Toeren op Hokkaido

Hokkaido is het meest noordelijke eiland van Japan. Het is een wereld van verschil met Honshu, het grootste eiland van Japan waar we net vandaan komen. Waar in Honshu alle vlakke gebieden zijn volgebouwd met steden, zoals het enorme Tokyo en Osaka, voelt Hokkaido als een oase van rust. Het heeft 5,5 miljoen inwoners (waarvan bijna de helft in de hoofdstad Sapporo woont) tegenover ongeveer 104 miljoen op Honshu. Ook van alle gekkigheid op Honshu, zoals winkeltjes, kraampjes, karaokebars en andere attracties met veel lichtjes, muziekjes en andere kermis is hier weinig te merken. Het is een stuk minder toeristisch (het is hier ook nog geen hoogseizoen) en het aantal blanke mensen dat we in een week tijd gezien hebben is op 2 handen te tellen.

We hebben afgelopen week Hokkaido verkend met een huurauto, omdat het openbaar vervoer niet in alle natuurparken komt. Het was heerlijk om weer de vrijheid en onafhankelijkheid te hebben van reizen met een auto en overal te kunnen gaan waar je wilt. We zijn er wel over uit dat met de auto of de camper toeren onze favoriete manier van reizen is. Een muziekje aan en gaan!

In Japan rijdt men aan de linkerkant van de weg. Daar zijn we inmiddels wel aan gewend, want het afgelopen half jaar hebben we niet anders gedaan in Thailand, Nepal, Nieuw-Zeeland en Australië. Wat hier in Japan heel apart is, is dat op wegen waarop je in Nederland 80km/uur zou mogen rijden, je hier maar 40 of 50km/uur mag rijden. Het slaat helemaal nergens op want je zou hier makkelijk harder kunnen rijden. Dat denken de Japanners zelf blijkbaar ook want iedereen rijdt hier standaard veel te hard! We zijn op een gegeven moment ook maar gewoon met het verkeer mee gaan rijden (wel zo veilig), dus even duimen dat we straks bij thuiskomst geen verkeersboete op de deurmat hebben liggen!

Hier op Hokkaido is het nog winter. Vanwege de meer noordelijke ligging komt begin mei pas de lente inzetten. Alle bomen waren dus nog kaal en werkelijk overal lag nog sneeuw! En dat terwijl het op sommige dagen boven de 20 graden was. In de winter valt hier zo’n dik pak sneeuw dat het een hele tijd duurt voor alles weg gesmolten is. Veel mensen komen hier in de winter ook naartoe voor de wintersport vanwege de fijne poedersneeuw. Een aantal wegen in sommige nationale parken waren nog afgesloten vanwege de sneeuw. We kwamen erachter dat we net een week te vroeg op Hokkaido waren, want komende week gaan de wegen weer open! We hebben daarom helaas een paar plaatsen die op ons lijstje stonden niet kunnen bezoeken. Maar de meeste dingen gelukkig wel.

Onze eerste stop was bij de stad Noboribetsu. Dat klinkt niet alleen Russisch, het voelde ook een beetje Russisch aan. Zoals veel stadjes hier zag het er wat grauw en kil uit. Ook de omgeving doet ons wat aan Rusland denken, met name vanwege de vele berkenbomen met hun witte basten. Die hebben we in Rusland vanuit de Trans-Siberië Express ook eindeloos lang gezien.

We hadden wel een super sfeervolle blokhut via Airbnb gevonden aan de rand van Noboribetsu. Het lag een beetje afgelegen aan een rivier en we hadden de hele blokhut voor onszelf. Eindelijk weer eens wat ruimte! De meeste Japanse kamers zijn namelijk erg klein. Met name de badkamers zijn zo klein dat je er je kont soms letterlijk niet kunt draaien. Het houten huisje had niet alleen een mooie keuken maar ook een woonkamer met openhaard, een slee die als tafel diende en een grote hertenkop aan de muur. En op het toilet was de wc-bril bekleed zodat je lekker zacht en warm kon zitten. We hebben gezellig de kachel aan gemaakt en op zondagavond de Formule 1 gekeken met wat sushi erbij. De tweede avond in de blokhut hebben we er helemaal een feestje van gemaakt door zelf weer eens pasta met tomatensaus te kokkerellen. Heerlijk! Ook al is de sushi die je in de supermarkten kunt krijgen erg lekker, we zijn de rijst en rauwe vis toch een beetje beu aan het worden.

Vanuit onze blokhut hebben we Lake Toya bezocht. Het is van oorsprong een kratermeer. Langs het meer staat Mount Usu, een actieve vulkaan die de laatste 500 jaar zeker 1 keer elke 50 jaar is uitgebarsten, voor het laatst in 1977. We konden er met een kabelbaan naar boven, samen met een bus Chinezen en Koreanen. Het was weer een tijdje geleden voor ons, maar hier waren wijzelf weer eens de attractie. Meerdere mensen kwamen ons vragen waar we vandaan kwamen, Lisanne moest met een vrouwtje op de foto en een man kwam ons even later enthousiast een foto van hemzelf bij een molen laten zien: “Your country! Your country!”.

Van bovenop de vulkaan hadden we ondanks de wolken best goed uitzicht op de krater, het stadje onder ons, Lake Toya en Mount Showa Shinzan. Mount Showa Shinzan is bij de uitbarsting van 1944 ontstaan en er komt allemaal damp uit de berg, tussen alle rotsspleten door. Een onheilspellend beeld! Toen we weer onder waren zijn we met de auto een leuk rondje om het meer gaan toeren.

De volgende dag hebben we vanuit Noboribetsu het eveneens onheilspellende park Hell Valley verkend. Dit is een geothermisch gebied met een aantal dampende hot water- en modder poelen. Vanwege de aanwezige mineralen hadden sommige stroompjes water een hele andere kleur dan andere stroompjes of poelen. We hebben er gezellig door de geur van rotte eieren gewandeld.

Na Noboribetsu ging onze reis verder naar de andere kant van het eiland, naar Akan-Mashu National Park. De weg ging door vele tunnels door de bergen en over vlakke akkerbouw velden met hier en daar een boerderij of een vervallen hutje. Onderweg zagen we een mooie rode vos zitten op een parkeerplaats. Hij zag er heel mooi donzig uit, heel knuffelbaar, maar voor alle zekerheid zijn we in de auto blijven zitten. Er leven veel vossen op Hokkaido, net zoals hier redelijk wat beren zitten. Helaas (?) hebben we geen beer gezien…

We hadden een leuke Airbnb geboekt aan Lake Kussharo. We hadden een kamer in het huisje van Nat, een vriendelijke meid van onze leeftijd. Van de buitenkant zag het er wat vervallen uit maar binnenin was het heel gezellig. We moesten de zijingang gebruiken want de voordeur was de hele winter ingesneeuwd geweest en zat nu vast. Gelukkig was het nu redelijk snel weg aan het smelten. Het mooiste aan dit huisje was dat we de straat maar over hoefden te steken en we stonden aan het meer. Lake Kussharo was nog grotendeels bevroren, maar aan de kust waar wij stonden was het al een klein stukje ontdooid. We hebben hier de zonsondergang gekeken en dat was fantastisch! Er zwommen namelijk hele grote zwanen in de ontdooide waterplassen. Het was een magisch gezicht en geen bussen Chinezen te bekennen! We zaten hier bijna alleen.

Rik is ‘s avonds nog even terug naar het meer geweest. Vanwege de bijna volle maan waren er weinig sterren te zien, maar evengoed was het heel mooi, met nog een glimp van besneeuwde bergen in het maanlicht op de achtergrond.

De volgende ochtend besloten we direct te vertrekken zodra we wakker werden en om 7 uur zaten we al aan het meer. In de eerste zonnestralen van de dag hebben we er zitten ontbijten. We zagen hoe een aantal moedige mannen hun kayaks klaar legden om later op de dag te gaan varen. Na het ontbijt zijn we verder gereden naar een hoger gelegen uitkijkpunt aan de andere kant van het meer. Gelukkig waren we de bussen Chinezen en andere Aziaten voor (we zijn altijd blij als we die voor zijn, want die zijn overal en staan altijd op de foto als je er eentje wil maken!). We hebben heerlijk in het zonnetje van het uitzicht staan genieten. Daarna zijn we doorgereden naar Lake Mashu. Hier waren we niet meer de enigen, maar ook dit bevroren meer was erg mooi!

Vervolgens ging onze roadtrip verder naar Shiretoko National Park. Dit park staat erom bekend dat er veel beren zitten. Een gebergte sluit het park af van de rest van het eiland. Het bleek helaas dat de wegen in het park nog afgesloten waren vanwege de sneeuw. We konden slechts tot iets voorbij het plaatsje Utoro gaan, redelijk aan het begin van het National Park. Hier hebben we een korte hike gedaan naar Kamuiwakkayu falls. De route liep door de sneeuw, waar we geregeld zo’n 20 a 30 cm in wegzakten. Dat was gek aangezien het dik 20 graden was vandaag! En daar waar de sneeuw overging in een grindpad, voelde het net aan of we over een zachte mat liepen want het grindpad veerde een beetje mee. Dat kwam omdat de grond eronder nog helemaal nat was van het smeltwater. Een heel vreemd gevoel.

Onderweg kwamen we voor het eerst op Hokkaido een westerling tegen en het bleek een Nederlander te zijn. Schijnbaar zijn het toch vooral de Nederlanders die gek genoeg zijn om hier naartoe te komen… De waterval was heel mooi. Hij kwam van een hoge rots af en stroomde de zee in. De waterval was nu nog grotendeels bevroren dus eigenlijk stroomde er maar een klein stroompje de zee in.

Omdat we verder niet veel konden doen in Shiretoko National Park hebben we de dag erna wat rust gehouden, om de volgende dag in een uur of 4 verder te rijden naar het stadje Asahikawa. Onderweg kwamen we langs Daizetsuzan National Park en hebben er een stop gemaakt bij een waterval. We hadden het idee om hier met de kabelbaan een van de bergen op te gaan, maar aangezien het erg bewolkt en regenachtig was besloten we daarvan af te zien.

Wel zijn we de Blue Pond gaan bezoeken. Dit is een klein meertje met een aantal dode bomen erin en fel lichtblauw water. Heel bijzonder! De kleur van het water is niet helemaal natuurlijk. Na een vulkaanuitbarsting in 1988 in de buurt van de Blue Pond vonden er werkzaamheden plaats waarbij per ongeluk een bepaalde stof in het water is gekomen. Dat geeft het meer zijn blauwe kleur. Via mooie groene heuvels zijn we vervolgens door gereden naar ons kleine appartementje in Asahikawa. Hier hebben we de volgende dag Lisanne d’r verjaardag gevierd! Mede omdat we een paar dingen hadden overgeslagen hadden we eigenlijk alles al gedaan wat we wilden doen. Ook voelde Lisanne zich net vandaag niet helemaal fit (zul je net zien), dus we besloten een rustdag te houden. We zijn alleen de deur uit geweest om bij de supermarkt wat choco donuts te halen (hmmm!) en om ‘s avonds uit eten te gaan. Bij de Italiaan :). We hadden er eentje online opgezocht, maar konden niet direct vinden waar hij nu zat. Toen we een portaaltje binnen liepen bleek dat we de lift moesten nemen naar de 3e verdieping en ja hoor, de deur ging open en daar zat de Italiaan. We hebben heerlijk gegeten en er een biertje op gedronken.

De volgende dag zijn we weer terug gereden naar Chitose, vlakbij Sapporo. Hier hebben we de auto weer ingeleverd en onze laatste avond in Japan doorgebracht! We vonden Japan heel leuk, vooral de cultuurshock die je in het begin ervaart. Het is een uniek land, niet te vergelijken met enig ander land. In geen land zijn de mensen zo beleefd als hier, terwijl ze zeker ook een beetje gek zijn. Honshu is erg leuk om te bezoeken voor de cultuur terwijl Hokkaido meer van de natuur is.

Onze reis gaat nu verder naar Maleisië! Weer terug naar de warmte (daar is Lisanne vooral blij mee – Rik iets minder). Na een vlucht van 8 uur zijn we afgelopen maandag aangekomen in Kuala Lumpur. Binnenkort meer over onze eerste voetstappen in Maleisië.

Tot de volgende keer!
R&L

Foto’s Hokkaido

De vervolgreis over Honshu

In dit artikel het vervolg van onze rondreis over Honshu, het grootste eiland van Japan. Samenvattend hebben we de volgende plaatsen aangedaan: vanuit Osaka hebben we Koyasan en het mooie Kyoto bezocht, om vervolgens door te reizen naar de iets minder bekende stad Kanazawa, daarna naar het stadje Takayama in de Japanse Alpen en vervolgens het mooie Mount Fuji. Tot slot zijn we weer teruggekeerd naar Tokyo, dat ook het startpunt van onze Japantrip was.

We waren blij om de drukte van Osaka voor een dag en een nacht even achter ons te laten, tijdens onze trip naar Mount Koya, of zoals de Japanners zeggen, Koyasan. Koyasan was met de trein ongeveer 3 uur reizen vanuit Osaka. Eindelijk lieten we het grote stedelijk gebied even achter ons en gingen we de bergen in. Nog steeds stonden overal langs de route dorpjes, maar we zagen ook weer eens wat groen. Koyasan is een klein tempeldorp en zoals de naam zegt is het gelegen op Mount Koya. Het laatste stuk van de route ging met een kabelbaan steil omhoog. Dit was met stip onze mooiste overnachting in Japan want we hebben hier in een tempel overnacht, in de Yochi-in tempel. We werden door een monnik die er woonde welkom geheten met een kopje thee. Onze kamer was een mooie traditionele kamer, met rieten matten op de vloer, futons om op te slapen en een tafeltje laag bij de grond met twee kussens, om thee aan te drinken.

In Koyasan zijn we over de indrukwekkende Okunoin begraafplaats gelopen. Veel met mos begroeide stenen in een bos en hier en daar stond een tempel. Verder hebben we de Kongobuji tempel bezocht en het Danjo Garan tempelcomplex, vlak tegenover de Yochi-in tempel waar wij verbleven. We hebben ‘s avonds in onze tempel traditioneel gegeten, op kussens op de rieten vloer van de eetzaal. Het eten was heerlijk, allemaal vegetarische hapjes in verschillende kleine kommetjes. Lisanne was helemaal in haar sas. ‘s Avonds zijn we nog een keer door het mooi verlichte Danjo Garan tempelcomplex gelopen.

De volgende ochtend moesten we ons om 6:20 uur melden in de kapel voor het ochtendgebed. De monniken hier hangen een vorm van boeddhisme aan. 3 monniken chanten tijdens het gebed liederen. Ondertussen mochten we een voor een naar voren lopen naar het altaar voor een ritueel. We mochten een buiging maken op onze knieën en 3x poeder in een grote kom strooien. Van het laatste lied kregen we de teksten zodat we mee konden chanten. Het was heel bijzonder en een fijne manier om wakker te worden. Na het ritueel ging een van de monniken ons een verhaal van een half uur in het Japans vertellen. Hartstikke leuk, vooral omdat bijna niemand in de ruimte Japans verstond…

Na het gebed stond het ontbijt voor ons klaar, weer allemaal lekkere kleine vegetarische hapjes. In de ochtend hebben we nog een beetje door het bergdorpje gewandeld en in de loop van de dag zijn we (helaas) weer terug naar Osaka gegaan.

De volgende dagen hebben we de leuke stad Kyoto verkend. Omdat we geen (betaalbare) accommodatie voor meerdere dagen in Kyoto hadden kunnen vinden, verbleven we 2 dagen in Osaka vlakbij (recht tegenover) het station, daarna een dag in Kyoto en daarna nog een dag ergens anders in Kyoto. Een beetje omslachtig, maar we hebben Kyoto wel prima kunnen verkennen.

Zo zijn we een dag vroeg opgestaan om naar het bamboebos aan de rand van Kyoto te gaan. Rik hoopte er een foto te kunnen maken zonder toeristenmassa’s, maar dat lukte helaas niet want meerdere mensen hadden het idee om vroeg op te staan. We hebben er lekker gewandeld, ook door de Japanse tuin die erbij lag. Ook hebben we het Gion district in Kyoto bezocht. Dit staat ook wel bekend als de geisha wijk. Het was er super druk, allemaal straatjes met leuke winkeltjes en eetkraampjes en heel veel toeristen. Op een heuvel stond een tempel met mooi uitzicht over de stad. Wat leuk is, is dat veel Japanse vrouwen en meisjes er in hun kleurrijke kimono’s liepen. Waarschijnlijk is dat hun nette kleding ofzo, ze waren namelijk allemaal toeristen, net als wij. Ook zagen we een paar ‘echte’ geisha’s lopen. Zij hadden ook hun gezicht wit geschminkt en hun haar mooi opgestoken en versierd. Het zag er prachtig uit!

De kersenbloesems werden nu met de dag iets voller alhoewel het op de meeste plaatsen nog steeds geen volle bloei was. We zijn langs een verlaten spoor gewandeld met aan beide kanten mooie kersenbloesems. Hier stonden de mensen allemaal volop foto’s te maken met de bloesems. Ook zijn we over de Philosofers walk gelopen, een pad langs een gracht met erlangs mooie bloesembomen.

Verder hebben we het Imperial Palace en het Nijo castle bezocht, maar het mooiste in Kyoto vonden we de Fushimi Inari-Taisha. Een lang pad bergop naar verschillende tempeltjes en het pad liep onder enorm veel rode poorten (torii’s) door. Hier heeft ons plan om extra vroeg op te staan wel gewerkt. Rond 6:30 uur waren we er al, het zonnetje scheen en het was nog rustig. Het perfecte moment om op het gemak mooie foto’s te maken en van de omgeving te genieten. Toen we rond 9 uur weer terug bij de ingang waren was de rest van Kyoto inmiddels ook wakker, het krioelde er nu van de toeristen.

Na Kyoto zijn we verder gereisd naar de stad Kanazawa. Die staat vooral bekend om kasteel Kanazawa en de mooie Kenroku-en tuin die erbij ligt. Op kleine elektrische fietsjes (bergop fietsen was nog nooit zo leuk!) hebben we de stad verkend waaronder de samoeraiwijken en de geishawijken. Vroeger leefden hier de samoerais en geisha’s. Nu kon je sommige traditionele houten huizen vanbinnen bekijken, met rieten matten op de vloeren en een klein Japans tuintje erbij. Onze tweede dag in Kanazawa was het mooi zonnig weer en hebben we, als echte Japanners, bij de kasteeltuin in het gras onder de kersenbloesem gepicknickt en mensen gekeken. Zo hadden we ons Japan ook helemaal voorgesteld.

Na Kanazawa ging onze
reis door naar Takayama, een stadje wat hoger gelegen, in de Japanse Alpen. Vanuit de trein zagen we in de verte bergen met sneeuwtoppen. Takayama was gewoon een leuk stadje waar we wat doorheen gewandeld hebben. Maar het leukste hier was ons uitstapje de volgende dag naar Shirakawa-go. Dit afgelegen dorpje staat op de Unesco-werelderfgoedlijst en staat bekend om de huizen met driehoekige daken in gassho-stijl. De steile daken zijn zo ontworpen vanwege de vele sneeuw die hier valt. We gingen er met een bus met onze Japanse gids Jamamoto naartoe die alle zinnen zingend afsloooooot, met heeeele laaaange tooooonen. We stopten eerst op een mooi uitkijkpunt. Onder ons konden we het dorpje met zijn driehoekige daken zien liggen en daarachter de bergen met nog een paar sneeuwtoppen. Daarna hebben we lekker door het dorpje gewandeld en een huis vanbinnen bekeken.

‘s Avonds gingen we op advies van Jamamoto bij een typisch Japans restaurantje in Takayama eten. We hadden het lokale gerecht hoba miso besteld. Het zag er spectaculair uit. We kregen een sausje met groenten geserveerd op een magnoliablad op een pot met een vuurtje erin. Zo konden we ons sausje zelf koken/bakken op het blad. Daarbij kregen we rijst, wat tofu en gepekelde groenten. Echt een feestmaal. En weer eens wat anders dan sushi.

Ik kan wel zeggen dat het hoogtepunt van onze Japan rondreis tot nu toe nu komt. Een lange treinreis van 7 uur met 4x overstappen onderweg bracht ons van Takayama naar Kamawaguchi, een dorpje vlakbij Mount Fuji. Toen we aankwamen was het bewolkt en Mount Fuji was niet te zien. O jee! Evengoed zijn we een rondje gaan fietsen om het dorpje te verkennen. Maar onze gebeden werden verhoord, de volgende dag was de lucht stralend blauw, geen wolkje meer te bekennen. Die eerste aanblik op Mount Fuji vanuit ons slaapkamerraam was fantastisch. Wat een majestueuze vulkaan, heel symmetrisch en de bovenste helft wit van de sneeuw. Heel indrukwekkend, des te meer omdat we gisteren vanuit datzelfde raam niets konden zien. We besloten zodra we wakker waren direct op pad te gaan. Om 6:30 zaten we dus op de gammele fietsjes die we van onze Airbnb gastheer konden huren, zodat we vandaag zo lang mogelijk van Fuji konden genieten.

Kamaguchi ligt aan het meer Kawaguchiko, dat een van de ‘five lakes’ is zoals dit gebied ook wel bekend staat. Nu is het nog niet het goede seizoen om Mount Fuji te beklimmen vanwege te veel sneeuw (en daarbij hebben we deze reis al wel genoeg bergen beklommen vinden we), maar dit is wel het dorpje van waaruit je Mount Fuji vanaf het meest dichtbij kan bewonderen. Op onze fietsjes zijn we om het meer heen gefietst, zo’n 19km in totaal (de volgende dag hadden we last van zadelpijn). Het was zo vroeg in de morgen nog lekker rustig overal. Langs het meer stonden op een aantal plaatsen mooie bloesembomen. We hebben regelmatig even pauze genomen zodat Rik wat foto’s kon maken en Lisanne van het uitzicht kon genieten.

‘s Middags hebben we met de trein een korte rit gemaakt naar de Chureito pagoda. Het was hier hartstikke druk en we begrepen wel waarom. Het was namelijk het ideale weer en daarbij stond de kersenbloesem nu eindelijk in volle bloei. We moesten veel trappen lopen de berg op naar de mooie rode pagoda. Het pad liep tussen de kersenbloesems door. Bovenop was het uitzicht fantastisch: de rode pagoda, Mount Fuji in de verte en zeeën van kersenbloesem onder ons. Dit was echt de perfecte dag.

Het contrast met de volgende dag was erg groot. Toen we wakker werden en uit ons slaapkamerraam keken was de wereld bedekt met een laag sneeuw en Mount Fuji was nergens meer te bekennen. Ongelooflijk zo snel als het weer hier kan omslaan. We beseften dat we gisteren veel geluk hadden gehad. Onze host Jamato was zo vriendelijk om ons even naar het station te brengen zodat we onze trein naar Tokyo konden halen. Zeer ongewoon voor de stipte Japanse treinen, had deze trein 5 minuten vertraging vanwege de sneeuw. Dat gebeurt dus zelfs in Japan wel eens.

Inmiddels zijn we weer terug in Tokyo. Hier ligt geen sneeuw, af en toe regent het wat, maar er is ook voldoende gelegenheid tussendoor om de stad verder te verkennen. We hebben vooral ook even rust genomen van het vele rondtreinen de afgelopen weken. Tussendoor hebben we het mooie Ueno park bezocht en zijn we langs de Meguro rivier gelopen. Er stonden prachtige volle kersenbloesems aan beide kanten van de rivier. We hadden verwacht dat de kersenbloesems nu weer weg zouden zijn in Tokyo, want we hadden online de bloesemvoorspellingen een beetje in de gaten gehouden. Maar op de meeste plaatsen bloeiden de bloesems iets later dan ze voorspeld hadden. We hebben wel heel veel bloesems gezien tijdens onze reis, maar vaak waren het nog beginnende bloesems. Nu in Tokyo hadden we toch nog het plezier van de mooie volle kersenbloesems. Dat is toch leuk, Japan staat daar toch wel echt bekend om.

Tokyo vinden we een hele leuke en afwisselende stad. Misschien wel het leukste vonden we de Shibuya crossing, naar ze zeggen het drukste kruispunt ter wereld. Na even in de rij te staan vonden we een plekje bij de Starbucks aan de crossing waar vandaan we de mensenmassa’s onder ons gade konden slaan. Toen het donker werd gingen alle neonlichten aan, een kleurrijk tafereel.

Ons avontuur op Honshu zit er nu op, maar ons Japan avontuur nog niet. Morgen vliegen we naar Hokkaido, het noordelijke grote eiland van Japan. Even geen treinen meer, want we gaan er met een huurauto rondrijden, langs de verschillende nationale parken. Weer lekker onafhankelijk van treintijden en lekker in de natuur. We hebben er zin in!

Groetjes R&L

Foto’s Koyasan
Foto’s Kyoto
Foto’s Kanazawa, Takayama & Shirakawa-go
Foto’s Mount Fuji & Tokyo deel II

Sushi, tempels en voorzichtige bloesems in Japan

De eerste paar dagen in een nieuw land zijn altijd leuk, dan zit je middenin de cultuurshock. Zo was het heel grappig om de eerste paar dagen in Tokyo allemaal afbeeldingen van sumo worstelaars te zien (ons hostel lag in de wijk Ryokan, niet ver van een grote sumo worstel arena), alle animatiefiguren in winkels en op de gekste plekken op straat (zelfs op de borden van de wegwerkzaamheden staan animatiefiguren afgebeeld), voor het eerst een geisha zien lopen was leuk en ook de eerste keer naar een Japans toilet was een ervaring. Ten eerste is de bril verwarmd en daarnaast heb je een panel met allemaal knopjes die je kunt bedienen. Een knopje om de boel schoon te sproeien, een knopje om de straal naar voren of naar achteren bij te stellen, een knopje om de temperatuur aan te passen en een knopje om de boel droog te blazen. Lisanne moest haar best doen om die eerste keer in een Japans openbaar toilet niet hard in een lachen uit te barsten. Tot zover de Japanse toiletervaring. In ieder geval beter dan de Chinese of Mongoolse toiletervaring.

Ook was het leuk om ons onder de Japanners te begeven. We vonden de Japanners heel erg vriendelijk, behulpzaam, en soms een beetje afwachtend. Doordeweeks zien de Japanners in de metro of de trein er allemaal super netjes uit, alle mannen in pak en vrouwen in een rok of jurk met pantykousjes en nette schoentjes. Maar daarbuiten kunnen ze behoorlijk gek zijn, denken we, gezien alle karaokebars, gokhallen, en andere gelegenheden met allemaal lichtjes, muziekjes, animatiefiguren etc. Sommige straten zijn een grote kermis.

Onze eerste dagen in Tokyo stonden niet zo zeer in het teken van de toerist uithangen, maar in het vinden van een nieuwe cameratas voor Rik. Zijn huidige is aan het verslijten, de hengsels beginnen los te laten en de rits is kapot. Dat krijg je als je hem zo intensief elke dag gebruikt zoals de afgelopen maanden. Ik durf wel te zeggen dat we bijna iedere camerawinkel in Tokyo gehad hebben (en dat zijn er veel!). Na een paar winkels wist Rik wel welke tas hij wilde, maar de tas bestond uit een aparte buitenkant en binnenkant. En toen we de buitenkant eindelijk gevonden hadden, had diezelfde winkel geen binnenkant. We hebben nog een sprintje getrokken naar de laatste camerawinkel van de dag om er precies voor sluitingstijd te zijn, en gelukkig hadden ze daar de binnenkant. Missie geslaagd.

We hebben zo al veel van Tokyo gezien, rustige wijken waar bijna geen toeristen komen, business wijken, winkelstraten en de drukke toeristische kermisachtige straten met allerlei lichtjes, muziekjes, toeters en bellen. Toen we er toch in de buurt waren (omdat vlakbij een camerawinkel lag) zijn we naar de 40e verdieping van het Tokyo Metropolitan Government building gegaan voor een mooi uitzicht over de grote stad. Tokyo is enorm groot, als je de hele agglomeratie neemt, dus inclusief alle aangrenzende (voor)steden, dan is het met ruim 30 miljoen inwoners de een-na-grootste agglomeratie ter wereld (na het Chinese Guangzhou). Overal om ons heen was bebouwing te zien. Ook hebben we het Imperial Palace in Tokyo bezocht met zijn mooie tuinen (ook daar lag een camerawinkel in de buurt). De bomen in het park stonden goed in de knoppen maar er was nog maar nauwelijks bloesem te zien. Het kan toch niet lang meer duren voordat de kersenbloesem doorkomt…

Het Japanse eten is over het algemeen erg lekker. We hebben al heel wat udon noedelsoep, tempura en sushi gegeten. Niet alle gekke rijst- en vis hapjes die we in kraampjes op straat zien, zien er even lekker uit, maar de sushi bevalt erg goed. In de supermarkt kun je voor een paar euro een bakje met sushi krijgen, een stukje goedkoper dan in Nederland, en het is lekker. Zo hebben we al een heel aantal avonden sushi op onze kamer gegeten of ’s middags buiten op een bankje als lunch (en zelfs een keer sushi als ontbijt, want de restjes van de vorige avond moesten op voor we verder gingen reizen). Een keer zijn we naar een sushi restaurant geweest. We zaten met een kop groene thee aan de bar en konden precies zien hoe de 2 koks vliegensvlug de sushi’s maakten en de sashimi’s sneden. Echt vakwerk!

Andere must-see’s in Tokyo hebben we voor nu overgeslagen, want we zijn van plan om hier over een paar weken weer terug te komen. Eerst reizen we naar het zuiden van Honshu, het grootste eiland van Japan, om dan langzaam onze weg terug omhoog te reizen, terug naar Tokyo. Het bloesemseizoen begint iets eerder in het zuiden en zo hopen we een beetje met het bloesemseizoen mee te kunnen reizen. We hebben een treinkaart voor 21 dagen (Japan Rail Pass) en kunnen daarmee door heel Japan met de trein reizen. De Japanse ’shinkansen’ (sneltrein) staat erom bekend dat ze heel snel (tot ongeveer 300 km/uur) en super stipt is. Klein nadeel van reizen met de trein voor ons is dat we best veel met onze tassen aan het slepen zijn: van hotel naar treinstation, overstappen van de ene trein op de volgende trein en lopen naar het volgende hotel. Over het algemeen zoeken we altijd accomodaties uit die niet te ver weg van een trein- of metrostation liggen, maar toch is het best veel gezeul. En onze tassen zijn niet lichter geworden sinds het begin van onze reis. Wel een paar kilo zwaarder. Slepen met de backpack is een van de weinige dingen aan het reizen dat we langzaam wel moe beginnen te worden.

Na Tokyo zijn we naar het stadje Himeji gereisd een uur of 4 reizen. Van hieruit konden we het zuidelijke deel van Honshu verkennen. We waren een beetje verbaasd hoe ongelooflijk volgebouwd dit deel van Japan is. De hele reis van Tokyo naar Himeji zagen we alleen maar stad, na stad, na stad. In de verte konden we wat bergen zien liggen, maar dat is het enige beetje natuur dat we gezien hebben. Na een aantal dagen in de stad beseffen we altijd dat we toch meer van de natuur houden dan van de grote steden.

Himeji zelf staat bekend om Himeji Castle. Een heel mooi traditioneel Japans kasteel van 6 verdiepingen met mooie aangelegde Japanse tuinen eromheen. We konden ook in het kasteel, maar moesten wel onze schoenen uit doen om de mooie houten vloeren niet te beschadigen. Het weer was hier ook redelijk vergelijkbaar met Nederland (denken we). Het schommelde zo tussen de 11 en 17 graden. Best fris 11 graden! We hebben de sjaal en handschoenen van onder uit de backpack weer eens tevoorschijn getoverd.

Vanuit Himeji hebben we ook een dagtipje gemaakt naar het stadje Onomichi. Hier hebben we een deel van de tempel walk gelopen. Een hele leuke wandeling door de smalle straatjes van het dorpje, dat tegen een heuvel is opgebouwd, langs verschillende mooie tempels. De eerste bomen stonden er al voorzichtig in de mooie roze kersenbloesems. We werden er al voorzichtig enthousiast van.

Vanuit Himeji hebben we tenslotte nog een dagtipje gemaakt naar Hiroshima en Miyajima. Miyajima is een eilandje voor de kust van Hiroshima en staat bekend om de iconische rode toegangspoort, ook wel Torii genoemd, in het water voor de kust. Met de trein en de ferry konden we er komen. Samen met een aantal bootladingen andere toeristen hebben we foto’s staan maken van de rode poort en hebben we het tempelcomplex op het eilandje bezocht. We zagen hier ook een mooi bruidspaar. Het bruidje was traditioneel als een geisha in een prachtige rode kimono gekleed en met prachtig groot opgestoken en versierd haar. Ook alle bruidsmeisjes hadden mooie kimono’s aan. Rik vroeg of hij ze op de foto mocht zetten en we geloven dat ze dat wel leuk vonden. Rik was wel in zijn nopjes toen de dames toestemde om op de foto te gaan.

Na Miyajima hebben we het centrum van Hiroshima bezocht. Hier zagen we de Atomic Bomb Dome, een van de weinige gebouwen die de atoomboom heeft overleefd, terwijl het bijna direct in het epicentrum van de ontploffing van de bom stond. Maar met name het memorial museum was erg indrukwekkend. We vonden dat het verhaal over de atoombom er ook heel smaakvol werd verteld, voor zover dat dat mogelijk is althans. Met mooie indrukwekkende grote foto’s van Hiroshima voor en na de bom bijvoorbeeld.

Inmiddels hadden we al in de gaten gekregen dat het vinden van betaalbare accomodaties in Japan in deze periode helemaal niet makkelijk is. Veel lastiger dan in Australië en Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld. In Himeji hadden we met wat geluk een goede aanbieding gevonden van een mooie hotelkamer voor een zacht prijsje. Maar in Kyoto en Osaka, waar we na Himeji naartoe wilden gaan, was dat lastiger. In Kyoto waren de accomodaties heel duur, dus we besloten in het goedkopere Osaka te verblijven. Met de trein is het slechts 20 minuten van Osaka naar Kyoto, en ook andere stadjes zoals Nara en Mount Koya liggen redelijk dichtbij, dus dan zouden we vanuit Osaka wat dagtrapjes kunnen maken. Onze hotelkamer in Osaka was klein en typisch Japans: een rieten vloer met daarop 2 futons (soort van matrasjes) waar we op konden slapen. Het sliep wat harder dan een normaal bed en het hotel was ook nog eens heel gehorig. Zelfs met de oordopjes in hebben we hier niet fantastisch geslapen. We hebben daarom weer eens iets gedaan wat we al een tijd niet meer echt gedaan hebben: vooruit plannen. We hebben (met wat moeite) alle hotels voor de komende 2 weken nu vastgelegd, in de hoop nog wat leuke betaalbare accomodaties te kunnen vinden. Naast Booking.com en Agoda gebruiken we ook regelmatig Airbnb om accommodaties te boeken. Wat erg leuk is omdat je zo de locals leert kennen en die geven vaak goede tips en zijn erg gastvrij.

Osaka zelf is vooral een grote stad, het is na Tokyo de grootste stad van Japan, maar het heeft niet veel interessante dingen om te bezoeken. We zijn door het drukke winkelcentrum bij de drukste straat Dotonbori gelopen. We keken onze ogen uit naar alle mensen, winkeltjes en gekke eettentjes. We hebben ons gewaagd aan een ‘cheesedog’, een hotdog maar dan anders: een worst op een stokje met daaromheen een dikke laag kaas, daaromheen een laag deeg met daarin kleine frietjes en daar overheen een laagje suiker. En om het af te toppen kon je er nog een sausje overheen gieten ook. Vreemd genoeg smaakte het best lekker.

Vanuit Osaka hebben we eerst een dagtipje gemaakt naar Nara. Nara was in de 8e eeuw de hoofdstad van Japan. Het heeft nog veel mooie oude tempels. We hebben op een mooie zonnige dag een leuke wandeling gemaakt langs alle tempels en pleintjes waar de herten iedereen om koekjes vroegen. Onder andere hebben we de Kofuku-ji tempel en de Todai-ji tempel bezocht. Die laatste is een enorm houten bouwwerk met daarin een grote bronzen boeddha van 15 meter hoog. Ook de Kasuga Tasha shrine was erg mooi. Die bestond uit fel rode gebouwen met heel veel mooie lampions.

Tot zover onze eerste dagen in het gekke Japan. Hieronder de foto’s. We hebben de foto’s van sommige steden samengevoegd omdat het anders wel erg veel mapjes met foto’s gaan worden.

Groetjes R&L

Foto’s Tokyo & Himeji
Foto’s Hiroshima & Onomichi
Foto’s Osaka & Nara

Scroll naar boven

This content is protected