende dag een home stay geboekt en wilden gaan kijken of we daar nu al in konden checken. Met een ander koppel dat dezelfde richting uit moest hebben we een taxi gedeeld en tot ons grote geluk mochten we al onze kamer in. Gelukkig hebben we dus toch nog wat slaap kunnen pakken.

Inmiddels verblijven we nu al een paar dagen in het mooie Ha Long Bay, maar hierover later meer.

Foto’s Hanoi & Foto’s Sapa

Scroll naar boven

This content is protected