Outback & Australian Grand Prix

Onze laatste dagen in Australië stonden in het teken van twee extremen. Eerst de extreme hitte en vliegjes in de Outback en daarna de extreem hoge snelheden bij de Australian Grand Prix in Melbourne!

Na ons verblijf bij Rita en Barry zijn we van Goldcoast naar Ayers Rock Airport gevlogen, midden in Australië in de Outback. We hadden hier een tour geboekt want dat leek ons de makkelijkste en goedkoopste manier om de omgeving te verkennen. Je kunt ook een auto huren en zelf op verkenning gaan, maar er zijn niet veel plaatsen waar je kunt overnachten. Sowieso zijn er maar een paar leuke plaatsen om te bezoeken, zoals Ayers Rock, Kings Canyon en Alice Springs. Verder is er vooral veel woestijn. En hitte. En veel vliegen die telkens op je gezicht gaan zitten.

We werden van het vliegveld opgepikt door een busje waarmee we de komende dagen, met een man of 20, de omgeving zouden gaan verkennen. Gelukkig had de bus airco, want het was 42 a 43 graden deze dagen. Dat is echt heel heet! De meeste activiteiten stonden ’s ochtends vroeg of rond de schemering gepland, omdat het overdag veel te heet was om iets te doen. Alleen de eerste dag gingen we direct na aankomst op het vliegveld, midden op de dag, op weg naar Ayers Rock. Eerst konden we een beetje rondneuzen in het cultureel centrum om wat over de geschiedenis en de Aboriginal cultuur te lezen. Een klein beetje jammer is dat de Aboriginals niet al hun tradities en dergelijke willen vertellen aan buitenstaanders. Ook Aboriginal kinderen krijgen naarmate ze ouder worden meer kennis geleerd over de Aboriginal gebruiken en tradities. Wij als buitenstaanders krijgen slechts de informatie die jonge Aboriginal kinderen ook krijgen. We weten dus niet precies wat voor gebruiken en rituelen er bij Ayers Rock plaats vonden/vinden door de Aboriginals. Wel kregen we wat informatie over hoe Ayers Rock moet zijn ontstaan en wat voor planten er groeien.

Rond een uur of 4 ’s middags werden we bij Ayers Rock gedropt om een wandeling van een uur te maken. Het eerste kwartier was nog wel leuk en hebben we wat foto’s gemaakt, maar daarna was de hitte niet leuk meer, er was niet veel schaduw. Lisanne werd tegen het einde toe zelfs een beetje licht in het hoofd, terwijl zij normaal gesproken toch degene van ons is die het beste tegen de hitte kan. Maar dit was toch iets anders dan normaal. Op het einde van de wandeling lag er een appeltje op ons te wachten waarvan we direct weer nieuwe energie kregen, gelukkig. Ook hadden we vliegennetjes voor over het hoofd aangeschaft, omdat hier heel veel vliegen zijn die telkens op het gezicht gaan zitten of in je neus of oren vliegen, heel irritant. Rik had een handig netje gekocht dat over zijn hoed paste, en Lisanne had het stuk klamboe dat we in ons campertje tegen de ramen gespannen hadden tegen de muggen, opgeknoopt en over het hoofd getrokken. Het werkte, dat was het belangrijkste.
Deze wandeling was de minst leuke van ons verblijf in de Outback, daarna werd het gelukkig beter. ’s Avonds zijn we de zonsondergang gaan kijken op een viewpoint met Ayers Rock in de verte. Je zag de rots langzaam van kleur veranderen.

Het leukste van ons verblijf in de Outback vonden we de nachten. We hebben namelijk buiten in de open lucht gekampeerd in swags, dat zijn slaapzakken voor buiten. In het kamp werd eerst lekker gekookt en daarna gingen we in onze swag liggen onder de prachtige sterrenhemel. Je kon de melkweg hier heel duidelijk zien vanwege de weinige lichtvervuiling die hier in de omgeving is. Af en toe was er een vallende ster te zien. Ook koelde het ’s nachts een klein beetje af, tot zo’n 25 graden, lekker. We dragen onze hele reis al heel dunne ‘liner’ slaapzakjes met ons mee, als het bed vies is kunnen we daarin gaan liggen (is gelukkig niet zo heel vaak nodig geweest). Daar hebben we nu ook in geslapen, en meer dekens dan dat waren ook niet nodig, veel te warm. Onze tweede nacht in de swags was ietsje spannender voor sommige mensen. Er liep vanavond namelijk een dingo rond bij het kamp (een Aziatische wolf die eruit ziet als een lieve hond, maar best intimiderend kan zijn). Tot overmaat van ramp zagen we vlak voor het slapen gaan bij de wc’s een kleine schorpioen, een duizendpoot en een paar andere groepsgenoten hadden een grote spin gezien. Onze gids stelde ons gerust dat de dingo’s in dit gebied nog nooit iemand kwaad hadden gedaan, dus hebben we het verstand op nul gezet en zijn gewoon gaan slapen. We zijn gelukkig allemaal weer wakker geworden en de meeste van ons hadden best lekker geslapen (wij in ieder geval wel).

De volgende ochtend ging de wekker om 4 uur om de zonsopgang te gaan kijken over Ayers Rock. Heel mooi en de temperatuur was nu nog aangenaam. Daarna hebben we een wandeling gemaakt bij de rots Kata Tjuta, een andere grote rode rots in de buurt. Misschien nog wel iets mooier dan Ayers Rock, want er zit wat meer vorm in. We konden hier ook iets meer van genieten dan gisteren bij Ayers Rock omdat het nog vroeg was en ‘slechts’ zo’n 35 graden. ’s Middags konden we een duik in een zwembad nemen (nog nooit zo blij mee geweest) en zijn we verder gereden naar Kings Canyon, waar we de volgende ochtend om 6 uur een wandeling gemaakt hebben (het was inmiddels al normaal geworden dat de wekker om 4 uur ging). De wandeling door Kings Canyon vonden we het mooiste. Een mooie rode canyon met wat weidere vergezichten. We hebben ons er goed vermaakt. Tot slot zijn we verder gereden naar de woestijnstad Alice Springs. Hier hebben we de nacht in een hostel op een slaapzaal doorgebracht en nog wat gekletst met wat mensen uit de groep. Zo vaak slapen we niet op slaapzalen, we proberen altijd een private room uit te zoeken (vaak is de prijs daarvan redelijk gelijk aan twee bedden op een slaapzaal), maar voor een keer was dit ook wel prima. De volgende ochtend om 4:50 (we waren nu echt wel gewend aan die wekker om 4 uur) werden we opgepikt om weer terug te rijden naar Uluru, het dorpje bij Ayers Rock, van waaruit we de volgende dag zouden vliegen naar Melbourne.

Het was leuk om de Outback zo gezien te hebben. Best extreem vanwege de hitte en de vele vliegen, maar heel anders dan anders. Maar mochten we in de toekomst nog terugkomen in Australië, dan hoeven we dit niet nog een keer te zien. 1 keer vinden we wel voldoende…

Onze laatste dagen in Australië zijn we in Melbourne verbleven, precies op tijd voor de Australian Grand Prix! We hadden kaartjes voor 4 dagen, van donderdag t/m zondag, wanneer de grote race was. We hadden geen zitplaatsen op een tribune (die waren al uitverkocht of gigantisch duur) maar konden wel overal op het circuit rondlopen en de race kijken op de plaatsen waar geen tribunes stonden. Dat bleek uiteindelijk helemaal prima te zijn. Via Airbnb hadden we een kamer geboekt bij Lindsay thuis, een man van rond de 40. We hadden onze eigen kamer en ’s avonds konden we in de woonkamer wat kletsen met Lindsay. Het huis lag op een half uurtje lopen van het circuit op Albert Park. Ideaal. Albert Park is een stadspark en ligt middenin Melbourne. Nu was het dus helemaal afgezet voor de Formule 1.

Op donderdag was er nog geen Formule 1, maar reden er wel andere raceklasses op het circuit, zoals de Formule 4, de Australian GT, de Porsche Carrera cup en de Beaurepaires supercars. Ook zagen we een aantal Formule 1 coureurs (Hamilton, Bottas, Sainz en Norris) van dichtbij handtekeningen uitdelen op een podium en we zagen Robert Kubica een interview geven in de Paddock, waar we ook Jack Plooij (de Nederlandse F1 verslaggever) zagen azen op een interview bij de Williams stal. We waren helemaal in ons nopjes. Op donderdag was het ook niet druk op het circuit dus hebben we lekker rondgelopen en alvast gespot wat de beste plaatsen waren om de race op zondag te kijken.

Die avond hadden we afgesproken met Adam, een verre neef van Lisanne, met wie Rita ons in contact had gebracht. Hij woont in Sydney maar werkt door de week in Melbourne, want hij is ‘magisch adviseur’ bij de grote Harry Potter voorstelling in het theater van Melbourne. Dat klinkt nog eens interessant he! Hij is illusionist en leert momenteel de Harry Potter acteurs de trucs die ze in de show gebruiken. In een cafeetje vlakbij het theater hebben we kennis gemaakt en gezellig een hapje gegeten. Wat leuk om zo de verre familie te ontdekken!

De vrijdag hebben we de Formule 1 auto’s voor het eerst in actie gezien tijdens de vrije trainingen. Heel vet! Allebei volgen we de Formule 1 erg graag, maar we waren nog niet eerder bij een Grand Prix geweest. We hadden uit voorzorg de oordopjes meegenomen, maar uiteindelijk niet nodig gehad. Wel voelden we ons ’s avonds behoorlijk vies van al het (fijn)stof wat van het circuit af kwam.

Zaterdagochtend werd de laatste vrije training verreden en daarna was het eindelijk zover, de kwalificatie ging beginnen. Nu werd het pas echt leuk, want nu ging het eindelijk ergens om. We stonden net voorbij bocht 12 en hadden zo zicht op hoe de auto’s uit bocht 11 en 12 kwamen. Leuk was dat we Vettel voor onze neus gras zagen maaien, hij vloog hier een keer uit de bocht. Op het grote scherm schuin voor ons konden we de stand redelijk volgen en we hadden ook nog op onze telefoon de livestream aanstaan zodat we ook een beetje konden volgen wat er aan de andere kant van het circuit gebeurde.

Op zondag, de racedag (vandaag was het wel echt druk), hadden we dezelfde tactiek. Een uur van te voren stonden we, met onze Redbull 33 petjes (33 is het nummer van Max Verstappen) en Lisanne in een oranje shirtje, al op ons plekje na bocht 12 aan het hek klaar en op het grote scherm en onze telefoon konden we de race redelijk volgen. 1,5 uur voor de race begon was er de drivers parade, en kwamen alle coureurs een voor een in een mooie klassieke auto langsrijden al zwaaiend naar het publiek. Dit was al leuk. Een straaljager kwam met veel lawaai nog een show geven in de lucht, en daarna begon de race eindelijk, spannend!! We hoopten dat Max toch minimaal bocht 12 zou halen, maar gelukkig waren (bijna) alle coureurs goed weg. We konden het best goed volgen en zagen de afstanden tussen de eerste 5 coureurs per ronde groter of kleiner worden (de rest van het veld hebben we wat minder gevolgd). We stonden tussen de Ricciardo fans, en een paar waarschuwden ons al dat Max bij de meeste Australiërs niet super populair is. Ze bleven gelukkig vriendelijk. Wij waren super trots toen Max uiteindelijk 3e werd! Zijn onze aanmoedigingen niet voor niets geweest. De prijsuitreiking was aan de andere kant van het circuit dus die hebben we overgeslagen. Het zou door de drukte waarschijnlijk veel te lang duren om er te komen.

Dit was een mooie afsluiting voor ons Australië avontuur. De volgende dag stapten we op het vliegtuig naar Tokyo! Eerst 9 uur vliegen naar Hongkong, daar overstappen en nog eens 4 uur vliegen naar Tokyo. Wat leuk was is dat we tijdens de vlucht van Melbourne naar Hongkong met een stuk of 20 Redbull medewerkers in het vliegtuig zaten. Ze waren allemaal netjes in tenue, een wit overhemd, donkerblauwe broek, donkerblauwe schoenen en een Rudbull tas. Toen we na de vlucht de foto van Max en zijn monteurs met de beker voor de 3e plaats nog eens bekeken op het nieuws, herkenden we een paar van zijn monteurs van het vliegtuig! Waarschijnlijk zijn zij terug naar Groot-Brittannië gevlogen, want ze zaten niet op onze vlucht naar Tokyo. Ook herkende Rik op diezelfde vlucht naar Hongkong Will Buxton, Formule 1 verslaggever voor het Formule 1 kanaal. Toch leuk.

Inmiddels zijn we na een lange vlucht met heel weinig slaap aangekomen in Tokyo! De komende maand hopen we Japan verder te gaan ontdekken!

Groetjes, R&L

Foto’s Outback
Foto’s Australian Grand Prix

Thuis bij familie in Pottsville

Na de mooie en drukke roodtrip langs de oostkust van Australië samen met Stefan zijn we weer terug gevlogen naar Rita en Barry, onze familie in Pottsville. Hier zijn we een dag of 10 verbleven om lekker uit te rusten en de omgeving nog wat meer te verkennen. Dit waren toch wel onze 10 meest luxe reisdagen tot nu toe! We leefden weer eens in een gewoon huis, in een woonwijk, we hadden een lekker bedje, een schone badkamer, Barry die elke avond heerlijk voor ons kookte (en we hebben zelf ook een paar keer wat gekokkereld, maar dat kon toch niet tippen aan Barry zijn kookkunsten), en Rita die verschillende keren in een paar minuten heerlijke zelfgemaakte scones uit de oven wist te toveren voor bij de ‘afternoon tea’. We werden opeens weer een beetje aan het ‘gewone leven’ herinnerd, wat eigenlijk helemaal niet zo verkeerd was. Zo hebben we weer eens gewerkt (community work op maandagmorgen) en op vrijdagavond aten we pizza voor de tv om het weekend te vieren.

We hadden voor deze dagen een autootje gehuurd zodat we ons eigen plan konden trekken en Rita en Barry niet meer dan nodig tot last zouden zijn. Pottsville ligt midden tussen Goldcoast en Byron Bay in, allebei op zo’n uurtje rijden. En tussen Goldcoast en Byron Bay in liggen ook veel kleine plaatsjes met leuke stranden. Er was dus genoeg te doen in de omgeving.

Zo zijn we een dag het binnenland in gereden, langs velden met suikerriet en langs ranches met paarden, naar Springbrook National Park. Dit park ligt in het regenwoud. We hebben er weer eens gehiket door de bossen naar watervallen. Het hiken deed ons weer een beetje aan Nieuw-Zeeland denken en de watervallen ook. Een mooie waterval was bij de Natural Arch, een rots in de vorm van een boog waar het water onderdoor ging. En de andere hoge waterval was Purlingbrook falls. Je had van hieruit mooie vergezichten over het regenwoud en de kust in de verte. Je kon Goldcoast, Byron Bay en Mount Warning (de hoogste berg in de omgeving) zien liggen.

Een andere dag zijn we naar de stranden van Byron Bay en Brunswick Heads gegaan en hebben vanaf het strand naar de surfers in de zee en alle mensen op het strand gekeken. En we zijn een dagje naar Kingscliff, Goldcoast en Surfers Paradise (het strand bij Goldcoast) gegaan, waar een Hardrock Cafe ligt (dat we uiteraard niet hebben overgeslagen) en waar Rik weer eens naar de kapper is geweest.

Ook zijn we een heel aantal dagen slechts de deur uit gegaan om even wat boodschappen te doen of om naar de plaatselijke markt te gaan. We hebben zo weer eens tijd gehad om de administratie bij te werken, om de belastingaangifte te doen, om al onze reisfoto’s weer eens goed bij te werken en te back-uppen en om het vervolg van onze reis uit te stippelen en wat dingen te regelen. Een aantal weken geleden hebben we al ons vliegticket uit Australië aangekocht, en dat gaat naar… Japan! Volgende week, op 18 maart vliegen we naar Tokyo. We hadden echter nog geen idee wat we precies in Japan wilden doen dus dat hebben we nu ook uitgezocht en een globale route uitgetekend (daar heeft Lisanne altijd plezier in). We hadden pas een aantal weken geleden de knoop doorgehakt dat het Japan zou worden. We hadden in eerste instantie namelijk Patagonië (Chili en Argentinië) in ons hoofd zitten, maar daar wordt het vanaf maart weer kouder en minder goed weer. In Japan echter begint eind maart het bloesem seizoen en gaan door het hele land de mooie kersenbloesems in bloei. We hebben dus besloten om voor het land te kiezen waarvoor het eind maart/april de meest ideale reistijd is. Vooral Rik is helemaal is zijn nopjes, hij probeert het idee om naar Japan te gaan er al een jaar bij Lisanne in te masseren… Het is hem gelukt!

Ook hebben we weer een klein beetje geproefd aan wat werken is! Naast dat we een klein beetje mee hebben geholpen in het huishouden hebben we samen met Rita en Barry wat community work gedaan. Elke maandag ochtend om 7 uur (voor de hitte in komt zetten) gaan ze met een groepje voornamelijk gepensioneerde mensen in de duinen bij Pottsville werken om die te onderhouden. Wij zijn gekleed in de felgele werkoverhemden een keer mee gegaan. Heel veel werk hebben we eigenlijk niet gedaan, Barry had er te veel plezier in om ons te vertellen over de planten die in de duinen groeien, en te laten zien welke planten ze zelf geplant hebben en welke ongewenste onkruiden ze eruit trekken. We hebben wat ongewenst onkruid uit getrokken en wat rommel opgeruimd.

Verder hebben we tijdens de afternoon tea met versgebakken scones met jam en cream (hmmm lekker!!) wat kennis gemaakt met de buren. Grappig om te zien hoe ze hier een Cuppa doen (koffie drinken) en hoe het dagelijks leven hier is. In het begin een beetje gek om iemand anders zijn koelkast in te duiken en zo, maar we hebben ons heel goed thuis gevoeld. Ook zijn we weer helemaal bijgepraat over allerlei familieleden waarvan we niet eens wisten dat we ze hadden. Rita en Barry waren super relaxt en gastvrij. Als bedankje hebben we ze een avondje mee uit eten genomen.

Wij zijn nu weer helemaal opgeladen om verder te reizen. Alle administratie en foto back-ups zijn weer bij. In Australië staan alleen de Outback (Ayers Rock) nog op het programma, en daarna vliegen we door naar Melbourne, waar we naar de Australian Grand Prix (Formule 1) gaan!

See yah mates! R&L

Foto’s Pottsville & Surfers Paradise

Fraser Island, Whitsundays en Great Barrier Reef

Australië is toch weer anders dan andere landen die we bezocht hebben. Het meest onderscheidend vinden we de grote afstanden (je krijgt een goed beeld van hoe uitgestrekt Australië is als je er met een campertje doorheen reist) en alle gekke wilde beesten. We zijn veel gekke wilde beesten tegen gekomen, zoals ontzettend grote hagedissen (of leguanen, of iets in die categorie – lijkt allemaal op elkaar), koala’s, kangoeroes, dingo’s, dolfijnen, haaien en meer. Alvast een waarschuwing, dit is weer een lang artikel geworden over het vervolg van onze roadtrip met Stefan naar eindbestemming Cairns.

Na Sydney zijn we doorgereden naar Rita en Barry in Pottsville. Pottsville is een klein stadje aan de kust, ergens tussen Byron Bay en Goldcoast. Onderweg hebben we een tussenstop gemaakt in het populaire surfers stadje Byron Bay. We zijn er naar de vuurtoren gelopen, waar ook het meest oostelijke puntje van het Australische vasteland is. Je kon hier mooi over de kustlijn uitkijken. Onder ons konden we een school dolfijnen in de zee zien zwemmen.

In Pottsville werden we super hartelijk verwelkomd door Rita en Barry. Rita is een nicht van de moeder van Lisanne en lang geleden hebben we Rita en Barry wel een keertje in Nederland ontmoet, maar heel goed kenden we ze niet. Voor ons voelde het hier echt als een 6-sterrenhotel. We besloten 2 nachtjes te blijven en konden hier in een fijn bedje slapen (heerlijk na een tijdje in de redelijk warme camper te hebben geslapen) en ze hebben heerlijk voor ons gekookt (ook wat anders dan het eten dat wij gewoonlijk op onze 2 gaspitten maken). Het was ook heel gezellig om met hen te kletsen en het gewone leven in Australië van dichtbij mee te maken.

We kregen veel tips van ze over wat er allemaal te doen is in de omgeving, en omdat we nog geen kangoeroes gezien hadden behalve een paar dode langs de weg (en het kan toch niet zo zijn dat we in Australië zijn en geen levende kangoeroes zien) besloten we naar het wildlife sanctuary (soort van dierenpark) in Currumbin te gaan. Hier had je een grote weide met kangoeroes waar je gewoon bij kon. Je kon er als het ware picknicken met de kangoeroes. Echt heel grappig om de kangoeroes te zien huppen! Ook zagen we de Tasmanian devils die alleen op Tasmanië leven. Wow, dat zijn lelijke beesten! En we zagen nog veel meer beesten en vogels waarvan de meesten ook in Australië in het wild leven. Ook heel veel leuke koala’s hier, van de koala’s zijn we echt gaan houden. We hadden ook mazzel, je kon hier namelijk, lekker commercieel, met een koala op de foto. Precies toen we langs de rij liepen kwamen 3 Chinese meisjes op ons af die een ticket hadden en er vanaf wilden. Nou, wij wilden wel! Koala’s hebben hun armen automatisch al in knuffelpositie dus zodra we ze in de handen kregen gaven ze ons een dikke knuffel. Zelfs Lisanne (niet ’s werelds grootste dierenliefhebber, laat staan dierenknuffelaar) smolt hier helemaal bij weg.

De volgende dag hebben we weer afscheid genomen van Rita en Barry, althans voor nu. We hadden namelijk al langer het plan om na de roodtrip met Stefan voor een aantal dagen terug te komen naar de buurt van Byron Bay om hier lekker aan het strand te relaxen. Nu hebben we afgesproken om dan weer lekker naar Rita en Barry terug te keren en bij hen te verblijven. Helemaal top!

We zijn doorgereden, via een tussenstop in het leuke plaatsje Noosa, naar Hervey Bay. Hier zou de volgende ochtend de 2-daagse tour die we geboekt hadden over Fraser Island beginnen. Fraser Island ligt voor de kust van Hervey Bay en is het grootste zandeiland ter wereld. De doorgaande weg over Fraser Island is 75 mile beach, dat is gewoon het strand, maar er gelden wel verkeersregels zoals een maximale snelheid, en de politie kan er controleren. Ook is 75 mile beach direct een start- en landingsbaan voor vliegtuigen. Als je er rijdt moet je dus ook nog opletten of er niet net een vliegtuig wil landen.

Met de ferry gingen we naar Fraser Island, waar we toen we aan land stapten grote pijlstaartroggen in zee zagen liggen. We werden met een bus rondgereden over het eiland. Op de eerste dag hebben we lekker gebadderd in het mooie Lake McKenzie waarvan het zand van het strand super fijn en wit is. En we hebben over zandduinen gehiked naar Lake Wabby. Van de hike hadden we het behoorlijk warm gekregen dus we sprongen met zijn allen zo het meer in toen we daar aankwamen. Ook goed voor onze huid, want alle kleine visjes in het meer hebben tijdens het badderen al onze dode huidcellen weg gegeten. Die avond hebben we bij het hotel nog een drankje gedronken met wat leuke mensen uit de groep, een Ier en zijn moeder, een Duitse en een Deense met wie wij onze 4-persoonskamer deelden.

De volgende dag zijn we naar Maheno shipwreck gereden, een oud verroest scheepswrak dat op het strand lag. Ook zagen we hier voor het eerst een dingo. Een dingo lijkt op een hond, maar is een Aziatische wolf die hier nog wild op het eiland leeft. Ze kunnen intimiderend zijn maar als je met een groep bent doen ze geen kwaad. Ook zagen we hoe Wez, onze gids (die in lekker plat Australisch ons de oren van de op kletste), een zeeslang terug de zee in schoof met zijn stok. Bij de mooie champaign pools heeft Stefan lekker gebadderd terwijl de ruige golven van de zee de pool weer vulden met nieuw water. En later op de dag hebben we door Eli creek gelopen. Tot onze knieën in het water terwijl aan de wal twee dingo’s stonden te kijken. Het was een leuk tripje. Die avond na het tripje hebben we in een restaurantje in Hervey Bay een hapje gegeten en toen we eenmaal zaten kwamen we erachter dat de eigenaren een aantal jaar geleden het populaire Australische tv-programma My Kitchen Rules hebben gewonnen (voor de liefhebbers: Steph en Dan, de winnaars van het 2013 seizoen). De taco’s smaakten erg goed!

De volgende dag was weer een rijdag, op weg naar Airlie beach. Zo hebben we telkens rijdagen afgewisseld met tripjes-dagen. We hebben die avond op een camping bij Cape Palmerston overnacht en in het veld langs de camping werden we toen we aan kwamen rijden welkom geheten door een aantal kangoeroes! Later op de avond kwam er nog een over de camping gehupt. Leuk! De volgende dag was het niet meer ver rijden naar Airlie Beach. Van hieruit zouden we de volgende 2 dagen een leuk tripje doen naar de Whitsundays. Het was vandaag heet en gelukkig had de camping in Airlie Beach een zwembad waar we direct in zijn geplonst. ’s Avonds hebben we er een aantal kangoeroe-hamburgers op de barbecue gelegd…

Het tripje naar de Whitsundays was heel relaxt. We zijn 2 dagen op een zeilboot verbleven met een groep van 15 man. Het was een uur of 3 varen langs de Whitsunday eilanden naar een baai waar we vannacht zouden verblijven. Hier hebben we leuk gesnorkeld en gekajakt. Dit is al een stuk van het Great Barrier Reef. Het snorkelen was heel leuk met een aantal mooie gekleurde vissen alhoewel we het koraal wel redelijk bleek vonden. Tijdens het kajakken hadden we geluk. We dachten eerst dat we een rots in zee zagen liggen maar toe we dichterbij kwamen bleek het een reuzenschildpad te zijn! Toen we te dichtbij kwamen ging hij onder onze kajak door en was hij zo weg, dieper de zee in.

We hebben de avond gezellig met de groep op de boot doorgebracht en benedendeks in kleine bedstees geslapen. Rik stond alweer om 5 uur boven op het dek, klaar voor de zonsopgang. De motoren van de boot gingen ook om 6 uur aan en terwijl we de baai weer uit vaarden zat inmiddels iedereen op het dek om naar de rest van de zonsopgang te kijken. We waren de enige boot in de omgeving en de lucht kleurde prachtig roze. We zijn deze dag naar Whitehaven beach gevaren. Degenen die hier wilden zwemmen moesten een stingersuit (wetsuit) aan, zoals altijd als je hier wilt snorkelen of zwemmen, zodat de beesten in de zee je niet kunnen steken. In het lage water hier bij Whitehavenbeach zwommen heel veel lemon sharks! Deze haaien waren ongeveer 50 cm lang, grijs/geel van kleur en we hebben met ze gezwommen! Klinkt super stoer, maar zo spannend was het niet, telkens als de haaien tot 2 a 3 meter bij je in de buurt kwamen, bogen ze af en zwommen ze weer ergens anders naartoe. Ook hebben we hier nog een grote pijlstaartrog zien zwemmen, redelijk in de verte. Echt een leuk strandje om even te zwemmen en ook het viewpoint over het strand en Hill Inlet was mooi en we hebben er wat groepsfoto’s gemaakt.

De volgende dag zijn we doorgereden naar Cairns, zo’n 600 km verderop en alweer de laatste lange rit met Lucy de camper! Het was erg heet en de lucht is hier vochtig, dus het was niet erg om de hele dag in de airco te kunnen zitten. ’s Avonds koelt het ook niet veel af en we hebben de laatste paar nachten van de roodtrip met alle ramen en deuren open geslapen. We hadden gevreesd wakker te worden met veel muggenbeten maar opvallend genoeg hebben we daar vrijwel geen last van gehad. Het landschap was hier in het noorden een stuk tropischer dan in de rest van Australië met veel bananenbomen en suikerplantages. We kwamen ook langs Townsville, waar 2 weken geleden nog enorme overstromingen zijn geweest, maar gelukkig was daar niks meer van te merken en konden we zonder vertragingen doorrijden. Grappig was dat toen we al een paar uurtjes op onze camping in Cairns stonden en we nieuwe buren kregen, dat een Duits koppel bleek te zijn die we een paar dagen eerder hadden leren kennen op de zeiltrip naar de Whitsundays! Dat was gezellig en we hebben 2 avondjes leuk met hen gekaart.

De volgende dag in Cairns was alweer de laatste volle dag dat Stefan bij ons was in Australië. We besloten alles uit onze tijd samen te halen en deze dag een tripje naar het Great Barrier Reef te maken. Met een grote boot waar we met misschien wel 70 man op zaten werden we naar het Outer reef gevaren. De boot schommelde goed van alle golven en Lisanne heeft met zo’n 15 anderen haar ontbijt dubbel geproefd in een hoekje achter op het dek… Geen theekransje maar, tja.. een dubbel ontbijt-kransje. Zodra we in onze stingersuits in het water lagen ging het gelukkig weer direct goed. We konden snorkelen en degenen die wilden mochten ook duiken. Stefan en Rik wilden wel het diepe in duiken en Lisanne besloot om lekker te gaan snorkelen. Het koraal was hier mooier dan bij de Whitesundays. Lekker gevarieerd en mooie vissen! Vooral de Frenkies waren mooi. Grote fel blauw-groen-roze gekleurde vissen. Tijdens het duiken hebben Stefan en Rik een Frenkie van dichtbij bekeken en ook tijdens het snorkelen kon je ze heel goed zien. In de middagsessie hebben we met zijn 3en gesnorkeld en zagen we onder een rots nog een hele grote vis van zo’n 1,5 meter. We hebben al met al misschien wel 3 uur in het water gelegen en we vonden het koraal hier echt wel de moeite waard! Super leuk dat we dit nog hebben kunnen doen.

De volgende dag was het helaas alweer tijd om Stefan naar het vliegveld te brengen en de camper in te leveren. Het waren 3 super leuke weken geweest met zijn 3tjes en we hebben ongelooflijk veel kunnen doen en zien. Wel waren we nu even toe aan wat rust en een kamer met airco. Voordat we weer terug naar Goldcoast vlogen om terug naar Rita en Barry te gaan, hebben we eerst nog een paar dagen in Cairns genikst. Ok, we zijn een paar keer naar buiten gegaan (de hitte in) voor wat boodschappen en om even in de lagoon, het openbare zwembad langs het strand, te zwemmen of een hapje te eten, maar dat was het dan ook wel.

Tijdens de vlucht naar Goldcoast konden we vanuit het vliegtuig mooi de Whitsundays zien liggen met Whitehaven beach en de baai waar we overnacht hadden. En een even later konden we ook Fraser Island met zijn 75 mile beach zien liggen.

Op dit moment zijn we weer terug in Pottsville bij Rita en Barry voor in totaal anderhalve week. Daarna zullen we doorreizen naar de Outback om daarna terug te gaan naar Melbourne, ons eindstation in Australië, dat ook het startpunt van onze Australië reis was.

Tot de volgende keer! R&L

Foto’s Byron Bay, Pottsville & Fraser Island
Foto’s Whitsundays & Cairns

Melbourne, Great Ocean Road & Sydney

De afgelopen 3 weken hebben we bezoek gehad uit Nederland! Stefan (broertje Lisanne) is ons op komen zoeken! Met een campertje zijn we met zijn 3en de oostkust van Australië gaan ontdekken. Ons reistempo ging een aantal tandjes omhoog want in de 3 weken die Stefan hier was wilden we helemaal van Melbourne (in het zuiden) naar Cairns (in het noordoosten) reizen en zoveel mogelijk zien. Om een idee te geven, we hebben in 3 weken tijd bijna 6000km gereden! In tegenstelling tot de afgelopen paar maanden hadden we weer eens een soort van planning gemaakt, zodat we zeker wisten dat we op tijd in Cairns zouden komen zonder hoogtepunten te moeten overslaan.

Wij waren een paar dagen eerder in Melbourne dan Stefan. We zaten die dagen in een Airbnb appartementje bij een Frans-Japans koppel en 2 Braziliaanse meiden die er ook een kamer huurden en met wie we de woonkamer en keuken deelden. Onze eerste dag in Melbourne hebben we de stad op de fiets, met de citybikes, al een beetje verkend. Na 2 maanden door Nieuw-Zeeland gereisd te hebben hadden we niet direct het gevoel in een ander land te zijn. De mensen en de manier van doen hier zijn ongeveer hetzelfde als in Nieuw-Zeeland. Alleen is het hier in Australië weer een stuk groter! Miljoenensteden zoals Melbourne hadden we al lang niet meer gezien.

De overige dagen dat we in Melbourne waren was het geen weer om te citytrippen, het was 38 graden! Gelukkig had het appartement airco. Op de dag dat Stefan ‘s avonds aan zou komen was het ook zo heet en wij zijn die middag alvast de camper op gaan halen, zodat we Stefan ‘s avonds met de camper van het vliegveld konden halen. Na met Billy de camper door Nieuw-Zeeland gereisd te hebben, noemden we deze camper Lucy. Het verhuurbedrijf heet Jucy, dus eigenlijk was het Jucy Lucy. En Lucy had precies genoeg ruimte voor 3 personen. Vooral overdag was de camper groot genoeg, en voor het slapen konden we de bedden uitschuiven. 2 personen onder en 1 man boven. Een beetje krap, maar Stefan is zeker een stuk leniger geworden van elke dag in het bovenbed te kruipen.

Het was super leuk om Stefan weer eens te zien en bij te kletsen!! Waren we even niet meer met z’n 2en en konden we ook weer eens spelletjes spelen waarvoor je meer dan 2 personen nodig hebt. We waren Stefan ook heel dankbaar dat hij wat van het weer in Nederland had meegenomen. De volgende dag hing er namelijk flinke bewolking en was het nog maar 22 graden. Perfect om Melbourne met zijn 3en te verkennen. Zo zijn we door het gezellige centrum gestruind, langs straatjes vol met streetart, hebben we de Amerikaanse Superbowl gekeken op Federation Square en zijn we een kijkje gaan nemen bij de tennisvelden van de Australian Open. Ook zijn we naar de wijk St. Kilda gereden waar kitesurfers over de golven scheerden en waar we bij de pinguïn kolonie aan het einde van de pier een paar kleine pinguïns tussen de rotsen zagen zitten.

Eind van de middag zijn we Melbourne uit gereden, op weg naar de Great Ocean Road die we de volgende dag wilden rijden. Een beetje uit de richting, want de Great Ocean Road ligt ten westen van Melbourne en de route naar Cairns gaat via het oosten, maar nu we zo dicht in de buurt waren wilden we die zeker niet overslaan. De Great Ocean Road is een leuke route van ongeveer 250km langs de mooie Australische zuidkust en onderweg hebben we een heel aantal tussenstops gemaakt. Zo zijn we naar de vuurtoren bij Split Point gelopen, zijn we bij een paar uitzichtpunten gestopt en hebben we bij Kennett River de eerste koala’s gespot! Wat een leuke beesten! Echte luie boom knuffelaars. Even later hebben we een wandeling gemaakt naar shipwreck beach, waar mooie verroeste ankers op het strand lagen. En de laatste stop van de dag was bij het mooie 12 Apostles. Er liggen hier 12 rotsen in de zee wat een heel mooi uitzicht geeft. In Port Campbell hebben we een camping voor de nacht gezocht om de volgende ochtend de Great Ocean Road verder af te rijden. We kwamen wederom langs een aantal mooie rotsformaties in zee, zoals the Arch, London Bridge, the Grotto en Bay of islands. Daarna besloten we de Great Ocean Road te laten voor wat het was, we waren immers bijna op het einde, en de weg naar Sydney in te zetten! Dat was nog ruim 1000km rijden… Tja, Australië is groot, dat hebben we goed gemerkt.

We hebben er 1,5 dag over gereden. Alle drie hebben we grote stukken gereden, alhoewel we Rik (de meest ervaren chauffeur van ons drieën) altijd in en om de grote steden lieten rijden. Lucy is een automaat wat het rijden een stuk makkelijker maakte. En het was alleen maar autoweg. We moesten even lachen toen we net voorbij Melbourne reden en de navigatie aangaf “volg deze weg de komende 820km”. Onderweg werden we regelmatig gewaarschuwd voor overstekende kangoeroes of koala’s, maar we hebben er geen gezien. Kangoeroes laten zich vooral ‘s ochtends vroeg of ‘s avonds rond de schemering zien.

We waren blij toen we in Sydney aankwamen! We hadden een fijne camping in de stad gevonden en binnen een half uurtje konden we met de trein van de camping naar het centrum reizen. We besloten er 3 nachtjes te blijven zodat we 2 volle dagen in Sydney hadden.

We vonden Sydney een hele leuke en gezellige stad! De eerste dag zijn we door Darling Harbour langs de haven gelopen en daar lag ook het Hardrock Café! Yes, weer eens een Hardrock Café! De laatste die we bezocht hadden was toch alweer in Cambodja. Terwijl de mannen zich aan een lekkere hamburger begaven ging Lisanne voor de grote brownie. Ze is er de hele dag een beetje misselijk van geweest maar voor deze ene keer was het het helemaal waard! Ook zijn we door de botanical gardens gelopen, waar een tentoonstelling over vleesetende planten was, en uiteindelijk kwamen we bij het beroemde Sydney Opera House uit. Mooi om te zien! Ook konden we vanaf hier de Harbour Bridge zien. Uiteindelijk hebben we nog een drankje in de leuke wijk The Rocks gedronken (honger hadden we zelfs aan het eind van de dag nog steeds niet). Het was de hele dag prima weer geweest, maar toen we ‘s avonds het treinstation uit liepen terug naar de camping hoorden we het opeens donderen en begon het te stortregenen! We hebben nog even staan schuilen maar het hield maar niet op. Op een gegeven moment zijn we maar gaan lopen. Het was maar 800 meter maar we waren helemaal doorweekt toen we bij de camper kwamen!

Onze tweede dag in Sydney hebben we de ferry genomen naar Manly Beach. Vanaf de ferry had je heel mooi uitzicht op het Opera House en de Harbour Bridge en de vele zeilbootjes in de haven. Manly Beach was erg gezellig. We hadden de zwemkleding niet meegenomen en dus hebben we ons een plekje in de schaduw gezocht en mensen gekeken. Heerlijk, echt een strand zoals je je dat in Australië voorstelt, druk en met veel surfers. We keken onze ogen uit.

We hadden deze avond met Erik en Jolien afgesproken. Met Erik en Jolien hebben we nieuwjaar gevierd in Nieuw-Zeeland. Daarna zijn onze wegen gescheiden maar hebben we wel contact gehouden en we bleken toevallig tegelijkertijd nu in Sydney te zitten! We hebben gezellig een hapje en een drankje gedaan en bijgekletst over de rest van onze avonturen in Nieuw-Zeeland en Australië. Vanavond was er nog een mooie vuurwerkshow in Darling Harbour. Hebben we uiteindelijk toch nog samen vuurwerk gekeken ondanks dat er tijdens nieuwjaar in Nieuw-Zeeland geen vuurwerk was maar alleen een vreugdevuur.

Na 2 leuke dagen in Sydney zijn we naar de Blue Mountains gereden, een natuurpark vlak buiten Sydney. Door een oudere man die bij ons op het uitzichtpunt Echo Point stond van waaruit je de 3 sisters kon zien (3 bekende rotsen), hebben we ons laten uitleggen dat de blauwige kleur van de Blue Mountains komt van de eucalyptus oliën in de lucht (Australië staat vol met eucalyptus bomen en ook de koala’s zijn er dol op). We hebben er nog een paar korte wandelingen gemaakt voordat we de weg verder naar het noorden inzetten, op weg naar Rita en Barry in Pottsville. Rita is een nicht van Lisanne’s moeder die we 1 keer eerder ontmoet hebben toen zij in Nederland op vakantie waren en we mochten een paar nachtjes bij hen blijven logeren! Het was nog een behoorlijk stuk rijden en zijn eerst een nachtje op een camping in het kleine dorpje Croki verbleven. De camping lag prachtig aan een rivier. We hebben er onze eerste Aussie barbecue gehouden! Dat kon toch niet langer uitblijven. Elke camping heeft een barbecue, de Aussies houden ervan. Vanavond kon je hier vanaf de pier over de rivier prachtig de sterren zien. Geen grote steden in de buurt en dus weinig lichtvervuiling. Rik heeft er weer mooie foto’s van weten te maken. ‘s Ochtends vroeg hing er een mysterieuze laag mist over de rivier. Dit was wel de mooiste camping tot nu toe.

Vanaf hier zijn we verder gereden naar Rita en Barry in Pottsville, maar daarover later meer. De afgelopen 3 weken zijn we er namelijk niet aan toegekomen om alle foto’s bij te houden, dus we hebben nu nog wat werk te doen. Binnenkort dus de rest van onze Australië roadtrip.

Foto’s Melbourne & Great Ocean Road
Foto’s Sydney & Blue Mountains

Laatste dagen in Nieuw-Zeeland: Stranden, heuvels en uitrusten

Onze 2 maanden Nieuw-Zeeland zitten er inmiddels op! Wat een fantastisch mooi land en voor ons was 2 maanden hier rondreizen precies genoeg. We konden alles doen wat we graag wilden doen en nog een beetje meer. De laatste 2 weken hebben we in het noorden van het Noordereiland doorgebracht, bij de mooie stranden aan de Coromandel Peninsula en in het noordelijkste stukje Nieuw-Zeeland boven Auckland. Het was hier een heel stuk drukker dan in de rest van Nieuw-Zeeland! Dit is ook het meest dichtbevolkte gebied van het land en blijkbaar gaan alle Nieuw-Zeelanders zelf hier op vakantie, er liggen hier namelijk heel veel mooie strandjes. Daarbij kwam dat de scholen nog zomervakantie hadden. Wij hebben hier ook vooral even rust genomen want lichamelijk waren we behoorlijk vermoeid geraakt van al het hiken de afgelopen tijd (we zijn ook geen twintigers meer…).

De Coromandel Peninsula (peninsula = schiereiland) ligt in het noordoosten van het Noordereiland. Het kostte ons een paar dagen om de mooie kustroute daar helemaal af te rijden. We begonnen in de grotere stad Tauranga. We waren hier in het weekend, en jemig wat was het hier druk! Alle parkeerplaatsen stonden vol en stukken van de stad waren afgesloten voor evenementen. We besloten onze plannen om een berg langs de kust te beklimmen te laten varen en hebben de dagen hier rustig doorgebracht in de bibliotheek (profiteren van het schaarse internet om wat dingen uit te zoeken voor de rest van de reis en om alle foto’s weer eens bij te werken) en in het zwembadje op de camping. Op een leuke foodcourt bij de bieb konden we een lekker hapje eten. Ook gebeurde het ons hier voor het eerst dat we voor een volle camping stonden! Het was weliswaar een free campsite met ruimte voor slechts 5 campers, maar hij stond vol! Tot nu toe hebben we op alle campings waar we naartoe gereden zijn, groot en klein, altijd een plekje kunnen vinden. Maar geen probleem, een andere free campsite een aantal kilometer verderop (iets verder buiten de stad) had wel nog genoeg plek.

De dagen erna zijn we de kustlijn verder af gereden. We kwamen langs veel mooie stranden, kleine dorpjes en mooie viewpoints. Omdat het eigenlijk overal mooi was, maar het ook overal wel een beetje op elkaar leek, kozen we een paar plaatsen uit voor een stop en zijn we de rest voorbij gereden. Zo hadden we van een local de tip voor Onemana Beach gekregen. Vlak buiten het goed toegankelijke dorpsstrand liep er een trail van een half uurtje naar een klein verlaten strandje. Een super mooi plekje en we hadden het helemaal voor ons alleen! Nu is Rik op zich geen groot fan van zand (het blijft zo zitten tussen je kleren, schoenen, haren, alles!) maar Lisanne kan daar wel van genieten en heeft een frisse duik in de zee genomen.

Verder zijn we naar het strand bij Cathedral Cove gelopen. Ook hier moesten we een trail van een uurtje lopen om bij een verlaten strand te komen. Hier waren we niet alleen, dit is een iets bekendere attractie, maar het was wel mooi. Er ligt een grote rots op/over het strand en daaronder is een grot uitgesleten waar nu een strandje in ligt. Ook hier heeft Lisanne weer een lekker frisse duik genomen. Later die dag zijn we ook nog naar het strand New Chums Beach, in het noorden van de Coromandel Peninsula gegaan. De route die daar naartoe liep was ook leuk om te lopen, klauterend over allemaal rotsen. Net voordat het strand begon was er een zijpad dat de berg opliep waarmee je mooi uitzicht hebt over het hele strand. Dit pad bleek een echte uitdaging omdat het toch wel enig klimwerk vereiste. Onze inspanning werd beloond met een prachtig uitzicht over het strand onder ons.

Via de andere kant van de Peninsula, de westkust zijn we weer verder zuidwaarts gereden over hele mooie wegen. Het binnenland bestaat hier (zoals een groot deel van het Noordereiland) uit veel groene heuvels en af en toe heb je opeens weer uitzicht over de zee of zie je een of ander strandje. We besloten in dit gebied nog een laatste hike te gaan doen door het Coromandel Forest Park bij Kauaeranga. We hadden een hike van 2 uur door het bos uitgezocht, maar we merkten al snel dat vandaag niet onze dag was. Na een half uurtje hebben we ons om gedraaid en zijn we lekker op tijd naar de camping gegaan om daar een beetje uit te rusten. Wat bleek, de camping hier had een tennisveld! Maar goed dat we onze krachten een beetje gespaard hadden! We konden bij de receptie 2 (crappy) rackets en wat (veel te zachte) ballen lenen en hebben voor het eerst sinds lange tijd weer even lekker getennist. Ok, het was misschien niet ons allerbeste potje tennis, maar toch vonden we het lekker om even een balletje te slaan. Na het tennissen zijn we (zoals alle Nieuw-Zeelandse vakantiegangers) lekker fish&chips gaan eten bij een klein dorpje verderop. Lekker smikkelen uit het krantenpapier.

Na de Coromandel Peninsula zijn we weer terug gereden naar Auckland (waar ons Nieuw-Zeeland avontuur was begonnen) om het noordelijkste stuk land boven Auckland te verkennen, Northland. Auckland is de grootste stad van Nieuw-Zeeland en hier reden we weer eens over een 4-baansweg. Ik gok dat dit de enige 4-baansweg in het land is.

In Northland hebben we een dagje mountainbikes gehuurd om het natuurgebied bij Tawharanui Peninsula te verkennen. Het was na een aantal zomerse dagen weer eens een dagje bewolkt en een fijnere temperatuur om iets te ondernemen. Alleen die flinke regenbui halverwege onze tocht was een beetje jammer. Daar hebben we ons maar aan overgegeven en dan is het eigenlijk wel grappig. Maar poeh, het landschap is hier erg heuvelachtig en het bergop fietsen viel toch best zwaar! Een aantal heuvels zijn we maar op gelopen met de fiets aan de hand. Helemaal toen het ging regenen en we over nat gras moesten fietsen werd het zwaar. Bergaf ging wel lekker, maar ja, dat duurt maar zo kort. Het was wel leuk om tussen de schapen en vele vogels te fietsen en de uitzichten over de kust waren ook erg mooi. Stiekem hebben we er ondanks de regen toch wel van genoten. Achteraf hebben we bij een nabijgelegen strand een koude douche genomen en de schapenpoep en modder van onze benen gewassen. Lekker.

Daarna vonden we het wel welletjes geweest. We waren moe en we besloten ons laatste weekje in Nieuw-Zeeland geen al te actieve dingen meer te ondernemen. We hoefden ook niet per se alles meer te zien. We waren helemaal tevreden met alles wat we al gezien hadden en allebei hadden we behoefte aan een beetje rust. Die hebben we genomen in en rond het stadje Whangarei. In de bieb hebben we wat dingen uitgezocht voor het volgende stuk van onze reis (Australië!) en verder hebben we de tijd doorgebracht met het lezen van een boek, het kijken van wat serietjes, het opeten en -drinken van alle restjes en het observeren van de mensen om ons heen. Nieuw-Zeelanders lijken over het algemeen toch echte buiten-mensen. Een dag stonden we op een kampeerplaats tegenover een haven en ‘s ochtends vroeg kwamen een voor een allemaal auto’s met een bootje op de aanhanger de boot te water laten. Het lijkt wel alsof iedereen hier een bootje heeft, of een jetski. En bij mooie stranden zoals bij de Mangawhai Heads en bij Ocean Beach zagen we hoe kinderen surfles kregen en hoe de ouders een stukje verderop zelf aan het surfen waren.

En toen, na een fantastische rondreis van 2 maanden door dit mooie land was het tijd om afscheid te nemen van onze camper, Billy. Ondanks dat Billy ook de jongste niet meer is heeft hij het gelukkig helemaal goed gehouden! We werden van het camper-verhuurbedrijf naar het vliegveld gebracht en even later zaten we in het vliegtuig om in ongeveer 4 uur naar Melbourne in Australië te vliegen!

Inmiddels zitten we, weer goed uitgerust, in Melbourne! Behalve dan dat we weer eens in een echt grote stad zitten (die heb je in Nieuw-Zeeland niet), voelt het eigenlijk nog helemaal niet zo anders als Nieuw-Zeeland. We kijken al uit naar over een paar dagen, want dan komt Stefan (broertje Lisanne) ons hier opzoeken! Met z’n drieën zullen we de komende 3 weken de oostkust van Australië gaan ontdekken!

Tot de volgende keer! Liefs R&L

Foto’s Noordereiland deel III

Terug op het Noordereiland: Vulkanen, Napier en Rotorua

Afgelopen dagen hebben we het mooie Noordereiland van Nieuw-Zeeland verder verkend. Zo zijn we onder andere in New Plymouth geweest waar de vulkaan Mount Taranaki in de buurt ligt, hebben we de Tongariro crossing gelopen over de vulkaan Mount Tongariro, zijn we in het stadje Napier geweest waar je goed wijn kunt proeven en in het geothermische gebied bij Rotorua.

Maar nadat we in Wellington waren aangekomen zijn we eerst de zuidkust verder af gereden naar de Pinnacles track. Daar hebben we een mooie wandeling gemaakt door een natuurgebied met rotspilaren, door een bos en een veld met gras dat tot onze oksels kwam. We besloten op de camping die erbij lag te blijven overnachten. Een aantal kilometer verderop lag een heel klein dorpje en vlak voor etenstijd kwamen twee vissers uit het dorpje langs gereden op hun quads en vroegen of we een kreeft wilden hebben. Een mooie grote rode kreeft en hij was al gekookt. Volgens hen was dit nog maar een kleintje. Ze hadden zelf zoveel kreeften dat ze zo nu en dan wat uit kwamen delen op de camping. Volgens ons vonden ze het vooral ook leuk om een praatje te komen maken. We namen de kreeft dankbaar aan en hebben goed zitten knoeien met het openbreken van de schalen. De pootjes en de dikke staart waren heerlijk om te eten! Volgens de ene visser kon je de rest van het lijfje ook eten maar de andere visser raadde ons dat af. Toen we de bruine derrie in het lijfje zagen was de keuze snel gemaakt om dat te laten staan. Wat een feestmaaltje en wat vriendelijk van de vissers!

De volgende ochtend waren we vroeg wakker en zijn we in alle vroegte een stuk langs de kust gereden naar Cape Palliser. Het was prachtig, er hing nog wat ochtend mist, de zon kwam net uit boven de bergen, er lagen wat zeehonden te luieren op het strand en de zee kletterde lekker tegen de kust waar de weg vlak langs liep. In de verte stond een mooie vuurtoren op de rots. Dit is niet een van de meest bekende stukjes Nieuw-Zeeland en een plaats die veel reizigers overslaan, maar voor ons was dit een van de mooiste en meest speciale plekjes Nieuw-Zeeland tot nu toe. De schoonheid van een plaats kan hem soms in kleine dingen zitten zoals mooi weer of vriendelijke mensen om je heen.

Daarna zijn we bijna 500 km verder gereisd naar de stad New Plymouth aan de westkust van het eiland. Daarbij ligt de vulkaan Mount Taranaki, een van de meest symmetrische bergen in de wereld. Eerst hebben we, na de redelijk lange rijdag, een rustdag gehouden in New Plymouth. We hebben een paar uurtjes in de bibliotheek gezeten om alle foto’s weer even bij te werken en gebruik te maken van het internet en op de camping hebben we weer eens opruiming gehouden in de camper en de was gedaan wat af en toe hard nodig is.

De volgende dag waren we weer fris om op Mount Taranaki te gaan hiken. Niet naar de besneeuwde top, dat was ons wat te heftig, maar de Mangarei track, een hike van een paar uur naar een klein meertje op de vulkaan. Het uitzicht was heel mooi, er hingen een paar wolkjes om de vulkaan maar die trokken zo nu en dan weg zodat je de top goed kon zien. Achteraf zijn we terug naar New Plymouth gereden waar we aan een strandje een koude douche konden nemen. Verfrissend.

Via de forgotten world highway zijn we weer verder gereden het land in. De forgotten world highway is een van de oudste handelswegen door het land maar tegenwoordig is er niet meer veel te doen. 150km lang geen tankstation en nauwelijks winkels, een heel stuk van de weg is niet geasfalteerd maar het landschap was erg mooi. Het was een bochtige weg, door veel heuvels, langs boerderijen met koeien en schapen en langs een paar kleine dorpjes met houten huizen die zo in een western film passen.

We kwamen zo weer dichtbij de Tongariro crossing, die we onze eerste week in Nieuw-Zeeland nog over hadden geslagen vanwege het slechte weer, maar we besloten het er nu wel op te gaan wagen. De weersvoorspellingen voor de komende dagen waren nog steeds niet fantastisch, maar voor de volgende dag hadden ze in ieder geval voorspeld dat het redelijk droog zou blijven. Mount Tongariro is een vulkaan en de Tongariro crossing is een bekende en beruchte wandeling van 20km langs een aantal kraters. Het is er vaker slecht weer dan goed weer en geregeld wordt het pad gesloten als het niet meer verantwoordelijk is om over de koude pas te lopen. We boekten een shuttle busje voor de volgende dag die ons naar het startpunt zou brengen en weer op kwam halen bij het eindpunt. We vonden een camping in de buurt en zagen de vulkaan al mooi liggen in de verte. Fijn dat we hem nu nog even konden zien want de volgende dag hing er veel bewolking en was het onmogelijk de top van de vulkaan te zien.

Het eerste stuk van de tocht was mooi, geleidelijk aan bergop door een ruig vulkanisch landschap. Dit was toch weer anders dan de vele andere tracks die we in NZ gelopen hebben. Hoe hoger we kwamen hoe meer we de wolken in liepen en hoe dichter de mist om ons heen werd. Bovenop stond veel wind en was het fris. Onze handschoenen en muts kwamen weer eens van pas. Helaas konden we vanwege de dichte mist niet veel zien. Dankzij de geur van rotte eieren wisten we zo nu en dan een beetje wanneer we langs dampende kraters liepen. We konden een mooie fel turquase pool zien liggen (Emerald Lake), maar een paar andere meertjes hebben we helaas niet kunnen zien. Zo heb je soms geluk en soms pech met het weer. Maar we zijn blij dat we hem in ieder geval hebben kunnen lopen. Na zo’n 5,5 uur stonden we weer beneden met stijve benen van de lange afdaling. Afdalen vinden onze benen toch minder leuk dan stijgen.

We zijn dezelfde dag nog een stuk doorgereden op weg naar de stad Napier aan de oostkust van het Noordereiland. Onderweg hebben we even gedoucht bij een openbare douche, hebben we een lekkere hamburger gegeten bij Pauly’s Diner in Taupo (die hadden we wel verdiend vonden we) en we hebben op een leuke free campsite bij Glenfalls gekampeerd tussen de heuvels.

Daarna zijn we verder gereden naar Napier waar we een aantal regenachtige dagen zijn gebleven. Vanwege de regen konden onze benen even fijn uitrusten. Zo nu en dan kijken we wat serietjes van Netflix, maar de Nederlandse tv volgen we niet (dat missen we ook niet). Maar we hebben nu wel de eerste twee afleveringen van Wie is de mol terug kunnen kijken, heerlijk!! Vooral Lisanne zit er weer helemaal in.

Napier zelf is een mooi stadje wat na de aardbeving van 1931 weer opnieuw opgebouwd is in Art Deco stijl. Veel gebouwen in pastelkleuren en met strakke vormen. Leuk om een beetje rond te toeren. Ook liggen er veel fruitvelden en wijngaarden in de omgeving. Hoogtepunt was toen we op onze laatste ochtend in Napier bij de oudste winery gingen wijnproeven. Lisanne ging in ieder geval wijnproeven, Rik moest nog rijden. Het was pas 11 uur ‘s ochtends, maar goed, in Nederland was het al 11 uur ‘s avonds en we waren er niet de enigen. Dus. Hmmm de wijntjes waren erg lekker, we namen een fles mee zodat Rik later ook kon meegenieten. De één een beetje tipsy en de ander uiteraard helemaal nuchter gingen we toen gezellig (heel gezellig) met een muziekje op de achtergrond (of voorgrond) op weg naar Rotorua.

We zijn een aantal dagen in Rotorua en omgeving verbleven. Dit is een geothermisch gebied met een aantal geothermische parken, natuurlijke hot pools en ook in het stadje Rotorua zelf stinkt het op plaatsen naar rotte eieren en komt er damp uit de grond. Op 30km van Rotorua ligt een heel mooi park, Wai-O-Tapu thermal wonderland. Je kunt door het park lopen langs verschillende pools en plekken waar de stoom uit de grond komt. Vanwege de verschillende mineralen die er in de grond zitten hebben de grond en het water in de pools verschillende kleuren. Zo had je de champaign pool met dampend lichtblauw water, maar de rand van de pool was fel donkerrood van de mineralen. Prachtig! En er was een felle gifgroene pool! Vast niet gezond om in te zwemmen maar het zag er fantastisch uit!

Er werd ook een voorstelling gegeven in het park waarbij een geiser werd opgewekt. Er werd verteld dat de Maori mensen zich vroeger deden wassen bij de warm water bronnen en er zo achter kwamen dat zeep hier een geiser kan opwekken. Er werd wat zeep in het water gegooid en even later begon het water een aantal meter omhoog te spuiten, het ging wel minstens een kwartier door. Daarnaast was er in de buurt van het park nog een grote modderpoel met kokende modder. Het woord “blubberdeblub” moet hier uitgevonden zijn…

Verder hebben we bij het Redwood park een mooie wandeling gemaakt door het bos met hele grote en dikke bomen, het deed een beetje aan sequoia bomen denken. Ook was er een plas in het bos met super helder water, je kon alle takjes op de bodem goed zien liggen. Een mooie plek om foto’s te maken.

Inmiddels zijn we alweer een half jaar aan het reizen! Wat hebben we al ongelooflijk veel leuke en mooie dingen kunnen doen. We hebben het nog steeds enorm goed naar ons zin. Gelukkig hebben we allebei helemaal geen last van heimwee, alhoewel we op sommige kleine momenten wel even bij familie of vrienden zouden willen zijn of weer eens een potje zouden willen tennissen. Verder missen we vrijwel niets. We weten nog niet hoe lang we door blijven reizen, we kijken niet te ver vooruit en bekijken het land voor land. We zijn in ieder geval enorm blij en dankbaar dat we de mogelijkheid hebben om deze reis te kunnen doen. In Rotorua hebben we met het wijntje van de wijngaard uit Napier even geproost op de mooie reis tot nu toe.

Foto’s Noordereiland deel II

Zuidereiland: Christchurch, een walvis en gloeiwormen

Het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland hebben we tot nu toe als ongelooflijk mooi en afwisselend ervaren. Mooie stranden, bossen, besneeuwde bergen, gletsjers, fjorden, helder blauwe meren, leuke dieren zoals zeehonden, zeeleeuwen, dolfijnen, pinguïns, veel vogels, en meer. Ook ons laatste weekje op het Zuidereiland was daarop geen uitzondering. 

Vanuit het gehuchtje Fairlie, waar we nieuwjaar gevierd hadden, zijn we verder gereisd naar Christchurch. In 2011 is Christchurch getroffen door 2 aardbevingen die veel verwoest hebben. De stad is nog steeds bezig met de wederopbouw. We hebben door het centrum van de stad gelopen waar veel gebouwen staan nog in de steigers staan en ook zijn er veel lege ruimtes tussen de gebouwen waar voorheen waarschijnlijk ook gebouwen hebben gestaan. Wel leuk is dat er veel mooie muurschilderingen te zien zijn op gebouwen en muurtjes en de stad heeft veel Engelse en Ierse invloeden. Alles bij elkaar geeft dat de stad een heel aparte sfeer. We zijn ook door de mooie botanische tuinen gelopen en langs het monument met 185 witte stoelen die symbool staan voor de mensen die omgekomen zijn bij de aardbeving.

We zijn niet lang in Christchurch blijven hangen en dezelfde dag nog doorgereisd naar de kustplaats Kaikoura. Lekker de radio aan in de camper en als we andere Happy Campers tegen komen (van hetzelfde verhuurbedrijf) dan zwaaien we even. Af en toe zwaaien ze terug en dan hebben we grote lol. Soms tellen we, om de tijd te verdrijven alle campers van Britz, een ander verhuurbedrijf, die we tegen komen op een dag (en dan denken we telkens weer even aan Britt en alle vrienden thuis 😄). 

Kaikoura staat erom bekend dat je er goed walvissen, dolfijnen, zeehonden en meer zeedieren kunt spotten. In de zee voor de kust van Kaikoura zit een diepe canyon (onder water) waarin veel dieren leven zoals inktvissen. Dat is voer voor walvissen en daarom worden hier veel walvissen gespot. Op walviscruises hier voor de kust is de kans 95% dat je een walvis ziet en als je er geen ziet krijg je bijna al je geld terug. We hebben allebei nog nooit een walvis gezien en alhoewel het behoorlijk commercieel is wilden we deze kans niet voorbij laten gaan.

Eenmaal aangekomen in Kaikoura hebben we direct voor de volgende dag een cruise geboekt. Het waren de laatste 2 plekjes op de laatste boot, dus we hadden nog net geluk. Sinds de kerst merken we echt dat het hoogseizoen hier begonnen is, de Nieuw-Zeelanders zelf hebben vakantie gekregen. Op campings is het eerder vol en overal is het drukker. We hebben deze dag ook de tickets voor de ferry naar het Noordereiland voor een paar dagen later aangekocht en de goedkoopste tickets waren allemaal al uitverkocht. Daar hadden we een aantal weken geleden geen last van toen we de tickets voor de ferry naar het Zuidereiland aankochten. Toch proberen we nog steeds zo weinig mogelijk vooruit te plannen zodat we vrij blijven om onze plannen op het weer of op spontane ideeen aan te passen. We hebben wel een globaal plan zodat het zeker mogelijk moet zijn om alles wat we willen doen in deze twee maanden die we hebben in te passen. Tot nu toe gaan we er sneller doorheen dan we verwacht hadden, maar dat geeft ons later op het Noordereiland eventueel  nog wat ruimte om te relaxen.

De volgende dag in Kaikoura hebben we eerst een mooie wandeling gemaakt, de peninsula walk, langs de kust waar op sommige plaatsen zeehonden lagen te zonnen. En eind van de middag was het tijd om te gaan whale whatchen! We hadden er zin in. De boot had er goed de vaart in en we gingen naar een plaats waar eerder op de dag een walvis was gespot. Met apparatuur werd vervolgens in het water geluisterd of ze walvissen konden horen. De eerste twee keer dat er gestopt en geluisterd werd was dat zonder succes, maar daarna werd er wel een signaal opgepikt en gingen we opeens met volle vaart verder. En ja hoor, daar lag een walvis in het water te dobberen. Het was een sperm whale, een walvissoort met een grote stompe kop die hier veel zit. De walvissen kunnen langer zijn dan de boot, maar vanaf de boot die er zo’n 50 meter vandaan lag, kun je dat niet goed zien. Je ziet wel de vin en het stuk rug tussen de vin en de kop een stukje boven het water uitkomen. Af en toe spoot hij water omhoog. Wat machtig om hier een walvis te zien liggen! Zo’n groot beest. We vonden het nogal wat. En wat super leuk was is dat er ook dolfijntjes om de walvis heen zwommen en sprongen. Af en toe kwamen de dolfijntjes even naar onze boot toe gezwommen en daarna zwommen ze weer terug. De walvis bleef zo 10 minuten of misschien een kwartier liggen voordat hij aanstalten maakte weer diep de zee in te duiken. Hij had weer genoeg zuurstof bij getankt. Dit was het moment! We zouden zijn staart gaan zien! Iedereen op de boot stond er klaar voor en we zagen hoe de staart boven het water uitkwam en de walvis in de zee verdween. We vonden het fantastisch. De dolfijntjes bleven nog even bij ons en ook zagen we nog een paar royal albatrossen, hele mooie grote vogels. Daarna zijn we weer teruggevaren naar de kust waar we nog wat zeehonden op een rots zagen liggen, en dat was het dan alweer. Veel te kort.. maar het was wel erg mooi geweest.

De volgende dag zijn we van Kaikoura naar Picton gereden. Picton is de plaats waar we met de ferry aangekomen waren vanaf het Noordereiland. Onze ronde over het Zuidereiland zat er nu bijna op. We hadden nog een dagje en besloten een stuk van de Queen Charlotte track te lopen, door de Marlborough Sounds en niet ver van Picton vandaan. Het was een stralende zomerdag en de wandeling was heel mooi. Door het bos wat lekker verkoelend was en met zo nu en dan uitzicht over de mooie turquase baaien die uitmonden in zee. We hebben er nog even lekker aan een strandje gezeten. 

Die avond hebben we gekampeerd op een boerderij-camping in het kleine plaatsje Linkwater. Dit was een tip van Erik en Jolien met wie we oud&nieuw hadden gevierd en het bleek een goede tip! Bij aankomst kregen we 2 muffins (deze camping kon voor Lisanne nu al niet meer stuk) en we kregen brokken om de schapen mee te voeren. Maar het leukste hier was dat de boerderij aan een bos ligt waar je zodra het donker wordt gloeiwormen kunt zien. Rond 21 uur, nog een uurtje voor het donker zou worden, liepen we samen met wat andere mensen bewapend met de brokken voor de schapen en een zaklamp voor later vanavond door het weiland richting het bos. Lisanne duwde de brokken snel in Rik zijn handen en ja hoor, de schapen wisten al hoe laat het was en kwamen op een drafje naar Rik toe. Die beesten zijn nog best groot. Na het weiland met de schapen liepen we langs een weiland met koeien en toen kwamen we bij het bos waar we naar een waterval zijn gelopen. Daar hebben we met wat andere mensen gewacht tot het donker werd en de gloeiwormen te tevoorschijn kwamen. Voorzichtig lichtten er een aantal op en hoe donkerder het werd hoe beter je ze zag. Rik is lekker in de weer geweest met het maken van foto’s. Met de zaklamp liepen we terug het bos uit en het bospad werd op sommige plaatsen ook goed verlicht door de gloeiwormen. Echt heel mooi! In Waitomo (op het Noordereiland) betaal je om een kwartier lang gloeiwormen te zien in een grot (wat wel heel mooi was), maar hier helemaal gratis, in de natuur, zo lang als je wilt. Toen we terugliepen door de weilanden zagen we twee possums op onze weg. Het zijn beesten die iets weg hebben van stinkdieren of wasberen, maar overdag hebben we ze nog nooit gezien (behalve aangereden op straat). Het zijn blijkbaar echte nachtdieren dus als het donker wordt komen ze tevoorschijn. Ze gingen al snel voor ons aan de kant, een boom in. Vanavond was de hemel super helder en heeft Rik nog wat foto’s van de sterren kunnen maken. Wat een mooie afsluiting van een mooie reis over het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland!

De volgende ochtend zijn we met de ferry terug naar Wellington op het Noordereiland gevaren. We zijn direct doorgereden naar de mooie camping aan zee waar we ook de vorige keer in Wellington verbleven waren. Hier hebben we lekker uitgerust, we waren nog wat moe van de late avond tussen de gloeiwormen…

De komende weken gaan we het Noordereiland verder verkennen. Hier zijn we onze Nieuw-Zeeland trip ook begonnen, maar vanwege het wisselvallige weer waren we toen snel doorgereisd naar het Zuidereiland. Voor het Noordereiland hebben we nu alle tijd, want 30 januari vliegen we pas weer verder.. naar Australië! 

Tot de volgende keer! R&L

Foto’s: Zuidereiland deel III

Zuidereiland: bergen, zeehonden, blauwe meren en de feestdagen

Gelukkig nieuwjaar iedereen! Op het moment dat we dit schrijven is het hier toch al zeker dubbel zo lang 2019 als in Nederland (12 uur tijdsverschil), grappig hè. We hebben 1 januari een lekkere rustdag gepakt en, na even uitslapen, weer eens wat tijd gemaakt voor de foto’s en een verhaal.

Het vorige artikel stopte bij Lake Wanaka, dus daar gaan we de draad nu weer oppakken. Wanaka en Queenstown zijn 2 leuke stadjes midden op het Zuidereiland en er is van alles te doen. Ze liggen bij de Alpen en in de winter kun je er goed skiën. Wij hebben er vooral bergen beklommen. Bij Wanaka hebben we de trail Roy’s peak gelopen. 3 uur lang een berg op lopen en daarna in 2 uur naar beneden. De uitzichten zijn wel fantastisch, althans dat zouden ze moeten zijn bij helder weer. Je kunt Lake Wanaka zien liggen, het stadje Wanaka en veel bergen in de omgeving. Maar deze dag hadden we geen geluk. Het eerste uurtje konden we nog wat van de omgeving zien maar daarna kwamen flinke regenwolken overdrijven. Uit principe zijn we in de regenponcho gewoon naar de top geklommen en daar zaten we helemaal met ons hoofd in de wolken. We zagen niks en we waren nat geregend. Tijdens het dalen klaarde het gelukkig weer op en hebben we alsnog van het uitzicht en de schapen om ons heen kunnen genieten. Toen we onder kwamen waren we alweer droog gewaaid.

Een paar dagen later bij Queenstown hebben we de Ben Lomond track gelopen. Ook weer een flinke berg maar vandaag was het zonnig. Het was een hele mooie wandeling, eerst door het bos, en toen we boven het bos uitkwamen zagen we de mooie omgeving. Helaas zagen we ook dat de piek van Ben Lomond helemaal in de wolken hing. We hadden al genoeg met ons hoofd in de wolken gezeten en toen er een splitsing kwam konden we afslaan en een andere iets lagere bergpiek op lopen. Dat leek ons een goed idee en het uitzicht daar was fantastisch.

Queenstown heeft een gezellig centrum en we hebben er een lekkere Ferg Burger gegeten. Bij deze hamburgertent staat de rij over het algemeen tot ver buiten op de stoep. We begrepen achteraf wel waarom!

Daarna ging de reis door naar Fjordlands National park in het zuidwesten van het Zuidereiland. Maar eerst hebben we nog een rustdag gepakt in het kleine dorpje Lumsden. Dat was een van onze favoriete campings tot dusver, het dorpsplein was namelijk de camping. Midden op het dorpsplein stond een oud station en een ouderwetse trein en daar omheen kon je parkeren om te kamperen. Op het voormalige perron stonden allemaal houten bankjes waar je aan kon zitten om te eten. En om het plein heen lag alles wat je nodig hebt: een supermarkt, een café-restaurantje, een bibliotheek met gratis wifi, een tankstation en meer. Je kunt er gratis parkeren maar ze vragen of je dan de middenstand daar kan steunen door er boodschappen te doen, etc. Het was er heel gezellig en we zijn er 2 nachtjes gebleven.

De bekendste fjord in Fjordlands National park is Milford Sound en we hadden een toer geboekt om daar een cruise te maken en een stuk te hiken. Met een een groep van een man of 12 werden we in een busje van het stadje Te Anau naar Milford Sound gebracht. Alleen de route er naartoe van ruim 100km door een stuk van het park is al erg mooi, langs bergen, een vallei met mooie paarse bloemen, bossen en velden met koeien. De cruise door de fjord naar de open zee en weer terug duurde ruim 2 uur en ondanks de grijze wolken boven ons was het erg mooi. We zagen ook nog zeehonden op de rotsen liggen en een groepje dolfijnen voor de boot uit zwemmen! Na de cruise hebben we nog een hike gedaan naar Key Summit van waaruit je mooi uitzicht had over de omgeving.

Voor de kerstdagen zijn we door getrokken naar het uiterste zuiden van het Zuidereiland. In de stad Invercargill hebben we onze kerstboodschappen gedaan en toen zijn we doorgereden naar een mooie free campsite aan de zee bij het kleine gehuchtje Fortrose. Veel campings in de grotere steden waren helemaal vol geboekt met de kerstdagen en we hadden daarom besloten om niets te plannen, maar gewoon te kijken waar we waren en daar een leuke free campsite te zoeken. We stonden met misschien 20 andere campertjes direct aan het strand en hebben kerstavond met een biertje de zonsondergang op het strand gekeken. Dat is nog eens wat anders dan normaal! Het was heel mooi, maar we hadden totaal geen kerstgevoel. Bij kerst horen voor ons de koude donkere dagen, lichtjes en bovenal familie. Die misten we nu wel even. Maar tegelijkertijd konden we er ook wel van genieten om het nu een keertje goed anders te vieren. Deze keer is kerst voor ons aan het strand, met korte broek, in de camper, met hooikoorts, met een foute kiwi trui in plaats van een foute kersttrui, met zijn 2tjes en met zeeleeuwen. Heel anders.

De zeeleeuwen zijn we eerste kerstdag gaan spotten bij Waipapa lighthouse. Precies toen we bij deze vuurtoren het strand opliepen kwam er een grote zeeleeuw uit het water en die ging zijn maatje die op het strand lag te luieren begroeten met een flinke schreeuw. Hilarisch om te zien! Ook zijn we nog verder gereden naar Slope Point, het meest zuidelijke plekje op het Zuidereiland. Daar stonden de grassen die Lisanne de rest van de dag hooikoorts bezorgd hebben. Dat is dan het nadeel van de zomer achterna reizen…

Voor ons kerstdiner vonden we een andere mooie free campsite direct aan de zee. In de camper hebben we op ons gemak gekokkereld, een simpel maar lekker eenpansgerecht en een lekker Nieuw-Zeelands rood wijntje erbij. Ook hadden we cadeautjes. Lisanne houdt een reisdagboekje bij, elke dag schrijft ze 1 pagina en op 29 december is die vol! Voor kerst hadden we in Queenstown een nieuw boekje gehaald. En voor Rik zijn kapotte korte broek hadden we ook in Queenstown een nieuwe gekocht. Voor de kerst zullen we maar zeggen.

Tweede kerstdag zijn we verder gereden door het zuiden, door het gebied de Catlins. We hebben een paar watervallen gezien, een grot (Cathedral Cave) aan het strand, een blowhole waardoor het zeewater omhoog sprong en Nugget point, waar we veel zeehonden zagen en ook 1 pinguïn. ‘s Avonds hebben we gekampeerd bij de grotere plaats Dunedin. Rik heeft met wat jongens op de camping een wedstrijdje frisbee gespeeld (dat ging er behoorlijk snel aan toe!) en Lisanne heeft de rode wijn leeg gedronken…

Dunedin vonden we een onverwacht leuke stad! De peninsula (schiereiland) dat aan Dunedin vast ligt is heel mooi om te rijden, de route gaat de hele kust rond. Onderweg kwamen we het verkeersbord “pas op, overstekende pinguïns” tegen, die we helaas niet gezien hebben, maar wel hebben we veel zeehonden en vogels gezien, waaronder albatrossen. En de stad zelf heeft een mooi ouderwets treinstation en de steilste weg ter wereld! Baldwin street. We zijn hem opgelopen wat natuurlijk peanuts was na al die bergen die we al beklommen hebben. Maar als je aan deze straat woont zul je zeker gespierde benen krijgen. Er loopt ook een mooie art-route door Dunedin, langs allerlei gebouwen met mooie grote muurschilderingen. Daarbij zijn ook veel bushokjes en elektriciteit kasten beschilderd met mooie afbeeldingen van dieren of andere natuurafbeeldingen uit de omgeving.

Over het algemeen rijdt Rik altijd in de camper want hij vind het leuk om te rijden en Lisanne vind het fijn om uit het raam te kunnen loeren. Maar na Dunedin is Lisanne eens achter het stuur gekropen, met de schakelbak aan de linkerkant. Dat was even schakelen. Maar het was absoluut de mooiste route die ze ooit gereden heeft, naar Lake Pukaki. En wauw, wat was Lake Pukaki fantastisch mooi. Het water was super helder blauw, even lichtblauw als de lucht. En op de achtergrond zag je de besneeuwde bergtop Mount Cook, de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. We vonden een free campsite aan het meer. We hebben al op veel mooie plekjes gekampeerd maar dit is tot nu toe wel de mooiste! Het was prachtig weer en daardoor waren de kleuren van het meer ook op zijn mooist. We waren niet de enigen met dit idee, de camping was gezellig druk.

We besloten hier 2 dagen te blijven en vanuit de camping zijn we overdag naar Mount Cook gereden om daar de Hooker Valley track van 3 uur te lopen. De route naar Mount Cook was ook al zo mooi, langs Lake Pukaki af. Omdat de track heel toegankelijk was omdat die redelijk vlak was, was het ook redelijk druk. Maar wel heel mooi. We liepen langs de bergen, zagen gletchers, liepen over een paar hangbruggen totdat we bij het gletcher meer aankwamen. De ijsbrokken dreven er in het water terwijl het een lekker zonnige dag was. Heel tof.

Ook het Lake Tekapo, op een half uurtje rijden van Lake Pukaki was erg mooi en helder blauw. Wij hadden ons hart echter al helemaal aan Lake Pukaki verloren en daar kan nu niets meer aan tippen. Lake Tekapo staat er bekend om dat je er goed de sterren kunt zien, het is een dark spot, weinig lichtvervuiling. Op Mount John staat een sterren observatiewacht en daar zijn we overdag naartoe geklommen. Je had er mooi uitzicht over het meer. De sterren hebben we hier helaas niet in al hun glorie kunnen zien omdat elke avond de bewolking in kwam zetten. Na het beklimmen van Mount John hebben we een middagje in de hot pools gezwommen. Wat is het heerlijk om af en toe even te nietsen en uit te rusten.

We vonden vlakbij Lake Tekapo een camping in een heel klein (en naar onze mening ouderwets) vissersdorp. De camping werd gerund door een 86-jarige man die je de oren van de kop kletste. Over zijn leven als boer, als visser en over hoe de mensen op het Zuidereiland veeeeel vriendelijker zijn dan de mensen op het Noordereiland. Later op de avond kwam hij weer langs lopen en had hij 2 verse zalmfilets voor ons meegenomen die hij die dag gevangen had. De volgende ochtend toen we zaten te ontbijten kwam hij ook nog een citroen brengen, want die smaakt zo lekker bij de vis. De mensen op het Zuidereiland zijn inderdaad veeeeel vriendelijker.

Voor oud en nieuw hadden we 2 dagen van te voren een camping geboekt voor 2 nachten, zodat we zeker een plekje zouden hebben. Het werd een camping in het kleine boerendorpje Fairlie. Hier zouden we even lekker uit kunnen rusten. Op de camping stond een leuk koppel uit Amsterdam naast ons en we besloten op oudejaarsavond samen te gaan uit eten om het jaar in stijl af te sluiten. Het was erg gezellig en leuk om deze avond samen door te brengen. Rond 23:00 gingen we, zoals heel Fairlie, naar het dorpspleintje waar een 2-mans bandje countrynummers aan het spelen was. Alle kinderen van het dorp stonden voor het podium en de volwassenen er in een grote kring omheen. We hebben liedjes als Country roads en Sweet Caroline hard mee staan zingen en dansen en met het nummer Summer of ‘69 gingen we het jaar uit! Om middernacht werd er een groot bonfire aangestoken en er stond een oude stoomlocomotief bij het plein die een paar keer hard floot. Het nieuwe jaar was begonnen! Het was fantastisch! En boers. Er was geen vuurwerk omdat het hier zomer is en droog en daardoor kans op brand. Vuurwerk proberen ze tegen te houden, alleen in grote steden worden vuurwerkshow gegeven. Rond 00:30 waren de meeste mensen alweer naar huis, de kinderen moesten naar bed. En ook wij lagen om 1 uur weer in de camper.

Vandaag was er een nieuwjaarsparade in Fairlie. Heel het dorp liep weer uit en ook wij besloten een kijkje te gaan nemen. Een lange stoet aangevoerd door een orkest doedelzakspelers, de brandweer, ambulance, boeren op hun tractoren, mooi oude klassieke auto’s en tot slot de oude stoomlocomotief kwam voorbij. Vanavond hebben we de zalm die we gekregen hadden lekker gegeten tijdens het diner en daarna nog met het Amsterdamse stel de avond afgesloten, erg leuk. We zijn het jaar op zijn Nieuw-Zeelands begonnen!

Foto’s: Zuidereiland deel II

Trampen op het Zuidereiland

In Nieuw-Zeeland noemen ze hiken ook wel trampen. En poeh, wat hebben wij de afgelopen dagen veel getrampt…

Onze trip over het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland begon in Picton, waar we met de ferry vanuit het Noordereiland waren aangekomen. Het Zuidereiland is iets groter dan het Noordereiland, het is ongeveer 800km in lengte en 300km in breedte. Picton ligt in het noorden van het eiland, in het gebied Marlborough. Hier liggen ook de Marlborough Sounds, zeeinhammen omringd door groene heuvels met daartussen ‘verdronken’ valleien waarin de zee staat. Eenmaal aangekomen in Picton hebben we eerst een camping opgezocht en van daaruit zijn we gaan wandelen door een stukje van de Marlborough Sounds. Een wandeling bergop door het bos en eenmaal aangekomen bij de zee was het uitzicht prachtig. Het zeewater was helder turquase-blauw, daaraan lagen de omliggende groene heuvels en de lucht was mooi blauw. Eindelijk hadden we eens mooi zonnig weer in Nieuw-Zeeland. We hielden direct van het Zuidereiland. Wel zitten er hier meer muggen en zandvliegen. Zandvliegen zijn net als muggen, alleen voel je ze ook prikken. Met een korte broek is het oppassen geblazen en we zijn al behoorlijk lek geprikt.

Na Picton zijn we via een mooie route door de Marlborough Sounds langs de kust en via het stadje Nelson verder gereden naar Abel Tasman National Park. In Nelson zijn we de isite (een soort van VVV-kantoor) binnen gelopen voor wat informatie over Abel Tasman NP en we besloten een tripje te boeken voor de volgende dag om in het park te kajakken en hiken.

Het werd een sportieve dag! Met een groepje van 8 man kregen we in het dorpje Marahau, ten zuiden van het nationaal park, instructies voordat we met een gids de zee op gingen om langs de kust van het park te kajakken. Je kon met zijn 2en in een kajak, dus Lisanne voor om het tempo te bepalen en Rik, het powerhouse, achterin. Abel Tasman NP staat ook wel bekend om het heldere blauwe zeewater en de goudgele stranden. We hadden een goede dag uitgekozen want het was stralend weer, bijna geen wolkje aan de lucht. Het was ongeveer 8km (3 uurtjes) kajakken naar het strandje waar we zouden lunchen. Onze gids vertelde zo nu en dan wat weetjes over het park en over de vogels die we zagen. We kwamen langs een eilandje dat voor de kust lang en zagen daar zeehonden zonnebaden. Eenmaal op het strandje kregen we een lekkere lunch met brownies als toetje. Lisanne was helemaal in haar nopjes want ze mocht de overgebleven brownies meenemen. Daarna konden we zelf weer terug lopen naar Marahau, waar we onze tocht waren begonnen, maar we besloten eerst nog een paar kilometer verder door te lopen naar Anchoridge. Het pad ging door de tropische bossen (je hebt hier varens die eruit zien als palmbomen) langs de kust en zo nu en dan had je uitzicht over de zee en de kustlijn, prachtig! Bij Anchoridge was er een mooi strand en hebben we even bij de hut uitgerust voor we de 13km terug naar Marahau gingen lopen. Net toen we moe begonnen te worden kwamen we een jongetje met zijn vader tegen die een hol in de grond hadden gevonden waar een pinguïn in zat. Toen we gingen kijken zat de kleine pinguïn er nog steeds! Dat gaf weer energie voor het laatste stukje wandelen. Bij het bedrijf dat de kajaks aan ons verhuurd had konden we achteraf een warme douche nemen. Dat was fijn en verfrissend.

De volgende dag zijn we verder gereden door Takaka richting het noorden van Abel Tasman NP. Onderweg hebben we nog een paar treks gelopen. Een trek van 2 uur langs een hydro station waar je kon zien hoe ze stroom deden opwekken met het water uit de aangelegde waterweg. Daarna hebben we nog een half uur gelopen naar de heilige Te Waikoropupu springs. Dat is een zoetwaterbron met misschien wel het helderste water in de wereld, zo zeggen ze. Het water was inderdaad heel mooi helder en lichtblauw. Je kon alle waterplanten erin zien tot een aantal meter diep. Daar waar het water uit de aardkorst naar boven kwam zag je het bubbelen. Dit was een leuke tussenstop.

‘s Avonds op onze kampeerplaats waren we behoorlijk moe van al het wandelen de afgelopen dagen. We hebben gemerkt dat het probleem hier in Nieuw-Zeeland is dat er te veel te doen is. Overal is wel een trek te lopen, een waterval te bekijken, een viewpoint om een foto te maken. Bijna overal is het mooi. Maar van al dat lopen en bezig zijn wordt je ook moe. We namen ons voor om af en toe ook wat extra rust in te lassen zodat we ook goed fit blijven.

Maar nog niet de volgende dag want we wilden ook nog een noordelijk stukje van Abel Tasman NP bezoeken. Op weg naar het park kwamen we langs de Wainui Falls, dat bleek een hele leuke trek te zijn van 45 minuten naar een mooie waterval. Daarna reden we door naar Totaranui in Abel Tasman NP. We hebben er een mooie wandeling door het bos gemaakt en kwamen langs verlaten strandjes waar we van een afstandje zeeleeuwen in het water zagen zwemmen. We zagen ook een paar kiwi’s lopen door het bos, althans dat dachten we. Achteraf kwamen we erachter dat dit weka’s zijn, maar ze lijken dan wel verdacht veel op kiwi’s. Ons deed de vogel denken aan een soort van kruising tussen een kip en een eend.

De volgende dag zijn we door gereden naar het meest noordelijke puntje van het Zuidereiland, naar Wharariki Beach en naar Puponga. Wharariki Beach was boven verwachting leuk! Toen we het strand op kwamen lopen waren zeehondjes in de golven aan het spelen. Ze lieten zich lekker op de golven mee gaan en waren met elkaar aan het stoeien. Een stukje verderop staan rotsen in de zee die beter bekend zijn als de rotsen van de screensaver van Microsoft. Een van de twee rotsen heeft een gat in het midden en ziet er eigenlijk uit als een boog. Heel mooi. En nog een stukje verderop op het strand stonden rotsen die bestonden uit veel verschillende kleine steentjes die aan elkaar vast geplakt zaten, of zo. Het was allemaal mooi om te zien en toen we over het strand weer terug liepen werd ons de weg even gesperd door een zeehond die langs ons heen kwam huppen. Een stukje verderop in het kleine stadje Puponga had je vanaf een berg mooi uitzicht over de hele ‘golden bay’ en over de zandbanken in het uiterste noorden van het Zuidereiland.

Na het meest noordelijke puntje van het eiland bezocht te hebben besloten we dit deel van het land te verlaten en een flink stuk naar het zuiden te rijden en hebben we overnacht bij een free campsite bij de Maruia Falls. Het is heerlijk om zo in de natuur te kunnen kamperen alleen is het jammer dat er zoveel zandvliegen zitten. Daardoor, en ook vanwege een regenbui zo nu en dan, zitten we ‘s avonds toch vaak in de camper in plaats van buiten. Ook heb je daardoor niet heel veel contact met andere kampeerders. Iedereen is ‘s avonds ook bezig met zijn eigen ding en plannen aan het maken voor de volgende dag. Dat is toch iets anders dan het kamperen zoals we dat gewend zijn in Nederland of Frankrijk waar je langer dan een dag op dezelfde camping staat en meer aanspraak met de buren hebt. Op sommige betaalde campings zijn wel gezamenlijke keukens waar we kunnen koken en met andere mensen kletsen. Daar hebben we op zijn tijd ook wel behoefte aan. Het voordeel van met zijn tweeën reizen is dat we ons eigenlijk nooit eenzaam voelen, maar zo nu en dan onder andere mensen komen is wel fijn. Sowieso is het leuk om tips en ideeën uit te wisselen met andere reizigers.

De volgende dag zijn we via Punakaiki doorgereden naar het stadje Greymouth. In het kustplaatsje Punakaiki heb je de ‘pancake rocks and blowholes’. De pancake rocks hebben groeven waardoor ze eruit zien als stapels pannenkoeken. Lisanne kreeg er honger van. En daartussen lagen de blowholes. Gaten in de rotsen waardoor de zee water naar boven spuugde. Een blowhole zag eruit als een schoorsteen, het water dat uit de rotsen kwam zag eruit als rook die uit een schoorsteen komt, vandaar ook zijn naam Chimney.

Het was een mooie route verder langs de kust naar Greymouth. Daar konden we op een free campsite aan het water staan. Het regende die avond, maar vlak voor de zonsondergang rond 21:30 uur klaarde het op en we hebben in Nieuw-Zeeland nog niet eerder zo’n mooie zonsondergang gezien. Bij de kleine vuurtoren aan de kade hebben we staan kijken naar de mooie kleuren in de lucht.

De dag erna verlieten we de westkust om het binnenland in te trekken, richting de Nieuw-Zeelandse Alpen. We begonnen de dag ‘trampent’ met een wandeling van een uurtje naar een waterval en daarna reden we verder landinwaarts. Bij een tussenstop in de buurt van Hotikita zagen we dat de camper een beetje water lekte (alsof Billy de camper een loopneus had). We hadden het vermoeden dat het van de airco was die aanstond maar besloten voor de zekerheid even een service garage binnen te rijden. Een monteur kroop vrijblijvend even onder de camper, constateerde dat het de airco was en dat het volkomen normaal was, en wij konden gerustgesteld verder rijden naar Franz Josef.

Eenmaal in Franz Josef zijn we eerst het informatiecentrum binnen gelopen om te kijken wat er allemaal te doen is en welke hikes je kunt doen. We besloten de volgende morgen om 5 uur (!) op te staan zodat we om 6 uur aan een trek konden beginnen die de bergen in ging. Ze hadden vanaf 11 uur namelijk bewolking voorspeld en dat wilden we voor zijn. De hike ging naar een uitzichtpunt van waaruit je de Franz Josef Gletsjer kon zien liggen. Het was 2 uur bergop lopen/klauteren door een bos/jungle maar het uitzicht was dat zeker waard. Daarna wilden we nog een korte trek doen naar een uitzichtpunt van waaruit je de gletsjer van dichtbij (750m) kon zien. Allemaal gelukt voordat de wolken kwamen! De zon scheen ook die ochtend, grappig om in een t-shirt een gletsjer te bekijken. We besloten daarna om door te rijden naar Fox Glacier, nog een gletsjer ongeveer 40 km verderop. We reden via Lake Matheson dat erom bekend staat dat de Alpen met hun besneeuwde toppen in de verte zo mooi reflecteren in het water van het meer. Eerst hebben we er op de parkeerplaats geluncht. Dat is handig met de camper, we hebben onze keuken altijd bij ons. Helaas stond er wind op het meer en was de reflectie door de rimpelingen van het water niet echt te zien, maar evengoed was het een mooie wandeling om het meer. De treks rondom De Fox gletsjer waren helaas afgesloten omdat het pad naar de gletsjer onlangs was ingestort en het herstellen ongeveer een maand ging duren. Die gletsjer hebben we dus alleen vanuit de verte gezien.

Daarna zijn we verder naar het zuiden gereden en de route ging weer een stukje langs de westkust via de plaats Haast. Wij hadden gelukkig geen haast en konden een aantal kilometer voor Haast een tussenstop maken voor de Ship Creek Walk, een korte route langs het strand. Bij dit strand worden geregeld dolfijnen gezien. We meenden in de verte al een paar vinnen boven het water uit te zien komen, maar toen we dichterbij kwamen bleken dat vogels. We liepen nog een stukje verder en hadden de hoop al bijna opgegeven toen we daadwerkelijk groepjes vinnen boven het water uit zagen komen. Toen we iets dichterbij liepen sprongen een paar kleine dolfijnen een paar keer in de lucht om een salto te maken. Super leuk om te zien. Het was alle zandvliegen die hier rondvlogen en ons verveelden meer dan waard.

Op weg naar Wanaka, een stadje landinwaarts tussen de Alpen, reden we langs het mooie Lake Wanaka, een heel mooi helder blauw meer omringd door de bergen. Op sommige bergtoppen lag nog een beetje sneeuw. Er lag een camping aan het meer en we besloten hier te blijven voor de nacht. Rik heeft deze nacht zijn wekker op 02:30 gezet om te bekijken of het mogelijk was om de sterren te fotograferen. De lucht was helder en op het strandje bij onze overnachtingsplaats heeft hij prachtige sterrenfoto’s kunnen maken.

Tot zover stelt Nieuw-Zeeland absoluut niet teleur. Vriendelijke mensen, leuke dieren (behalve de zandvliegen) en prachtige, afwisselende natuur. We kijken ernaar uit om hier de komende weken nog wat meer te ‘trampen’.

Foto’s Zuidereiland deel I

Nieuw-Zeeland: Eerste week op het Noordereiland

We zijn in Nieuw-Zeeland! En wat een cultuurshock is dit! Na ruim 4 maanden door Azië gereisd te hebben zijn we aan een aantal zaken gewend geraakt: slechte wegen, geen verkeersregels, lekker eten zonder zelf te hoeven koken, het leven is goedkoop, niet iedereen spreekt goed Engels, wc’s die vaak niet meer zijn dan een gat in de grond, hier en daar redelijk aardig internet, hoge luchtvochtigheid en het wordt rond 6 uur donker. Dat is in Nieuw-Zeeland allemaal anders.

We zijn op het vliegveld in Auckland, op het Noordereiland, aangekomen. Wat was het heerlijk dat iedereen hier goed Engels spreekt en dat alles goed geregeld was. Ook het busje dat ons naar ons Airbnb appartementje zou brengen stond al klaar en we waren er zo. Wel even slikken dat de prijzen hier veel duurder zijn. Alles is weer vergelijkbaar met de Nederlandse prijzen, het een iets goedkoper, het ander iets duurder. We hadden een kamer dichtbij het centrum van Auckland in het appartement van Hugh, een man van een jaar of 40, op de 9e verdieping. We zouden hier eerst 2 dagen verblijven voordat we onze gehuurde camper op gingen halen om hierin de komende 2 maanden de rest van Nieuw-Zeeland te gaan verkennen. Zo konden we eerst uitrusten van de vliegreis en Auckland op ons gemak verkennen. De eerste dag hebben we wat geslapen omdat we daar in het vliegtuig niet veel aan toe waren gekomen. Daarna hebben we een wandeling door de wijk gemaakt, o.a. langs een gezellige foodcourt en we hebben boodschappen gedaan voor het avondeten! Koken, dat was lang geleden. In het appartement van Hugh hebben we een lekkere pasta gemaakt. We konden het nog.

Auckland is heel heuvelachtig, de stad is op verschillende kraters gebouwd. De volgende dag hebben we een van die kraters middenin de stad, mount Eden, beklommen. Tegenwoordig is deze helemaal begroeid met gras en bomen, een stadspark. Lekker om na een aantal rustige dagen weer eens een berg te beklimmen. Een heuveltje eigenlijk. Na de bergen in Nepal lijken alle anderen heuveltjes. Je had bovenop mount Eden mooi uitzicht over de stad. Verder hebben we nog wat door Auckland gewandeld en in het appartement met Hugh gekletst. Grappig hoeveel het ons hier aan Nederland doet denken. De goede wegen, alles is duidelijk en goed geregeld, de mensen, de winkels en het aanbod in de supermarkt (we hebben al mayonaise en pindakaas ingeslagen).

De volgende dag was het tijd om onze camper op te halen! Ons huisje voor de komende 2 maanden. Eerst willen we het Noordereiland gaan verkennen, dan met de ferry naar het Zuidereiland en vervolgens weer terug naar het Noordereiland omdat we de camper weer in Auckland in moeten leveren. De ‘Happy camper’ (het verhuurbedrijf heet Happy Campers) heeft achter de bestuurdersstoelen een klein keukentje met een koelkastje, gasfornuis met 2 pitjes, een gootsteen en wat opbergruimte. Achterin de camper staan banken en een tafel die ‘s avonds omgebouwd kunnen worden tot bed. We hebben onze camper Billy genoemd. 🙂 Even wennen is dat we links moeten rijden. De pook om te schakelen zit ook links en het knipperlicht en de ruitenwisser knoppen zitten omgedraaid. We hebben de ruit vooral de eerste dag heel goed gewassen.

Daar gingen we dan, Rik achter het stuur, op weg naar het zuiden. Onze eerste stop was bij de Pak ‘n Save (een soort van Aldi/Lidl) voor de boodschappen en huishoudelijke artikelen. Auckland was druk, maar eenmaal buiten Auckland waren de wegen rustiger. Het landschap was al direct mooi, vol met veel groene grasheuvels. Met de handige app CamperMate hebben we een camping gezocht voor de avond in de buurt van Hobbiton, want daar hadden we de volgende dag afgesproken. Onze camper is ‘self-contained’ omdat we water hebben en er zit ook een kleine draagbare wc in. Die proberen we niet te gebruiken, maar omdat hij erin zit mogen we ook op free campings staan. Dat zijn gratis campings met vaak alleen een toiletgebouw. Er is geen elektriciteit, water, douches of andere faciliteiten. Wel kan er controle zijn op die campings dat mensen er niet langer dan 2 tot 4 dagen blijven staan. We kunnen met onze camper ongeveer 3 dagen op een free campsite staan voordat we weer naar een betaalde ‘powered campsite’ moeten om de accu voor de koelkast weer op te laden. Dat is voor ons het moment om ook alle andere apparatuur op te laden, te douchen (alhoewel je tussendoor eventueel ook openbare douches kunt vinden) en de was te doen. De eerste avond stonden we op een mooie free campsite langs een rivier. Het was nog te fris om lang buiten te zitten, maar we hebben lekker pasta gekookt (voorlopig nog even geen rijst – daar hebben we in Azië genoeg van gehad) en knus binnen gezeten.

De volgende dag hebben we Hobbiton bezocht, de bekende filmsite uit The Lord of the Rings en The Hobbit. We hadden hier met Tan en Lieke afgesproken. Tan is een vriend van Lisanne met wie ze samen in Tilburg gestudeerd heeft en hun vakantie in Nieuw-Zeeland kruist perfect met onze reis. Super leuk om weer even bekenden te zien! We hadden ruim voordat onze toer door Hobbiton zou beginnen afgesproken in het café bij Hobbiton om bij te kunnen kletsen. Helaas regende het deze dag en moesten we de toer met paraplu’s doen. Evengoed was het heel leuk om de filmset te zien en het mooie heuvelachtige landschap hier. We konden langs de verschillende hobbitholes lopen en er werden allerlei weetjes verteld over hoe en waar er gefilmd was. In het café The Green Dragon uit de film kregen we een biertje. Na de toer hebben we met Tan en Lieke nog een lekker hapje gegeten in Hamilton voordat zij verder naar het noorden trokken en wij naar het zuiden.

De hele week bleef het weer erg wisselvallig, erg Nederlands. Veel bewolking, af en toe zon en af en toe regen. Het landschap was wel erg mooi. Bijna elke weg is mooi, door groene heuvels met schapen, koeien en hier en daar een boerderij. De dag na Hobbiton hebben we de Waitomo caves bezocht die bekend staan om de vele gloeiwormen. De toer door de grotten was erg kort (en naar onze mening veel te duur voor wat je kreeg – we moeten nog steeds wennen aan de prijzen hier) maar het was voor een moment wel magisch. In een bootje werden we door de pikdonkere grotten gevaren en daar zagen we duizenden kleine lichtjes (de gloeiwormen) tegen het plafond. Helaas hebben we daar geen foto’s van want je mocht er niet fotograferen. We kwamen zowaar een klein beetje in de kerststemming van al die lichtjes. We hadden al wat kerstliedjes op de Nieuw-Zeelandse radio gehoord en wat kerstbomen gezien in de stad, maar dat voelde voor ons compleet misplaatst want het is hier bijna zomer. Je hoort hier dezelfde kerstliedjes en ziet dezelfde kerst accessoires als in Nederland, maar zonder koude donkere dagen geven die toch niet dezelfde sfeer. Wel grappig is dat bij sommige supermarkten de medewerkers verkleed zijn als kerstelfen.

In de buurt van de Waitomo caves hebben we nog een wandeling gemaakt en de mooie Marakopa falls bezocht voordat we verder zijn gereden naar Lake Taupo. Hier hebben we voor het eerst op een betaalde powered campsite gestaan en ook hadden we hier weer eens internet. Wat je misschien niet zou verwachten is dat internet in Nieuw-Zeeland heel slecht is. We hebben wel een Nieuw-Zeelandse sim-kaart, maar er is niet altijd bereik of er is slecht bereik. Heel veel goede WiFi spots zijn er ook niet, maar bij de McDonalds is het soms wel oké. Zo hebben we, zonder er te eten, al een paar keer op de parkeerplaats bij de McDonalds gestaan om even wat op te zoeken of een keertje met Nederland te videobellen.

Lake Taupo is een redelijk groot meer en ligt in een geothermisch gebied. We hebben hier een dag doorgebracht en de omgeving verkend. Ten noorden van het meer kun je op gezette tijden zien hoe de dam water vanuit het meer de rivier in laat stromen. Het stukje rivier na de dam vult zich in een paar minuten helemaal met water en dat kolkt dan naar beneden. Ongelooflijk trouwens hoe mooi helder blauw het water van de rivier is. Ook zijn we een uur lang de rivier af gelopen om uiteindelijk uit te komen bij een hot spring. Een stroom met natuurlijk warm bronwater mondt hier uit in de koude rivier. We hebben er onze zwemkleding aangetrokken en lekker gebadderd. Op het eind van de dag hebben we het park “Craters of the moon” bezocht dat in geothermisch gebied ligt. Er loopt een verhoogd pad door het park en door verschillende scheuren in de grond om ons heen kwam stoom. Ook lagen er een aantal kraters met daarin mud pools en veel stoom. De grote grijze regenwolken boven ons maakten het geheel extra onheilspellend. Ondanks de voorspelde regen was het tot nu toe een mooie dag geweest, maar na een kwartiertje in het park kwam alles met bakken uit de lucht. Kwamen onze poncho’s (we hadden ze voor de trekking in Nepal gekocht maar niet nodig gehad) toch nog van pas! In onze poncho’s onder de paraplu hebben we op een bankje zitten wachten tot de ergste regen weer voorbij was. We konden er gelukkig wel om lachen en al dat water en de stoom in het park was wel een indrukwekkend gezicht.

Helaas waren de weersvoorspellingen voor de dagen erna niet goed en we besloten daarom direct door te rijden naar Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Die ligt helemaal zuidelijk op het Noordereiland en je kunt hier de ferry nemen naar het Zuidereiland. De bekende Tongariro crossing in de buurt van Lake Taupo, een eendaagse hike over een vulkaan, is gesloten bij slecht weer. Aangezien we toch weer terug gaan komen naar het Noordereiland op het einde van onze Nieuw-Zeeland roadtrip, hopen we die hike dan te kunnen doen. We hebben nog niets vooruit gepland en zijn gelukkig flexibel.

Via een mooie route door het binnenland zijn we richting Wellington gereden. Onderweg zagen we de donkere wolken boven Tongariro national park hangen. 30km boven Wellington hebben we op een hele mooie campsite aan de kust overnacht. De zonsondergang was hier prachtig, alleen waaide het keihard en buiten zitten was geen optie, maar vanuit de camper was het ook goed te zien.

De volgende dag hebben we ontbeten op een parkeerplaats een stukje verderop. Daar waaide het minder hard en was het gezelliger om even te zitten. We waren niet de enigen met dit idee en er stonden meerdere campers. Sommige mensen gingen hier even douchen in de buitendouches die hier stonden. Een half uur later reden we Wellington binnen. Dat was een mooi gezicht, want Wellington ligt aan de kust en heeft verschillende baaien en een gedeelte van de stad ligt in de heuvels. In Wellington zelf is niet al te veel te beleven. We hebben weer een ‘heuveltje’ beklommen, namelijk mount Victoria die middenin de stad ligt en van waaruit je een mooi uitzicht hebt over de hele stad. We hebben wat door het centrum gelopen en boodschappen gedaan om vervolgens een mooie campsite net buiten Wellington op te zoeken. Die lag prachtig aan de Red rocks trail. Ook brak hier even de zon door en konden we eindelijk eens buiten eten, met een mooi uitzicht over de zee en de kustlijn. Dat is lekker kamperen.

De volgende ochtend wilden we de Red rocks trail gaan lopen maar het regende. We besloten daarom Wellington in te gaan naar The Garage Project, een lokale brouwerij die in een garage was gestart en nog steeds in een (hele grote) garage zat. We konden er speciaal biertjes proeven en hebben er een paar meegenomen. Lekker! Inmiddels was het weer opgeklaard en zijn we terug naar de camping gereden om alsnog de Red rocks trail te lopen. Een mooie route langs de kust. Tussen al het zwarte lava gesteente lagen opeens een aantal rode rotsen. En ook konden we er een aantal zeeleeuwen spotten! Super leuk want deze tijd van het jaar zitten er niet veel hier. Op de terugweg zijn we de bergen langs de kust in getrokken. Ik bedoel, we moesten onze dagelijkse ‘heuvel’ nog even meepakken en het uitzicht boven was prachtig!

De volgende dag hebben we de Interislander ferry genomen naar het Zuidereiland, een tocht van 3,5 uur. Het was echt een enorme boot en onze camper Billy mocht er ook op. Het waaide behoorlijk en er waren flinke golven. We werden al snel misselijk en zijn in het midden van de boot buiten op het dek gaan staan. Frisse lucht, dat hielp gelukkig, anders was het een lange rit geworden. Toen we de bergen van de Marlborough Sounds van het Zuidereiland naderden ging de wind liggen. Het was een prachtige route tussen de bergen door naar de haven van Picton, waar we een camping opgezochten.

Inmiddels zitten we alweer een tijdje op het mooie Zuidereiland maar hierover later meer. We hebben niet vaak elektriciteit om de laptop op te laden en we zijn ook bijna de hele tijd bezig (rijden, wandelen, koken, afwassen, poetsen…) dus we liggen wat achter met de foto’s en verhalen. Om de zoveel dagen vinden we wel weer een McDonalds, dus we komen er wel, alles op z’n tijd.

Tot de volgende keer! R&L

Foto’s Nieuw-Zeeland: Noordereiland deel I

Scroll naar boven

This content is protected