Prachtig Mongolië: De Gobi woestijn en Centraal Mongolië

Afgelopen dagen hebben we een rondreis gemaakt door de Gobi woestijn en Centraal Mongolië. En wauw wat hebben we veel mooie en verschillende dingen gezien. We waarschuwen jullie vast, het verhaal is behoorlijk lang geworden en neemt wat tijd in beslag om te lezen.

Via het hostel Sunpath, waar we in Ulaanbaatar (de hoofdstad van Mongolië) verblijven, hadden we deze 9-daagse toer geboekt. We waren met een groep van 9 personen, allemaal tussen de 22 en 36. We zijn met twee jeeps en een Russisch busje er op uit getrokken om een deel van Mongolië te ontdekken. Wij zaten de meeste dagen met twee Franse jongens, Gilles en Marc, in het Russische busje (dat aan een oud Volkswagen busje doet denken maar dan ook geschikt voor off-road). Dit merk auto (UAZ Bukhanka) wordt ook door het Russische leger gebruikt. De Mongolen zijn gek op deze Russische busjes omdat ze alles zelf kunnen repareren en onderdelen overal te koop zijn. Dat konden we direct uittesten want toen we weg wilden rijden van de parkeerplaats brak er en pinnetje ergens in de auto. De chauffeurs gingen direct aan de slag en 20 minuten later konden we alsnog vertrekken. Oef… dat belooft wat voor de komende negen dagen.

De rit ging naar het zuiden, naar semi-Gobi gebied. Rond Ulaanbaatar zie je nog regelmatig huizen en ger-tenten (ronde tenten waar de nomaden families in leven), maar hoe verder we van de stad verwijderd raakten hoe minder huizen en tenten. Het waren vooral mooie groene heuvels met regelmatig kuddes geiten, schapen, koeien, paarden en zelfs hier en daar kuddes kamelen. Het gras is overal dus goed kort met zoveel grazende dieren, waarschijnlijk is er geen grasmaaier te vinden in Mongolië. Alle dieren behoren tot (nomaden)families toe en af en toe zie je een herder op zijn motortje of paard achter een kudde geiten of koeien aan gaan. Verder zagen we ook regelmatig gieren over vliegen.

De eerste dag ging naar de White Stupa. Dat is een klif met daaronder mooie rotsformaties in verschillende kleuren vanwege de verschillende mineralen in de grond.

We hebben elke avond bij verschillende nomaden families doorgebracht en in ger-tenten geslapen. Dat was helemaal back to basic. In een tent staan 4 of 5 bedden en in het midden een tafeltje. Dat is alles. De bedden waren behoorlijk hard vanwege de erg dunne matrassen en vaak ontbraken er kussens. Toch hebben we over het algemeen redelijk geslapen. Een weetje, een Ger tent wordt in 40 minuten opgebouwd met vier personen. We hebben elke avond een ger met Gilles en Marc gedeeld, wat wel gezellig was. De wc staat op 100 meter lopen van het ger-kamp en is een houten hutje waar 1 plank in het midden van de vloer ontbreekt. Daar moet je in mikken. En je wc-rol niet vergeten. Elektriciteit was er niet en ook geen douches. In dorpen en stadjes zijn publieke douches en daar gaan de families af en toe douchen en zo ook wij. Op dag 4 kwamen we langs een stadje en konden we allemaal even douchen. Het was het hoogtepunt van de dag. En in wegrestaurants waar we wel eens stopten voor de lunch konden we de telefoons en camera’s even snel opladen.

Toch went het eenvoudige leven heel snel en wij zagen er zeker de charme van in. Zo stonden de kampen waar we verbleven stuk voor stuk in prachtige stukjes natuur. Tussen de bergen, op mooie grasvlaktes, of in de woestijn. Nergens in de buurt een stukje bewoonde wereld of een geasfalteerde weg te vinden. En bij vrijwel elk ontbijt werden we door een kudde geiten of paarden omringt. Vooral leuk was toen we na de eerste nacht werden gewekt door een geitje dat zijn kop door de deur van de tent naar binnen stak.

Op de tweede dag gingen we naar een gebied waar wat meer bergen lagen. Onze eerste stop was bij een pad dat door een kloof naar een waterval leidde waar nog ijs bij lag. In de winter wordt het hier erg koud en de hele waterval en rivier bevriezen dan. Momenteel is het flink aan het dooien en over een paar weken zal de ijshomp wel helemaal verdwenen zijn.

Daarna reden we door naar de Yol vallei, een mooie vallei tussen de bergen waar we heerlijk doorheen zijn gewandeld. Onderweg veel hamsterachtige beesten gespot en ondertussen cirkelden de gieren boven ons.

We hebben bij een nomadenfamilie gelogeerd die vlak bij de ingang van de vallei lag. De hemel was deze avond helder en toen het donker werd was de sterrenhemel prachtig! Je kon met het blote oog de melkweg goed zien liggen als een soorten witte streep door de hemel van extra veel sterren. Rik heeft samen met een Amerikaan uit onze groep die ook van sterrenfotografie houdt hele mooie foto’s van de sterrenhemel genomen.

De volgende dag zijn we echt de Gobi woestijn in gereden. In dit deel van Mongolië liggen geen verharde wegen dus alles ging off-road. Hobbel de hobbel. Ondertussen had onze chauffeur typisch Mongoolse muziek op staan. De liederen zijn een mix tussen up-tempo kerkliederen (maar dan iets vrolijker) en gejodel. We vonden het wel grappig dat onze stoere chauffeur deze liederen lekker mee aan het zingen was.

Het landschap werd steeds droger en minder groen. Ergens midden in de woestijn verbleven we bij een nomaden familie. Het was hier behoorlijk warm en mochten ‘s middags kameel rijden naar de zandduinen. Samen met Marc en Gilles gingen we een uur rijden. Dat was lang genoeg want vooral voor mannen is het niet heel comfortabel. De kamelen waren aan elkaar vast gemaakt en ik weet niet of het voor hen wel comfortabel was, maar goed, voor een keertje was het wel grappig.

‘s Avonds zijn we naar een van de zandduinen in de buurt gereden en die hebben we beklommen. Dat was best pittig, de berg was ongeveer 240 meter hoog en voor elke stap die je zet zak je een halve stap terug in het losse zand. Het uitzicht boven was wel mooi.

De volgende dag reden we door de woestijn verder naar bergen in de regio Bayanzag met oude rotstekeningen. We moesten even naar boven klimmen en daar waren allerlei afbeeldingen van dieren zoals paarden, geiten en kamelen in de rotsen gegraveerd. Het uitzicht over de woestijn onder ons was hier ook heel mooi. Daarna nog een stuk verder door gereden naar ons ger-kamp. Dat lag vlakbij de Flaming Cliffs, die we in de avond bezochten. De Flaming Cliffs zijn mooie rotsformaties in de woestijn. Hier zijn 100 jaar geleden dinosaurus skeletten en -eieren gevonden. Een van de dinosaurus skeletten van het Museum of Natural History in New York is hier gevonden. Helaas regende het deze avond en zijn we niet zo lang gebleven.

De volgende ochtend was het nog steeds flink aan het regenen. Dat gebeurt in dit droge gebied niet vaak, maar vorige week had het hier ook al flink geregend en we hadden onderweg al gezien dat sommige stukken geasfalteerde weg door de waterstromen weggeslagen waren. Mede door het regenwater afkomstig uit de bergen vormden zich stroompjes door de woestijn en hier en daar waren dat behoorlijk brede waterstromen geworden. Wij zouden vandaag door de regen weer verder reizen, maar op een gegeven moment was de weg die we moesten inslaan in een modderige rivier veranderd. Onze chauffeurs zijn toen uitgestapt en met opgestroopte broekspijpen het water in gelopen. Het was een stuk van een paar 100 meter lang en ze zijn het hele stuk afgelopen om te peilen hoe diep het water was. In de tussentijd verzamelden zich nog meer auto’s bij ons. Uiteindelijk dachten ze dat het wel kon, op het diepste punt was het water ongeveer een meter diep. Als eerste ging een van onze jeeps de oversteek wagen en dat ging goed. Daarna was het busje waarin wij zaten aan de beurt. Alle tassen werden wat hoger gelegd en daar gingen we. Lisanne heeft de hele weg zitten duimen en toen we heelhuids aan de overkant kwamen hebben we onze chauffeur even flink toegejuicht! De eerste paar dagen van de rondreis hebben we wel eens gedacht: wat rijden onze Mongoolse chauffeurs als Mongolen. Maar inmiddels waren we helemaal fan geworden van onze chauffeur Duya. De rest van de weg ging zonder al te grote obstakels.

We gingen de ruïnes van het Ongi Monastery bezoeken, een klooster waar een paar honderd jaar geleden ongeveer duizend monniken woonden. Maar de Russen en ook de Mongolen zelf hadden begin 20e eeuw het meeste verwoest. Wonderbaarlijk genoeg was het hier weer stralend weer en hebben we eerst gepicknickt aan de rivier waar ook de ruïnes aan lagen. Daarna de ruïnes bezocht en een paar gerestaureerde tempels. De meeste Mongolen zijn Boeddhistisch, en dan een stroming die ze in Tibet en Nepal ook aanhangen. Je vindt in tempels veel foto’s van de Dalai Lama en andere Lama’s.

Bij de nomadenfamilie waar we die avond verbleven werd er, zoals de meeste avonden, door onze kok (ze reisde met ons mee) voor ons gekookt. Men eet hier vooral heel veel vlees. In deze regio voornamelijk geiten- en schapenvlees met veel vet eraan. Daarbij worden dan aardappelen en rijst gegeten, en met wat geluk een klein beetje groente. Het was allemaal heel lekker klaargemaakt, maar na een paar dagen waren we blij als we eens iets anders dan geiten- en schapenvlees kregen. Lisanne heeft in de wegrestaurants ook wel eens gevraagd om iets vegetarisch, maar daarmee zet je ze wel voor het blok. Dan krijg je wat rijst met een ei en misschien wat salade. Een keer stond er groentesoep op het menu in een restaurant en dachten we he dat is lekker. Bleek het soep te zijn met heel veel vlees en ook een klein beetje groente. Na het eten konden we deze avond zien hoe de familie hun kudde geiten opsplitste in de mannetjes en de vrouwtjes, zodat ze de vrouwtjes konden gaan melken. Dat was een behoorlijk lang proces! Geiten zijn kudde dieren en volgen elkaar en er was daardoor steeds sprake van overlopers. Wel grappig om te zien. De hemel was wederom heel helder en bij het invallen van het donker heeft Rik weer prachtige foto’s van de sterrenhemel kunnen maken. Overdag hadden we aan de horizon een klein meertje gezien, althans, waarschijnlijk was het een poel met regenwater. Het idee was om hier in de avond naartoe te lopen om vervolgens foto’s te maken van de Melkweg met de weerspiegeling van de hemel in het water. In de avond zijn we samen met een Amerikaans koppel naar het meer gelopen. Waar het overdag nog leek op een wandeling van 10 minuten zijn we toch een goed half uur onderweg geweest. Eenmaal aangekomen was het resultaat schitterend. De Melkweg was wederom met het blote oog te zien en weerspiegelde zo mooi op het water. Helaas hadden we geen hoog statief mee om dit perfect vast te leggen, maar het beeld zullen we nooit meer vergeten. Voordat we vertrokken hadden we met een app onze wandelroute getraceerd en met een kompas bepaald in welke richting ons Ger kamp lag zodat we ook weer veilig terug konden komen.

Onze trip ging de volgende dag verder naar Orkhon Valley. Het was een lange rit en we verlieten het Gobi gebied nu helemaal. Het landschap werd weer groener met meer bergen en ook meer dieren zoals paarden, koeien en gieren. Ook zagen we jaks, van die langharige koeien die vooral goed functioneren bij sneeuw en ijs. In de winter is dit hele gebied bedekt met een flink pak sneeuw. De Orkhon Valley was prachtig! Toen we het nationaal park binnen reden kwam er alleen een enorme regenbui over ons heen wat weer zorgde voor ondergelopen wegen. De wegen hier zijn niet echt wegen te noemen, het zijn eerder paden die over de rotsen en heuvels lopen. Op een gegeven moment kwam ons busje vast te zitten bij het manoeuvreren tussen de stenen. En we stonden flink scheef! Samen met Gilles, Marc en onze reisleidster zaten we in de auto en we moesten allemaal flink naar rechts leunen om de auto in evenwicht te houden. Lisanne lag bij de reisleidster op schoot, en ondertussen was onze chauffeur met hulp van de chauffeurs van de twee andere jeeps in de stromende regen bezig om de auto vrij te krijgen. Door een van de jeeps werd onze auto naar achteren getrokken en bevrijd! Toch wel even spannend.. maar de afgelopen dagen hebben we gemerkt dat onze chauffeurs behoorlijk wat ervaring hebben. Gelukkig was het toen niet ver meer naar ons ger-kamp op een prachtige locatie midden in de vallei, aan een rivier door bergen omringd. De rest van de avond hebben we Uno gespeeld met wat mensen uit de groep, zoals we wel eens vaker deden.

De volgende dag stond paardrijden door de vallei op het programma. We zijn met zijn allen op rustig tempo naar een mooie waterval gereden en dat ging best goed voor ons amateurs! De paarden zijn er ook goed op getraind. Heerlijk van het uitzicht bij de waterval genoten en weer verder gereden door de vallei. Tegen het einde van de rit kreeg Lisanne toch behoorlijk last van een allergische reactie op de paarden (het bleef gelukkig nog best lang uit). ‘s Middags ging Rik met de groep wederom paardrijden door een ander deel van de vallei, en Lisanne genoot van wat alone-time en is een van de grotere heuvels in de buurt van het kamp opgeklommen. Van hieruit had je prachtig uitzicht over de hele vallei. Bij het afdalen zag ze in de verte een groep paarden galopperen en ze dacht nog, dat zal onze groep vast niet zijn. Bleek dat uiteindelijk wel het geval! Rik is met de rest van de groep op de terugweg op flink tempo aan komen galopperen.

Deze avond werden we getrakteerd op een echte Mongoolse barbecue met aardappelen, wortels en, je raadt het al, heel veel vlees. Marc en Gilles hadden de aperitiefjes verzorgd. Die hadden uit Frankrijk wat kaasjes en worsten meegenomen. Super lekker! Grappig detail van deze dag: we hadden de kans om ‘s avonds te douchen. Iedereen was echter moe van de dag en we moesten een stukje lopen voor de douches. Dus unaniem zeiden we ah, die twee dagen kunnen we ook nog wel wachten op een douche. Alles went.

De volgende dag verlieten we Orkhon Valley weer en gingen we naar Karakorum, de oude hoofdstad van Mongolië. Hier staan de ruïnes van een groot oud klooster, maar een aantal tempels zijn nog steeds intact en worden nog gebruikt door monniken. Het klooster was een hele mooie plaats ommuurd met een witte muur met torentjes. In de tempels heel veel kleurrijke afbeeldingen van Boeddha en van de Lama’s.

Daarna zijn we doorgereden naar ons laatste ger-kamp van deze rondreis, wederom op een prachtige plek in de middle-of-nowhere tegen wat mooie bergen aan. Zoals wel vaker vroegen we de eerste die het wc-hokje ging gebruiken, en, hoe zijn de wc’s hier? Normaal gesproken was het antwoord niet positief, maar nu was het antwoord: ach, niet al te slecht. Nogmaals, alles went. De sterrenhemel was weer prachtig. We hebben behoorlijk veel hele duidelijke vallende sterren gezien. Rik heeft er een mooie timelapse van gemaakt. En ondertussen heeft Lisanne met een paar groepsgenoten en de reisleidsters typisch Mongoolse spelletjes gespeeld, waaronder een dobbelspel met de enkelbotjes van geiten. Heel bijzonder.

De volgende dag zijn we terug gereden naar Ulaanbaatar. We waren bijna teleurgesteld om weer een geasfalteerde weg te zien. Het verblijven in de natuur vonden we super ontspannen en de omgeving was zo mooi! Aan de andere kant is het ook wel weer fijn om nu een goed bed, een douche en elektriciteit te hebben en de kleren te kunnen wassen. We verblijven de komende dagen met 8 van de 9 man uit onze reisgroep in hetzelfde guesthouse, heel leuk. We gaan Ulaanbaatar nog een beetje verkennen en vrijdag stappen we dan op de trein naar Beijing voor de volgende etappe van de reis.

Bekijk ook de nieuwe foto’s en krijg een indruk van onze 9 daagse trip.

Trans-Mongolië Express traject Irkutsk – Ulaanbaatar

Gisterenochtend zijn we dan wederom op de Trans-Mongolië Express gestapt voor de tweede etappe van de treinreis, namelijk het traject Irkutsk – Ulaanbaatar (de hoofdstad van Mongolië). De reis zou ongeveer 24 uur duren en tegen de avond zouden we de grens met Mongolië over gaan. De dag begon goed want we bleken met twee Nederlandse jongens, Stef en Martijn, in de coupé te zitten. Dat was gezellig! Lekker ook om weer ongecompliceerd Nederlands te kunnen praten. De treinreis was erg mooi en (in tegenstelling tot de treinreis van Moskou naar Irkutsk) erg afwisselend. De trein slingerde door de groene heuvels en na een uur kwamen we bij het Baikalmeer uit waar we een paar uur lang langs hebben gereden. Uit het ene raam het meer en uit het andere raam de groene heuvels met veel bomen. We hebben zelfs nog een paar zeehonden aan het meer zien liggen. Na een paar uur verlieten we het meer en ging de trein zuidwaarts op weg naar Mongolië. Het landschap werd direct anders, wat minder bomen en meer gras en wat geliger. Hier is het klimaat waarschijnlijk wat warmer en iets droger. De zon scheen ook volop de trein in. We hebben vaak met zijn allen voor de half open ramen in de gang van de trein gestaan om van het landschap te genieten en wat frisse lucht mee te pakken.

Deze reis zaten we in een Chinese trein met Chinese provodniks (conducteurs). Alhoewel de indeling van de trein en de coupés hetzelfde waren, zag deze trein er iets anders uit dan de Russische trein van het eerste traject. De Chinese provodniks maakten zich vooral druk om zichzelf en niet om het onderhoud van de trein en de passagiers. Ze waren de hele dag filmpjes aan het kijken en computerspelletjes aan het doen (dat konden we vanuit onze coupé horen). De wc was hier ook wat minder fris en de bedden waren wat harder. Het mooie landschap maakte echter dat we deze treinreis toch leuker vonden dan de vorige.

We hebben weer noedels gegeten in de avond en rond een uur of 20:00 kwamen we bij de grensovergang. Eerst moesten we langs de Russische grens. Hier werd de restauratiewagon afgekoppeld want dat was een Russische wagon en die bleef in Rusland. Toen kwam er een team Russische douanebeambten met grote petten de papieren van alle mensen in de trein controleren. Iedereen moest in zijn coupé blijven zitten. Om de tijd te doden (het duurde even eer ze bij onze coupé waren) hebben we met Stef en Martijn een potje Wizard (kaartspel) gespeeld. Nadat onze paspoorten en visa gecontroleerd waren kwam er een andere beambte langs die ons kort en krachtig commandeerde dat we de coupé uit moesten, en die vervolgens de coupé snel en hardhandig onderzocht op mee gesmokkelde mensen in de opberghokken. We hadden niemand mee gesmokkeld dus het was in orde. Dit schouwspel heeft 2 uur geduurd.

En toen moesten we nog naar de Mongoolse grens. Het was inmiddels donker geworden en het was nog een half uur rijden naar de Mongoolse controlepost. Hier en daar stond prikkeldraad bij de grensovergang en de volle maan scheen. Het had allemaal wel iets spannends! Ook bij de Mongoolse controlepost stonden we een uur of 2 stil. Onze paspoorten werden door een vrouwtje in mantelpak in haar koffertje gestopt en meegenomen. In het kantoor langs het spoor werden de paspoorten en visa waarschijnlijk allemaal gecontroleerd en geregistreerd. Rond middernacht kregen we onze paspoorten terug en reed de trein verder. We zijn direct gaan slapen.
Vanmorgen om 6:30 werden we door de provodnik gewekt want de trein was bijna in Ulaanbaatar. We hadden de tassen de vorige avond al gepakt en we hadden in onze gewone kleren geslapen (zo doe je dat in een trein), dus we waren zo klaar.

Het uitzicht was weer veranderd. Veel groen-gele grasheuvels met hier en daar kuddes koeien of paarden. Ook zag je hier en daar huizen of ronde ger-tenten waarin veel nomaden hier nog wonen. Het is hier weer een hele andere wereld.

Tegen 7 uur naderden we Ulaanbaatar. Het is een grote stad en we zagen veel industrie. Op het station werden we opgewacht door iemand van het hostel, die ons daar in 10 minuten naartoe reed. Vandaag houden we rustdag. Even bijtanken van alle indrukken, kortere nachten en bezichtigingen die we de laatste paar dagen hebben gedaan. En zo kan ook onze elektrische apparatuur even bijtanken.

Morgen gaan we een 9-daagde rondreis door Mongolië maken, georganiseerd vanuit ons hostel. We hebben daar heel veel zin in. We verwachten tijdens de toer niet of nauwelijks bereik of toegang tot internet te hebben, dus ons volgende bericht zal wel even op zich laten wachten.

Veel groetjes, R&L

Scroll naar boven

This content is protected